← Terug naar "Ministerieel besluit houdende de voorwaarden waaraan opvanggezinnen moeten voldoen om aanvaard te worden door een dienst voor opvanggezinnen "
| Ministerieel besluit houdende de voorwaarden waaraan opvanggezinnen moeten voldoen om aanvaard te worden door een dienst voor opvanggezinnen | Arrêté ministériel fixant les conditions que doivent remplir les familles d'accueil pour être acceptées par un service pour familles d'accueil |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur 30 NOVEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende de voorwaarden waaraan opvanggezinnen moeten voldoen om aanvaard te worden door een dienst voor opvanggezinnen De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 30 NOVEMBRE 2001. - Arrêté ministériel fixant les conditions que doivent remplir les familles d'accueil pour être acceptées par un service pour familles d'accueil Departement de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Culture La Ministre flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de l'Egalité des Chances, |
| Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de | Vu le décret du 29 mai 1984 portant création de l'organisme « Kind en |
| instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 | Gezin », modifié par les décrets des 3 mai 1989, 23 février 1994, 24 |
| februari 1994, 24 juni 1997, 7 juli 1998 en 9 maart 2001; | juin 1997, 7 juillet 1998 et 9 mars 2001; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 1999 fixant les |
| bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, | attributions des membres du Gouvernement flamand, modifié par les |
| gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober | arrêtés du Gouvernement flamand des 15 octobre 1999, 14 avril 2000, 26 |
| 1999, 14 april 2000, 26 mei 2000, 10 mei 2001, 11 mei 2001 en 18 mei | mai 2000, 10 mai 2001, 11 mai 2001 et 18 mai 2001; |
| 2001; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 février 2001 fixant les |
| houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van | conditions d'agrément et de subventionnement des garderies et des |
| kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, inzonderheid op artikel 15, § 2; | services pour familles d'accueil, notamment l'article 15, § 2 ; |
| Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 2 mei 2001; | Vu l'avis du conseil d'administration de « Kind en Gezin », rendu le 2 mai 2001; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | notamment l'article 3, § 1er, modifié par les lois des 4 juillet 1989 et 4 août 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Vu l'urgence; |
| Overwegende dat de organiserende besturen van diensten voor | Considérant qu'il est impératif d'informer sans tarder les directions |
| opvanggezinnen onmiddellijk kennis moeten hebben van de formele | organisatrices des services pour familles d'accueil sur les conditions |
| voorwaarden waaraan opvanggezinnen moeten voldoen om het aansluiten | formelles que doivent remplir les familles d'accueil, pour qu'ils |
| van kandidaat-opvanggezinnen concreet te kunnen uitvoeren en om de | puissent effectuer concrètement l'admission de familles d'accueil |
| aangesloten opvanggezinnen correct te kunnen begeleiden, | candidates et accompagner correctement les familles d'accueil admises, |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen | CHAPITRE Ier. - Dispositions introductives |
Artikel 1.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder : |
Article 1er.§ 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend |
| 1° K&G : de instelling Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 29 | par : 1° K&G : l'organisme "Kind en Gezin", créé par le décret du 29 mai |
| mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin; | 1984 portant création de l'organisme "Kind en Gezin"; |
| 2° dienst : de dienst voor opvanggezinnen, erkend door Kind en Gezin. | 2° service : le service pour familles d'accueil agréé par « Kind en Gezin ». |
| § 2. De opvanggezinnen moeten voldoen aan de in dit besluit | § 2. Les familles d'accueil doivent remplir les conditions fixées par |
| vastgelegde voorwaarden om door een dienst te worden aanvaard. | le présent arrêté pour être admises par un service. |
| HOOFDSTUK II. - Voorwaarden | CHAPITRE II. - Conditions |
Art. 2.§ 1. Het opvanggezin moet aanvaard worden door het |
Art. 2.§ 1er. La famille d'accueil doit être admise par la direction |
| organiserend bestuur van de dienst op grond van het verslag van een | organisatrice du service sur la base du rapport d'une enquête réalisée |
| onderzoek, uitgevoerd door de dienstverantwoordelijke, waaruit blijkt | par le responsable du service, démontrant que les conditions de base |
| dat aan de volgende basisvoorwaarden is voldaan : | suivantes sont remplies : |
| 1° de opvangpersoon is ten minste 18 jaar oud; 2° de opvangpersoon is in staat kinderen op te voeden en beschikt over voldoende pedagogische kwaliteiten. Jaarlijks wordt een verslag opgemaakt over het pedagogisch functioneren van het opvanggezin; 3° het opvanggezin beschikt over voldoende veilige ruimte en materiaal om kinderen op te voeden in verhouding tot het aantal en de leeftijd van de opgevangen kinderen; 4° het opvanggezin is bereid tot permanent overleg met de ouders over de opvang van de kinderen; 5° het opvanggezin aanvaardt de ondersteuning en de begeleiding van de dienst voor opvanggezinnen; 6° de aanwezigheid van huisdieren die een gevaar kunnen betekenen voor de gezondheid en de veiligheid van de opgevangen kinderen en die verwondingen kunnen veroorzaken, is verboden in slaap- en leefruimten | 1° la personne qui assure l'accueil a atteint l'âge d'au moins 18 ans; 2° la personne qui assure l'accueil est à même d'élever des enfants et dispose des qualités pédagogiques requises. Un rapport est rédigé chaque année sur le fonctionnement pédagogique de la famille d'accueil; 3° la famille d'accueil dispose de suffisamment d'espace et de matériel sûrs pour l'éducation d'enfants compte tenu du nombre et à l'âge des enfants accueillis; 4° la famille d'accueil est disposée à mener à se concerter en permanence avec les parents sur l'accueil des enfants; 5° la famille d'accueil accepte le soutien et l'encadrement du service pour familles d'accueil; 6° la présence d'animaux domestiques qui pourraient poser des risques pour la santé et la sécurité des enfants accueillis est défendue dans |
| van de kinderen. | les espaces de jeu et de repos des enfants. |
| § 2. Het opvanggezin overhandigt aan de dienst de volgende stukken : | § 2. La famille d'accueil remet au service les documents suivants : |
| 1° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, bestemd voor een | 1° un certificat de bonnes vie et moeurs destiné à un service public |
| openbare dienst en opgesteld op naam van alle personen ouder dan 18 | et rédigé au nom de toutes les personnes de plus de 18 ans qui font |
| jaar die deel uitmaken van het opvanggezin; | partie de la famille d'accueil; |
| 2° het document Verklaring van de arts in verband met de medische | 2° le document « Déclaration du médecin » relatif à l'aptitude |
| geschiktheid van een (kandidaat-)opvanggezin. | médicale d'une famille d'accueil (candidate). |
Art. 3.§ 1. Het uitoefenen van inkomenverschaffende activiteiten door |
Art. 3.§ 1er. L'exercice d'activités rémunérées par la famille |
| het opvanggezin tijdens de aanwezigheid van de opgevangen kinderen is | d'accueil pendant la présence des enfants accueillis n'est pas admis. |
| niet toegelaten. § 2. Personen die RIZIV-uitkeringsgerechtigd zijn, komen niet in | § 2. Les personnes bénéficiaires d'une allocation de l'INAMI ne sont |
| aanmerking als opvanggezin. | pas admises en tant que famille d'accueil. |
| § 3. Uitkeringsgerechtigden van de RVA kunnen als opvanggezin in | § 3. Les bénéficiaires de l'ONEm peuvent être admis en tant que |
| aanmerking komen, rekening houdend met de bepalingen van de RVA inzake | familles d'accueil, compte tenu des dispositions de l'ONEm relatives à |
| de uitkering, en na onderzoek door de dienst van de reële | l'allocation, et après examen de la disponibilité réelle pour |
| beschikbaarheid voor de opvangactiviteit. | l'activité d'accueil. |
| § 4. Personen in loopbaanonderbreking of die tijdkrediet opnemen | § 4. Les personnes en interruption de carrière ou bénéficiant de |
| kunnen als opvanggezin in aanmerking komen, rekening houdend met de | crédit temps peuvent être admises en tant que familles d'accueil, |
| terzake vigerende bepalingen, en na onderzoek door de dienst van de | compte tenu des dispositions en vigueur en la matière et après examen |
| reële beschikbaarheid voor de opvangactiviteit. | de la disponibilité réelle pour l'activité d'accueil. |
Art. 4.K&G kan zowel bij de start van de opvangactiviteit als op elk |
Art. 4.K&G peut, tant lors du démarrage de l'activité d'accueil qu'à |
| ander ogenblik een extra onderzoek instellen. De door K&G aangewezen | tout autre moment, mener une enquête supplémentaire. Les personnes |
| personen hebben het recht de dossiers van de opvanggezinnen in te | désignées par K&G ont le droit de consulter les dossiers des familles |
| zien. | d'accueil. |
Art. 5.§ 1. Gelijktijdige opvang van kinderen, geplaatst via de |
Art. 5.§ 1er. L'accueil simultané d'enfants placés par l'entremise du |
| dienst, en van pleegkinderen, geplaatst via gezinsplaatsingsdiensten, | service et d'enfants placés par l'entremise de services de placement |
| of van personen geplaatst door andere instanties, is mogelijk indien | familial, ou de personnes placées par d'autres instances, est possible |
| de dienst daartoe toelating verleent na een onderzoek dat binnen de 30 | si le service l'autorise après une enquête à mener dans les 30 jours |
| dagen uitgevoerd moet worden door de dienstverantwoordelijke, naar de | par le responsable du service sur le plan du potentiel pédagogique de |
| pedagogische draagkracht van het gezin, gelet op de nieuwe situatie | la famille compte tenu de la nouvelle situation découlant de l'accueil |
| ingevolge de opvang van pleegkinderen. | d'enfants placés. |
| § 2. Als pleegkinderen opgenomen zijn in het opvanggezin, worden ze | § 2. S'il y a des enfants placés dans la famille d'accueil, ils sont |
| beschouwd als eigen kinderen voor het bepalen van het aantal kinderen, | considérés comme les propres enfants pour la fixation du nombre |
| zoals bepaald in artikel 15, § 3, van het besluit van de Vlaamse | d'enfants tel que prévu à l'article 15, § 3 de l'arrêté du |
| regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning | Gouvernement flamand du 23 février 2001 fixant les conditions |
| en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor | d'agrément et de subventionnement des garderies et des services pour |
| opvanggezinnen. | familles d'accueil. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepaling | CHAPITRE III. - Disposition finale |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 6.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2002. |
| Brussel, 30 november 2001. | Bruxelles, le 30 novembre 2001. |
| M. VOGELS | M. VOGELS |