| Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 3 jaar - 4 maart 2023-2026 en van de Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2023-2033 | Arrêté ministériel relatif à l'émission du bon d'Etat à 3 ans - 4 mars 2023-2026 et du bon d'Etat à 10 ans - 4 mars 2023-2033 | 
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES | 
| 13 MAART 2023. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de | 13 MARS 2023. - Arrêté ministériel relatif à l'émission du bon d'Etat | 
| Staatsbon op 3 jaar - 4 maart 2023-2026 en van de Staatsbon op 10 jaar | à 3 ans - 4 mars 2023-2026 et du bon d'Etat à 10 ans - 4 mars | 
| - 4 maart 2023-2033 | 2023-2033 | 
| De Minister van Financiën, | Le Ministre des Finances, | 
| Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de | Vu la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette | 
| effecten van de overheidsschuld en het monetair | publique et aux instruments de la politique monétaire, modifiée par | 
| beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 | les lois des 28 juillet 1992, 4 avril 1995, 15 juillet 1998, 28 | 
| april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 | février 2002, 15 décembre 2004, 14 décembre 2005,2 juin 2010, 25 avril | 
| december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 | 2014, 25 octobre 2016, 25 décembre 2016, 30 juillet 2018, 4 février | 
| december 2016, 30 juli 2018, 4 februari 2020 en 27 juni 2021, en bij | 2020 et 27 juin 2021, et par les arrêtés royaux des 3 mars 2011 et 25 | 
| de koninklijk besluiten van 3 maart 2011 en 25 april 2014; | avril 2014; | 
| Gelet op de wet van 26 december 2022 houdende de Middelenbegroting | Vu la loi du 26 décembre 2022 contenant le budget des Voies et Moyens | 
| voor het begrotingsjaar 2023, artikel 8, § 1, 1° ; | de l'année budgétaire 2023, l'article 8, § 1er, 1° ; | 
| Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 23 janvier 1991 relatif aux titres de la dette de | 
| effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | l'Etat, modifié par les arrêtés royaux des 22 juillet 1991, 10 février | 
| van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 | 1993, 26 novembre 1998, 11 juin 2001, 5 mars 2006, 26 avril 2007, 31 | 
| maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november | mai 2009, 18 juin 2014 et 19 novembre 2015; | 
| 2015; Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif à l'émission des bons | 
| uitgifte van de Staatsbons gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | d'Etat, modifié par les arrêtés royaux des 26 mai 2002, 18 février | 
| 26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006, 23 mei | 2003, 31 juillet 2004, 10 novembre 2006, 23 mai 2007, 23 février 2012, | 
| 2007, 23 februari 2012, 29 maart 2012, 17 februari 2013 en 7 april | 29 mars 2012, 17 février 2013 et 7 avril 2017; | 
| 2017; Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 2022 dat de Minister | Vu l'arrêté royal du 28 décembre 2022 autorisant le Ministre des | 
| van Financiën machtigt tot voortzetting in 2023, van de uitgifte van | Finances à poursuivre, en 2023, l'émission des emprunts dénommés | 
| de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de uitgifte van de | "Obligations linéaires", l'émission des emprunts dénommés "Bons | 
| leningen genaamd "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", | d'Etat" ainsi que les "Euro Medium Term Notes", article 1er, 2° ; | 
| artikel 1, 2° ; Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de | Vu l'arrêté ministériel du 10 juillet 2000 relatif à l'émission des | 
| uitgifte van Staatsbons gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 | bons d'Etat, modifié par les arrêtés ministériels des 21 mai 2003, 24 | 
| mei 2003, 24 mei 2007 en 21 november 2014; | mai 2007 et 21 novembre 2014; | 
| Besluit : | Arrête : | 
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen  | 
Article 1er.Il est émis deux emprunts dénommés respectivement : « Bon  | 
| respectievelijk genaamd: « Staatsbon op 3 jaar » en « Staatsbon op 10 | d'Etat à 3 ans » et « Bon d'Etat à 10 ans ». | 
| jaar ».   Art. 2.De Staatsbon op 3 jaar - 4 maart 2023-2026 rent 2.60 % per  | 
Art. 2.Le bon d'Etat à 3 ans - 4 mars 2023-2026 porte intérêt au taux  | 
| jaar vanaf 4 maart 2023 tot en met 3 maart 2026. | de 2.60 % l'an du 4 mars 2023 au 3 mars 2026 inclus. | 
| De Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2023-2033 rent 3.00 % per jaar vanaf | Le bon d'Etat à 10 ans - 4 mars 2023-2033 porte intérêt au taux de | 
| 4 maart 2023 tot en met 3 maart 2033. | 3.00 % l'an du 4 mars 2023 au 3 mars 2033 inclus. | 
Art. 3.De openbare inschrijving op deze Staatsbons zoals bedoeld in  | 
Art. 3.La souscription publique à ces bons d'Etat telle que visée à  | 
| artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000, wordt | l'article 6 de l'arrêté royal du 9 juillet 2000, est ouverte le 23 | 
| opengesteld op 23 februari 2023; zij wordt afgesloten 3 maart 2023. De | février 2023; elle est close le 3 mars 2023. La date de paiement est | 
| datum van betaling is vastgesteld op 6 maart 2023. De betaling is | fixée au 6 mars 2023. Le paiement est effectué intégralement en | 
| volledig in speciën. | espèces. | 
Art. 4.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 3 jaar - 4 maart  | 
Art. 4.Le prix d'émission du bon d'Etat à 3 ans - 4 mars 2023-2026  | 
| 2023-2026 is vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. | est fixé à 100.00 % de la valeur nominale. | 
| De uitgifteprijs van de Staatsbon op 10 jaar - 4 maart 2023-2033 is | Le prix d'émission du bon d'Etat à 10 ans - 4 mars 2023-2033 est fixé | 
| vastgesteld tegen 100.00 % van de nominale waarde. | à 100.00 % de la valeur nominale. | 
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 23 februari 2023.  | 
Art. 5.Le présent arrêté produit ses effets le 23 février 2023.  | 
| Brussel, 13 maart 2023. | Bruxelles, le 13 mars 2023. | 
| V. VAN PETEGHEM | V. VAN PETEGHEM |