← Terug naar "Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun arbeiders onder de bevoegdheid vallen van het paritair subcomité voor de autobussen en autocars "
Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun arbeiders onder de bevoegdheid vallen van het paritair subcomité voor de autobussen en autocars | Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la compétence de la sous-commission paritaire pour les autobus et autocars |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
10 SEPTEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot vrijstelling van de | 10 SEPTEMBRE 2015. - Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation |
verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de | d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs |
ondernemingen die voor hun arbeiders onder de bevoegdheid vallen van | ouvriers, relèvent de la compétence de la sous-commission paritaire |
het paritair subcomité voor de autobussen en autocars (1) | pour les autobus et autocars (1) |
De Minister van Werk, | Le Ministre de l'Emploi, |
Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de | Vu la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, |
werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 42, gewijzigd bij de wetten | notamment l'article 42, modifié par les lois du 22 décembre 2003 et du |
van 22 december 2003 en 17 mei 2007; | 17 mai 2007; |
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van | Vu l'arrêté royal du 30 mars 2000 d'exécution des articles 32, § 2, |
de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, | alinéa 1er, 33, § 2, alinéa 3, 34, 39, § 4, alinéa 2 et § 5, alinéa 2, |
tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, | 42, § 2, 46, alinéa 1er, 47, § 4, alinéas 1er et 4 de la loi du 24 |
eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering | décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, notamment l'article |
van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de | |
koninklijke besluiten van 21 januari 2002 en van 21 januari 2004 en 19 | 10, modifié par les arrêtés royaux du 21 janvier 2002 et du 21 janvier |
mei 2010; | 2004 et du 19 mai 2010; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2013 | Vu la convention collective de travail du 19 septembre 2013 relative |
betreffende de risicogroepen in de ondernemingen van geregeld, | aux groupes à risque dans les entreprises de services réguliers, de |
bijzondere vormen van geregeld en ongeregeld vervoer; | services réguliers spécialisés et de services occasionnels; |
Gelet op de aanvraag en het advies van het Paritair comité voor het | Vu la demande et l'avis de la Commission paritaire du transport et de |
vervoer en de logistiek van 22 mei 2014; | la logistique du 22 mai 2014; |
Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Vu la proposition du Comité de gestion de l'Office national de |
Arbeidsvoorziening, gedaan op 9 juli 2015, | l'Emploi faite le 9 juillet 2015, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun arbeiders onder de |
Article 1er.Les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la |
bevoegdheid vallen van het paritair subcomité voor de autobussen en | compétence de la sous-commission paritaire pour les autobus et |
autocars worden volledig vrijgesteld van de verplichting nieuwe | autocars sont exemptées entièrement de l'obligation d'occuper des |
werknemers in dienst te nemen met een startbaanovereenkomst voor de | nouveaux travailleurs avec une convention de premier emploi pour la |
periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015. | période du 1er janvier 2014 au 31 décembre 2015. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014. |
Brussel, 10 september 2015. | Bruxelles, le 10 septembre 2015. |
K. PEETERS | K. PEETERS |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Références au Moniteur belge : |
Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000. | Loi du 24 décembre 1999, Moniteur belge du 27 janvier 2000. |
Wet van 22 december 2003, Belgische Staatsblad van 31 december 2003. | Loi du 22 décembre 2003, Moniteur belge du 31 décembre 2003. |
Wet van 17 mei 2007, Belgisch Staatsblad van 19 juni 2007. | Loi du 17 mai 2007, Moniteur belge du 19 juin 2007. |
Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000. | Arrêté royal du 30 mars 2000, Moniteur belge du 31 mars 2000. |
Koninklijk besluit van 21 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 | Arrêté royal du 21 janvier 2002, Moniteur belge du 7 février 2002. |
februari 2002. | |
Koninklijk besluit van 21 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 3 | Arrêté royal du 21 janvier 2004, Moniteur belge du 3 février 2004. |
februari 2004. | |
Koninklijk besluit van 19 mei 2010, Belgisch Staatsblad van 31 mei | Arrêté royal du 19 mai 2010, Moniteur belge du 31 mai 2010. |
2010. |