← Terug naar "Ministerieel besluit tot vaststelling van de inkomensgrenzen van de ontleners van de sociale kredietinstellingen om van de gewestelijke waarborg te genieten voor het jaar 2025"
Ministerieel besluit tot vaststelling van de inkomensgrenzen van de ontleners van de sociale kredietinstellingen om van de gewestelijke waarborg te genieten voor het jaar 2025 | Arrêté ministériel fixant les plafonds de revenus des emprunteurs des sociétés de crédit social pour bénéficier de la garantie régionale pour l'année 2025 |
---|---|
25 FEBRUARI 2025. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de | 25 FEVRIER 2025. - Arrêté ministériel fixant les plafonds de revenus |
inkomensgrenzen van de ontleners van de sociale kredietinstellingen om | des emprunteurs des sociétés de crédit social pour bénéficier de la |
van de gewestelijke waarborg te genieten voor het jaar 2025 | garantie régionale pour l'année 2025 |
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de |
bevoegd voor territoriale ontwikkeling, | Bruxelles-Capitale, chargé du Développement territorial, |
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse | Vu l'ordonnance du 17 juillet 2003 portant le Code bruxellois du |
Huisvestingscode, gewijzigd door de ordonnantie van 26 juli 2013, | Logement, modifiée par l'ordonnance du 26 juillet 2013, articles 129 à |
artikelen 129 tot 132; | 132 ; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 | Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 |
april 2014 betreffende de sociale kredietinstellingen, artikel 4; | avril 2014 relatif aux sociétés de crédit social, l'article 4 ; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 | Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 |
juli 2019 tot vaststelling van de bevoegdheden tussen de ministers van | juillet 2019 fixant la répartition des compétences entre les Ministres |
de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; | du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale ; |
Gelet op het ministerieel besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling | Vu l'arrêté ministériel du 22 juillet 2019 fixant les compétences de |
van de bevoegdheden van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister | la Secrétaire d'Etat adjointe au Ministre du Gouvernement de la Région |
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor territoriale | de Bruxelles-Capitale, chargé du Développement territorial et de la |
ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago | Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'Image de |
van Brussel en biculturele zaken van gewestelijk belang; | Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional ; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 5 février 2025, |
februari 2025, | |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1., § 1. De gewestelijke waarborg, bedoeld in artikel 129, § |
Article 1er., § 1er. La garantie régionale visée à l'article 129, § |
4, van de Brusselse Huisvestingscode, kan worden toegekend op | 4, du Code bruxellois du Logement, ne peut être accordée qu'à la |
voorwaarde dat per 1 januari 2025 de inkomsten van het gezin dat een | condition que les revenus du ménage contractant un crédit n'excèdent |
krediet afsluit niet hoger liggen dan: | pas au 1er janvier 2025 : |
-voor gezinnen zonder kinderen ten laste: | -pour les ménages sans enfant à charge : |
67.484,31 euro; | 67.484,31 euros; |
- voor gezinnen met een kind ten laste: | - pour les ménages avec un enfant à charge : |
74.143,50 euro ; | 74.143,50 euros ; |
- voor gezinnen met twee kinderen ten laste: | - pour les ménages avec deux enfants à charge : |
80.802,70 euro ; | 80.802,70 euros ; |
- voor gezinnen met drie kinderen ten laste: | - pour les ménages avec trois enfants à charge : |
87.461,90 euro; | 87.461,90 euros ; |
- voor gezinnen met vier kinderen (en meer) ten laste: | - pour les ménages avec quatre enfants (et plus) à charge : |
94.121,09 euro. | 94.121,09 euros. |
§ 2. Als de aanvragers van een krediet op de dag waarop de lening | § 2. Lorsque toutes les personnes qui se constituent emprunteurs ont |
wordt aangevraagd jonger dan vijfendertig jaar zijn, worden deze | moins de trente-cinq ans au jour de la demande de prêt, ces montants |
bedragen verhoogd tot: | sont portés à : |
- voor gezinnen zonder kinderen ten laste: | - pour les ménages sans enfant à charge : |
84.358,71 euro; | 84.358,71 euros; |
- voor gezinnen met een kind ten laste: | - pour les ménages avec un enfant à charge : |
91.017,91 euro ; | 91.017,91 euros ; |
- voor gezinnen met twee kinderen ten laste: | - pour les ménages avec deux enfants à charge : |
97.677,11 euro ; | 97.677,11 euros ; |
- voor gezinnen met drie kinderen ten laste: | - pour les ménages avec trois enfants à charge : |
104.336,30 euro; | 104.336,30 euros ; |
- voor gezinnen met vier kinderen (en meer) ten laste: | - pour les ménages avec quatre enfants (et plus) à charge : |
110.995,50 euro. | 110.995,50 euros. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025. |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2025. |
Brussel, 25 februari 2025. | Bruxelles, le 25 février 2025. |
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de |
bevoegd voor territoriale ontwikkeling, | Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial, |
R. VERVOORT | R. VERVOORT |
De Staatssecretaris van Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd | La Secrétaire d'Etat de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du |
voor huisvesting, | Logement, |
N. BEN HAMOU | N. BEN HAMOU |