← Terug naar "Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 21 november 1953 houdende vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de voordrachthouders van de Nationale School voor Burgerlijke Veiligheid die niet tot het Korps Burgerlijke Veiligheid behoren "
| Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 21 november 1953 houdende vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de voordrachthouders van de Nationale School voor Burgerlijke Veiligheid die niet tot het Korps Burgerlijke Veiligheid behoren | Arrêté ministériel abrogeant l'arrêté ministériel du 21 novembre 1953 portant fixation des indemnités allouées aux conférenciers de l'Ecole nationale de Sécurité civile qui n'appartiennent pas au Corps de Sécurité civile |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR |
| 10 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit tot opheffing van het | 10 DECEMBRE 2014. - Arrêté ministériel abrogeant l'arrêté ministériel |
| ministerieel besluit van 21 november 1953 houdende vaststelling van de | du 21 novembre 1953 portant fixation des indemnités allouées aux |
| vergoedingen toegekend aan de voordrachthouders van de Nationale | conférenciers de l'Ecole nationale de Sécurité civile qui |
| School voor Burgerlijke Veiligheid die niet tot het Korps Burgerlijke | n'appartiennent pas au Corps de Sécurité civile |
| Veiligheid behoren | |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, | Le Vice-Premier Ministre et Ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, |
| Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid; | Vu la Constitution, les articles 37 et 107, alinéa 2 ; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 21 november 1953 houdende | Vu l'arrêté ministériel du 21 novembre 1953 portant fixation des |
| vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de voordrachthouders | indemnités allouées aux conférenciers de l'Ecole nationale de Sécurité |
| van de Nationale School voor Burgerlijke Veiligheid die niet tot het | civile qui n'appartiennent pas au Corps de Sécurité civile, modifié |
| Korps Burgerlijke Veiligheid behoren, gewijzigd bij ministerieel | |
| besluit van 3 mei 2002; | par l'arrêté ministériel du 3 mai 2002 ; |
| Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 21 januari 2014; | Vu l'avis de l'Inspectrice des Finances, donné le 21 janvier 2014; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 26 | Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 26 juin 2014; |
| juni 2014; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor | Vu l'accord du Secrétaire d'Etat à la Fonction publique, donné le 20 |
| Ambtenarenzaken, d.d. 20 juni 2014 ; | juin 2014 ; |
| Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 2014/14 van het | Vu le protocole de négociation n° 2014/14 du Comité de Secteur V - |
| Sectorcomité V- Binnenlandse Zaken, gesloten op 29 augustus 2014; | Intérieur, conclu le 29 août 2014 ; |
| Gelet op advies 56.706/2 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober | Vu l'avis 56.706/2 du Conseil d'Etat, donné le 27 octobre 2014, en |
| 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Het ministerieel besluit van 21 november 1953 houdende |
Article 1er.L'arrêté ministériel du 21 novembre 1953 portant fixation |
| vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de voordrachthouders | des indemnités allouées aux conférenciers de l'Ecole nationale de |
| van de Nationale School voor Burgerlijke Veiligheid die niet tot het | Sécurité civile qui n'appartiennent pas au Corps de Sécurité civile, |
| Korps Burgerlijke Veiligheid behoren, gewijzigd bij ministerieel | |
| besluit van 3 mei 2002, wordt opgeheven. | modifié par l'arrêté ministériel du 3 mai 2002, est abrogé. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014. |
| Brussel, 10 december 2014. | Bruxelles, le 10 décembre 2014. |
| J. JAMBON | J. JAMBON |