← Terug naar "Beslissing van de Minister van Landbouw. - Verklaring van "periode van verhoogd risico" met betrekking
tot het risico op insleep van aviaire influenza in België Sinds mei 2020 werden in Rusland en
Kazachstan talrijke gevallen van hoog Op 23 oktober heeft Nederland daarenboven de beslissing genomen om de ophokplicht
in te voeren in a(...)"
Beslissing van de Minister van Landbouw. - Verklaring van "periode van verhoogd risico" met betrekking tot het risico op insleep van aviaire influenza in België Sinds mei 2020 werden in Rusland en Kazachstan talrijke gevallen van hoog Op 23 oktober heeft Nederland daarenboven de beslissing genomen om de ophokplicht in te voeren in a(...) | Décision du Ministre de l'Agriculture. - Déclaration de « période à risque accru » concernant le risque d'introduction d'influenza aviaire en Belgique Depuis le mois de mai 2020, de nombreux cas d'influenza aviaire hautement pathogène de type H5 Le 23 octobre, les Pays-Bas ont en outre pris la décision de confiner toutes les exploitations de v(...) |
---|---|
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN Beslissing van de Minister van Landbouw. - Verklaring van "periode van verhoogd risico" met betrekking tot het risico op insleep van aviaire influenza in België Sinds mei 2020 werden in Rusland en Kazachstan talrijke gevallen van hoog pathogene aviaire influenza type H5 geïdentificeerd bij wilde vogels, maar ook in commerciële pluimveebedrijven en bij hobbyhouders. In deze regio's zijn er veel trekvogels en zij waren dit jaar ook nog eens erg talrijk. Internationale experts achten de kans erg groot dat migrerende watervogels het virus meebrengen tijdens de herfstmigratie. We moeten ons dus voorbereiden op een seizoen met een hoog risico op insleep van het HPAI-virus in de Europese Unie, vergelijkbaar met het seizoen 2005/2006. Op 23 oktober heeft Nederland daarenboven de beslissing genomen om de ophokplicht in te voeren in alle commerciële pluimveebedrijven na het ontdekken van zwanen en eenden die besmet waren met de hoog pathogene stam van aviaire influenza H5N8. Bovendien is op 29 oktober een uitbraak van hoog pathogene aviaire influenza van het type H5 geïdentificeerd in een fokpluimveebedrijf in Nederland. Aangezien de betrokken vogeltrekroutes via België passeren, is het risico zeer groot dat het HPAI-virus wilde vogels en pluimveebedrijven in België besmet. De verschillende sectoren die nauw betrokken zijn bij deze problematiek zijn op de hoogte gebracht van de huidige situatie en van de reeds bestaande maatregelen die moeten worden toegepast. De maatregelen zijn preventieve maatregelen met betrekking tot de verzamelingen, het transport, de melding van de ziekte en de bioveiligheidsmaatregelen (contacten met wilde fauna,...). Deze maatregelen zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza en in het ministerieel besluit van 6 juni 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het influenzavirus type H3 tegen te gaan. Bovenop deze maatregelen die altijd van toepassing zijn, hoofdzakelijk gebaseerd op bioveiligheid, en waarvan bepaalde specifiek zijn voor gevoelige natuurgebieden, kan de minister in een periode van verhoogd risico op het volledige grondgebied bijkomende maatregelen opleggen (artikel 3/5 van het KB). De periode van verhoogd risico moet ook worden bepaald door de minister (punt 61° van de definities van het KB). Deze bijkomende maatregelen kunnen geheel of gedeeltelijk worden genomen ("à la carte") en het betreft de volgende maatregelen: - Pluimvee van geregistreerde pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt; - Het pluimvee en de andere in gevangenschap gehouden vogels moeten worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt; - Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is; - Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren; - Verzamelingen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, andere dan markten, zijn verboden, uitgezonderd tentoonstellingen en prijskampen van pluimvee gehouden door particulieren en van andere in gevangenschap levende vogels, waarbij de dieren niet van verantwoordelijke veranderen en op voorwaarde dat het aanwezige pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels gedurende de tien dagen voorafgaand aan de verzameling opgesloten werden of beschermd werden waarbij het contact met wilde vogels onmogelijk was; - Alle slachtkippen, die afkomstig zijn van eenzelfde toom, moeten worden weggehaald binnen de twee werkdagen volgend op de eerste dag van laden met als bestemming het slachthuis. Op basis van de risicoanalyse, heeft de Minister de periode van verhoogd risico vastgesteld voor een onbepaalde termijn vanaf 1 november 2020 en de 3 volgende maatregelen uit bovenstaande lijst opgelegd : - Pluimvee van geregistreerde (professionele) pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt. Deze maatregel is niet van toepassing op loopvogels; - Het voederen en drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is; - Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren. Afhankelijk van de evolutie van de situatie kan deze lijst met maatregelen in voorkomend geval worden aangepast of kan de periode van verhoogd risico worden stopgezet via een nieuwe beslissing. 29 oktober 2020. | AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE Décision du Ministre de l'Agriculture. - Déclaration de « période à risque accru » concernant le risque d'introduction d'influenza aviaire en Belgique Depuis le mois de mai 2020, de nombreux cas d'influenza aviaire hautement pathogène de type H5 ont été identifiés en Russie et au Kazakhstan chez des oiseaux sauvages mais aussi dans des exploitations de volailles commerciales et de hobbyistes. Ces régions abritent beaucoup d'oiseaux migrateurs mais leur nombre était, cette année, particulièrement élevé. Les experts internationaux estiment qu'il est très probable que les oiseaux aquatiques migrateurs apportent avec eux le virus lors de la migration d'automne. Nous devons donc nous attendre à une saison à haut risque d'introduction du virus HPAI en Union européenne, comparable à la saison 2005/2006. Le 23 octobre, les Pays-Bas ont en outre pris la décision de confiner toutes les exploitations de volailles commerciales suite à la découverte de cygnes et de canards infectés par la souche hautement pathogène de l'influenza aviaire H5N8. De plus, depuis aujourd'hui, ce 29 octobre, un foyer d'influenza aviaire hautement pathogène de type H5 a été identifié dans une exploitation de volailles de reproduction aux Pays-Bas. Les couloirs de migration concernés étant ceux passant par la Belgique, le risque que le virus HPAI infecte les oiseaux sauvages et les exploitations de volailles en Belgique est donc très élevé. Les différents secteurs étroitement concernés par cette problématique ont été informés de la situation actuelle ainsi que des mesures déjà existantes qui doivent être appliquées. Les mesures sont des mesures préventives concernant les rassemblements, les transports, la notification de la maladie et les règles de biosécurité (contacts avec la faune sauvage,...). Ces mesures sont établies dans l'arrêté royal du 5 mai 2008 relatif à la lutte contre l'influenza aviaire et dans l'arrêté ministériel du 6 juin 2019 portant des mesures d'urgence pour empêcher la dispersion du virus de l'influenza de type H3. En plus de ces mesures applicables en tout temps, basées essentiellement sur la biosécurité, et dont certaines sont spécifiques pour les zones naturelles sensibles, des mesures complémentaires peuvent être imposées par le Ministre (article 3/5 de l'AR) en période à risque accru sur tout le territoire. La période à risque accru doit également être déterminée par Monsieur le Ministre (point 61° des définitions de l'AR). Ces mesures supplémentaires peuvent être prises en tout ou partie (« à la carte ») et sont les suivantes : - Les volailles d'exploitations avicoles enregistrées doivent être confinées ou protégées de façon à éviter les contacts avec les oiseaux sauvages ; - Les volailles et les autres oiseaux captifs doivent être confinés ou protégés de façon à éviter les contacts avec les oiseaux sauvages ; - Le nourrissage et l'abreuvement des volailles et des autres oiseaux captifs doit se faire à l'intérieur ou de façon à rendre impossible le contact avec les oiseaux sauvages ; - Il est interdit d'abreuver les volailles et les autres oiseaux captifs avec l'eau de réservoirs d'eaux de surface ou l'eau de pluie accessibles aux oiseaux sauvages, à moins que cette eau ne soit traitée pour inactiver d'éventuels virus présents ; - Les rassemblements de volailles et d'autres oiseaux captifs, autres que les marchés, sont interdits, à l'exception des expositions et concours de volailles de détenteurs particuliers et d'autres oiseaux captifs sans changement de responsable, à condition que les volailles ou autres oiseaux captifs présents aient été confinés ou protégés de façon à rendre impossible le contact avec des oiseaux sauvages pendant les dix jours qui précèdent la venue au rassemblement ; - Tous les poulets de chair provenant d'une même bande doivent être enlevés dans les deux jours ouvrables qui suivent le jour du premier chargement destiné à l'abattoir. Sur base de l'analyse de risque, le Ministre a déterminé la période à risque accru pour une durée indéterminée à partir du 1er novembre 2020 et imposé les 3 mesures suivantes issues de la liste ci-dessus : - les volailles d'exploitations avicoles enregistrées (professionnelles) doivent être confinées ou protégées de façon à éviter les contacts avec les oiseaux sauvages. Cette mesure ne s'applique pas aux ratites ; - le nourrissage et l'abreuvement des volailles et des autres oiseaux captifs doit se faire à l'intérieur ou de façon à rendre impossible le contact avec les oiseaux sauvages ; - il est interdit d'abreuver les volailles et les autres oiseaux captifs avec l'eau de réservoirs d'eau de surface ou l'eau de pluie accessibles aux oiseaux sauvages, à moins que cette eau ne soit traitée pour garantir l'inactivation des virus éventuels. En fonction de l'évolution de la situation, cette liste de mesures pourra le cas échéant être adaptée ou la période à risque accru arrêtée via une nouvelle décision. Le 29 octobre 2020. |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |