Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmteinstallaties voor de productie van nuttige groene warmte uit biomassa en uit aardwarmte uit de diepe ondergrond, installaties voor de benutting van restwarmte en installaties voor de productie van biomethaan | Arrêté ministériel portant organisation d'un appel à l'introduction de demandes d'aide pour des installations de chaleur écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à partir de la biomasse et de l'énergie géothermique du sous-sol profond, des installations pour l'utilisation de chaleur résiduelle et des installations pour la production de biométhane |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
Leefmilieu, Natuur en Energie | Environnement, Nature et Energie |
13 JANUARI 2017. - Ministerieel besluit houdende de organisatie van | 13 JANVIER 2017. - Arrêté ministériel portant organisation d'un appel |
een call voor het indienen van steunaanvragen voor | à l'introduction de demandes d'aide pour des installations de chaleur |
nuttige-groenewarmteinstallaties voor de productie van nuttige groene | écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à |
warmte uit biomassa en uit aardwarmte uit de diepe ondergrond, | partir de la biomasse et de l'énergie géothermique du sous-sol |
installaties voor de benutting van restwarmte en installaties voor de | profond, des installations pour l'utilisation de chaleur résiduelle et |
productie van biomethaan | des installations pour la production de biométhane |
DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCI"N EN ENERGIE, | LA MINISTRE FLAMANDE DU BUDGET, DES FINANCES ET DE L'ENERGIE, |
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikels 8.3.1 en 8.4.1; | Vu le décret sur l'Energie du 8 mai 2009, articles 8.3.1 et 8.4.1 ; |
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, de artikelen 7.4.1, | Vu l'Arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, article 7.4.1, § |
§ 2,derde lid, 7.4.2, § 1, zesde lid, tweede zin, en 7.4.3, § 3, | 2, alinéa 3, article 7.4.2, § 1er, alinéa 6, deuxième phrase, et |
vijfde lid, tweede en derde zin, ingevoegd bij het besluit van de | article 7.4.3, § 3, alinéa 5, deuxième et troisième phrases, inséré |
Vlaamse Regering van 13 september 2013, het artikel 7.4.1, § 2, tweede | par l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013, article |
lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 | 7.4.1, § 2, alinéa 2, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du |
september 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering | 13 septembre 2013 et modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du |
van 17 juli 2016, de artikelen 7.5.1, § 2,derde lid en § 6, eerste | 17 juillet 2016, article 7.5.1, § 2, alinéa 3, et § 6, alinéa 1er, |
lid, 7.5.2, § 1, tweede lid, tweede zin, en 7.5.3, § 3, vijfde lid, | article 7.5.2, § 1er, alinéa 2, deuxième phrase, et article 7.5.3, § |
tweede en derde zin, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering | 3, alinéa 5, deuxième et troisième phrases, inséré par l'arrêté du |
van 13 september 2013, het artikel 7.5.1, § 2, tweede lid, ingevoegd | Gouvernement flamand du 13 septembre 2013, article 7.5.1, § 2, alinéa |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 en | 2, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 et |
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2016,de | modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 juillet 2016, |
artikelen 7.6.1, § 2, derde lid, 7.6.2, § 1, derde lid, tweede zin, en | article 7.6.1, § 2, alinéa 3, article 7.6.2, § 1er, alinéa 3, deuxième |
7.6.3, § 3, vijfde lid, tweede en derde zin, ingevoegd bij het besluit | phrase, et article 7.6.3, § 3, alinéa 5, deuxième et troisième |
van de Vlaamse Regering van 13 september 2013, het artikel 7.6.1, § 2, | phrases, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre |
tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 | 2013, article 7.6.1, § 2, alinéa 2, inséré par l'arrêté du |
september 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 et modifié par l'arrêté du |
van 17 juli 2016, de artikelen 7.7.1, § 2, derde lid, 7.7.2, § 1, | Gouvernement flamand du 17 juillet 2016, article 7.7.1, § 2, alinéa 3, |
vijfde lid, tweede zin, en 7.7.3, § 3, vijfde lid, tweede en derde zin | 7.7.2, § 1er, alinéa 5, deuxième phrase, et article 7.7.3, § 3, alinéa |
5, deuxième et troisième phrases, inséré par l'arrêté du Gouvernement | |
ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 en | flamand du 17 juillet 2015 et article 7.7.1, § 2, alinéa 2, inséré par |
het artikel 7.7.1, § 2, tweede lid, ingevoegd bij het besluit van de | |
Vlaamse Regering van 17 juli 2015 en gewijzigd bij het besluit van de | l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 juillet 2015 et modifié par |
Vlaamse Regering van 15 juli 2016; | l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2016 ; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 21 november | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 21 novembre 2016 ; |
2016; Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 5 december 2016 bij | Vu la demande d'avis dans un délai de trente jours, adressée au |
de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, | Conseil d'Etat le 5 décembre 2016 en application de l'article 84, § 1er, |
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Considérant l'absence de communication de l'avis dans ce délai ; |
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Vu l'article 84, § 4, alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, |
State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | coordonnées le 12 janvier 1973, |
Besluit : | Arrête : |
Article 1er.En 2017, les premiers appels à l'introduction de demandes |
|
d'aide pour des installations de chaleur écologique utile pour la | |
production de chaleur écologique utile à partir de la biomasse ou de | |
l'énergie géothermique du sous-sol profond, des installations pour | |
l'utilisation de chaleur résiduelle et des installations pour la | |
Artikel 1.De eerste calls in 2017 voor nuttige-groenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene warmte uit biomassa of uit aardwarmte uit de diepe ondergrond, voor installaties voor de benutting van restwarmte en voor installaties voor de productie van biomethaan worden opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 1 februari 2017 tot en met 15 maart 2017. Art. 2.Het totale bedrag voor deze calls tot indiening van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene warmte uit biomassa of uit aardwarmte uit de diepe ondergrond, voor de benutting van restwarmte en voor de productie van biomethaan bedraagt 10.500.000 euro uit het Energiefonds vermeerderd met het niet-toegekende deel van het bedrag van de calls in 2015. De som bedraagt 12.075.221 euro. |
production de biométhane sont ouverts du 1er février 2017 au 15 mars 2017 inclus. Art. 2.Le montant total pour ces appels à l'introduction de demandes d'aide pour des installations de chaleur écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à partir de la biomasse ou de l'énergie géothermique du sous-sol profond, pour l'utilisation de chaleur résiduelle et pour la production de biométhane s'élève à 10.500.000 euros du Fonds de l'Energie, majorés de la partie non attribuée du montant des appels en 2015. Le montant s'élève à 12.075.221 euros. |
Art. 3.Het maximale steunbedrag voor de eerste call in 2017 tot |
Art. 3.Le montant maximal d'aide pour le premier appel de 2017 à |
indiening van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmte-installaties | l'introduction de demandes d'aide pour des installations de chaleur |
voor de productie van nuttige groene warmte uit biomassa met een bruto | écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à |
thermisch vermogen van meer dan 1 MW is 1.000.000 euro. | partir de la biomasse d'une puissance thermique brute supérieure à 1 |
MW s'élève à 1.000.000 euros. | |
Art. 4.Het maximale steunbedrag voor de eerste call in 2017 tot |
Art. 4.Le montant maximal d'aide pour le premier appel de 2017 à |
indiening van steunaanvragen voor de benutting van restwarmte is | l'introduction de demandes d'aide pour l'utilisation de chaleur |
6.075.221 euro. | résiduelle s'élève à 6.075.221 euros. |
Art. 5.Het maximale steunbedrag voor de eerste call in 2017 tot |
Art. 5.Le montant maximal d'aide pour le premier appel de 2017 à |
indiening van steunaanvragen voor de productie van biomethaan is | l'introduction de demandes d'aide pour la production de biométhane |
1.000.000 euro. | s'élève à 1.000.000 euros . |
Art. 6.Het maximale steunbedrag voor de eerste call in 2017 tot |
Art. 6.Le montant maximal d'aide pour le premier appel de 2017 à |
indiening van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmte-installaties | l'introduction de demandes d'aide pour des installations de chaleur |
écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à | |
voor de productie van nuttige groene warmte uit aardwarmte uit de | partir de l'énergie géothermique du sous-sol profond d'une puissance |
diepe ondergrond met een bruto thermisch vermogen van meer dan 5 MW is | thermique brute supérieure à 5 MW s'élève à 4.000.000 euros. |
4.000.000 euro. Art. 7.Indien een deel van een productie-installatie volledig |
Art. 7.Si une partie d'une installation de production peut produire |
zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken | de façon entièrement autonome de l'électricité à partir de sources |
en hiervoor groenestroomcertificaten werden of kunnen worden | d'énergie renouvelables et que des certificats verts ont été ou |
peuvent être attribués à cet effet, aucune aide ne peut être octroyée | |
toegekend, dan kan er conform artikel 7.4.1, § 1, eerste lid, artikel | pour cette partie de l'installation conformément à l'article 7.4.1, § |
7.5.1, § 1, eerste lid, artikel 7.6.1, § 1, eerste lid en artikel | 1er, alinéa 1er, à l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 1er, à l'article |
7.7.1, § 1, eerste lid van het Energiebesluit van 19 november 2010 | 7.6.1, § 1er, alinéa 1er et à l'article 7.7.1, § 1er, alinéa 1er, de |
voor dit deel van de installatie geen steun worden toegekend. De delen | l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Les parties de |
l'installation qui ne servent pas à la production autonome | |
van de installatie die echter niet dienen om zelfstandig elektriciteit | d'électricité, mais qui servent d'installations de chaleur écologique |
op te wekken, maar dienen als nuttige-groenewarmte-installaties, | utile, d'installations pour l'utilisation de chaleur résiduelle ou |
installaties voor de benutting van restwarmte of installaties voor de | d'installations pour la production de biométhane sont toutefois |
productie van biomethaan komen wel in aanmerking voor de steun vermeld | éligibles à l'aide visée à l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 1er, à |
in artikel 7.4.1, § 1, eerste lid, artikel 7.5.1, § 1, eerste lid, | l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 1er, à l'article 7.6.1, § 1er, alinéa 1er |
artikel 7.6.1, § 1, eerste lid en artikel 7.7.1, § 1, eerste lid van | et à l'article 7.7.1, § 1er, alinéa 1er de l'arrêté relatif à |
het Energiebesluit van 19 november 2010. Het Vlaams Energieagentschap bepaalt bij elke ingediende steunaanvraag welke delen worden beschouwd deel uit te maken van een installatie die volledig zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken en waarvoor conform het Energiebesluit van 19 november 2010 groenestroomcertificaten werden of kunnen worden toegekend. In dit kader worden minstens de volgende delen van een installatie door het Vlaams Energieagentschap beschouwd als zijnde een onderdeel van een installatie die volledig zelfstandig elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen kan opwekken: 1° voor biomassa als hernieuwbare energiebron, betreft dit: | l'Energie du 19 novembre 2010. Pour toute demande d'aide introduite, la Vlaams Energieagentschap (Agence flamande de l'Energie) détermine les parties qui seront considérées comme faisant partie d'une installation capable de produire de façon entièrement autonome de l'électricité à partir de sources d'énergie renouvelable et pour laquelle des certificats verts ont été ou peuvent être attribués conformément à l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Dans ce cadre, au moins les parties suivantes d'une installation sont considérées par l'Agence flamande de l'Energie comme faisant partie d'une installation capable de produire de façon entièrement autonome de l'électricité à partir de sources d'énergie renouvelables : 1° pour la biomasse comme source d'énergie renouvelable, cela concerne : |
a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | a) les équipements de raccordement et les frais de raccordement de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) les équipements utilitaires de l'installation de production |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
c) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | c) l'installation de prétraitement qui est reliée à l'installation de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | production d'électricité ; |
d) de motor of verbrandingsinstallatie met turbine van de | d) le moteur ou l'installation de combustion avec turbine de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | l'installation de production d'électricité ; |
e) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) le générateur de l'installation de production d'électricité ; |
f) de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | f) le contrôle de l'installation de production d'électricité. |
2° voor biogas uit rioolwaterzuiveringsslib of voor stortgas als | 2° pour le biogaz provenant des boues d'épuration des eaux d'égout ou |
hernieuwbare energiebron, betreft dit: | pour le gaz de décharge comme source d'énergie renouvelable, cela |
a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | concerne: a) les équipements de raccordement et les frais de raccordement de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) les équipements utilitaires de l'installation de production |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
c) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | c) l'installation de prétraitement qui est reliée à l'installation de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | production d'électricité ; |
d) de installaties nodig voor de productie van het biogas of voor de | d) les installations nécessaires à la production du biogaz ou à la |
recuperatie van het stortgas voor elektriciteitsopwekking; | récupération du gaz de décharge pour la production d'électricité ; |
e) de motor of turbine van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) le moteur ou la turbine de l'installation de production d'électricité ; |
f) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | f) le générateur de l'installation de production d'électricité ; |
g) de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | g) le contrôle de l'installation de production d'électricité. |
3° voor andere biogasstromen als hernieuwbare energiebron dan 2°, | 3° pour les flux de biogaz comme source d'énergie renouvelable autres |
betreft dit: | que ceux visés au point 2°, cela concerne : |
a) de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | a) les équipements de raccordement et les frais de raccordement de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie op het elektriciteits- en | l'installation de production d'électricité au réseau d'électricité et |
aardgasnet voor wat betreft de afname van aardgas; | de gaz naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
b) de utiliteitsvoorzieningen van de | b) les équipements utilitaires de l'installation de production |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
c) de vergistingsinstallatie van de | c) l'installation de fermentation de l'installation de production |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | d'électricité ; |
d) de voorbehandelingsinstallatie die verbonden is met de | d) l'installation de prétraitement qui est reliée à l'installation de |
elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | production d'électricité ; |
e) de motor of turbine van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | e) le moteur ou la turbine de l'installation de production d'électricité ; |
f) de generator van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie; | f) le générateur de l'installation de production d'électricité ; |
g) de sturing van de elektriciteitsopwekkingsinstallatie. | g) le contrôle de l'installation de production d'électricité. |
Art. 8.Indien een deel van een productie-installatie volledig |
Art. 8.Si une partie d'une installation de production peut produire |
zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of | de façon entièrement autonome de la chaleur thermique et de l'énergie |
mechanische energie kan opwekken en hiervoor warmte-krachtcertificaten | électrique ou mécanique en un seul processus et que des certificats de |
cogénération ont été ou peuvent être attribués à cet effet, aucune | |
aide ne peut être octroyée pour cette partie de l'installation | |
werden of kunnen worden toegekend, dan kan er conform artikel 7.4.1, § | conformément à l'article 7.4.1, § 1er, alinéa 1er, à l'article 7.5.1, |
1, eerste lid, artikel 7.5.1, § 1, eerste lid, artikel 7.6.1, § 1, | § 1er, alinéa 1er, à l'article 7.6.1, § 1er, alinéa 1er et à l'article |
eerste lid en artikel 7.7.1, § 1, eerste lid van het Energiebesluit | 7.7.1, § 1er, alinéa 1er, de l'arrêté relatif à l'Energie du 19 |
van 19 november 2010 voor dit deel van de installatie geen steun | novembre 2010. Les parties de l'installation qui ne servent pas à la |
worden toegekend. De delen van de installatie die echter niet dienen | production autonome de chaleur thermique et d'énergie électrique ou |
om zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of | mécanique en un seul processus, mais qui servent d'installations de |
mechanische energie op te wekken, maar dienen als | |
nuttige-groenewarmte-installaties, installaties voor de benutting van | chaleur écologique utile, d'installations pour l'utilisation de |
restwarmte of installaties voor de productie van biomethaan komen wel | chaleur résiduelle ou d'installations pour la production de biométhane |
in aanmerking voor de steun vermeld in artikel 7.4.1, § 1, eerste lid, | sont toutefois éligibles à l'aide visée à l'article 7.4.1, § 1er, |
artikel 7.5.1, § 1, eerste lid, artikel 7.6.1, § 1, eerste lid en | alinéa 1er, à l'article 7.5.1, § 1er, alinéa 1er, à l'article 7.6.1, § |
artikel 7.7.1, § 1, eerste lid van het Energiebesluit van 19 november 2010. Indien een stadsverwarming of -koeling wordt aangesloten op dergelijke productie-installatie, komt enkel het deel van de stadsverwarming of -koeling in aanmerking pro rata de op de stadsverwarming of -koeling geïnjecteerde energie op jaarbasis die niet afkomstig is van installaties waarvoor warmte-krachtcertificaten werden of kunnen worden toegekend. Het Vlaams Energieagentschap bepaalt welke delen worden beschouwd deel uit te maken van een installatie die volledig zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of mechanische energie kan opwekken en waarvoor conform het Energiebesluit van 19 november 2010 warmte-krachtcertificaten werden of kunnen worden toegekend. In dit kader worden minstens de volgende delen van een installatie door het Vlaams Energieagentschap beschouwd als zijnde een onderdeel van een installatie die volledig zelfstandig in één proces thermische warmte en elektrische of mechanische energie kan opwekken: | 1er, alinéa 1er et à l'article 7.7.1, § 1er, alinéa 1er de l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Si un système de chauffage/refroidissement urbain est raccordé à une telle installation de production, seule la partie du système de chauffage/refroidissement urbain entre en considération au prorata de l'énergie injectée dans le système de chauffage/refroidissement urbain qui ne provient pas d'installations pour lesquelles des certificats de cogénération ont été ou peuvent être attribués. L'Agence flamande de l'Energie détermine les parties qui seront considérées comme faisant partie d'une installation capable de produire de façon entièrement autonome de la chaleur thermique et de l'énergie électrique ou mécanique en un seul processus et pour laquelle des certificats de cogénération ont été ou peuvent être attribués conformément à l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010. Dans ce cadre, au moins les parties suivantes d'une installation sont considérées par l'Agence flamande de l'Energie comme faisant partie d'une installation capable de produire de façon entièrement autonome de la chaleur thermique et de l'énergie électrique ou mécanique en un seul processus : |
1° de aansluitingsapparatuur en de aansluitingskosten van de | 1° les équipements de raccordement et les frais de raccordement de |
warmte-krachtinstallatie op het elektriciteits- en aardgasnet voor wat | l'installation de cogénération au réseau d'électricité et de gaz |
betreft de afname van aardgas; | naturel pour ce qui concerne le prélèvement de gaz naturel ; |
2° de utiliteitsvoorzieningen van de warmte-krachtinstallatie; | 2° les équipements utilitaires de l'installation de cogénération ; |
3° de motor van de warmte-krachtinstallatie; | 3° le moteur de l'installation de cogénération ; |
4° de turbine van de warmte-krachtinstallatie; | 4° la turbine de l'installation de cogénération ; |
5° de warmtewisselaars van de warmte-krachtinstallatie voor zover zij | 5° les échangeurs de chaleur de l'installation de cogénération dans la |
geen deel uitmaken van de warmtetoepassing; | mesure où ils ne font pas partie de l'application de chaleur ; |
6° HRSG-ketel (Heat Recovery Steam Generator) van de | 6° la chaudière HRSG (Heat Recovery Steam Generator) de l'installation |
warmte-krachtinstallatie; | de cogénération ; |
7° de generator van de warmte-krachtinstallatie; | 7° le générateur de l'installation de cogénération ; |
8° de sturing van de warmte-krachtinstallatie. | 8° le contrôle de l'installation de cogénération. |
Art. 9.Pour le calcul des frais entrant en considération pour des |
|
Art. 9.Voor de berekening van de in aanmerking komende kosten voor |
installations de chaleur écologique utile pour la production de |
nuttige-groenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene | chaleur écologique utile à partir de la biomasse d'une puissance |
warmte uit biomassa met een bruto thermisch vermogen van meer dan 1 | thermique brute supérieure à 1 MW, des installations pour |
MW, installaties voor de benutting van restwarmte en | l'utilisation de chaleur résiduelle et des installations de chaleur |
nuttige-groenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene | écologique utile pour la production de chaleur écologique utile à |
warmte uit aardwarmte uit de diepe ondergrond wordt als | partir de l'énergie géothermique du sous-sol profond, l'installation |
referentie-installatie een hoogrendementsketel op aardgas gebruikt | de référence retenue est une chaudière au gaz naturel à haut rendement |
voor de productie van warmte, een stoomketel op aardgas voor de | pour la production de chaleur, une chaudière à vapeur au gaz naturel |
productie van stoom, en een elektrisch aangedreven | pour la production de vapeur et une machine frigorifique à compression |
compressiekoelmachine voor de productie van koude. | fonctionnant à l'électricité pour la production de froid. |
Het Vlaams Energieagentschap bepaalt welke delen worden beschouwd deel | L'Agence flamande de l'Energie détermine quelles parties sont |
uit te maken van de referentie-installatie, hoe de | considérées comme faisant partie de l'installation de référence, |
referentie-installatie gedimensioneerd wordt en welke | comment l'installation de référence est dimensionnée et quels sont les |
investeringskosten gehanteerd worden. | frais d'investissement utilisés. |
Art. 10.Voor de berekening van de extra investeringskosten van een |
Art. 10.Pour le calcul des frais d'investissement supplémentaires |
installatie voor de productie van biomethaan worden de kosten van een | d'une installation pour la production de biométhane, les frais d'une |
vergistingsinstallatie uitgesloten. | installation de fermentation sont exclus. |
Art. 11.De steun voor de benutting van restwarmte wordt berekend op |
Art. 11.L'aide pour l'utilisation de chaleur résiduelle est calculée |
basis van de bijkomende benutting van de restwarmte ten opzichte van | sur la base de l'utilisation complémentaire de la chaleur résiduelle |
het huidige gebruik van de restwarmte. | par rapport à l'utilisation actuelle de la chaleur résiduelle. |
De in aanmerking komende kosten worden gecorrigeerd met volgende | Les frais entrant en considération sont corrigés à l'aide du facteur |
correctiefactor: | de correction suivant : |
? huidig valorisatieproces | ? huidig valorisatieproces |
Correctiefactor = 1 | Correctiefactor = 1 |
- ------------ | - -------------------- |
? nieuw valorisatieproces | ? nieuw valorisatieproces |
waarbij: | où : |
? huidig valorisatieproces: het rendement van het huidig | ? processus de valorisation actuel : le rendement du processus de |
valorisatieproces van de restwarmte rekening houdend met de | valorisation actuel de la chaleur résiduelle compte tenu du facteur de |
omrekeningsfactor naar primaire energie; | conversion en énergie primaire ; |
? nieuw valorisatieproces: het rendement van het nieuwe | ? nouveau processus de valorisation : le rendement du nouveau |
valorisatieproces van de restwarmte rekening houdend met de | processus de valorisation de la chaleur résiduelle compte tenu du |
omrekeningsfactor naar primaire energie. | facteur de conversion en énergie primaire. |
Indien de restwarmte in de huidige toestand onbenut is, dan is de | Si la chaleur résiduelle est inutilisée en l'état actuel, le facteur |
correctiefactor 1. | de correction s'élève à 1. |
Het Vlaams Energieagentschap bepaalt hoe het rendement rekening houdt | L'Agence flamande de l'Energie détermine comment le rendement tient |
met de omrekeningsfactor naar primaire energie. | compte du facteur de conversion en énergie primaire. |
Art. 12.Wat de toepassing van de restwarmte betreft, mag het niet |
Art. 12.En ce qui concerne la chaleur résiduelle, il ne peut pas |
gaan om een benutting voor de productie van elektriciteit. | s'agir d'une utilisation pour la production d'électricité. |
Art. 13.Indien aan een nuttige-groenewarmte-installatie of aan een |
Art. 13.Si un système de chauffage/refroidissement urbain est |
raccordé à une installation de chaleur écologique utile ou à une | |
installatie voor de benutting van restwarmte, stadsverwarming of | installation pour l'utilisation de chaleur résiduelle, une aide peut |
-koeling is aangesloten, kan hiervoor conform artikel 7.4.2, § 1, | être octroyée conformément à l'article 7.4.2, § 1er, alinéa 6, à |
zesde lid, artikel 7.5.2, § 1, tweede lid en artikel 7.7.2, § 1, | l'article 7.5.2, § 1er, alinéa 2 et à l'article 7.7.2, § 1er, alinéa 5 |
vijfde lid, steun worden toegekend als de stadsverwarming- of koeling | lorsque le système de chauffage/refroidissement urbain est alimenté |
gevoed wordt door ten minste 50% hernieuwbare energiebronnen of 50% | par au moins 50 % de sources d'énergie renouvelables ou 50 % de |
restwarmte. | chaleur résiduelle. |
Het aandeel hernieuwbare energiebronnen of restwarmte in de | La part de sources d'énergie renouvelables ou de chaleur résiduelle |
inputstroom van de stadsverwarming of -koeling wordt berekend aan de | dans le flux entrant du système de chauffage/refroidissement urbain |
hand van een formulier op de website van het Vlaamse | est calculée à l'aide d'un formulaire disponible sur le site web de |
Energieagentschap. Het aandeel wordt bepaald op basis van de | l'Agence flamande de l'Energie. La part est déterminée sur la base de |
jaarlijkse verwachte energieproductie. Het Vlaams Energieagentschap | la production annuelle d'énergie escomptée. L'Agence flamande de |
stelt het formulier op, op basis van artikel 1 van het ministerieel | l'Energie établit le formulaire, sur la base de l'article 1er de |
besluit van 9 september 2016 betreffende externe warmtelevering en | l'arrêté ministériel du 9 septembre 2016 relatif à la fourniture de |
houdende de wijziging van diverse ministeriële besluiten in het kader | chaleur externe et portant la modification de divers arrêtés |
van de energieprestatieregelgeving. | ministériels dans le cadre de la réglementation de la performance |
Art. 14.Indien de installatie voor de benutting van restwarmte een |
énergétique. Art. 14.Si l'installation pour l'utilisation de chaleur résiduelle |
warmtepomp bevat, kan hiervoor geen steun worden toegekend voor het | comporte une pompe à chaleur, aucune aide ne peut être accordée pour |
deel van de warmtepomp dat in aanmerking komt voor steun vermeld in | la partie de la pompe à chaleur entrant en considération pour l'aide |
artikel 6.4.1/5, § 1, 8° van het Energiebesluit. | visée à l'article 6.4.1/5, § 1er, 8°, de l'arrêté relatif à l'Energie. |
Er kan enkel steun toegekend worden aan warmtepompen die voldoen aan | Une aide ne peut être accordée qu'aux pompes à chaleur répondant à |
artikel 5, 8°, b) van het ministerieel besluit van 10 november 2016 | l'article 5, 8°, b), de l'arrêté ministériel du 10 novembre 2016 |
houdende vaststelling van de nadere regels, technische vereisten en | fixant les modalités, exigences techniques et montants des primes, |
hoogten van de premies, trajectbegeleidingen en collectieve | accompagnements de parcours et projets de rénovation collective, visés |
renovatieprojecten, vermeld in artikel 6.4.1/1, artikel 6.4.1/1/1, | |
artikel 6.4.1/1/2, artikel 6.4.1/1/3, artikel 6.4.1/4, artikel | aux articles 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/1/2, 6.4.1/1/3, 6.4.1/4, |
6.4.1/5, artikel 6.4.1/9 en artikel 6.4.1/9/1 van het Energiebesluit | 6.4.1/5, 6.4.1/9 et 6.4.1/9/1 de l'arrêté sur l'Energie du 19 novembre 2010. |
Art. 15.Conformément à l'article 7.6.2, § 1er, alinéa 3, de l'arrêté |
|
van 19 november 2010. Art. 15.Conform artikel 7.6.2, § 1, derde lid van het Energiebesluit |
relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, aucune aide n'est accordée à |
van 19 november 2010 wordt er geen steun toegekend aan de productie | la production de biométhane à partir de cultures vivrières lorsque le |
van biomethaan op basis van voedingsgewassen als het biomethaan | biométhane est utilisé comme biocarburant. Les biocarburants produits |
toegepast wordt als biobrandstof. Biobrandstoffen op basis van | à partir de cultures vivrières sont les biocarburants produits à |
voedingsgewassen zijn biobrandstoffen geproduceerd uit granen en | partir de céréales et d'autres plantes riches en amidon, sucrières ou |
andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen en uit andere | oléagineuses et à partir de cultures cultivées en tant que cultures |
gewassen die als hoofdgewas primair voor energiedoeleinden op | principales essentiellement à des fins de production d'énergie sur des |
landbouwgronden worden geteeld. Zetmeelrijke gewassen zijn gewassen | terres agricoles. Les plantes riches en amidon sont les plantes |
die hoofdzakelijk granen bevatten (ongeacht of enkel de granen dan wel | comprenant principalement des céréales (indépendamment du fait qu'on |
de volledige plant worden gebruikt, zoals in het geval van snijmaïs), | utilise les graines seules ou la plante entière, comme dans le cas du |
knollen en wortelgewassen (zoals aardappelen, aardperen, zoete | maïs vert), des tubercules et des racines comestibles (tels que les |
aardappelen, cassave en yamswortelen) en stengelknolgewassen (zoals | pommes de terre, les topinambours, les patates douces, le manioc et |
taro en cocoyam). | l'igname), ainsi que des cormes (tels que le taro et le cocoyam). |
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 16.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
ervan in het Belgisch Staatsblad. | au Moniteur belge. |
Brussel, 13 januari 2017. | Bruxelles, le 13 janvier 2017. |
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, | Le ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |