← Terug naar "Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 29 maart 2013 houdende het verlenen van algemene afwijkingen en algemene vrijstellingen van bepaalde EPB-eisen, wat betreft het verlenen van een algemene vrijstelling van de EPB-eisen voor verwarmingsinstallaties bij renovaties en functiewijzigingen waarbij de bestaande ketel behouden blijft "
Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 29 maart 2013 houdende het verlenen van algemene afwijkingen en algemene vrijstellingen van bepaalde EPB-eisen, wat betreft het verlenen van een algemene vrijstelling van de EPB-eisen voor verwarmingsinstallaties bij renovaties en functiewijzigingen waarbij de bestaande ketel behouden blijft | Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 29 mars 2013 portant octroi de dérogations générales et de dispenses générales à certaines exigences PEB, pour ce qui est de l'octroi d'une dispense générale des exigences PEB pour les installations de chauffage en cas de rénovations et changements de fonction tout en maintenant la chaudière existante |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie 9 MAART 2016. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 29 maart 2013 houdende het verlenen van algemene afwijkingen en algemene vrijstellingen van bepaalde EPB-eisen, wat betreft het verlenen van een algemene vrijstelling van de EPB-eisen voor verwarmingsinstallaties bij renovaties en functiewijzigingen waarbij de bestaande ketel behouden blijft De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 11.1.1, § 1 en artikel 11.1.4; Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 9.1.27, § 1 | AUTORITE FLAMANDE Environnement, Nature et Energie 9 MARS 2016. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 29 mars 2013 portant octroi de dérogations générales et de dispenses générales à certaines exigences PEB, pour ce qui est de l'octroi d'une dispense générale des exigences PEB pour les installations de chauffage en cas de rénovations et changements de fonction tout en maintenant la chaudière existante La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l'Energie, Vu le décret du 8 mai 2009 relatif à l'énergie, les articles 11.1.1, § 1er, et 11.1.4 ; Vu l'arrêté du 19 novembre 2010 relatif à l'énergie, articles 9.1.27, |
en artikel 9.1.30, § 2 en 3, laatst gewijzigd bij besluit van de | § 1er, et 9.1.30, §§ 2 et 3, modifié en dernier lieu par l'arrêté du |
Vlaamse Regering van 18 december 2015; | Gouvernement flamand du 18 décembre 2015 ; |
Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 2013 houdende het | Vu l'arrêté ministériel du 29 mars 2013 portant octroi de dérogations |
verlenen van algemene afwijkingen en algemene vrijstellingen van | générales et de dispenses générales à certaines exigences PEB, modifié |
bepaalde EPB-eisen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 | par l'arrêté ministériel du 23 décembre 2014 ; |
december 2014; | |
Gelet op het advies van het Vlaams Energieagentschap, gegeven op 11 | Vu l'avis de la « Vlaams Energieagentschap », rendu le 11 décembre |
december 2015; | 2015 ; |
Gelet op de adviesvraag binnen dertig dagen, die op 18 december 2016 bij de Raad van State is ingediend met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat het niet altijd mogelijk is om aan de installatie-eis voor ruimteverwarming te voldoen zonder de bestaande ketel te vervangen; Overwegende bij beperkte werken aan de verwarmingsinstallatie de meerkost voor het vervangen van de ketel niet altijd in verhouding staat met de kost en de grootte van de renovatie; Overwegende dat de meerwaarde van het vervangen van een bestaande ketel kleiner is naarmate de ketels jonger zijn; Overwegende voor jonge ketels de terugverdientijd voor het vervangen van de ketel doorgaans te groot is om economisch rendabel te zijn; Overwegende dat uit het voorgaande blijkt dat het economisch voor bepaalde situaties niet haalbaar is om aan de eis te voldoen, | Vu la demande d'avis dans les trente jours, introduite auprès du Conseil d'Etat le 18 décembre 2016 par application de l'article 84, § 1er, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Considérant que l'avis n'a pas été communiqué dans ce délai ; Vu l'article 84, § 4, alinéa 2, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Considérant qu'il n'est pas toujours possible de satisfaire à l'exigence d'installation pour le chauffage des locaux sans remplacer la chaudière existante ; Considérant que le coût supplémentaire pour le remplacement de la chaudière en cas de petits travaux à l'installation de chauffage n'est pas toujours proportionné au coût et à l'ampleur de la rénovation ; Considérant que la plus-value du remplacement d'une chaudière existante est moins grande à mesure que les chaudières sont plus récentes ; Considérant que pour les chaudières plus récentes, le temps de retour du remplacement de la chaudière est trop grand pour être rentable du point de vue économique ; Considérant qu'il ressort de ce qui précède, que certaines situations ne permettent pas du point de vue économique qu'il soit satisfait à l'exigence, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Aan hoofdstuk II van het ministerieel besluit van 29 maart |
Article 1er.Le chapitre II de l'arrêté ministériel du 29 mars 2013 |
2013 houdende het verlenen van algemene afwijkingen en algemene | portant octroi de dérogations générales et de dispenses générales à |
vrijstellingen van bepaalde EPB-eisen, gewijzigd bij het ministerieel | |
besluit van 23 december 2014, wordt een artikel 2/2 toegevoegd, dat | certaines exigences PEB, modifié par l'arrêté ministériel du 23 |
luidt als volgt : | décembre 2014, est complété par un article 2/2, rédigé comme suit : |
" Art. 2/2.In afwijking van de EPB-eisen, opgenomen in het |
« Art. 2/2.Par dérogation aux exigences PEB, reprises dans l'arrêté |
Energiebesluit van 19 november 2010, wordt in een algemene | relatif à l'énergie du 19 novembre 2010, il est prévu une dispense |
vrijstelling voorzien op het minimaal installatierendement voor | générale du rendement minimal d'installation pour le chauffage des |
ruimteverwarming, vermeld in punt 5 van bijlage XII, wanneer aan elk | locaux visé au point 5 de l'annexe XII, lorsqu'il est satisfait à |
van onderstaande voorwaarden is voldaan : | chacune des conditions reprises ci-dessous,: |
1° het betreft een renovatie of functiewijziging waarbij de bestaande | 1° il s'agit d'une rénovation ou d'un changement de fonction tout en |
ketel behouden blijft; | maintenant la chaudière existante ; |
2° de ketel is op het moment van de aanvraag tot stedenbouwkundige | 2° au moment de la demande d'autorisation urbanistique, la chaudière |
vergunning niet ouder dan 10 jaar; | n'a pas plus de 10 ans ; |
3° de vloeroppervlakte die verwarmd wordt door de nieuwe/vernieuwde | 3° la surface au sol chauffée par les éléments d'émission |
afgifte-elementen, bedraagt minder dan 25 % van de totale | nouveaux/renouvelés, est inférieure à 25 % de la surface au sol |
vloeroppervlakte.". | totale. ». |
Brussel, 9 maart 2016. | Bruxelles, le 9 mars 2016. |
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, | La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l'Energie, |
A. TURTELBOOM | A. TURTELBOOM |