← Terug naar "Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met aandoeningen en voorgaande feiten van personen met een indicatie van een arbeidshandicap en de lijst met multidisciplinaire informatie, bepaald in artikel 4, tweede lid, 1° en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap "
Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met aandoeningen en voorgaande feiten van personen met een indicatie van een arbeidshandicap en de lijst met multidisciplinaire informatie, bepaald in artikel 4, tweede lid, 1° en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap | Arrêté ministériel fixant la liste des affections et antécédents de personnes avec une indication de handicap à l'emploi et la liste contenant l'information multidisciplinaire, visée à l'article 4, alinéa deux, 1° et 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2008 relatif à l'intégration professionnelle des personnes atteintes d'un handicap à l'emploi |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
Economie, Wetenschap en Innovatie | Economie, Sciences et Innovation |
30 MEI 2018. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met | 30 MAI 2018. - Arrêté ministériel fixant la liste des affections et |
aandoeningen en voorgaande feiten van personen met een indicatie van | antécédents de personnes avec une indication de handicap à l'emploi et |
een arbeidshandicap en de lijst met multidisciplinaire informatie, | la liste contenant l'information multidisciplinaire, visée à l'article |
bepaald in artikel 4, tweede lid, 1° en 2°, van het besluit van de | 4, alinéa deux, 1° et 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 |
Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele | juillet 2008 relatif à l'intégration professionnelle des personnes |
integratie van personen met een arbeidshandicap | atteintes d'un handicap à l'emploi |
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports, |
Gelet op het decreet van 4 maart 2016 houdende het Vlaamse | Vu le décret du 4 mars 2016 relatif à la politique flamande des |
doelgroepenbeleid, artikel 12; | groupes-cibles, l'article 12 ; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2008 relatif à |
betreffende de professionele integratie van personen met een | l'intégration professionnelle des personnes atteintes d'un handicap à |
arbeidshandicap, artikel 4, tweede lid, 1° en 2°, gewijzigd bij het | l'emploi, l'article 4, alinéa deux, 1° et 2°, modifié par l'arrêté du |
besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016; | Gouvernement flamand du 10 juin 2016 ; |
Gelet op het ministerieel besluit van 8 augustus 2016 tot bepaling van | Vu l'arrêté ministériel du 8 août 2016 déterminant les critères et |
de criteria en de multidisciplinaire informatie die recht verlenen op | l'information multidisciplinaire qui donnent droit à la « Vlaamse |
de Vlaamse ondersteuningspremie en tot aanduiding van de organisatie | ondersteuningspremie » (prime de soutien flamande) et portant |
die gelast is met de beoordeling van zelfstandige activiteit; | désignation de l'organisation chargée de l'appréciation de l'activité indépendante ; |
Gelet op het ministerieel besluit van 21 november 2016 tot wijziging | Vu l'arrêté ministériel du 21 novembre 2016 modifiant la liste, jointe |
van de lijst, gevoegd als bijlage bij het ministerieel besluit van 8 | en annexe à l'arrêté ministériel du 8 août 2016 déterminant les |
augustus 2016 tot bepaling van de criteria en de multidisciplinaire | critères et l'information multidisciplinaire qui donnent droit à la « |
informatie die recht verlenen op de Vlaamse ondersteuningspremie en | Vlaamse ondersteuningspremie » (prime de soutien flamande) et portant |
tot aanduiding van de organisatie die gelast is met de beoordeling van | désignation de l'organisation chargée de l'appréciation de l'activité |
zelfstandige activiteiten; | indépendante ; |
Gelet op het advies van de VDAB, gegeven op 8 november 2017; | Vu l'avis du VDAB, donné le 8 novembre 2017 ; |
Gelet op de adviesaanvraag die op 22 november 2017 bij de Inspectie van Financiën is ingediend; | Vu la demande d'avis qui a été introduite auprès de l'Inspection des Finances le 22 novembre 2017 ; |
Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn; | Considérant qu'aucun avis n'a été donné dans le délai imparti ; |
Gelet op advies 63248/1 van de Raad van State, gegeven op 27 april | Vu l'avis 63248/1 du Conseil d'Etat, donné le 27 avril 2018, en |
2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De lijst met aandoeningen en voorgaande feiten van personen |
Article 1er.La liste des affections et antécédents de personnes avec |
met een indicatie van een arbeidshandicap en de lijst met de | une indication de handicap à l'emploi et la liste contenant |
multidisciplinaire informatie, bepaald in artikel 4, tweede lid, 1°, | l'information multidisciplinaire, visée à l'article 4, alinéa 2, 1° et |
en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 | 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2008 relatif à |
l'intégration professionnelle des personnes atteintes d'un handicap à | |
betreffende de professionele integratie van personen met een | l'emploi, sont jointes comme annexe au présent arrêté. |
arbeidshandicap worden aangehecht als bijlage bij dit besluit. | Art. 2.L'« Agentschap Innoveren en Ondernemen » (Agence de |
Art. 2.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen, vermeld in artikel 7 |
l'Innovation et de l'Entrepreneuriat), visée à l'article 7 du décret |
van het decreet van 20 november 2015 houdende diverse maatregelen | du 20 novembre 2015 portant diverses mesures relatives à la |
inzake de herstructurering van het beleidsdomein Economie, Wetenschap | restructuration du domaine politique de l'Economie, des Sciences et de |
en Innovatie, is gelast met het beoordelen van de zelfstandige | l'Innovation, est chargée de l'appréciation de l'activité |
activiteit, bepaald in artikel 35, derde lid, van het besluit van de | indépendante, visée à l'article 35, alinéa trois, de l'arrêté du |
Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele | Gouvernement flamand du 18 juillet 2008 relatif à l'intégration |
integratie van personen met een arbeidshandicap. | professionnelle des personnes atteintes d'un handicap à l'emploi. |
Art. 3.Het ministerieel besluit van 21 november 2016 tot wijziging |
Art. 3.L'arrêté ministériel du 21 novembre 2016 modifiant la liste, |
van de lijst, gevoegd als bijlage bij het ministerieel besluit van 8 | jointe en annexe à l'arrêté ministériel du 8 août 2016 déterminant les |
augustus 2016 tot bepaling van de criteria en de multidisciplinaire | critères et l'information multidisciplinaire qui donnent droit à la |
informatie die recht verlenen op de Vlaamse ondersteuningspremie en | "Vlaamse ondersteuningspremie " (prime de soutien flamande) et portant |
tot aanduiding van de organisatie die gelast is met de beoordeling van | désignation de l'organisation chargée de l'appréciation de l'activité |
zelfstandige activiteiten wordt opgeheven. | indépendante, est abrogé. |
Brussel, 30 mei 2018. | Bruxelles, le 30 mai 2018. |
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | Le ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports, |
P. MUYTERS | P. MUYTERS |
Bijlage bij het ministerieel besluit van 30 mei 2018 tot vaststelling | Annexe à l'arrêté ministériel du 30 mai 2018 fixant la liste des |
van de lijst met aandoeningen en voorgaande feiten van personen met | affections et antécédents de personnes avec une indication de handicap |
een indicatie van een arbeidshandicap en lijst met multidisciplinaire | à emploi et la liste contenant l'information multidisciplinaire, visée |
informatie, bepaald in artikel 4, tweede lid, 1° en 2° van het besluit | à l'article 4, alinéa deux, 1° et 2° de l'arrêté du Gouvernement |
van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele | flamand du 18 juillet 2008 relatif à l'intégration professionnelle des |
integratie van personen met een arbeidshandicap | personnes atteintes d'un handicap à l'emploi |
Lijst met aandoeningen en voorgaande feiten van personen met een | Liste des affections et antécédents de personnes avec une indication |
indicatie van een arbeidshandicap die recht geven op de Vlaamse | de handicap à l'emploi donnant droit à la « Vlaamse |
ondersteuningspremie A. Criteria zonder voorwaarde 1. beschikken over een automatisch recht op een tewerkstelling in een beschutte werkplaats; 2. voldoen aan de door de Raad van Bestuur goedgekeurde criteria voor een automatisch recht op een tewerkstelling in een beschutte werkplaats; 3. beschikken over een door het VAPH/VFSIPH/RF/Fonds'81 gegeven ticket zonder voorwaarde: | ondersteuningspremie » (prime de soutien flamande) A. Critères sans condition 1. disposer d'un droit automatique à un emploi dans un atelier protégé ; 2. satisfaire aux critères approuvés par le conseil d'administration pour obtenir un droit automatique à un emploi dans un atelier protégé ; 3. 1. posséder un ticket donné par la VAPH/le VFSIPH/RF/Fonds '81 sans condition : |
3.1. w3; | 3.1. w3 ; |
3.2. tehuis werkenden (Z70, sinds 1/1/2012: Z71); | 3.2. maison pour travailleurs (Z70, depuis le 01/01/2012 : Z71) ; |
3.3. beschermd wonen (Z64, sinds 1/1/2012: Z66); | 3.3. logement protégé (Z64, depuis le 01/01/2012 : Z66) ; |
3.4. famille d'accueil/'WOP' (logement soutenu par un particulier) | |
3.4. pleeggezin/WOP (Z60, sinds 1/1/2012: pleeggezin (niet-WOP): Z61, | (Z60, depuis le 01/01/2012 : famille d'accueil ( non-WOP) : Z61, WOP : |
WOP: Z40); | Z40) ; |
3.5. zelfstandig wonen (Z55, sinds 1/1/2012: Z79); | 3.5. logement autonome (Z55, depuis le 01/01/2012 : Z79) ; |
3.6. begeleid wonen (Z50, sinds 1/1/2012: Z51); | 3.6. logement assisté (Z50, depuis le 01/01/2012 : Z51) ; |
4. laatst gevolgd onderwijs OV3; | 4. dernier enseignement suivi OV3 ; |
5. laatst gevolgd onderwijs OV4; | 5. dernier enseignement suivi OV4 ; |
6. een individueel aangepast curriculum (IAC) gevolgd hebben en beschikken over een attest van verworven bekwaamheden zonder enig getuigschrift/diploma van een later gevolgde niveauverhogende opleiding; 7. toegang tot GON (geïntegreerd onderwijs) type 4-begeleiding in het secundair en/of hoger onderwijs gehad hebben; 8. toegang tot GON (geïntegreerd onderwijs) type 6-begeleiding in het secundair en/of hoger onderwijs gehad hebben; 9. toegang tot GON (geïntegreerd onderwijs) type 9-begeleiding in het secundair en/of hoger onderwijs gehad hebben; | 6. avoir suivi un « individueel aangepast curriculum » (IAC, programme d'études individuel adapté ) et posséder une attestation de compétences acquises sans aucun certificat/diplôme d'une formation conduisant à un niveau supérieur suivie ultérieurement ; 7. avoir eu accès à un accompagnement GON (« geïntegreerd onderwijs », enseignement intégré) de type 4 dans l'enseignement secondaire et/ou supérieur ; 8. avoir eu accès à un accompagnement GON (« geïntegreerd onderwijs », enseignement intégré) de type 6 dans l'enseignement secondaire et/ou supérieur ; 9. avoir eu accès à un accompagnement GON (« geïntegreerd onderwijs », enseignement intégré) de type 9 dans l'enseignement secondaire et/ou supérieur ; |
10. vanaf 4 punten op de zelfredzaamheidschaal ter bepaling van de | 10. à partir de 4 points sur l'échelle d'autonomie pour le calcul de |
integratietegemoetkoming bij auditieve handicaps; | l'allocation d'intégration dans le cas de handicaps auditifs ; |
11. in aanmerking komen voor een integratietegemoetkoming vanaf | 11. être éligible à une allocation d'intégration à partir de la |
categorie 2 of 9 punten bij visuele handicaps; | catégorie 2 ou 9 points dans le cas de handicaps visuels ; |
12. in aanmerking komen voor een integratietegemoetkoming voor | 12. être éligible à une allocation d'intégration pour des handicaps |
fysieke, verstandelijke of psychische handicaps; | physiques, intellectuels ou psychiques ; |
13. recht hebben op bijkomende kinderbijslag; | 13. avoir droit à une allocation familiale supplémentaire ; |
14. op basis van de medische criteria in aanmerking komen voor een | 14. être éligible, sur la base des critères médicaux, à une |
erkenning inkomensvervangende tegemoetkoming van bepaalde duur; | reconnaissance pour l'allocation de remplacement de revenus à durée déterminée ; |
15. één van de volgende problematieken: | 15. une des problématiques suivantes : |
15.1. niet voorbijgaande endocriene aandoening, gediagnosticeerd door | 15.1. affection endocrinienne non passagère, diagnostiquée par un |
een endocrinoloog of internist: E232; | endocrinologue ou un interniste : E232 ; |
15.2. nutritionele aandoening, gediagnosticeerd door een internist of | 15.2. affection nutritionnelle, diagnostiquée par un interniste, un |
cardioloog of pneumoloog, indien behandeling voor de nutritionele | cardiologue ou un pneumologue, si un traitement de l'affection |
aandoening medisch niet aangewezen is: E662; | nutritionnelle n'est pas indiqué d'un point de vue médical : E662 ; |
15.3. persoonlijkheidsstoornissen en gedragsstoornissen door ziekte, | 15.3. troubles de la personnalité et troubles du comportement |
beschadiging en dysfunctie van de hersenen, gediagnosticeerd door een | résultant d'une maladie, d'une lésion et d'un dysfonctionnement du |
(neuro-)psychiater: F071, F072; | cerveau, diagnostiqués par un (neuro)psychiatre : F071, F072 ; |
15.4. troubles névrotiques et liés au stress, en traitement | |
15.4. neurotische en stressgebonden stoornissen, gedurende meer dan 5 | psychiatrique pendant plus de 5 ans et diagnostiqués par un psychiatre |
jaar in psychiatrische behandeling én gediagnosticeerd door een | |
psychiater: F064, F40, F400, F401, F402, F410, F411, F419; | : F064, F40, F400, F401, F402, F410, F411, F419 ; |
15.5. aanpassingsstoornis gedurende meer dan 5 jaar in psychiatrische behandeling én gediagnosticeerd door een psychiater: F43; | 15.5. trouble de l'adaptation en traitement psychiatrique pendant plus de 5 ans et diagnostiqué par un psychiatre : F43 ; |
15.6. ernstige en chronische somatoforme stoornissen, gedurende meer | 15.6. troubles somatoformes graves et chroniques, en traitement |
dan 5 jaar in psychiatrische behandeling én gediagnosticeerd door een | psychiatrique pendant plus de 5 ans et diagnostiqués par un psychiatre |
psychiater: F450, F451, F452, F454, F458, F459; | : F450, F451, F452, F454, F458, F459 ; |
15.7. ernstige en chronische somatoforme stoornis, gediagnosticeerd | 15.7. trouble somatoforme grave et chronique, diagnostiqué par un |
door een (neuro)psychiater én fysiotherapeut/revalidatiearts of door | (neuro)psychiatre et un kinésithérapeute/médecin rééducateur ou par un |
een door het Riziv erkend CVS-referentiecentrum, met duidelijk | centre de référence SFC agréé par l'INAMI, avec tentatives de thérapie |
ondernomen therapiepogingen : F4800; | clairement entreprises : F4800 ; |
15.8. eetstoornissen, gediagnosticeerd door een psychiater, gedurende | 15.8. troubles du comportement alimentaire, diagnostiqués par un |
meer dan 5 jaar in psychiatrische behandeling met ziekenhuisopnames in | psychiatre, en traitement psychiatrique pendant plus de 5 ans avec |
het verleden: F5000, F5020; | hospitalisations par le passé : F5000, F5020 ; |
15.9. persoonlijkheidsstoornissen, in psychiatrische behandeling en | 15.9. troubles de la personnalité, en traitement psychiatrique et |
gediagnosticeerd door een psychiater: F21, F600, F6010, F602, F6030, | diagnostiqués par un psychiatre : F21, F600, F6010, F602, F6030, |
F6031, F604, F605, F606, F607, F608, F609; | F6031, F604, F605, F606, F607, F608, F609 ; |
15.10. verstandelijke handicap gediagnosticeerd door een psycholoog: F70; | 15.10. handicap intellectuel, diagnostiqué par un psychologue : F70 ; |
15.11. stoornis in de motorische vaardigheden gediagnosticeerd door | 15.11. trouble des capacités motrices diagnostiqué par un neurologue |
een neuroloog of psycholoog: F82; | ou un psychologue : F82 ; |
15.12. communicatiestoornis gediagnosticeerd door een neuroloog of | 15.12. trouble de la communication diagnostiqué par un neurologue ou |
psycholoog: F801, F808; | un psychologue : F801, F808 ; |
15.13. pervasieve stoornissen gediagnosticeerd door een psychiater: | 15.13. troubles envahissants diagnostiqués par un psychiatre : F840, |
F840, F842, F843, F845, F849; | F842, F843, F845, F849 ; |
15.14. ticstoornissen met duidelijk lijden of significante beperkingen | 15.14. tics entraînant une souffrance visible ou des limitations |
in het dagelijks functioneren, gediagnosticeerd door een neuroloog of | significatives dans le fonctionnement quotidien, diagnostiqués par un |
psychiater: F952; | neurologue ou un psychiatre : F952 ; |
15.15. degeneratieve aandoeningen van het zenuwstelsel, | 15.15. maladies dégénératives du système nerveux, diagnostiquées par |
gediagnosticeerd door een neuroloog of internist: G11, G35, G37, G253; | un neurologue ou un interniste : G11, G35, G37, G253 ; |
15.16. episodische en paroxysmale aandoeningen, gediagnosticeerd door | 15.16. maladies épisodiques et paroxysmiques, diagnostiquées par un |
een neuroloog, niet-aanvalsvrij: G400, G401, G402, G403, G404, G406, | neurologue, avec crises : G400, G401, G402, G403, G404, G406, G407, |
G407, G474; | G474 ; |
15.17. aandoeningen van zenuwen, zenuwwortels en zenuwplexus, | 15.17. maladies des nerfs, des racines nerveuses et du plexus nerveux, |
gediagnosticeerd door een neuroloog of orthopedist: G5400, G551, G552; | diagnostiquées par un neurologue ou un orthopédiste : G5400, G551, G552 ; |
15.18. polyneuropathieën, gediagnosticeerd door een neuroloog: G620, | 15.18. polyneuropathies, diagnostiquées par un neurologue : G620, |
G6210, G6320; | G6210, G6320 ; |
15.19. myopathie, gediagnosticeerd door een internist of neuroloog: | 15.19. myopathie, diagnostiquée par un interniste ou un neurologue : |
G700; | G700 ; |
15.20. hersenverlamming en andere verlammingsverschijnselen, | 15.20. paralysie cérébrale et autres phénomènes de paralysie, |
gediagnosticeerd door een neuroloog: G819, G830, G8340; | diagnostiqués par un neurologue : G819, G830, G8340 ; |
15.21. andere aandoeningen van het zenuwstelsel, gediagnosticeerd door | 15.21. autres maladies du système nerveux, diagnostiquées par un |
een neuroloog: G900, G91, G935, G9500, G951, G952, G958; | neurologue : G900, G91, G935, G9500, G951, G952, G958 ; |
15.22. andere aandoening van het zenuwstelsel, gediagnosticeerd door | 15.22. autres maladies du système nerveux, diagnostiquées par un |
een (neuro)psychiater én fysiotherapeut/revalidatiearts met duidelijk | (neuro)psychiatre et un kinésithérapeute/médecin rééducateur avec |
ondernomen therapiepogingen: G933; | tentatives de thérapie clairement entreprises : G933 ; |
15.23. aandoeningen van het oog gediagnosticeerd door een oogarts: | 15.23. affections de l'oeil diagnostiquées par un ophtalmologue : |
H540, H5401, H541, H5420, H5421, H5422, H5423, H5424; | H540, H5401, H541, H5420, H5421, H5422, H5423, H5424 ; |
15.24. aandoeningen van het oor gediagnosticeerd door een neus-, keel- | 15.24. affections de l'oreille diagnostiquées par un |
en oorarts: H900, H903, H905, H906; | otorhinolaryngologiste : H900, H903, H905, H906 ; |
15.25. hartaandoening, gediagnosticeerd door een cardioloog: I50; | 15.25. maladie du coeur, diagnostiquée par un cardiologue : I50 ; |
15.26. aandoeningen van de lagere luchtwegen, gediagnosticeerd door | 15.26. maladies des voies respiratoires basses, diagnostiquées par un |
een pneumoloog: J43, J440; | pneumologue : J43, J440 ; |
15.27. imflammatoire artropathie, gediagnosticeerd door een | 15.27. arthropathie inflammatoire, diagnostiquée par un rhumatologue |
reumatoloog of internist of orthopedist: M050+; | ou un interniste ou un orthopédiste : M050+ ; |
15.28. aandoeningen van de wervelkolom, gediagnosticeerd door een | 15.28. maladies de la colonne vertébrale, diagnostiquées par un |
orthopedist of reumatoloog: M4300, M4310, M501, M510; | orthopédiste ou un rhumatologue : M4300, M4310, M501, M510 ; |
15.29. chronische pijnklachten en stijfheid ten hoogte van het | 15.29. douleurs chroniques et raideur au niveau du système locomoteur, |
locomotorisch stelsel, gediagnosticeerd door een arts-specialist in de | diagnostiquées par un médecin spécialiste en médecine physique et |
fysieke geneeskunde en revalidatie of een reumatoloog na een | réadaptation fonctionnelle ou par un rhumatologue après un examen |
multidisciplinair onderzoek, met duidelijk ondernomen therapiepogingen | multidisciplinaire, avec tentatives de thérapie clairement entreprises |
(o.a. kinesitherapie): M790; | (notamment kinésithérapie) : M790 ; |
15.30. bot- en kraakbeenaandoening, gediagnosticeerd door een | 15.30. maladie des os et des cartilages, diagnostiquée par un |
orthopedist of reumatoloog of gynaecoloog: M80; | orthopédiste, un rhumatologue ou un gynécologue : M80 ; |
15.31. bot- en kraakbeenaandoeningen, gediagnosticeerd door een | 15.31. maladies des os et des cartilages, diagnostiquées par un |
orthopedist of reumatoloog: M841, M86; | orthopédiste ou un rhumatologue : M841, M86 ; |
15.32. congenitale afwijkingen van het skelet en de spieren, | 15.32. malformations congénitales du squelette et des muscles, |
gediagnosticeerd door een pediater of orthopedist of reumatoloog of | diagnostiquées par un pédiatre, un orthopédiste, un rhumatologue ou un |
internist: Q71, Q72, Q7620, Q774, Q780, Q796; | interniste : Q71, Q72, Q7620, Q774, Q780, Q796 ; |
15.33. traumatische aandoening van hoofd en hals, gediagnosticeerd | 15.33. affection traumatique de la tête et du cou, diagnostiquée par |
door een neuroloog: S066; | un neurologue : S066 ; |
15.34. traumatische aandoening van hoofd en hals, gediagnosticeerd | 15.34. affection traumatique de la tête et du cou, diagnostiquée par |
door een neuroloog of orthopedist: S1430; | un neurologue ou un orthopédiste : S1430 ; |
15.35. traumatische aandoening van thorax, wervelkolom en bekken, | 15.35. affection traumatique du thorax, de la colonne vertébrale et du |
gediagnosticeerd door een neuroloog: S3430; | bassin, diagnostiquée par un neurologue : S3430 ; |
15.36. traumatische aandoeningen van schouder en arm, gediagnosticeerd | 15.36. affections traumatiques de l'épaule et du bras, diagnostiquées |
door een orthopedist of neuroloog of revalidatiearts: S48, S57, S58, | par un orthopédiste, un neurologue ou un médecin rééducateur : S48, |
S67, S680, S684; | S57, S58, S67, S680, S684 ; |
15.37. traumatische aandoeningen van heup en been, gediagnosticeerd | 15.37. affections traumatiques de la hanche et de la jambe, |
door een orthopedist of neuroloog of revalidatiearts: S780, S781, S87, | diagnostiquées par un orthopédiste, un neurologue ou un médecin |
S880, S881, S97, S980, S984; | rééducateur : S780, S781, S87, S880, S881, S97, S980, S984 ; |
15.38. factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden, indien | 15.38. facteurs qui influencent l'état de santé, si le néphrologue |
geattesteerd door de nefroloog dat dialyse ook tijdens de werkuren | atteste que la dialyse doit également se faire pendant les heures de |
moet: Z490; | travail : Z490 ; |
15.39. factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden, indien | 15.39. facteurs qui influencent l'état de santé, si attestés par le |
geattesteerd door de pneumoloog: Z9020; | pneumologue : Z9020 ; |
15.40. factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden, indien | 15.40. facteurs qui influencent l'état de santé, si le médecin |
geattesteerd door de behandelend arts-specialist dat het stoma | spécialiste traitant atteste que la stomie est permanente et que |
blijvend is en meerdere verzorgingen tijdens de werkuren noodzakelijk | plusieurs soins sont nécessaires pendant les heures de travail : |
zijn: Z9300, Z9310, Z9320, Z9330, Z9350, Z9360, Z9380; | Z9300, Z9310, Z9320, Z9330, Z9350, Z9360, Z9380 ; |
15.41. factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden, indien | 15.41. facteurs qui influencent l'état de santé, si la greffe est |
transplantatie geattesteerd door de behandelend arts-specialist: Z940, Z941, Z942, Z943, Z944; 15.42. minstens één andere indicatie van arbeidshandicap hebben én op een wachtlijst staan voor een nier-, hart-, long-, hart-long- of levertransplantatie, geattesteerd door de behandeld arts-specialist; 15.43. factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden, indien geattesteerd door de behandelend arts-specialist: Z993; 16. Eerdere tewerkstelling als doelgroepwerknemer in een maatwerkbedrijf doorgestroomd naar een aansluitende tewerkstelling in een betrekking met geringere ondersteuning dan vermeld in het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling; | attestée par le médecin spécialiste traitant : Z940, Z941, Z942, Z943, Z944 ; 15.42. avoir au moins une autre indication de handicap à l'emploi et figurer sur une liste d'attente en vue d'une greffe du rein, du coeur, des poumons, coeur-poumon(s) ou du foie, avec attestation du médecin spécialiste traitant ; 15.43. facteurs qui influencent l'état de santé, si attestés par le médecin spécialiste traitant : Z993 ; 16. occupation antérieure en tant que travailleur de groupe-cible dans une entreprise de travail adapté, transition vers un emploi successif avec un moindre degré de support que celui mentionné au décret du 12 juillet 2013 relatif au travail adapté dans le cadre de l'intégration collective ; |
B. Criteria met voorwaarde | B. Critères avec condition |
1. uitvoeren van de voorwaarde waarover men beschikt op basis van het | 1. réaliser la condition dont on dispose sur la base du ticket avec |
door VAPH/VFSIPH/RF gegeven ticket met voorwaarde: | condition délivré par la VAPH/le VFSIPH/RF : |
1.1. w2; | 1.1. w2 ; |
1.2. w3; | 1.2. w3 ; |
2. recht op verhoogde VOP vanaf het tweede jaar, na evaluatie op de | 2. droit à une VOP (prime de soutien flamande) majorée à partir de la |
werkplek door de VDAB van het samenspel tussen beperkingen en taak: | deuxième année, après évaluation par le VDAB sur le lieu de travail |
des interférences entre les limitations et la mission : | |
2.1. wanneer verminderde prestaties een hoger niveau van compensatie | 2.1. lorsque des prestations réduites justifient un niveau supérieur |
verantwoorden; | de compensation ; |
2.2. met herevaluatie ten vroegste vanaf het tweede jaar van verhoging | 2.2. avec réévaluation au plus tôt à partir de la deuxième année de |
en ten laatste na het vijfde jaar van verhoging; | l'augmentation et au plus tard après la cinquième année de |
2.3. in functie van de evolutie van de handicap, de werkomgeving, het | l'augmentation ; 2.3. en fonction de l'évolution du handicap, de l'environnement |
al dan niet nog steeds aanwezige verhoogde productiviteitsverlies, de | professionnel, de la perte accrue de productivité toujours présente ou |
al dan niet nog steeds aanwezige (verhoogde) nood aan uitleg, | non, du besoin (accru) d'explication, d'accompagnement, de soutien et |
begeleiding, ondersteuning en controle; | de contrôle toujours présent ou non ; |
3. recht op verhoogde VOP vanaf de aanvraag tot VOP, na evaluatie op | 3. droit à une VOP majorée à partir de la demande de VOP, après |
de werkplek door de VDAB van het samenspel tussen beperkingen en taak, | évaluation par le VDAB sur le lieu de travail des interférences entre |
les limitations et la mission, avec réévaluation du pourcentage après | |
met herevaluatie van het percentage na 3 jaar, in functie van de | 3 ans, en fonction de l'évolution du handicap, de l'environnement |
evolutie van de handicap, de werkomgeving, het al dan niet nog steeds | professionnel, de la perte accrue de productivité toujours présente ou |
aanwezige verhoogde productiviteitsverlies, de al dan niet nog steeds | non, du besoin (accru) toujours présent ou non d'explication, |
aanwezige (verhoogde) nood aan uitleg, begeleiding, ondersteuning, | d'accompagnement, de soutien et de contrôle, en cas de : |
controle, bij: 3.1. doorstromen als doelgroepwerknemer uit een beschutte werkplaats; | 3.1. transition en tant que travailleur de groupe-cible d'un atelier protégé ; |
3.2. doorstromen vanuit begeleid werk georganiseerd door het VAPH, | 3.2. transition à partir d'un travail assisté organisé par la VAPH, |
waarbij gebruik wordt gemaakt van een door het VAPH/VFSIPH/RF/Fonds | dans le cadre de laquelle il est fait usage d'un ticket donné par la |
'81 gegeven ticket voor dagcentrum (Z75, sinds 01/01/2012: Z76) of van | VAPH/le VFSIPH/le RF/le Fonds '81 pour un centre de jour (Z75, depuis |
VAPH handicapspecifieke ondersteuning via rechtstreeks toegankelijke | le 01/01/2012 : Z76) ou d'un soutien adapté au handicap de la VAPH via |
hulp voor dagopvang; | une aide directement accessible pour l'accueil de jour ; |
3.3. in aanmerking komen voor een integratietegemoetkoming vanaf | 3.3. être éligible à une allocation d'intégration à partir de la |
categorie 2 of 9 punten bij auditieve handicaps; | catégorie 2 ou 9 points dans le cas de handicaps auditifs ; |
3.4. in aanmerking komen voor een integratietegemoetkoming vanaf | 3.4. être éligible à une allocation d'intégration à partir de la |
categorie 3 of 12 punten bij visuele, verstandelijke en psychische | catégorie 3 ou 12 points dans le cas de handicaps visuels, |
handicaps; | intellectuels et psychiques ; |
3.5. in aanmerking komen voor een integratietegemoetkoming vanaf | 3.5. être éligible à une allocation d'intégration à partir de la |
categorie 4 of 15 punten bij een fysieke handicap; | catégorie 4 ou 15 points dans le cas de handicaps physiques ; |
3.6. diabetes, insulinedependent, brittle/moeilijk onder controle te | 3.6. diabètes, insulinodépendants, instables/difficiles à contrôler |
houden(E100), gediagnosticeerd door een internist of endocrinoloog; | (E100), diagnostiqués par un interniste ou un endocrinologue ; |
3.7. mucoviscidose (E84), gediagnosticeerd door een internist; | 3.7. mucoviscidose (E84), diagnostiquée par un interniste ; |
3.8. matig verstandelijke handicap, gediagnosticeerd door een | 3.8. handicap intellectuel modéré, diagnostiqué par un psychologue |
psycholoog (F71) | (F71) |
3.9. spinale spieratrofie en aanverwante syndromen (G12), | 3.9. atrophie musculaire spinale et syndromes similaires (G12), |
gediagnosticeerd door een neuroloog of internist; | diagnostiqués par un neurologue ou un interniste ; |
3.10. ziekte van Werdnig-Hoffmann (G120), gediagnosticeerd door een | 3.10. maladie de Werdnig-Hoffmann (G120), diagnostiquée par un |
neuroloog of internist; | neurologue ou un interniste ; |
3.11. ziekte van Kugelberg-Weladner (G121), gediagnosticeerd door een | 3.11. maladie de Kugelberg-Weladner (G121), diagnostiquée par un |
neuroloog of internist; | neurologue ou un interniste ; |
3.12. ziekte van Pick (G310), gediagnosticeerd door een neuroloog of | 3.12. maladie de Pick (G310), diagnostiquée par un neurologue ou un |
internist; | interniste ; |
3.13. neurodegeneratieve aandoeningen, niet elders gespecifieerd | 3.13. maladies neurodégénératives, non spécifiées ailleurs (G319), |
(G319), gediagnosticeerd door een neuroloog of internist; | diagnostiquées par un neurologue ou un interniste ; |
3.14. spierdystrofie (Becker, Duchenne, facioscapulohumeraal, ...) | 3.14. dystrophie musculaire (Becker, Duchenne, facio-scapulo-humérale, |
(G710), gediagnosticeerd door een internist of neuroloog; | etc.) (G710), diagnostiquée par un interniste ou un neurologue ; |
3.15. congenitale spastische cerebrale paralyse tgv hersenverlamming | 3.15. paralysie cérébrale spastique congénitale par suite d'une |
(G800), gediagnosticeerd door een neuroloog; | paralysie cérébrale (G800), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.16. congenitale spastische diplegie tgv hersenverlamming (G801), | 3.16. diplégie spastique congénitale par suite d'une paralysie |
gediagnosticeerd door een neuroloog; | cérébrale (G801), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.17. congenitale hemiplegie tgv hersenverlamming (G802), | 3.17. hémiplégie congénitale par suite d'une paralysie cérébrale |
gediagnosticeerd door een neuroloog; | (G802), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.18. dyskinetische, chorea-athetotishe vorm van hersenverlamming | 3.18. forme choréo-athétosique dyskinétique de paralysie cérébrale |
(G803), gediagnosticeerd door een neuroloog; | (G803), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.19. atactische vorm van hersenverlamming (G804), gediagnosticeerd | 3.19. forme ataxique de paralysie cérébrale (G804), diagnostiquée par |
door een neuroloog; | un neurologue ; |
3.20. hypotone hemiplegie (G810), gediagnosticeerd door een neuroloog; | 3.20. hémiplégie hypotonique (G810), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.21. spastische hemiplegie (G811), gediagnosticeerd door een neuroloog; | 3.21. hémiplégie spastique (G811), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.22. niet gespecifieerde hemiplegie (G812), gediagnosticeerd door een | 3.22. hémiplégie non spécifiée (G812), diagnostiquée par un neurologue |
neuroloog; | ; |
3.23. hypotone paraplegie/paraparese (G820), gediagnosticeerd door een | 3.23. paraplégie/paraparésie hypotonique (G820), diagnostiquée par un |
neuroloog; | neurologue ; |
3.24. spastische paraplegie/paraparese (G821), gediagnosticeerd door | 3.24. paraplégie/paraparésie spastique (G821), diagnostiquée par un |
een neuroloog; | neurologue ; |
3.25. niet gespecifieerde paraplegie/paraparese (G822), | 3.25. paraplégie/paraparésie non spécifiée (G822), diagnostiquée par |
gediagnosticeerd door een neuroloog; | un neurologue ; |
3.26. hypotone tetraplegie (G823), gediagnosticeerd door een | 3.26. tétraplégie hypotonique (G823), diagnostiquée par un neurologue |
neuroloog; | ; |
3.27. spastische tetraplegie (G824), gediagnosticeerd door een neuroloog; | 3.27. tétraplégie spastique (G824), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.28. niet gespecifieerde tetraplegie (G825), gediagnosticeerd door | 3.28. tétraplégie non spécifiée (G825), diagnostiquée par un |
een neuroloog; | neurologue ; |
3.29. porencephalie, verworven cerebrale cysten (G930), | 3.29. porencéphalie, kystes cérébraux acquis (G930), diagnostiqués par |
gediagnosticeerd door een neuroloog; | un neurologue ; |
3.30. syringomyelie of -bulbie, cervicaal niveau of hoger (G9501), | 3.30. syringomyélie ou syringobulbie, au niveau cervical ou supérieur |
gediagnosticeerd door en neuroloog; | (G9501), diagnostiquée par un neurologue ; |
3.31. traumatische amputatie beide armen (T052), gediagnosticeerd door | 3.31. amputation traumatique des deux bras (T052), diagnostiquée par |
een orthopedist of neuroloog of revalidatiearts; | un orthopédiste, un neurologue ou un médecin rééducateur ; |
3.32. traumatische amputatie beide benen (T055), gediagnosticeerd door | 3.32. amputation traumatique des deux jambes (T055), diagnostiquée par |
een orthopedist of neuroloog of revalidatiearts; | un orthopédiste, un neurologue ou un médecin rééducateur ; |
3.33. traumatische amputatie thv bovenste en onderste ledematen | 3.33. amputation traumatique à la hauteur des membres supérieurs et |
(T056), gediagnosticeerd door een orthopedist of neuroloog of | inférieurs (T056), diagnostiquée par un orthopédiste, un neurologue ou |
revalidatiearts; | un médecin rééducateur ; |
3.34. longamputatie, meer dan 1 kwab (Z9021), geattesteerd door een | 3.34. amputation pulmonaire, de plus de 1 lobe (Z9021), attestée par |
pneumoloog; | un pneumologue ; |
3.35. respirator-afhankelijkheid (Z99), indien geattesteerd door de | 3.35. dépendance respiratoire (Z99), si attestée par le médecin |
behandelend arts-specialist; | spécialiste traitant ; |
4. bij, door een psychiater gediagnosticeerde, psychische- en | 4. en cas de troubles psychiques et de troubles du comportement |
gedragsstoornissen ten gevolge van een ernstige | diagnostiqués par un psychiatre, résultant d'un grave problème |
verslavingsproblematiek met reeds meerdere therapiepogingen (F11, F12, | d'assuétude avec plusieurs tentatives de thérapie déjà entreprises |
F13, F14, F15, F16, F18, F19); | (F11, F12, F13, F14, F15, F16, F18, F19) : |
4.1. doch met ziekte-inzicht èn met bereidheid tot behandeling; | 4.1. toutefois avec une conscience de la maladie et une volonté de |
4.2. èn met binnen de 6 maand na het begin van de behandeling starten | traitement ; 4.2. et le démarrage de la VOP dans un délai de 6 mois à compter du |
met de VOP; | début du traitement ; |
4.3. voor een maximumperiode van 2 jaar; | 4.3. pour une période de maximum 2 ans ; |
4.4. mits gedurende die periode verdere intensieve specialistische | 4.4. moyennant, durant cette période, un accompagnement spécialisé |
begeleiding voor de verslavingsproblematiek met als finaliteit | intensif pour le problème d'assuétude ayant pour finalité une |
doorstroming naar het normaal economisch circuit; | transition vers le circuit économique normal. |
Lijst met multidisciplinaire informatie aanvullend bij een indicatie | Liste de l'information multidisciplinaire complémentaire en cas |
van arbeidshandicap die mogelijk recht geeft op een Vlaamse | d'indication de handicap à l'emploi donnant potentiellement droit à la |
Ondersteuningspremie | « Vlaamse ondersteuningspremie » (prime de soutien flamande) |
A. Criteria zonder voorwaarde | A. Critères sans condition |
1. combinatie van minstens 3 van de criteria van de lijst `Criteria | 1. combinaison d'au moins 3 des critères, de la liste « Criteria die |
die recht geven op BTOM' - VOP, die net niet gehaald werden; | recht geven op BTOM (Critères qui donnent droit à des mesures |
spéciales de soutien à l'emploi) » - VOP, auquel on a manqué de | |
répondre de justesse ; | |
2. combinatie van minstens 2 van de criteria van de lijst `Criteria | 2. combinaison d'au moins 2 des critères, de la liste « Criteria die |
die recht geven op BTOM' - VOP die net niet gehaald werden, met andere | recht geven op BTOM » - VOP auxquels on a manqué de répondre de |
multidisciplinaire informatie; | justesse, avec d'autres informations multidisciplinaires ; |
3. een door trajectbegeleiding bewezen niet gelukt traject in het | 3. un trajet dans le circuit économique normal qui a échoué et qui est |
normaal economisch circuit én | attesté par l'accompagnement de parcours ; |
3.1. minstens 2 van de criteria van de lijst `Criteria die recht geven | 3.1. au moins 2 des critères, de la liste « Criteria die recht geven |
op BTOM (Critères qui donnent droit à des mesures spéciales de soutien | |
op BTOM' - VOP die net niet gehaald werden | à l'emploi) » - VOP, auxquels on a manqué de répondre de justesse ; |
3.2. erkenning als persoon met een handicap door het VAPH/VFSIPH, doch | 3.2. reconnaissance en tant que personne handicapée par la |
met weigering gevraagde w3-ticket | VAPH/VFSIPH, toutefois avec refus du ticket w3 demandé |
3.3. functioneren als persoon met een licht verstandelijke handicap | 3.3. comportement en tant que personne atteinte d'un handicap |
3.4. een vierde wereldproblematiek (armoede, ongeletterdheid, sociale | intellectuel modéré 3.4. problématique caractéristique au quart monde (pauvreté, |
achterstelling, ...) | illettrisme, exclusion sociale, ...) |
3.5. andere multidisciplinaire informatie in combinatie met het | 3.5. autres informations multidisciplinaires en combinaison avec |
regionaal marktaanbod | l'offre du marché régional |
3.6. toegang tot geïntegreerd onderwijs (GON) type 1 (of type | 3.6. avoir eu accès à l'enseignement intégré (GON) de type 1 (ou de |
basisaanbod), 3 of 7 gehad hebben in het lager onderwijs of in het secundair onderwijs 3.7. intensieve ondersteuning door een studiebegeleidingsdienst voor studenten hoger onderwijs 3.8. schoolwissel tussen BSO, DBO, BuSO, Syntra, ... in combinatie met andere multidisciplinaire informatie 3.9. meerdere of langdurige begeleiding (ambulant, semi-residentieel of residentieel) hebben of gehad hebben door een dienst/voorziening uit de welzijns-, gezondheids- of gehandicaptensector; 3.10. meerdere of langdurige begeleiding hebben of gehad hebben vanuit de bijzonder jeugdzorg; | type offre de base), 3 ou 7 dans l'enseignement primaire ou dans l'enseignement secondaire 3.7. soutien intensif par un service d'accompagnement d'études pour étudiants de l'enseignement supérieur 3.8. changement d'école entre l'enseignement secondaire professionnel, l'enseignement secondaire professionnel à temps partiel, l'enseignement secondaire spécial, Syntra, etc. en combinaison avec d'autres informations multidisciplinaires 3.9. avoir ou avoir eu plusieurs accompagnements ou un accompagnement de longue durée (ambulant, semi-résidentiel ou résidentiel) par un service/une institution du secteur du bien-être, des soins de santé ou des personnes handicapées ; 3.10. avoir ou avoir eu plusieurs accompagnements ou un accompagnement de longue durée par l'aide spéciale à la jeunesse ; |
3.11. bij een visuele handicap in aanmerking komen voor een | 3.11. dans le cas d'un handicap visuel, être éligible à une allocation |
integratietegemoetkoming categorie 1 (7/8 punten); | d'intégration de catégorie 1 (7/8 points) ; |
3.12. bij een niet-sensoriële handicap beschikken over een score van 4 | 3.12. en cas de handicap non sensoriel, avoir un score de 4 à 6 points |
tot en met 6 punten op de zelfredzaamheidschaal om het recht op | sur l'échelle d'autonomie pour le calcul du droit à l'allocation |
integratietegemoetkoming te bepalen; | d'intégration ; |
3.13. in aanmerking komen voor verhoogde kinderbijslag op basis van de | 3.13. être éligible aux allocations familiales majorées sur la base de |
eigen handicap als ouder en andere multidisciplinaire informatie; | son propre handicap en tant que parent et autres informations multidisciplinaires ; |
3.14. eerdere acties doorlopen hebben in het ATB-/GTB-netwerk | 3.14. avoir parcouru des actions antérieures dans le réseau ATB/GTB |
3.15. eerdere nood aan intensieve ondersteuningsacties (WEP+, art. 60, | 3.15. besoin antérieur d'actions de soutien intensif (WEP+, art. 60, |
acties bij derden, activeringsbegeleiding, ...) bij tewerkstelling; | actions auprès de tiers, accompagnement à l'activation, ...) en vue d'un emploi ; |
3.16. veel en lange periodes van inactiviteit tijdens de voorbije | 3.16. périodes d'inactivité nombreuses et longues durant la carrière |
loopbaan, niet te wijten aan factoren extern aan de klant in | antérieure, qui ne sont pas imputables à des facteurs externes au |
combinatie met andere multidisciplinaire informatie; | client, en combinaison avec d'autres informations multidisciplinaires ; |
3.17. meer dan 2 jaar volledig uitkeringsgerechtigd werkzoekend | 3.17. être demandeur d'emploi complet indemnisé pendant plus de 2 ans |
ondanks intensieve en gerichte zoekacties naar werk in combinatie met | malgré une recherche d'emploi intensive et ciblée, en combinaison avec |
andere multidisciplinaire informatie; | d'autres informations multidisciplinaires ; |
3.18. hulpmiddelen VAPH gebruiken; 3.19. een gemotiveerd verslag van een GOB n.a.v. een gevolgde opleiding of stage; 3.20. een gemotiveerd advies van een deskundige dienst of persoon (KOC, paramedicus, begeleider van een activeringsstage, verkennende stage, ...); 4. combinatie van beschikken over een ticket van AWIPH/AViQ of COCOF of DPB en andere multidisciplinaire informatie of bewezen niet gelukt traject in het normaal economisch circuit; 5. combinatie van een invaliditeitsuitkering ontvangen met een door trajectbegeleiding bewezen niet gelukt traject in het normaal economisch circuit of van andere multidisciplinaire informatie; 6. combinatie van een gerechtelijke beslissing dat men onder toezicht van een gerechtelijk raadsman geplaatst is met andere multidisciplinaire informatie; 7. combinatie van een gerechtelijke beslissing dat men onder toezicht van een voorlopig bewindvoerder geplaatst is met andere multidisciplinaire informatie; 8. beschikken over een gerechtelijke beslissing of een attest van arbeidsongeschiktheid in combinatie met een door trajectbegeleiding | 3.18. utiliser des outils de la VAPH ; 3.19. un compte-rendu motivé établi par un 'GOB' (service spécialisé de formation, d'accompagnement et de médiation) à la suite d'une formation ou d'un stage complétés ; 3.20. un avis motivé d'un service compétent ou d'une personne compétente ('KOC' (centre d'expertise et de soutien), praticien paramédical, accompagnateur d'un stage d'activation, stage de prospection, etc.) ; 4. combinaison de la possession d'un ticket de l'AWIPH/AViQ ou de la COCOF ou du DPB et autres informations multidisciplinaires ou un parcours dans le circuit économique normal non réussi et qui est attesté ; 5. combinaison d'une allocation d'invalidité perçue et un parcours dans le circuit économique normal non réussi et qui est attesté par l'accompagnement de parcours ou d'autres informations multidisciplinaires ; 6. combinaison d'une décision judiciaire imposant le placement sous la surveillance d'un conseil judiciaire avec d'autres informations multidisciplinaires ; 7. combinaison d'une décision judiciaire imposant le placement sous la surveillance d'un administrateur provisoire avec d'autres informations multidisciplinaires ; 8. disposer d'une décision judiciaire ou d'une attestation d'incapacité de travail en combinaison avec un parcours non réussi |
bewezen niet gelukt traject in het normaal economisch circuit of van | dans le circuit économique normal qui est attesté par l'accompagnement |
andere multidisciplinaire informatie; | de parcours ou d'autres informations multidisciplinaires ; |
9. aandoeningen van het oog (H5331, H544, H545), gediagnosticeerd door | 9. affections de l'oeil (H5331, H544, H545), diagnostiquées par un |
een oogarts, aangevuld met multidisciplinaire informatie; | ophtalmologue, complétées par des informations multidisciplinaires ; |
10. aandoeningen van oor (H901, H904, H908), gediagnosticeerd door een neus-, keel- en oorarts, aangevuld met multidisciplinaire informatie 11. voldoende blijvend jobonafhankelijk rendementsverlies: 11.1. voorbeelden van rendementsverlies zijn: overname van taken door collega's, meer tijd nodig in vergelijking met collega's die hetzelfde werk uitvoeren, meer afwezig omwille van de arbeidshandicap, extra rustpauzes, meer fouten maken, later starten omwille van de nood aan verzorging door een hulpverleningsdienst, enz.; 11.2. voldoende rendementsverlies op het moment van het onderzoek: in | 10. affections de l'oreille (H901, H904, H908), diagnostiquées par un otorhinolaryngologiste, complétées par des informations multidisciplinaires ; 11. suffisamment de perte permanente de rendement, indépendante de l'emploi ; 11.1. exemples de perte de rendement : reprise de tâches par des collègues, besoin de plus de temps par rapport aux collègues qui font le même travail, plus d'absentéisme à cause du handicap à l'emploi, besoin de pauses supplémentaires, plus grande susceptibilité aux erreurs, début plus tardif de la journée de travail à cause du besoin de soins par un service d'aide, etc. ; 11.2. suffisamment de perte de rendement au moment de l'examen : en |
functie van de bewaking van de doelgroep wordt een richtgrens van minimum 20 % rendementsverlies in een voltijdse job gehanteerd. Bij werknemers worden aanpassingen aan het takenpakket of aan het uurrooster, ondersteuning door collega's en de rechtstreeks verantwoordelijke,... in de huidige job weggedacht; 11.3. blijvend rendementsverlies: aangezien het recht op de VOP in de meeste situaties voor onbepaalde duur wordt toegekend, is een blijvend rendementsverlies nodig. De aanwezige problematieken moeten bijgevolg uitbehandeld zijn of er moet sprake zijn van blijvende restletsels die voldoende rendementsverlies veroorzaken. De prognose is stabiel of (eerder) ongunstig; 11.4. jobonafhankelijk rendementsverlies: er dient voldoende blijvend rendementsverlies te zijn in alle jobs waarvoor de persoon met een arbeidshandicap in aanmerking komt. Werknemers kunnen een voldoende groot rendementsverlies in hun huidige job hebben maar onvoldoende rendementsverlies in een andere, haalbare, job. Indien er haalbare jobs zijn waarbij het rendementsverlies bij de persoon met een arbeidshandicap onvoldoende is om een VOP te kunnen adviseren/toekennen, zou loopbaanbegeleiding een oplossing kunnen | fonction de la sauvegarde du groupe cible, une limite directrice d'au minimum 20% de perte de rendement dans un emploi à temps plein est appliquée. Dans le cas de travailleurs, abstraction est faite d' ajustements aux missions ou à l'horaire, du soutien fourni par des collègues et le responsable direct dans l'emploi actuel ; 11.3. perte permanente de rendement : vu que le droit à la 'VOP' est dans la plupart des situations octroyé pour une durée indéterminée, il doit y avoir une perte permanentede rendement . Pour les problématiques présentes il ne reste par conséquent plus de traitement ou il doit y avoir des sequelles permanentes entraînant suffisamment de perte de rendement. Le pronostic est stable ou (plutôt) défavorable ; 11.4. perte de rendement indépendante de l'emploi : il doit y avoir suffisamment de perte de rendement permanente dans tous les emplois auxquels la personne avec un handicap à l'emploi est éligible. Il se peut que des travailleurs ont une perte de rendement suffisamment grande dans leur emploi actuel mais insuffisamment de perte de rendement dans un autre job, plus faisable. Dans le cas de jobs faisables pour lesquels la perte de rendement dans le chef de la personne avec le handicap à l'emploi est insuffisante pour pouvoir |
bieden ifv jobcrafting, heroriëntering of herscholing. Bij de | recommander/octroyer une 'VOP', l'accompagnement de carrière pourrait |
offrir une solution en vue d'un jobcrafting, d'une réorientation ou | |
integratie in een nieuwe job zou aan jobcoaching gedacht kunnen | d'un recyclage. Le jobcoaching pourrait être envisagé lors de |
worden. Aangezien een jobdoelwit realistisch dient te zijn, kan er | l'intégration dans un nouveau job. Vu qu'un objectif d'emploi doit |
enkel in beperkte mate rekening gehouden worden met de keuzevrijheid | être réaliste, on ne peut tenir compte que dans une mesure limitée de |
van de persoon met een arbeidshandicap; | la liberté du choix de la personne avec un handicap à l'emploi ; |
11.5. Bij de inschatting of er voldoende blijvend jobonafhankelijk | 11.5. Une approche holistique est appliquée pour apprécier s'il y a |
rendementsverlies is wordt een holistische benadering gehanteerd. Dit | une perte de rendement permanente suffisante, indépendante de |
betekent dat er rekening gehouden wordt met het volledige profiel van | l'emploi. Ceci signifie que le profil complet de la personne avec un |
de persoon met een arbeidshandicap: opleidingsniveau, werkervaring, | handicap à l'emploi est considéré : le niveau de formation, |
leeftijd, psychosociale situatie, mogelijkheden tot heroriëntering of | l'expérience professionnelle, l'âge, la situation psychosociale, les |
herscholing, enz; | possibilités de réorientation ou de recyclage, etc ; |
B. Criteria met voorwaarde | B. Critères avec condition |
1. bij langdurige intensieve medische behandeling voor een tumorale | 1. en cas de traitement médical intensif de longue durée pour une |
aandoening (C00 tem D45, uitz. D22) | affection tumorale (de C00 à D45, à l'exc. de D22) : |
1.1. met binnen de 3 maand na het begin van de behandeling starten met | 1.1. avec le démarrage de la VOP dans un délai de 3 mois à compter du |
de VOP; | début du traitement ; |
1.2. voor een maximumperiode van 2 jaar; | 1.2. pour une période de maximum 2 ans ; |
1.3. waarna op vraag van de werknemer/werkgever evaluatie over verdere | 1.3. suivie d'une évaluation de son éligibilité ultérieure à la |
gerechtigdheid; | demande du travailleur/de l'employeur ; |
2. bij ernstige beperkingen bilateraal aan de heupen of de knieën én | 2. en cas de graves limitations bilatérales aux hanches ou aux genoux |
2.1. een knie- of heupprothese nodig is als behandeling; | ét : 2.1. nécessitant une prothèse du genou ou de la hanche ; |
2.2. maar actueel medisch uitgesteld wordt omwille van de `te jonge' | 2.2. mais qui est actuellement reporté d'un point de vue médical en |
leeftijd; | raison d'un âge « trop jeune » ; |
2.3. met binnen de 6 maand na vragen van het recht; | 2.3. avec dans un délai de 6 mois à compter de la demande du droit ; |
2.4. gebruik maken van het recht gedurende maximaal 5 jaar; | 2.4. un usage du droit pendant maximum 5 ans ; |
2.5. waarna evaluatie van de noodzaak aan verdere gerechtigdheid. | 2.5. suivi d'une évaluation de son éligibilité ultérieure. |
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 30 mei | Vu pour être joint à l'arrêté ministériel du 30 mai 2018 fixant la |
2018 tot vaststelling van de lijst met aandoeningen en voorgaande | liste des affections et antécédents de personnes avec une indication |
feiten van personen met een indicatie van een arbeidshandicap en de | de handicap à emploi et la liste contenant l'information |
lijst met multidisciplinaire informatie, bepaald in artikel 4, tweede | multidisciplinaire, visée à l'article 4, alinéa deux, 1° et 2°, de |
lid, 1° en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli | l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juillet 2008 relatif à |
2008 betreffende de professionele integratie van personen met een | l'intégration professionnelle des personnes atteintes d'un handicap à |
arbeidshandicap. | l'emploi. |
Brussel, 30 mei 2018. | Bruxelles, le 30 mai 2018. |
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports, |
P. MUYTERS | P. MUYTERS . |