| Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid inzake de legitimatiekaart van de gerechtelijke deskundigen van het NICC | Arrêté ministériel accordant délégation de pouvoir en matière de cartes de légitimation des experts judiciaires à l'INCC |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 14 MAART 2008. - Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid inzake de legitimatiekaart van de gerechtelijke deskundigen van het NICC De Minister van Justitie, | SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 14 MARS 2008. - Arrêté ministériel accordant délégation de pouvoir en matière de cartes de légitimation des experts judiciaires à l'INCC Le Ministre de la Justice, |
| Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 houdende het statuut | Vu l'arrêté royal du 20 avril 1965 relatif au statut organique des |
| van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, zoals tot op heden gewijzigd; | établissements scientifiques de l'Etat, tel que modifié à ce jour; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van | Vu l'arrêté royal du 21 avril 1965 fixant le statut du personnel |
| het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke | |
| instellingen van de Staat, zoals tot op heden gewijzigd; | scientifique des établissements scientifiques de l'Etat, tel modifié à |
| Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van | ce jour; Vu l'arrêté royal du 5 novembre 1971 portant création et érection en |
| een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met een statuut van | établissement scientifique de l'Etat de l'Institut national de |
| wetenschappelijke inrichting van de Staat; | Criminalistique; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1972 houdende nadere | Vu l'arrêté royal du 14 novembre 1972 portant des dispositions |
| regelen betreffende de oprichting van het Nationaal Instituut voor | particulières en vue de la mise sur pied de l'Institut national de |
| Criminalistiek; | Criminalistique; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting | Vu l'arrêté royal du 23 mai 2001 portant création du Service public |
| van de Federale Overheidsdienst Justitie; | fédéral Justice; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 22 janvier 2003 relatif à la désignation et à |
| aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de | l'exercice des fonctions de management au sein des établissements |
| wetenschappelijke instellingen van de Staat en dat diverse wijzigingen | scientifiques de l'Etat et apportant diverses modifications aux |
| aanbrengt in de personeelsstatuten van de wetenschappelijke | statuts du personnel des établissements scientifiques de l'Etat; |
| instellingen van de Staat; Gelet op het ministerieel besluit van 15 juli 2002 houdende overdracht van bepaalde bevoegdheden betreffende het wetenschappelijk en het niet-wetenschappelijk personeel bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, zoals gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 januari 2003 tot wijziging van de ministeriële besluiten van 15 juli 2002 houdende overdracht van bepaalde bevoegdheden; Overwegende dat het voor een goede werking van de instellingen van Justitie en een goede dienstverlening efficiënt is bepaalde ministeriële bevoegdheden over te dragen aan de Directeur-generaal van het NICC; Overwegende dat deze legitimatiekaart voldoende bekendheid en belangrijkheid verwerft, Besluit : Artikel 1.De Minister van Justitie verleent delegatie aan de Directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie voor het uitreiken en ondertekenen van legitimatiebewijzen aan de gerechtelijke deskundigen, verbonden aan het NICC. Art. 2.§ 1. De legitimatiekaart van de gerechtelijke deskundigen van het NICC bevat volgende vermeldingen : naam, voornaam en foto van het personeelslid, het nummer van de persoonlijke identiteitskaart van het personeelslid, het logo van de FOD Justitie, de vermeldingen « FOD Justitie » en « Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie », het adres van het NICC, de Belgische driekleur, handtekening van het personeelslid, handtekening van de Directeur-generaal « voor de Minister van Justitie ». § 2. Op de achterzijde staat, in de drie nationale talen, met voorrang van de taal van de titularis, de volgende melding : « De titularis is gerechtelijke deskundige of diens gemachtigde. Hij is bevoegd deze hoedanigheid te laten gelden bij de uitoefening van zijn opdrachten. De gestelde overheden erkennen deze hoedanigheid en worden verzocht hem steun en bescherming te verlenen bij de uitoefening van de opdrachten waarvoor hij werd aangesteld. » Art. 3.De Directeur-generaal van het NICC bepaalt de regels inzake diefstal, verlies, beschadiging van de legitimatiekaart. |
Vu l'arrêté ministériel de 15 juillet 2002 portant délégation de certaines compétences en ce qui concerne le personnel scientifique et non scientifique de l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie, tel que modifié par l'arrêté ministériel du 16 janvier 2003 modifiant les arrêtés ministériels du 15 juillet 2002 portant délégation de certaines compétences; Considérant qu'il est efficace pour un bon fonctionnement des institutions de la Justice et en vue d'assurer un service de qualité, de déléguer certaines compétences ministérielles au Directeur général de l'INCC; Considérant que cette carte de légitimation obtient assez de connaissance et importance, Arrête : Article 1er.Le Ministre de la Justice accorde délégation au Directeur général de l'Institut national de Criminalistique et Criminologie pour signer et délivrer les cartes de légitimation aux experts judiciaires qui sont attachés à l'INCC. Art. 2.§ 1er. La carte de légitimation des experts judiciaires contient les indications suivantes : le nom, prénom et photo du membre du personnel, le numéro de sa carte d'identité, le logo du SPF Justice, les indications « SPF Justice » et « Institut national de Criminalistique et Criminologie », l'adresse de l'INCC, le drapeau belge, la signature du membre du personnel, la signature du Directeur général « pour le Ministre de la Justice ». § 2. Au verso il est mis, dans les trois langues nationales avec priorité à la langue du titulaire, la mention suivante : « Le titulaire est expert judiciaire ou son délégué. Il est autorisé à faire valoir cette qualité dans l'exercice de ses fonctions. Les autorités constituées le reconnaissent et sont invitées à lui prêter aide et protection dans l'exercice des mission dont il a la charge. » Art. 3.Le Directeur général définit les règles concernant le vol, la perte et les dégâts occasionnés à la carte de légitimation. |
| J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |