← Terug naar "Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor de ondersteuning van nuttige groene warmte, de ondersteuning van restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming "
| Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor de ondersteuning van nuttige groene warmte, de ondersteuning van restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming | Arrêté ministériel portant organisation d'un appel au soutien à la chaleur verte utile, au soutien à la chaleur résiduelle et aux systèmes de chauffage urbains à haut rendement énergétique |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID OMGEVING 23 JULI 2019. - Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor de ondersteuning van nuttige groene warmte, de ondersteuning van restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE, | AUTORITE FLAMANDE ENVIRONNEMENT ET AMENAGEMENT DU TERRITOIRE 23 JUILLET 2019. - Arrêté ministériel portant organisation d'un appel au soutien à la chaleur verte utile, au soutien à la chaleur résiduelle et aux systèmes de chauffage urbains à haut rendement énergétique LE MINISTRE FLAMAND DU BUDGET, DES FINANCES ET DE L'ENERGIE, |
| Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 8.3.1 en 8.4.1; | Vu le Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, les articles 8.3.1 et 8.4.1 |
| Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, de artikelen 7.4.1, | ; Vu l'Arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, les articles |
| § 1, vierde lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van | 7.4.1, § 1er, alinéa 4, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du |
| 30 november 2018, 7.4.1, § 1, zevende lid, 7.4.1, § 2, tweede lid, | 30 novembre 2018, 7.4.1, § 1er, alinéa 7, 7.4.1, § 2, alinéa 2, inséré |
| ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september | par l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 et modifié |
| 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli | par l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2016, 7.4.1, § 2, |
| 2016, 7.4.1, § 2, derde lid, 7.4.2, § 1, vijfde lid, derde zin, en | alinéa 3, 7.4.2, § 1er, alinéa 5, troisième phrase, et alinéa 6, |
| zesde lid, tweede zin, artikel 7.4.2, § 1, elfde lid, 2°, ingevoegd | deuxième phrase, 7.4.2, § 1er, alinéa 11, 2°, inséré par l'arrêté du |
| bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, en 7.4.3, § | Gouvernement flamand du 15 juillet 2016, et 7.4.3, § 3, alinéa 5, |
| 3, vijfde lid, tweede en derde zin, ingevoegd bij het besluit van de | deuxième et troisième phrases, insérées par l'arrêté du Gouvernement |
| Vlaamse Regering van 13 september 2013, artikelen 7.5.1, § 1, vierde | flamand du 13 septembre 2013, les articles 7.5.1, § 1er, alinéa 4, |
| lid, artikel 7.5.1, § 2, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de | 7.5.1, § 2, alinéa 2, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du |
| Vlaamse Regering van 13 september 2013 en gewijzigd bij het besluit | 13 septembre 2013 et modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du |
| van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, 7.5.1, § 2, derde lid en § | 15 juillet 2016, 7.5.1, § 2, alinéa 3 et § 6, alinéa 1er, 7.5.2, § 1er, |
| 6, eerste lid, artikel 7.5.2, § 1, tweede lid, artikel 7.5.3, § 3, | alinéa 2, 7.5.3, § 3, alinéa 5, troisième et quatrième phrases, |
| vijfde lid, derde en vierde zin, ingevoegd bij het besluit van de | insérées par l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 ; |
| Vlaamse Regering van 13 september 2013; | Vu l'avis de l'Agence flamande de l'Energie (« Vlaams |
| Gelet op het voorstel van het Vlaams Energieagentschap d.d. 28 mei | Energieagentschap ») du 28 mai 2019 ; |
| 2019; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 23 mei 2019; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 23 mai 2019 ; |
| Gelet op het advies 66.325/3 van de Raad van State, gegeven op 4 juli | Vu l'avis 66.325/3 du Conseil d'Etat, donné le 4 juillet 2019, en |
| 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
| wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De tweede call van 2019 voor |
Article 1er.Le deuxième appel de 2019 pour les installations de |
| nuttige-groenewarmte-installaties, voor installaties voor de benutting | chaleur verte utile, les installations pour l'utilisation de la |
| van restwarmte en voor energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling | chaleur résiduelle et les systèmes de chauffage ou de refroidissement |
| wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 8 augustus | urbains à haut rendement énergétique est ouvert à l'introduction de |
| tot 9 augustus 2019. | demandes d'aide du 8 août au 9 août 2019. |
Art. 2.Het totale bedrag voor de tweede call van 2019 vermeld in |
Art. 2.Le montant total du deuxième appel de 2019, visé à l'article 1er, |
| artikel 1 bedraagt het niet-toegekende deel van de eerste call van | est la partie non attribuée du premier appel de 2019. Il s'agit d'un |
| 2019. Dit is een totaal van 2.751.438,50 euro uit het Energiefonds. | montant total de 2.751.438,50 euros provenant du Fonds de l'Energie. |
Art. 3.Het maximale steunbedrag voor de tweede call in 2019 tot |
Art. 3.Le montant maximal d'aide pour le deuxième appel en 2019 à |
| indiening van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmte-installaties is | l'introduction de demandes d'aide pour les installations de chaleur |
| 500.000 euro. | verte utile s'élève à 500.000 euros. |
Art. 4.Het maximale steunbedrag voor de tweede call in 2019 tot |
Art. 4.Le montant maximal d'aide pour le deuxième appel en 2019 à |
| indiening van steunaanvragen voor de benutting van restwarmte en | l'introduction de demandes d'aide pour l'utilisation de chaleur |
| résiduelle et les systèmes de chauffage ou de refroidissement urbains | |
| energie-efficiënte stadsverwarming of -koeling is 2.251.438,5 euro. | à haut rendement énergétique s'élève à 2.251.438,5 euros. |
Art. 5.Indien binnen één van de calls uit artikel 3 of 4 minder |
Art. 5.Si, dans le cadre d'un des appels visés aux articles 3 ou 4, |
| middelen worden toegekend dan het maximale steunbedrag, dan kan het | les ressources allouées sont inférieures au montant maximal de l'aide, |
| resterende bedrag gebruikt worden om een tekort aan middelen voor een | le montant restant peut être utilisé pour réduire une pénurie de |
| andere call te verminderen. | ressources pour un autre appel. |
Art. 6.Voor de toekenning van steun aan |
Art. 6.Les technologies suivantes sont éligibles à l'octroi d'aides |
| nuttige-groenewarmte-installaties komen volgende technologieën in | en faveur d'installations de chaleur verte utile : |
| aanmerking: 1° de productie van nuttige groene warmte uit een | 1° la production de chaleur verte utile à partir d'une substance |
| organisch-biologische stof met een bruto thermisch vermogen van meer | |
| dan 300 kWth, conform artikel 7.4.1, § 1, derde lid van het | organo-biologique ayant une puissance thermique brute supérieure à 300 |
| kWth, conformément à l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 3, de l'Arrêté | |
| Energiebesluit van 19 november 2010. De nageschakelde technieken voor | relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Les techniques à connexion en |
| rookgaszuivering bij installaties met een vermogen tussen 300 kWth en | aval pour l'épuration des effluents gazeux dans les installations |
| 1 MWth komen niet in aanmerking voor steun; | ayant une puissance entre 300 kWth et 1 MWth ne sont pas éligibles à |
| 2° de productie van nuttige groene warmte uit aardwarmte uit de diepe | l'aide ; 2° la production de chaleur verte utile à partir de l'énergie |
| géothermique du sous-sol profond ayant une puissance thermique brute | |
| ondergrond met een bruto thermisch vermogen van meer dan 1 MWth en, | supérieure à 1 MWth et, le cas échéant, d'un cycle de Rankine pour la |
| als dat van toepassing is, een aangesloten Organische Rankinecyclus | biomasse raccordé pour la production d'électricité, conformément à |
| voor elektriciteitsproductie, conform artikel 7.4.1, § 1, derde lid | l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 3, de l'Arrêté relatif à l'Energie du |
| van het Energiebesluit van 19 november 2010; | 19 novembre 2010 ; |
| 3° de productie van nuttige groene warmte uit geconcentreerd zonlicht | 3° la production de chaleur verte utile à partir de la lumière solaire |
| (CST) met een apertuuroppervlakte van meer dan 600 m2 en een bruto | concentrée (CST) d'une superficie d'entrée du capteur supérieure à 600 |
| thermisch vermogen van meer dan 300 kWth; | m2 et d'une puissance thermique brute supérieure à 300 kWth ; |
| 4° grootschalige zonneboilers met een apertuuroppervlakte van meer dan | 4° les chauffe-eau solaires de grande envergure ayant une superficie |
| 425 m2 waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van afgedekte | d'entrée du capteur supérieure à 425 m2 qui utilisent uniquement des |
| collectoren waarbij de transparante isolerende laag, niet zijnde | capteurs couverts, et dont la couche isolante transparente, n'étant |
| beglazing van serres, een geïntegreerd geheel vormt met de collector, | pas de vitrage de serres, forme un ensemble intégré avec le capteur, |
| met een bruto thermisch vermogen van meer dan 300 kWth; | ayant une puissance thermique brute supérieure à 300 kWth ; |
| 5° boorgat-energie-opslag met een bruto thermisch vermogen van meer | 5° le stockage d'énergie du trou de forage ayant une puissance |
| dan 300 kWth (inclusief een grootschalige centrale warmtepomp); | thermique brute supérieure à 300 kWth (pompe à chaleur de grande |
| envergure comprise) ; | |
| 6° koude-warmteopslag met een bruto thermisch vermogen van meer dan | 6° le stockage de froid et de chaleur ayant une puissance thermique |
| 300 kWth (inclusief een grootschalige centrale warmtepomp); | brute supérieure à 300 kWth (pompe à chaleur de grande envergure |
| 7° grootschalige centrale warmtepompen met een bruto thermisch | comprise) ; 7° les pompes à chaleur de grande envergure ayant une puissance |
| vermogen van meer dan 300 kWth. | thermique brute supérieure à 300 kWth. |
Art. 7.Indien een deel van een productie-installatie volledig |
Art. 7.Si une partie d'une installation de production peut produire |
| de manière complètement autonome de l'électricité à partir de sources | |
| zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken | d'énergie renouvelables et si des certificats verts ont été ou peuvent |
| en hiervoor groenestroomcertificaten werden of kunnen worden | être attribués à cet effet, aucune aide ne peut être octroyée pour |
| toegekend, dan kan er conform artikel 7.4.1, § 1, tweede lid en | cette partie de l'installation conformément à l'article 7.4.1, § 1er, |
| alinéa 2 et l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 2 de l'Arrêté relatif à | |
| artikel 7.5.1, § 1, tweede lid van het Energiebesluit van 19 november | l'Energie du 19 novembre 2010. Cependant, les parties de |
| 2010 voor dit deel van de installatie geen steun worden toegekend. De | l'installation qui ne servent pas à la production autonome |
| delen van de installatie die echter niet dienen om zelfstandig | d'électricité, mais qui font fonction d'installations de chaleur verte |
| elektriciteit op te wekken, maar dienen als | |
| nuttige-groenewarmte-installaties of installaties voor de benutting | utile ou d'installations pour l'utilisation de chaleur résiduelle sont |
| van restwarmte komen wel in aanmerking voor de steun vermeld in | éligibles à l'aide visée à l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 1er et |
| artikel 7.4.1, § 1, eerste lid en artikel 7.5.1, § 1, eerste lid van | l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 1er de l'Arrêté relatif à l'Energie du |
| het Energiebesluit van 19 november 2010. Het Vlaams Energieagentschap bepaalt bij elke ingediende steunaanvraag welke delen worden beschouwd deel uit te maken van een installatie die volledig zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken en waarvoor conform het Energiebesluit van 19 november 2010 groenestroomcertificaten werden of kunnen worden toegekend. In dit kader worden minstens de volgende delen van een installatie door het Vlaams Energieagentschap beschouwd als zijnde een onderdeel van een installatie die volledig zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken: 1° voor biomassa als hernieuwbare energiebron, betreft dit: | 19 novembre 2010. Pour toute demande d'aide déposée, l'Agence flamande de l'Energie détermine les parties qui seront considérées comme faisant partie d'une installation qui peut produire de manière complètement autonome de l'électricité de sources d'énergie renouvelables et pour lesquelles des certificats verts ont été ou peuvent être attribués conformément à l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Dans ce cadre, au moins les parties suivantes d'une installation sont considérées par l'Agence flamande de l'Energie comme faisant partie d'une installation qui peut produire de manière complètement autonome de l'électricité de sources d'énergie renouvelables : 1° pour la biomasse comme source d'énergie renouvelable, il s'agit : |
| a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | a) des équipements de raccordement et des frais de raccordement de |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
| aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
| b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) des équipements utilitaires de l'installation de production |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
| c) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | c) de l'installation de prétraitement qui est raccordée à |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | l'installation de production d'électricité ; |
| d) de motor of verbrandingsinstallatie met turbine van de | d) du moteur ou de l'installation de combustion avec turbine de |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | l'installation de production d'électricité ; |
| c) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) du générateur de l'installation de production d'électricité ; |
| d) de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | f) du contrôle de l'installation de production d'électricité. |
| 2° voor biogas uit rioolwaterzuiveringsslib of voor stortgas als | 2° pour le biogaz provenant de la fermentation des boues d'épuration |
| hernieuwbare energiebron, betreft dit: | ou pour le gaz de décharge comme source d'énergie renouvelable, il |
| a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | s'agit : a) des équipements de raccordement et des frais de raccordement de |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
| aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
| b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) des équipements utilitaires de l'installation de production |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
| c) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | c) de l'installation de prétraitement qui est raccordée à |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | l'installation de production d'électricité ; |
| d) de installaties nodig voor de productie van het biogas of voor de | d) des installations nécessaires à la production du biogaz ou à la |
| recuperatie van het stortgas voor elektriciteitsopwekking; | récupération du gaz de décharge pour la production d'électricité ; |
| e) de motor of turbine van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) du moteur ou de la turbine de l'installation de production d'électricité ; |
| f) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | f) du générateur de l'installation de production d'électricité ; |
| g) de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | g) du contrôle de l'installation de production d'électricité. |
| 3° voor andere biogasstromen als hernieuwbare energiebron dan 2°, | 3° pour les flux de biogaz comme source d'énergie renouvelable, autres |
| betreft dit: | que ceux visés au point 2°, il s'agit : |
| a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | a) des équipements de raccordement et des frais de raccordement de |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
| aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
| b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) des équipements utilitaires de l'installation de production |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
| c) de vergistingsinstallatie van de | c) des équipements de fermentation de l'installation de production |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
| d) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | d) de l'installation de prétraitement qui est raccordée à |
| elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | l'installation de production d'électricité ; |
| e) de motor of turbine van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) du moteur ou de la turbine de l'installation de production d'électricité ; |
| f) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | f) du générateur de l'installation de production d'électricité ; |
| g)de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | g) du contrôle de l'installation de production d'électricité. |
Art. 8.Indien een deel van een productie-installatie volledig |
Art. 8.Si une partie d'une installation de production peut produire |
| zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of | de manière complètement autonome de la chaleur thermique et de |
| l'énergie électrique ou mécanique et si des certificats de | |
| mechanische energie kan opwekken en hiervoor warmte-krachtcertificaten | cogénération ont été ou peuvent être attribués à cet effet, aucune |
| werden of kunnen worden toegekend, dan kan er conform artikel 7.4.1, § | aide ne peut être octroyée pour cette partie de l'installation |
| 1, tweede lid en artikel 7.5.1, § 1, tweede lid van het Energiebesluit | conformément à l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 2 et l'article 7.5.1, § |
| van 19 november 2010 voor dit deel van de installatie geen steun | 1er, alinéa 2 de l'Arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. |
| worden toegekend. De delen van de installatie die echter niet dienen | Cependant, les parties de l'installation qui ne servent pas à la |
| om zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of | production autonome de la chaleur thermique et de l'énergie électrique |
| mechanische energie op te wekken, maar dienen als | ou mécanique dans un seul processus, mais qui font fonction |
| nuttige-groenewarmte-installaties, installaties voor de benutting van | d'installations de chaleur verte utile ou d'installations pour |
| restwarmte komen wel in aanmerking voor de steun vermeld in artikel | l'utilisation de chaleur résiduelle sont éligibles à l'aide visée à |
| 7.4.1, § 1, eerste lid en artikel 7.5.1, § 1, eerste lid van het | l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 1er et l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 1er |
| Energiebesluit van 19 november 2010. Het Vlaams Energieagentschap bepaalt welke delen worden beschouwd deel uit te maken van een installatie die volledig zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of mechanische energie kan opwekken en waarvoor conform het Energiebesluit van 19 november 2010 warmte-krachtcertificaten werden of kunnen worden toegekend. In dit kader worden minstens de volgende delen van een installatie door het Vlaams Energieagentschap beschouwd als zijnde een onderdeel van een installatie die volledig zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of mechanische energie kan opwekken: | de l'Arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. L'Agence flamande de l'Energie détermine les parties qui seront considérées comme faisant partie d'une installation qui peut produire de manière complètement autonome de la chaleur thermique et de l'énergie électrique ou mécanique dans un seul processus et pour laquelle des certificats de cogénération ont été octroyés ou peuvent être octroyés conformément à l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Dans ce cadre, au moins les parties suivantes d'une installation sont considérées par l'Agence flamande de l'Energie comme faisant partie d'une installation qui peut produire de manière complètement autonome de la chaleur thermique ou de l'énergie mécanique dans un seul processus : |
| 1° de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | 1° les équipements de raccordement et les frais de raccordement de |
| warmte-krachtinstallatie op het elektriciteits- en aardgasnet voor wat | l'installation de cogénération au réseau d'électricité et de gaz |
| betreft de afname van aardgas; | naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
| 2° de utiliteitsvoorzieningen van de warmte-krachtinstallatie; | 2° les équipements d'utilité de l'installation de cogénération ; |
| 3° de motor van de warmte-krachtinstallatie; | 3° le moteur de l'installation de cogénération ; |
| 4° de turbine van de warmte-krachtinstallatie; | 4° la turbine de l'installation de cogénération ; |
| 5° de warmtewisselaars van de warmte-krachtinstallatie voor zover zij | 5° les échangeurs de chaleur de l'installation de cogénération pour |
| geen deel uitmaken van de warmtetoepassing; | autant qu'ils ne font pas partie de l'application de chaleur ; |
| 6° HRSG-ketel (Heat Recovery Steam Generator) van de | 6° la chaudière HRSG (Heat Recovery Steam Generator) de l'installation |
| warmte-krachtinstallatie; | de cogénération ; |
| 7° de generator van de warmte-krachtinstallatie; | 7° le générateur de l'installation de cogénération ; |
| 8° de sturing van de warmte-krachtinstallatie. | 8° le contrôle de l'installation de cogénération. |
Art. 9.Voor de berekening van de in aanmerking komende kosten voor |
Art. 9.Aux fins du calcul des frais éligibles pour des installations |
| nuttige-groenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene | de chaleur verte utile pour la production de chaleur verte utile et |
| warmte en installaties voor de benutting van restwarmte wordt als | des installations pour l'utilisation de la chaleur résiduelle, |
| referentie-installatie een hoogrendementsketel op aardgas gebruikt | l'installation de référence retenue est une chaudière au gaz naturel à |
| voor de productie van warmte, een stoomketel op aardgas voor de | haut rendement pour la production de chaleur, une chaudière à vapeur |
| productie van stoom, en een elektrisch aangedreven | au gaz naturel pour la production de vapeur et une machine |
| compressiekoelmachine voor de productie van koude. | frigorifique à compression pour la production de froid. |
| Het Vlaams Energieagentschap bepaalt welke delen worden beschouwd deel | L'Agence flamande de l'Energie détermine les parties qui sont |
| uit te maken van de referentie-installatie, hoe de | considérées comme faisant partie de l'installation de référence, |
| referentie-installatie gedimensioneerd wordt en welke | comment l'installation de référence est dimensionnée et quels sont les |
| investeringskosten gehanteerd worden. | coûts d'investissement. |
Art. 10.De steun voor de benutting van restwarmte wordt berekend op |
Art. 10.L'aide pour l'utilisation de la chaleur résiduelle est |
| basis van de bijkomende benutting van de restwarmte ten opzichte van | calculée sur la base de l'utilisation complémentaire de la chaleur |
| het huidige gebruik van de restwarmte. | résiduelle par rapport à l'utilisation actuelle de la chaleur |
| De in aanmerking komende kosten worden gecorrigeerd met volgende | résiduelle. Les frais éligibles sont corrigés à l'aide du facteur de correction |
| correctiefactor: | suivant : |
| Correctiefactor = 1- ? huidig valorisatieproces ? nieuw | Correctiefactor = 1 - ? huidig valorisatieproce ? nieuw |
| valorisatieproces | valorisatieproces |
| waarbij: | où: |
| ? huidig valorisatieproces: het rendement van het huidig | ? processus de valorisation actuel : le rendement du processus de |
| valorisatieproces van de restwarmte rekening houdend met de | valorisation actuel de la chaleur résiduelle compte tenu du facteur de |
| omrekeningsfactor naar primaire energie; | conversion vers l'énergie primaire ; |
| ? nieuw valorisatieproces: het rendement van het nieuwe | ? nouveau processus de valorisation : le rendement du nouveau |
| valorisatieproces van de restwarmte rekening houdend met de | processus de valorisation de la chaleur résiduelle compte tenu du |
| omrekeningsfactor naar primaire energie. | facteur de conversion vers l'énergie primaire. |
| Indien de restwarmte in de huidige toestand onbenut is, dan is de | Lorsque la chaleur résiduelle dans l'état présent est inutilisée, le |
| correctiefactor 1. | facteur de correction s'élève à 1. |
| Het Vlaams Energieagentschap bepaalt hoe het rendement rekening houdt | L'Agence flamande de l'Energie détermine comment le rendement tient |
| met de omrekeningsfactor naar primaire energie. | compte du facteur de conversion vers l'énergie primaire. |
Art. 11.Het aandeel hernieuwbare energiebronnen of restwarmte in de |
Art. 11.La part de sources d'énergie renouvelables ou de chaleur |
| inputstroom van de stadsverwarming of -koeling wordt berekend aan de | résiduelle dans le flux entrant du système de chauffage ou de |
| refroidissement urbain est calculée à l'aide d'un formulaire sur le | |
| hand van een formulier op de website van het Vlaamse | site web de l'Agence flamande de l'Energie. La part est fixée sur la |
| Energieagentschap. Het aandeel wordt bepaald op basis van de | base de la production annuelle d'énergie attendue. L'Agence flamande |
| jaarlijkse verwachte energieproductie. Het Vlaams Energieagentschap | de l'Energie établit le formulaire. Le formulaire comprend au moins la |
| stelt het formulier op. Het formulier bevat minstens de vraag om voor | demande d'indiquer, pour chaque générateur de chaleur, le type de |
| elke warmteopwekker het soort opwekker, het type van brandstof en het | générateur, le type de combustible et la puissance thermique nominale |
| nominaal thermisch vermogen te geven en desgevallend, per | et, le cas échéant, de mentionner par générateur de chaleur la |
| warmteopwekker het elektrisch vermogen voor pompen, motoren en | puissance électrique requise pour les pompes, les moteurs et les |
| hulpfuncties van de warmteopwekker te vermelden indien het | fonctions auxiliaires du générateur de chaleur, si la puissance |
| hulpenergieverbruik in detail wordt berekend. | énergétique auxiliaire est calculée en détail. |
Art. 12.Investeringen voor de bouw van warmterecuperatie bij een |
Art. 12.Des investissements dans la construction de récupérateurs de |
| bestaande afvalverbrandingsinstallatie, worden niet beschouwd als een | chaleur dans une installation d'incinération des déchets existante ne |
| nieuwe nuttige-groenewarmte-installatie of als de vernieuwing van een | sont pas considérés comme une nouvelle installation de chaleur verte |
| nuttige-groenewarmte-installatie. | utile ou comme la rénovation d'une installation de chaleur verte |
Art. 13.Investeringen betreffende warmterecuperatie bij nieuwe |
utile. Art. 13.Des investissements relatifs à la récupération de chaleur |
| afvalverbrandingsinstallaties komen enkel in aanmerking als | dans de nouvelles installations d'incinération des déchets ne sont |
| nuttige-groenewarmte-installatie als de afvalverbrandingsinstallatie | éligibles comme installation de chaleur verte utile que lorsque |
| een primaire energiebesparing behaalt van meer dan 55%. Daarbij wordt | l'installation d'incinération des déchets atteint une économie |
| dit percentage berekend als het netto thermisch rendement in | d'énergie primaire de plus de 55%. Ce pourcentage est calculé comme le |
| procent/0,85 + het netto elektrisch rendement in procent/0,55. Het | rendement thermique net en pour cent/0,85 + le rendement électrique |
| netto thermisch rendement is gelijk aan de effectief extern aan het | net en pour cent/0,55. Le rendement thermique net est égal à la |
| project benutte warmte die voldoet aan een economisch aantoonbare | chaleur effectivement utilisée externe au projet qui satisfait à la |
| vraag, gedeeld door de onderste verbrandingswaarde van de | demande économiquement justifiable divisée par la valeur de combustion |
| inputstromen, uitgedrukt in GWh en op jaarbasis. Het netto elektrisch | inférieure des flux entrants exprimés en GWh et sur une base annuelle. |
| rendement is gelijk aan de geproduceerde elektriciteit verminderd met | Le rendement électrique net est égal à l'électricité produite diminuée |
| het eigenverbruik voor afvalverwerking en energierecuperatie, en | de l'utilisation propre pour le traitement de déchets et la |
| gedeeld door de onderste verbrandingswaarde van de inputstromen, | récupération d'énergie et divisée par la valeur de combustion |
| uitgedrukt in GWh en op jaarbasis. | inférieure des flux entrants exprimés en GWh et sur une base annuelle. |
Art. 14.Enkel investeringen voor warmterecuperatie in |
Art. 14.Seuls les investissements dans la récupération de chaleur |
| afvalverbrandingsinstallaties komen in aanmerking als | dans des installations d'incinération des déchets sont éligibles comme |
| nuttige-groenewarmte-installatie, conform artikel 7.4.2, § 1, elfde | installation de chaleur verte utile conformément à l'article 7.4.2, § |
| lid, 1° van het Energiebesluit van 19 november 2010. Investeringen voor elektriciteitsproductie betreffen minstens de stoomketel, turbine en de condensor. Conform hetzelfde artikel worden de investeringen die zowel voor elektriciteit- als voor warmteproductie noodzakelijk zijn, verdeeld in enerzijds elektriciteitsproductie anderzijds warmteproductie pro rata het respectievelijk aandeel ingezet voor elektriciteitsproductie en warmteproductie. Investeringen voor afvalverbranding of -verwerking komen niet in aanmerking voor steun. Deze omvatten onder meer investeringen voor aanvoer, bewerking en opslag van afvalstoffen, het afvalverbrandingsgedeelte, de rookgaszuivering, investeringen voor de afvoer van restproducten van het verbrandingsproces en de gebouwen. Start-up-kosten en generieke kosten komen niet in aanmerking, tenzij | 1er, alinéa 11, 1° de l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Des investissements dans la production d'électricité concernent au moins la chaudière à vapeur, la turbine et le condenseur. Conformément au même article, les investissements nécessaires tant pour la production d'électricité que pour la production de chaleur sont divisés en investissements dans la production d'électricité d'une part, et, dans la production de chaleur, d'autre part, au prorata des parts respectives utilisées pour la production d'électricité et pour la production de chaleur. Des investissements dans l'incinération des déchets ou le traitement des déchets ne sont pris en considération pour une aide. Ces investissements comprennent entre autres des investissements dans l'apport, le traitement et le stockage de déchets, l'incinération des déchets, l'épuration des émissions gazeuses, des investissements dans l'évacuation de produits résiduels du processus d'incinération et les bâtiments. Les coûts de démarrage et les frais génériques ne sont pas éligibles à moins qu'il puisse être démontré que ceux-ci sont uniquement |
| aangetoond kan worden dat de kosten enkel nodig zijn voor | nécessaires pour la récupération de chaleur. |
| warmterecuperatie. | |
Art. 15.Er kan enkel steun toegekend worden aan warmtepompen uit |
Art. 15.L'aide est uniquement octroyée aux pompes à chaleur de |
| artikel 6, 7° die voldoen aan de minimale energie-efficiëntie vermeld | l'article 6, 7° qui satisfont aux exigences minimales en matière |
| d'efficacité énergétique visées à l'annexe II à l'arrêté ministériel | |
| in bijlage II bij het ministerieel besluit van 5 december 2018 | du 5 décembre 2018 fixant les modalités, exigences techniques et |
| houdende vaststelling van de nadere regels, technische vereisten en | |
| hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve | montants des primes, accompagnements de parcours et projets de |
| renovatieprojecten, vermeld in artikel 6.4.1/1, artikel 6.4.1/1/1, | rénovation collective, visés aux articles 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, |
| artikel 6.4.1/1/2, artikel 6.4.1/1/3, artikel 6.4.1/4, artikel | 6.4.1/1/2, 6.4.1/1/3, 6.4.1/4, 6.4.1/5, 6.4.1/9 et 6.4.1/9/1 de |
| 6.4.1/5, artikel 6.4.1/9 en artikel 6.4.1/9/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010. | l'Arrêté sur l'Energie du 19 novembre 2010. |
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 16.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
| ervan in het Belgisch Staatsblad. | au Moniteur belge. |
| Brussel, 23 juli 2019. | Bruxelles, le 23 juillet 2019. |
| De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, | La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l'Energie, |
| L. PEETERS | L. PEETERS |