← Terug naar "Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen "
Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen | Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE |
28 MEI 2020. - Besluit van de Regering tot wijziging van het | 28 MAI 2020. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté ministériel |
ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de | du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national |
voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de | |
minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale | de reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la |
lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen | rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers protégés |
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Le Gouvernement de la Communauté germanophone, |
Gelet op het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een | Vu le décret du 13 décembre 2016 portant création d'un Office de la |
Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, | Communauté germanophone pour une vie autodéterminée, l'article 14, § 1er, |
artikel 14, § 1, tweede lid, 3°; | alinéa 2, 3°; |
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling | Vu l'arrêté ministériel du 23 mars 1970 fixant les conditions d'octroi |
van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering | par le Fonds national de reclassement social des handicapés, d'une |
van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de | intervention dans la rémunération et les charges sociales supportées |
sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen; | par les ateliers protégés; Vu la proposition formulée le 6 décembre 2019 par le Conseil |
Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Dienst van de | d'administration de l'Office de la Communauté germanophone pour une |
Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 6 | |
december 2019; | vie autodéterminée; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 | Vu l'avis de l'inspecteur des Finances, donné le 13 mars 2020; |
maart 2020; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor | Vu l'accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget, |
Begroting, d.d. 15 maart 2020; | donné le 15 mars 2020; |
Gelet op advies 67.260/3 van de Raad van State, gegeven op 15 mei | Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 67.260/3, donné le 15 mai 2020, en |
2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; |
Overwegende het besluit van de Regering van 22 juni 2001 tot | Considérant l'arrêté du Gouvernement du 22 juin 2001 fixant les bases |
vaststelling van de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de | de calcul en ce qui concerne la subsidiation des frais de personnel |
personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en | dans les secteurs des affaires sociales et de la santé; |
"gezondheid", artikel 9; | |
Overwegende de raamovereenkomst 2020-2024 van 2 mei 2019 voor de | Considérant l'accord-cadre 2020-2024 conclu le 9 mai 2019 pour le |
socialprofitsector in de Duitstalige Gemeenschap; | secteur non marchand de la Communauté germanophone; |
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden; | Sur la proposition du Ministre compétent en matière d'Affaires sociales; |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.- Artikel 11, § 3, van het ministerieel besluit van 23 |
Article 1er.- Dans l'article 11 de l'arrêté ministériel du 23 mars |
maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het | 1970 fixant les conditions d'octroi par le Fonds national de |
Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een | reclassement social des handicapés, d'une intervention dans la |
tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten die door de | rémunération et les charges sociales supportées par les ateliers |
beschermde werkplaatsen worden gedragen, vervangen bij het de Regering | |
besluit van 10 januari 2002 en gewijzigd bij het besluit van de | protégés, remplacé par l'arrêté du Gouvernement du 10 janvier 2002 et |
Regering van 29 juni 2017, wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, | modifié par l'arrêté du Gouvernement du 29 juin 2017, le § 3 est |
luidende : | complété par un 3° rédigé comme suit : |
"3° 62 % vanaf 1 januari 2020, rekening houdend met de onder 1° | « 3° 62 % à partir du 1er janvier 2020, en tenant compte à 73,6 % de |
vermelde regeling inzake dienstanciënniteit ten belope van 73,6 % en | |
met de 13e maandwedde, waarin het onder 1° vermeld besluit voorziet, | la règlementation relative à l'ancienneté de service visée au point 1° |
ten belope van 62 % . Voor de onder 1° vermelde regeling inzake | et à 62 % du treizième mois prévu dans l'arrêté visé au point 1°. A |
dienstanciënniteit wordt vanaf 1 januari 2021 75,2 % in aanmerking | partir du 1er janvier 2021, il sera tenu compte à 75,2 % de la |
réglementation relative à l'ancienneté de service visée au point 1°, à | |
genomen, vanaf 1 januari 2022 76,8 %, vanaf 1 januari 2023 78,4 % en | partir du 1er janvier 2022 à 76,8 %, à partir du 1er janvier 2023 à |
vanaf 1 januari 2024 80 % ." | 78,4 % et à partir du 1er janvier 2024 à 80 % . » |
Art. 2.- Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020. |
Art. 2.- Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2020. |
Art. 3.- De Minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast |
Art. 3.- Le Ministre compétent en matière d'Affaires sociales est |
met de uitvoering van dit besluit. | chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Eupen, 28 mei 2020. | Eupen, le 28 mai 2020. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone, |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
Minister van Lokale Besturen en Financiën | Ministre des Pouvoirs locaux et des Finances |
O. PAASCH | O. PAASCH |
De Viceminister-President, | Le Vice-Ministre-Président, |
Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, | Ministre de la Santé et des Affaires sociales, de l'Aménagement du |
Ruimtelijke Ordening en Huisvesting | territoire et du Logement |
A. ANTONIADIS | A. ANTONIADIS |