← Terug naar "Omzendbrief nr. 492. - Indienstneming van studenten ter vervanging van personeelsleden die met jaarlijks vakantieverlof zijn "
Omzendbrief nr. 492. - Indienstneming van studenten ter vervanging van personeelsleden die met jaarlijks vakantieverlof zijn | Circulaire n° 492. - Engagement d'étudiants en remplacement de membres du personnel en congé annuel de vacances |
---|---|
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN 8 JUNI 2000. - Omzendbrief nr. 492. - Indienstneming van studenten ter vervanging van personeelsleden die met jaarlijks vakantieverlof zijn Aan de besturen en andere diensten van de federale ministeries en aan de instellingen van openbaar nut die onder het gezag, de controle of | MINISTERE DE LA FONCTION PUBLIQUE 8 JUIN 2000. - Circulaire n° 492. - Engagement d'étudiants en remplacement de membres du personnel en congé annuel de vacances Aux administrations et autres services des ministères fédéraux et aux organismes d'intérêt public soumis à l'autorité, au pouvoir de |
het toezicht van de Staat vallen. | contrôle ou de tutelle de l'Etat. |
Mevrouw de Minister, | Madame la Ministre, |
Mijnheer de Minister, | Monsieur le Ministre, |
Mijnheer de Staatssecretaris, | Monsieur le Secrétaire d'Etat, |
De overheidsdiensten waar de activiteiten niet afnemen gedurende de | Les services publics où il n'y a pas réduction des activités pendant |
maanden juni, juli, augustus en september en waar de behoefte aan | les mois de juin, juillet, août et septembre et où le besoin en |
bijkomend personeel reëel is als gevolg van de afwezigheid van leden | personnel complémentaire est réel suite à l'absence de membres de leur |
van hun personeel (statutair en contractueel) die met jaarlijks | personnel (statutaire et contractuel) en congé annuel de vacances |
vakantieverlof zijn kunnen een beroep doen op seizoenpersoneel. | peuvent recourir à du personnel saisonnier. |
De juridische basis voor de indienstneming van dit personeel is | La base juridique à l'engagement de ce personnel est l'article 1er, |
artikel 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut. Dit personeel kan worden in dienst genomen met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten (van ten minste vijftien jaar oud) zoals bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het spreekt vanzelf dat slechts een beroep kan worden gedaan op studenten op voorwaarde dat deze jongeren productief tewerkgesteld worden in een objectief van continuïteit van de dienst. | alinéa 1er, 2°, de l'arrêté royal du 1er février 1993 déterminant les tâches auxiliaires ou spécifiques dans les administrations et autres services des ministères, ainsi que dans certains organismes d'intérêt public. Ce personnel peut être engagé sous contrat d'occupation d'étudiants (âgés de quinze ans au moins) tel que visé au titre VII de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. Il est bien entendu que le recours à des étudiants n'est admis qu'à condition que ces jeunes gens soient occupés de manière productive dans un objectif de continuité du service. |
Volgens artikel 121 van voornoemde wet van 3 juli 1978 worden de studentenovereenkomsten vermoed « arbeidsovereenkomsten » te zijn. Bijgevolg vallen de studenten onder de toepassing van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries. Er dient op gewezen dat zij niet onderworpen zijn aan de algemene sociale zekerheidsregeling der werknemers indien ze in de loop van juli, augustus en september niet langer dan één maand werken bij een of meerdere werkgevers en niet onderworpen zijn geweest aan voornoemde regeling ingevolge een activiteit uitgeoefend tijdens het school- of academiejaar dat de zomervakantie voorafgaat bij dezelfde werkgever(s). Op hun loon is wel een solidariteitsbijdrage verschuldigd van 5 % ten laste van de werkgever en van 2,5 % ten laste van de werknemer (zie het koninklijk besluit van 23 december 1996 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996). Ook is er geen enkele bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen betaald aan de studenten van wie de tewerkstelling tijdens de maanden juli, augustus en september geen maand overschrijdt. « Ingeval van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zal bij voorkeur een beroep gedaan worden op jongeren die zich in een moeilijke sociale toestand bevinden. » Het komt de administraties toe te beslissen of deze contractuelen tewerkgesteld kunnen worden in diensten waarvan de dossiers confidentieel zijn. In bevestigend geval is het noodzakelijk in de arbeidsovereenkomst van deze contractuelen een bepaling op te nemen die hen verbiedt vertrouwelijke informatie bekend te maken waarvan ze kennis hebben uit hoofde van hun functie. De inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris of de afgevaardigde van de Minister van Financiën zal vóór de indienstneming zijn machtiging geven. Het spreekt vanzelf dat de overeenkomsten inzake seizoenpersoneel slechts binnen de perken van de bestaande personeelskredieten kunnen worden gesloten. De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, | Selon l'article 121 de la loi du 3 juillet 1978 précitée, les contrats d'étudiants sont réputés « contrats de travail ». Par conséquent, les étudiants tombent sous l'application de l'arrêté royal du 11 février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les ministères. A noter qu'ils ne sont pas assujettis au régime de la sécurité sociale des travailleurs salariés lorsque, au cours des mois de juillet, août et septembre, ils sont engagés pour une période ne dépassant pas un mois au service d'un ou de plusieurs employeurs et qu'ils n'ont pas été assujettis au régime précité en raison d'une activité exercée chez le(s) même(s) employeur(s) au cours de l'année scolaire ou académique qui précède les vacances d'été. Néanmoins, une cotisation de solidarité de 5 % à charge de l'employeur et de 2,5 % à charge du travailleur est due sur la rémunération desdits étudiants (arrêté royal du 23 décembre 1996 publié au Moniteur belge du 31 décembre 1996). De même, aucun précompte professionnel n'est dû sur les rémunérations payées aux étudiants engagés pour une durée qui n'excède pas un mois au cours des mois de juillet, août et septembre. « S'il est recouru au contrat d'occupation d'étudiants, il sera de préférence fait appel à des jeunes qui sont dans une situation sociale difficile. » Il est laissé à la discrétion des administrations d'occuper ces contractuels dans des services dont les dossiers sont confidentiels. Dans ce cas, il est nécessaire d'inclure dans le contrat de travail desdits contractuels une clause qui leur interdit de divulguer les informations confidentielles dont ils prendraient connaissance dans le cadre de leur fonction. L'inspecteur des Finances, le commissaire du Gouvernement ou le délégué du Ministre des Finances, donnera son autorisation préalable à l'engagement. Il est évident que les contrats de personnel saisonnier ne peuvent être conclus que dans les limites des crédits de personnel existants. Le Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration, |
L. Van Den Bossche. | L. Van Den Bossche. |