← Terug naar "Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun arbeiders vallen onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking "
| Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun arbeiders vallen onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking | Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la compétence de la commission paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
| 20 FEBRUARI 2018. - Ministerieel besluit tot vrijstelling van de | 20 FEVRIER 2018. - Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation |
| verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de | d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs |
| ondernemingen die voor hun arbeiders vallen onder de bevoegdheid van | ouvriers, relèvent de la compétence de la commission paritaire de |
| het paritair comité voor de stoffering en de houtbewerking (1) | l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois (1) |
| De Minister van Werk, | Le Ministre de l'Emploi, |
| Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | Vu la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, |
| werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 42, gewijzigd bij de wetten | notamment l'article 42, modifié par les lois du 22 décembre 2003 et du |
| van 22 december 2003 en 17 mei 2007; | 17 mai 2007; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van | Vu l'arrêté royal du 30 mars 2000 d'exécution des articles 32, § 2, |
| de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, | alinéa 1er, 33, § 2, alinéa 3, 34, 39, § 4, alinéa 2 et § 5, alinéa 2, |
| tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, | 42, § 2, 46, alinéa 1er, 47, § 4, alinéas 1er et 4 de la loi du 24 |
| eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering | décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, notamment l'article |
| van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de | |
| koninklijke besluiten van 21 januari 2002 en van 21 januari 2004 en 19 | 10, modifié par les arrêtés royaux du 21 janvier 2002 et du 21 janvier |
| mei 2010; | 2004 et du 19 mai 2010; |
| Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2017 | Vu la convention collective de travail du 21 juin 2017 concernant les |
| betreffende de risicogroepen en de ingroeibanen; | groupes à risque et les emplois tremplins; |
| Gelet op de aanvraag en het advies van het paritair comité 126 voor de | Vu la demande et l'avis de la commission paritaire 126 de |
| stoffering en de houtbewerking van 6 september 2017; | l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois du 6 septembre |
| Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | 2017; Vu la proposition du Comité de gestion de l'Office national de |
| Arbeidsvoorziening gedaan op 1 februari 2018; | l'Emploi faite le 1er février 2018; |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun arbeiders vallen onder de |
Article 1er.Les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la |
| bevoegdheid van het paritair comité voor de stoffering en de | compétence de la commission paritaire de l'ameublement et de |
| houtbewerking worden volledig vrijgesteld van de verplichting nieuwe | l'industrie transformatrice du bois sont exemptées entièrement de |
| werknemers in dienst te nemen met een startbaanovereenkomst voor de | l'obligation d'occuper des nouveaux travailleurs avec une convention |
| periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019. | de premier emploi pour la période du 1er janvier 2018 au 31 décembre 2019. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018. |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2018. |
| Brussel, 20 februari 2018. | Bruxelles, le 20 février 2018. |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Nota | Note |
| (1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Loi du 24 décembre 1999, Moniteur belge du 27 janvier 2000. | Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000. |
| Loi du 22 décembre 2003; Moniteur belge du 31 décembre 2003. | Wet van 22 december 2003, Belgisch Staatsblad van 31 december 2003. |
| Loi du 17 mai 2007, Moniteur belge du 19 juin 2007. | Wet van 17 mei 2007, Belgisch Staatsblad van 19 juni 2007. |
| Arrêté royal du 30 mars 2000, Moniteur belge du 31 mars 2000. | Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000. |
| Arrêté royal du 21 janvier 2002, Moniteur belge du 7 février 2002. | Koninklijk besluit van 21 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 |
| februari 2002. | |
| Arrêté royal du 21 janvier 2004, Moniteur belge du 3 février 2004. | Koninklijk besluit van 21 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 3 |
| februari 2004. | |
| Arrêté royal du 19 mai 2010, Moniteur belge du 31 mai 2010. | Koninklijk besluit van 19 mei 2010, Belgisch Staatsblad van 31 mei |
| 2010. | |