Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 24/04/2006
← Terug naar "Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken "
Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken Arrêté ministériel modifiant les annexes de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003 concernant la commercialisation des matériels de multiplication végétative de la vigne
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE
24 APRIL 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen 24 AVRIL 2006. - Arrêté ministériel modifiant les annexes de l'arrêté
bij het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 betreffende du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003 concernant la
het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor commercialisation des matériels de multiplication végétative de la
wijnstokken vigne
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du
Toerisme, Tourisme,
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen Vu la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières
en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, premières pour l'agriculture, l'horticulture, la sylviculture et
inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december l'élevage, notamment l'article 2, modifié par les lois des 21 décembre
1998 en 5 februari 1999; 1998 et 5 février 1999;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003 concernant la
betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal commercialisation des matériels de multiplication végétative de la
voor wijnstokken, inzonderheid op artikel 22; vigne, notamment l'article 22;
Gelet op het overleg gepleegd op 17 oktober 2005 tussen de Vu la concertation entre les Gouvernements régionaux et l'autorité
gewestelijke regeringen en de federale overheid; fédérale en date du 17 octobre 2005;
Gelet op het advies 39.871/4 van de Raad van State, gegeven op 6 maart Vu l'avis 39.871/4 du Conseil d'Etat, donné le 6 mars 2006, en
2006, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois
gecoördineerde wetten op de Raad van State; coordonnées sur le Conseil d'Etat,
Besluit : Arrête :

Article 1er.Le présent arrêté transpose la Directive 2005/43/CE de la

Artikel 1.Richtlijn 2005/43/EG van de Commissie van 23 juni 2005 tot

Commission du 23 juin 2005 modifiant les annexes de la Directive
wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 68/193/EEG van de Raad 68/193/CEE du Conseil concernant la commercialisation des matériels de
betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal multiplication végétative de la vigne.
voor wijnstokken wordt bij dit besluit omgezet.

Art. 2.De bijlagen I, II, III en IV bij het besluit van de Waalse

Art. 2.Les annexes Ire, II, III et IV de l'arrêté du Gouvernement

Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van wallon du 17 juillet 2003 concernant la commercialisation des
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken worden vervangen door de matériels de multiplication végétative de la vigne sont remplacées par
bijlagen I, II, III en IV bij dit besluit. les annexes Ire, II, III et IV du présent arrêté.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 15, § 3, van het besluit van de Waalse

Art. 3.En application de l'article 15, § 3, de l'arrêté du

Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van Gouvernement wallon du 17 juillet 2003 concernant la commercialisation
des matériels de multiplication végétative de la vigne, chaque
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken gaat iedere levering van livraison de matériel de multiplication produit doit être accompagnée
geproduceerd teeltmateriaal vergezeld van een eenvormig document dat d'un document uniforme satisfaisant aux conditions fixées à la
voldoet aan de voorwaarden die vastliggen in rubriek B van bijlage IV rubrique B de l'annexe IV du présent arrêté.
bij dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication

Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. au Moniteur belge.
Namen, 24 april 2006. Namur, le 24 avril 2006.
B. LUTGEN B. LUTGEN
BIJLAGE I ANNEXE Ire
VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET GEWAS CONDITIONS RELATIVES A LA CULTURE
1. Het gewas is rasecht en raszuiver en, zo nodig, ook wat de kloon 1. La culture possède l'identité et la pureté variétales et, le cas
betreft. échéant, clonales.
2. De teeltomstandigheden en de ontwikkeling van het gewas maken een voldoende controle van de echtheid en zuiverheid van het gewas ten aanzien van het ras en, zo nodig, de kloon alsook de gezondheidstoestand ervan mogelijk. 3. Er zijn voldoende waarborgen dat de grond of, zo nodig, het voedingssubstraat niet besmet is met schadelijke organismen of de vectoren ervan, met name nematoden die virusziekten overbrengen. De moederplanten en de kweekwijnstokken worden op passende wijze geplaatst om ieder risico van besmetting door schadelijke organismen te vermijden. 4. De aanwezigheid van schadelijke organismen die de waarde van het teeltmateriaal nadelig beïnvloeden, is zoveel mogelijk beperkt. 5. Met name voor de volgende schadelijke organismen, zoals bedoeld 2. L'état cultural et l'état de développement de la culture sont de nature à permettre des contrôles suffisants de l'identité et de la pureté variétale et, le cas échéant, clonales, ainsi que de l'état sanitaire. 3. Il existe une garantie suffisante que le sol, ou le cas échéant, le substrat de la culture, n'est pas infecté par des organismes nuisibles ou leurs vecteurs, en particulier par des nématodes susceptibles de transporter des maladies virales. La plantation des vignes-mères et des pépinières a lieu dans des conditions susceptibles d'éviter tout risque de contamination par des organismes nuisibles. 4. La présence d'organismes nuisibles réduisant la valeur d'utilisation des matériels de multiplication n'est tolérée que dans la limite la plus faible possible.
onder a), b) en c), gelden de in de punten 5.1 tot en met 5.5 vermelde 5. Les conditions fixées aux points 5.1 à 5.5 s'appliquent notamment
voorwaarden, behoudens punt 5.6 : aux organismes nuisibles visés aux points a), b) et c) suivants :
a) het complex van besmettelijke degeneratie : grapevine fanleaf virus a) complexe de la dégénérescence infectieuse : le virus du court noué
(ou des feuilles en palmette) de la vigne (GFLV) et le virus de la
(GFLV), Arabis mosaic virus (ArMV); mosaïque de l'arabette (ArMV);
b) grapevine leafroll disease : grapevine leafroll-associated virus 1 b) maladie de l'enroulement de la vigne : les types 1 (GLRaV-1) et 3
(GLRaV-1) en grapevine leafroll-associated virus 3 (GLRaV-3); (GLRaV-3) du virus associé à la maladie de l'enroulement de la vigne;
c) grapevine fleck virus (GFkV) (alleen voor wijnstokdelen onder de c) virus de la marbrure (GFkV) (uniquement pour les porte-greffes).
grond). 5.1. De voor de teelt van oorspronkelijk teeltmateriaal bestemde 5.1. Une inspection officielle atteste que les vignes-mères destinées
moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van de in à la production de matériel de multiplication initial sont exemptes
punt 5, onder a), b) en c), genoemde schadelijke organismen. Deze inspectie berust op de resultaten van fytosanitaire controles met behulp van indicatorplanten of een internationaal aanvaarde equivalente testmethode die verwijst naar alle planten. Deze controles worden bevestigd door de resultaten van fytosanitaire controles die elke vijf jaar bij alle planten op de in punt 5, onder a) en b), vermelde organismen worden uitgevoerd. Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De redenen voor aan de bovengenoemde schadelijke organismen of andere factoren toegeschreven mislukkingen worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.2. De voor de teelt van basisteeltmateriaal bestemde moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van de in punt 5, onder a) en b), genoemde schadelijke organismen. Deze inspectie berust op de resultaten van fytosanitaire controles bij alle planten. Deze controles worden minimaal elke zes jaar uitgevoerd, te beginnen bij driejarige moederplanten. Wanneer officiële jaarlijkse veldkeuringen op alle planten worden uitgevoerd, worden de fytosanitaire controles minimaal elke zes jaar uitgevoerd, te beginnen bij zesjarige moederplanten. Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De redenen voor aan de bovengenoemde schadelijke organismen of andere factoren toegeschreven mislukkingen worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.3. De voor de teelt van gecertificeerd teeltmateriaal bestemde moederplanten zijn bij een officiële inspectie vrij bevonden van alle in punt 5, onder a) en b), genoemde schadelijke organismen. Deze inspectie berust op de resultaten van fytosanitaire controles die steekproefsgewijs worden uitgevoerd volgens analysemethoden/controleprocedures die voldoen aan algemeen aanvaarde en gestandaardiseerde normen. Deze controles worden minimaal elke tien jaar uitgevoerd, te beginnen bij vijfjarige moederplanten. Wanneer officiële jaarlijkse veldkeuringen op alle planten worden uitgevoerd, worden de fytosanitaire controles minimaal elke tien jaar uitgevoerd, te beginnen bij tienjarige moederplanten. Het aan de in punt 5, onder a) en b), genoemde schadelijke organismen toe te schrijven percentage mislukkingen bij moederplanten mag niet groter zijn dan 5. Geïnfecteerde planten moeten worden vernietigd. De redenen voor aan de bovengenoemde schadelijke organismen of andere factoren toegeschreven mislukkingen worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. des organismes nuisibles visés aux points 5, a), 5, b) et 5, c). Cette inspection repose sur les résultats des essais phytosanitaires par indexage ou sur une méthode d'essai équivalente reconnue au plan international, valable pour la totalité des plants. Ces essais sont confirmés par les résultats des essais phytosanitaires effectués tous les cinq ans sur la totalité des plants en vue de détecter la présence des organismes visés aux points 5, a) et 5, b). Les plants infectés doivent être éliminés. Les causes des pieds manquants, qu'elles soient imputables à la présence des organismes nuisibles indiqués ci-dessus ou à d'autres facteurs, doivent être consignées dans le dossier où sont enregistrées les données concernant les vignes-mères. 5.2. Une inspection officielle atteste que les vignes-mères destinées à la production de matériel de multiplication de base sont exemptes des organismes nuisibles visés aux points 5, a) et 5, b). Cette inspection repose sur les résultats des essais phytosanitaires effectués sur la totalité des plants. Ces essais sont réalisés au moins tous les six ans, en commençant par les vignes-mères de trois ans d'âge. En cas d'inspections annuelles officielles sur pied portant sur l'ensemble des plants, les essais phytosanitaires sont réalisés au moins tous les six ans, en commençant par les vignes-mères de six ans d'âge. Les plants infectés doivent être éliminés. Les causes des pieds manquants, qu'elles soient imputables à la présence des organismes nuisibles indiqués ci-dessus ou à d'autres facteurs, doivent être consignées dans le dossier où sont enregistrées les données concernant les vignes-mères. 5.3. Une inspection officielle atteste que les vignes-mères destinées à la production de matériel certifié sont exemptes de tous les organismes nuisibles visés aux points 5, a) et 5, b). Cette inspection repose sur les résultats des essais phytosanitaires effectués selon une étude conforme aux méthodes d'analyse/procédures de contrôle répondant à des normes généralement reconnues. Ces essais sont réalisés au moins tous les dix ans, en commençant par les vignes mères de cinq ans d'âge. En cas d'inspections annuelles officielles sur pied portant sur l'ensemble des plants, les essais phytosanitaires sont réalisés au moins tous les dix ans, en commençant par les vignes-mères de dix ans d'âge. La proportion de pieds manquants imputable aux organismes nuisibles visés aux points 5, a) et 5, b) ne doit pas dépasser 5 % . Les plants infectés doivent être éliminés. Les causes de ces pieds manquants, qu'elles soient imputables à la présence des organismes nuisibles précités ou à d'autres facteurs, doivent être consignées dans le dossier où sont enregistrées les données concernant les vignes-mères. 5.4. En ce qui concerne les vignes-mères destinées à la production de
5.4. Bij voor de teelt van standaardteeltmateriaal bestemde matériel de multiplication standard, la proportion de pieds manquants
moederplanten mag het aan de in punt 5, onder a) en b), genoemde schadelijke organismen toe te schrijven percentage mislukkingen niet groter zijn dan 10. Geïnfecteerde planten mogen niet voor de teelt worden gebruikt. De redenen voor aan de bovengenoemde schadelijke organismen of andere factoren toegeschreven mislukkingen worden geregistreerd in het bestand met gegevens over de moederplanten. 5.5. De kweekwijnstokken zijn vrij bevonden van de in punt 5, onder a) en b), genoemde schadelijke organismen bij een jaarlijkse officiële veldkeuring, gebaseerd op visuele methoden en, zo nodig, aangevuld met passende controles en/of een tweede veldkeuring. 6. De kweekwijnstokken worden niet in een wijngaard of tussen moederplanten geplaatst. De afstand tot een wijngaard of moederplanten bedraagt minimaal 3 m. imputable aux organismes nuisibles visés aux points 5, a) et 5, b) ne doit pas dépasser 10 % . Les plants infectés doivent être éliminés de la multiplication. Les causes de ces pieds manquants, qu'elles soient imputables à la présence des organismes nuisibles précités ou à d'autres facteurs, doivent être consignées dans le dossier où sont enregistrées les données concernant les vignes-mères. 5.5. Une inspection officielle annuelle sur pied, basée sur des méthodes visuelles, corroborée, le cas échéant, par des essais appropriés et/ou une seconde inspection sur pied, atteste que les pépinières sont exemptes des organismes nuisibles visés aux points 5, a) et 5, b). 6. Les pépinières ne doivent pas être implantées à l'intérieur d'un vignoble ou d'une vigne-mère. La distance minimale requise d'un vignoble ou d'une vigne-mère est de trois mètres.
7. Het voor de kweek van delen van de wijnstok onder de grond bestemd 7. Le matériel de multiplication utilisé pour la production de
voor de veredeling, entrijs, blindhout, wijnstokken met wortels en boutures greffables de porte-greffes, de boutures-greffons, de
entwijnstokken gebruikte teeltmateriaal, is afkomstig van boutures-pépinières, de racinés et de greffés-soudés provient de
moederplanten die zijn geïnspecteerd en goedgekeurd. vignes-mères qui ont été inspectées et agréées.
8. Onverminderd de in punt 5 vermelde officiële inspectie wordt 8. Sans préjudice de l'inspection officielle prévue au point 5
minimaal één officiële veldkeuring uitgevoerd. susmentionné, il convient d'effectuer au moins une inspection
Aanvullende veldkeuringen worden uitgevoerd bij geschillen over zaken officielle sur pied. Des inspections supplémentaires sur pied sont
die kunnen worden beslecht zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van effectuées en cas de litiges pouvant être réglés sans préjudice de la
het teeltmateriaal.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 april qualité du matériel de multiplication.
2006 tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 24 avril 2006 modifiant
Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van les annexes de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. concernant la commercialisation des matériels de multiplication
végétative de la vigne.
Namen, 24 april 2006. Namur, le 24 avril 2006.
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du
Toerisme, Tourisme,
B. LUTGEN B. LUTGEN
BIJLAGE II ANNEXE II
VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET TEELTMATERIAAL CONDITIONS RELATIVES AUX MATERIELS DE MULTIPLICATION
I. ALGEMENE VOORWAARDEN I. CONDITIONS GENERALES
1. Het teeltmateriaal is rasecht en raszuiver en zo nodig zuiver wat 1. Les matériels de multiplication possèdent l'identité et la pureté
de kloon betreft; bij het in de handel brengen van het
standaardteeltmateriaal is een tolerantie van 1 % toegestaan. variétale, et, le cas échéant, la pureté clonale; une tolérance de 1 %
est admise lors de la commercialisation des matériels de
multiplication standard.
2. Het teeltmateriaal is voor ten minste 96 % mechanisch zuiver. Als mechanisch onzuiver wordt beschouwd : (a) teeltmateriaal dat geheel of gedeeltelijk verdord is, zelfs wanneer het na uitdrogen in water gedompeld is; (b) vernield, kromgegroeid of beschadigd teeltmateriaal, met name door hagel of vorst beschadigd teeltmateriaal, en ineengedrukt of gebroken teeltmateriaal; (c) materiaal dat niet voldoet aan de eisen van onderdeel III. 3. De stekken vertonen voldoende houtvorming. 4. De aanwezigheid van schadelijke organismen die de waarde van het teeltmateriaal nadelig beïnvloeden, is zoveel mogelijk beperkt. Teeltmateriaal met duidelijke tekenen of symptomen die toe te schrijven zijn aan schadelijke organismen die niet doeltreffend kunnen worden behandeld, wordt vernietigd. 2. Les matériels de multiplication ont une pureté technique minimale de 96 %. Sont considérés comme des impuretés techniques : a) les matériels de multiplication desséchés en totalité ou en partie, même lorsqu'ils ont subi un trempage dans l'eau après leur dessiccation; b) les matériels de multiplication avariés, tordus ou blessés, notamment endommagés par la grêle ou le gel, écrasés ou cassés; c) les matériels qui ne remplissent pas les conditions visées au point III ci après. 3. Les sarments sont arrivés à un état suffisant de maturité du bois. 4. La présence d'organismes nuisibles réduisant la valeur d'utilisation des matériels de multiplication n'est tolérée que dans la limite la plus faible possible. Les matériels de multiplication présentant des signes ou des symptômes évidents de la présence d'organismes nuisibles pour lesquels il n'existe pas de traitement efficace doivent être éliminés.
II. BIJZONDERE VOORWAARDEN II. CONDITIONS PARTICULIERES
1. Entwijnstokken 1. Greffés-soudés
Entwijnstokken die uit een combinatie van dezelfde categorie van Les greffés-soudés issus d'une combinaison de la même catégorie de
teeltmateriaal bestaan, worden in deze categorie ingedeeld. Entwijnstokken die uit een combinatie van verschillende categorieën teeltmateriaal bestaan, worden in de laagste van deze categorieën ingedeeld 2. Tijdelijke afwijking De lidstaten kunnen besluiten om de bepalingen van punt 1 pas vanaf 31 juli 2010 toe te passen ten aanzien van entwijnstokken, bestaande uit oorspronkelijk teeltmateriaal dat op basisteeltmateriaal is geënt. Wanneer de lidstaten besluiten om punt 1 niet toe te passen, passen zij in plaats daarvan de volgende regel toe. Entwijnstokken, bestaande uit oorspronkelijk teeltmateriaal dat op basisteeltmateriaal is geënt, worden ingedeeld als oorspronkelijk teeltmateriaal. III. SORTERING 1. Delen van de wijnstok onder de grond bestemd voor de veredeling, blindhout en entrijs Middellijn De grootste middellijn van de dwarsdoorsnede wordt gemeten. Dit geldt niet voor de loten. matériels de reproduction sont classés dans cette catégorie. Les greffés-soudés issus d'une combinaison de différentes catégories de matériels de reproduction sont classés dans la catégorie inférieure des éléments qui la composent. 2. Dérogation temporaire Jusqu'au 31 juillet 2010, les greffés-soudés issus de matériel de multiplication initial greffé sur du matériel de multiplication de base peuvent être classés comme du matériel de multiplication initial. III. CALIBRAGE 1. Boutures greffables de porte-greffes, boutures-pépinières et boutures-greffons Diamètre Il s'agit du plus grand diamètre de la section. Cette norme ne s'applique pas aux boutures herbacées.
(a) Delen van de wijnstok onder de grond bestemd voor de veredeling en entrijs : a) Boutures greffables de porte-greffes et boutures-greffons :
(aa) Middellijn aan het zwakkere einde : 6,5 tot 12 mm; aa) diamètre au plus petit bout : 6,5 à 12 mm;
(ab) Maximale middellijn aan het sterkere einde : 15 mm, behalve ab) diamètre maximum au plus gros bout : 15 mm, sauf si cela concerne
wanneer het entrijs voor enting ter plaatse betreft. des boutures-greffons destinées à un greffage sur place.
(b) Blindhout Minimum top diameter : 3,5 mm. b) Boutures-pépinières : diamètre minimum au plus petit bout : 3,5 mm.
2. Wijnstokken met wortels 2. Racinés
A. Middellijn A. Diamètre
De middellijn, gemeten in het midden van het stengellid onder de Le diamètre mesuré au milieu du mérithalle, sous la pousse supérieure
bovenste loot en over de langste as, bedraagt ten minste 5 mm. Dit et le long du grand axe, est au moins égal à 5 mm. Cette norme ne
geldt niet voor wijnstokken verkregen uit loten. s'applique pas aux plants racinés issus de matériel de multiplication herbacée.
B. Lengte B. Longueur
De lengte vanaf het laagste punt waaruit wortels groeien tot het begin La distance du point inférieur d'insertion des racines à l'empattement
van de bovenste loot bedraagt ten minste : de la pousse supérieure est au moins égale à :
(a) 30 cm voor wijnstokken bestemd voor veredeling; bij voor Sicilië a) 30 cm pour les racinés destinés au greffage; toutefois, pour les
bestemde wijnstokken bedraagt deze lengte echter 20 cm; racinés destinés à la Sicile, cette longueur est de 20 cm;
(b) 20 cm voor andere wijnstokken. b) 20 cm pour les autres racinés.
Dit geldt niet voor wijnstokken verkregen uit loten. Cette norme ne s'applique pas aux plants racinés issus de
multiplication herbacée.
C. Wortels C. Racines
Iedere plant heeft ten minste drie goed ontwikkelde en behoorlijk Chaque plant a au moins trois racines bien développées et
verdeelde wortels. Ras 420 A hoeft echter slechts twee goed convenablement réparties. Toutefois, la variété 420 A peut n'avoir que
ontwikkelde wortels te hebben, mits zij tegenover elkaar staan. deux racines bien développées, pourvu qu'elles soient opposées.
D. Hiel D. Talon
De snede is ver genoeg onder het diafragma aangebracht om dit niet te Le talonnage doit être effectué sous le diaphragme, à une distance
beschadigen, maar niet verder dan 1 cm eronder. suffisante pour ne pas l'endommager, sans que celle-ci excède
toutefois un centimètre.
3. Entwijnstokken 3. Greffés-soudés
A. Lengte A. Longueur
De stam is ten minste 20 cm lang. La tige a au moins 20 cm de long. Cette norme ne s'applique pas aux
Dit geldt niet voor entwijnstokken verkregen uit loten. greffés-soudés issus de la multiplication herbacée.
B. Wortels B. Racines
Iedere plant heeft ten minste drie goed ontwikkelde en behoorlijk Chaque plante a au moins trois racines bien développées et
verdeelde wortels. Ras 420 A hoeft echter slechts twee goed convenablement réparties. Toutefois, la variété 420 A peut n'avoir que
ontwikkelde wortels te hebben, mits zij tegenover elkaar staan. deux racines bien développées, pourvu qu'elles soient opposées.
C. Entingsplaats C. Soudure
Iedere plant heeft een toereikende, regelmatige en stevige entingsplaats. Chaque plant présente une soudure suffisante, régulière et solide.
D. Hiel D. Talon
De snede is ver genoeg onder het diafragma aangebracht om dit niet te Le talonnage doit être effectué sous le diaphragme, à une distance
beschadigen, maar niet verder dan 1 cm eronder. suffisante pour ne pas l'endommager, sans que celle-ci excède
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 april toutefois un centimètre.
2006 tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 24 avril 2006 modifiant
Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van les annexes de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. concernant la commercialisation des matériels de multiplication
végétative de la vigne.
Namen, 24 april 2006. Namur, le 24 avril 2006.
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du
Toerisme, Tourisme,
B. LUTGEN B. LUTGEN
BIJLAGE III ANNEXE III
VERPAKKING CONDITIONNEMENT
Samenstelling van verpakkingen of bundels Composition des emballages ou des bottes
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Pour la consultation du tableau, voir image
BIJZONDERE VOORWAARDEN CONDITIONS PARTICULIERES
I. Kleine hoeveelheden Zo nodig mag de grootte (aantal planten) van verpakkingen en bundels van alle types en categorieën van het in kolom 1 in de tabel vermelde teeltmateriaal kleiner zijn dan de in kolom 2 vermelde minimale hoeveelheden. II. Wijnstokken met wortels in substraat in potten, kisten en kartonnen dozen De bepalingen in verband met het aantal planten en de maximale hoeveelheid zijn niet van toepassing. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 april 2006 tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse I. Petites quantités En cas de besoin, la taille (nombre d'unités) des emballages et des bottes, quels que soient le type et la catégorie de matériel visés dans la colonne 1, peut être inférieure aux quantités minimales indiquées dans la colonne 2. II. Plants de vignes enracinés dans un substrat quelconque, en pots, en caisses ou en boîtes Le nombre d'unités et la quantité maximale ne s'appliquent pas. Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 24 avril 2006 modifiant
Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van les annexes de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. concernant la commercialisation des matériels de multiplication
végétative de la vigne.
Namen, 24 april 2006. Namur, le 24 avril 2006.
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du
Toerisme, Tourisme,
B. LUTGEN B. LUTGEN
BIJLAGE IV ANNEXE IV
IDENTIFICATIE MARQUAGE
A. ETIKET A. ETIQUETTE
I. Vereiste informatie I. Indications prescrites
1. EG-norm. 1. Norme CE
2. Land van productie. 2. Pays de production
3. Keurings- of controledienst en lidstaat (initialen toegestaan). 3. Service de certification ou de contrôle et Etat membre ou leurs
4. Naam en adres van de voor de sluiting verantwoordelijke persoon of initiales 4. Nom et adresse de la personne responsable de la fermeture de
diens identificatienummer. l'emballage ou son numéro d'identification
5. Soort. 5. Espèce
6. Type materiaal. 6. Type de matériel
7. Categorie. 7. Catégorie
8. Ras en, in voorkomend geval, kloon. Voor entwijnstokken heeft deze 8. Variété et, le cas échéant, le clone. Pour les greffés-soudés,
aanduiding betrekking op de wijnstokdelen onder de grond en het entrijs. cette indication s'applique au porte-greffe et au greffon.
9. Referentienummer van de partij. 9. Numéro de référence du lot
10. Hoeveelheid. 10. Quantité
11. Lengte - Slechts bij delen van de wijnstok onder de grond, bestemd 11. Longueur (ne s'applique qu'aux boutures greffables de
voor de veredeling : de minimumlengte van de delen van de betrokken porte-greffes et se rapporte à la longueur minimale des boutures du
partij. lot concerné)
12. Oogstjaar. 12. Campagne de production
II. Minimumvoorwaarden II. Exigences minimales
Het etiket voldoet aan de volgende eisen : L'étiquette remplit les critères suivants :
1. Het etiket wordt in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters 1. être imprimée en caractères indélébiles;
gedrukt; 2. Het etiket wordt op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht; 3. De in onderdeel I vermelde informatie mag in geen geval door andere aanduidingen of afbeeldingen zijn verborgen, bedekt of gescheiden; 4. De in onderdeel I vermelde informatie moet in hetzelfde gezichtsveld staan. III. Afwijking wat kleine hoeveelheden voor de eindgebruiker betreft Meer dan één eenheid De vereiste informatie voor het etiket in onderdeel I, punt 10, luidt : "Precieze aantal eenheden per verpakking of bundel". 2. Slechts één eenheid 2. être apposée à un endroit apparent de manière à être facilement visible; 3. les mentions prévues au point A, I ne doivent en aucune façon être dissimulées, voilées ou séparées par d'autres indications ou images; 4. les mentions prévues au point A, I figurent dans le même champ visuel. III. Dérogation applicable aux emballages ou bottes de petite taille destinés au consommateur final 1. Plus d'une unité L'étiquette comporte la mention obligatoire suivante au point 10 : "Nombre exact d'unités par emballage ou botte. » 2. Une seule unité
De volgende in onderdeel I vermelde informatie wordt niet vereist : Les mentions suivantes prévues au point A, I ne sont pas requises :
- Type materiaal type de matériel
- Categorie catégorie
- Referentienummer van de partij numéro de référence du lot
- Hoeveelheid quantité
- Lengte voor delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de longueur des boutures greffables de porte-greffes
veredeling - Oogstjaar. campagne de production.
IV. Afwijking wat wijnstokken in potten, kisten of kartonnen dozen IV. Dérogation applicable aux plants de vigne en pots, caisses ou
betreft cartons
Voor wijnstokken met wortels in substraat in potten, kisten en Pour les plants de vigne enracinés dans un substrat quelconque, en
kartonnen dozen, waarbij de verpakkingen van dergelijk materiaal pots, en caisses ou en cartons, lorsque les emballages dudit matériel
wegens de samenstelling daarvan niet aan de eisen in verband met de ne peuvent remplir les exigences en matière de fermeture (y compris
sluiting (waaronder de etikettering) kunnen voldoen : d'étiquetage) en raison de leur composition :
a) wordt het teeltmateriaal gescheiden gehouden in partijen die naar a) le matériel de multiplication doit être conservé en lots séparés,
behoren worden aangeduid volgens ras en, in voorkomend geval, volgens correctement identifiés par variété et, le cas échéant, par clone et
kloon en volgens aantal planten; par nombre d'unités;
b) is het officiële etiket niet verplicht; b) l'étiquette officielle n'est pas obligatoire;
c) gaat het teeltmateriaal vergezeld van een begeleidend document, c) le matériel de multiplication doit être assorti du document
zoals vastgesteld in deel B. d'accompagnement visé au point B.
B. BEGELEIDEND DOCUMENT B. DOCUMENT D'ACCOMPAGNEMENT
I. Voorwaarden waaraan moet worden voldaan I. Conditions à remplir
Wanneer de lidstaten voorschrijven dat een begeleidend document moet
worden afgegeven : Un document d'accompagnement :
a) wordt het document afgegeven in ten minste twee exemplaren a) est établi en double exemplaire au moins (exemplaire de
(afzender en ontvanger); l'expéditeur et exemplaire du destinataire);
b) vergezelt het document (exemplaar van de ontvanger) de levering b) accompagne (exemplaire du destinataire) l'envoi du lieu
vanaf de plaats van de afzender tot de plaats van de ontvanger; d'expédition au lieu de destination;
c) verstrekt het document alle informatie, zoals bedoeld in onderdeel c) indique toutes les mentions fixées au point II suivant concernant
II, betreffende de afzonderlijke partijen van de levering; les lots individuels de l'envoi;
d) wordt het document gedurende ten minste één jaar bewaard en ter d) est conservé pendant au moins un an et est mis à la disposition de
beschikking gehouden van de officiële controleautoriteit. l'autorité officielle de contrôle.
II. Lijst van te verstrekken informatie II. Liste des mentions à inclure
1. EG-norm. 1. Norme CE
2. Land van productie. 2. Pays de production
3. Keurings- of controledienst en lidstaat (initialen toegestaan). 3. Service de certification ou de contrôle et Etat membre ou leurs initiales
4. Volgnummer. 4. Numéro d'ordre
5. Afzender (adres, registratienummer). 5. Expéditeur (adresse, numéro d'enregistrement)
6. Ontvanger (adres). 6. Destinataire (adresse)
7. Soort. 7. Espèce
8. Type(s) materiaal. 8. Type(s) de matériel
9. Categorie(ën). 9. Catégorie(s)
10. Ras(sen) en, in voorkomend geval, klo(o)n(en). Voor entwijnstokken 10. Variété(s) et, le cas échéant, clone(s). Pour les greffés soudés,
heeft deze aanduiding betrekking op de wijnstokdelen onder de grond en het entrijs. cette indication s'applique au porte-greffes et au greffon
11. Aantal stuks per partij. 11. Nombre d'unités par lot
12. Totaal aantal partijen. 12. Nombre total de lots
13. Leveringsdatum. 13. Date de la livraison.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 april Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 24 avril 2006. modifiant
2006 tot wijziging van de bijlagen bij het besluit van de Waalse
Regering van 17 juli 2003 betreffende het in de handel brengen van les annexes de l'arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2003
vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. concernant la commercialisation des matériels de multiplication
végétative de la vigne.
Namen, 24 april 2006. Namur, le 24 avril 2006.
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du
Toerisme, Tourisme,
B. LUTGEN B. LUTGEN
^