Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst van vakken bedoeld in artikel 111, § 4, vierde lid van het koninklijk besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de ambtenaren van de consulaire carrière | Arrêté ministériel fixant la liste des matières visées à l'article 111, § 4, alinéa 4, de l'arrêté royal du 4 juillet 2014 fixant le statut des agents de la carrière extérieure et de la carrière consulaire |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN | SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ETRANGERES, COMMERCE EXTERIEUR ET |
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | COOPERATION AU DEVELOPPEMENT |
8 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst | 8 OCTOBRE 2015. - Arrêté ministériel fixant la liste des matières |
van vakken bedoeld in artikel 111, § 4, vierde lid van het koninklijk | visées à l'article 111, § 4, alinéa 4, de l'arrêté royal du 4 juillet |
besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van het statuut van de | |
ambtenaren van de buitenlandse carrière en de ambtenaren van de | 2014 fixant le statut des agents de la carrière extérieure et de la |
consulaire carrière | carrière consulaire |
De Minister van Buitenlandse Zaken, | Le Ministre des Affaires étrangères, |
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Vu les articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution; |
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 2014 tot vaststelling van | Vu l'arrêté royal du 4 juillet 2014 fixant le statut des agents de la |
het statuut van de ambtenaren van de buitenlandse carrière en de | |
ambtenaren van de consulaire carrière, artikel 111, § 4, vierde lid; | carrière extérieure et de la carrière consulaire, l'article 111, § 4, alinéa 4; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 17 juillet 2015; |
juli 2015; Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 22/1 van het | Vu le protocole de négociation n° 22/1 du Comité de secteur VII - |
Sectorcomité VII - Buitenlandse Zaken, gesloten op 28 juli 2015; | Affaires étrangères, conclu le 28 juillet 2015; |
Gelet op het advies nr. 58.088/4 van de Raad van State, gegeven op 16 | Vu l'avis n° 58.088/4 du Conseil d'Etat, donné le 16 septembre 2015, |
september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, | en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.De vier proeven van de tweede reeks proeven voor de |
Article 1er.Les quatre épreuves de la deuxième série d'épreuves pour |
bevordering door overgang naar het niveau A van de buitenlandse | la promotion par accession au niveau A de la carrière extérieure sont |
carrière worden gekozen uit de volgende vakken : | choisies dans les matières suivantes : |
1° het Belgisch buitenlands beleid; | 1° la politique étrangère belge; |
2° het Belgisch grondwettelijk en administratief recht; | 2° le droit constitutionnel et administratif belge; |
3° de internationale economie en handel; | 3° l'économie internationale et le commerce international; |
4° het buitenlands beleid van de Europese Unie; | 4° la politique étrangère de l'Union européenne; |
5° de Europese economische integratie; | 5° l'intégration économique européenne; |
6° de internationale instellingen; | 6° les institutions internationales; |
7° het internationaal publiekrecht; | 7° le droit international public; |
8° het Belgisch internationaal privaatrecht; | 8° le droit international privé belge; |
9° het Belgisch vreemdelingenrecht; | 9° le droit belge des étrangers; |
10° het Belgisch burgerlijk recht; | 10° le droit civil belge; |
11° de theorieën van de ontwikkelingssamenwerking. | 11° les théories de la coopération au développement. |
Art. 2.Het vak bedoeld in artikel 1, 1° bevat tenminste de volgende |
Art. 2.La matière visée à l'article 1er, 1° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de actoren van het Belgisch buitenlands beleid; | 1° les acteurs de la politique étrangère belge; |
2° de evolutie van het Belgisch buitenlands beleid; | 2° l'évolution de la politique étrangère belge; |
3° het huidige Belgisch buitenlands beleid; | 3° la politique étrangère belge actuelle; |
4° de institutionele context die het Belgisch buitenlands beleid | 4° le contexte institutionnel qui influence directement la politique |
rechtstreeks beïnvloedt. | étrangère belge. |
Art. 3.Het vak bedoeld in artikel 1, 2° bevat tenminste de volgende |
Art. 3.La matière visée à l'article 1er, 2° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° met betrekking tot het Belgisch grondwettelijk recht : | 1° en ce qui concerne le droit constitutionnel belge : |
a) de federale wetgevende macht; | a) le pouvoir législatif fédéral; |
b) de federale uitvoerende macht; | b) le pouvoir exécutif fédéral; |
c) de gemeenschappen en gewesten; | c) les communautés et les régions; |
d) de samenwerkingsstructuren tussen de federale staat, de | d) les structures de coopération entre l'Etat fédéral, les communautés |
gemeenschappen en de gewesten; | et les régions; |
e) de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende federale en | e) la répartition des compétences entre les différentes entités |
gefedereerde entiteiten betrokken bij de Belgische internationale | fédérales et fédérées impliquées dans les relations internationales |
betrekkingen, het afsluiten van verdragen en de rechtskracht van een | belges, la conclusion des traités et l'effet juridique d'un traité en |
verdrag in het Belgisch recht. | droit belge. |
2° met betrekking tot het Belgisch administratief recht : | 2° en ce qui concerne le droit administratif belge : |
a) de basisbegrippen en bronnen van het Belgisch administratief recht; | a) les principes de base et les sources du droit administratif belge; |
b) de rechtspersonen binnen het Belgisch administratief recht; | b) les personnes morales dans le droit administratif belge; |
c) het openbaar ambt. | c) la fonction publique. |
Art. 4.Het vak bedoeld in artikel 1, 3° bevat tenminste de volgende |
Art. 4.La matière visée à l'article 1er, 3° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de belangrijkste handelstheorieën; | 1° les théories du commerce les plus importantes; |
2° de internationale handelspolitiek, met inbegrip van de | 2° la politique commerciale internationale, y compris les instruments |
belangrijkste handelsbeleidsinstrumenten. | de la politique commerciale les plus importants. |
Naast de elementen bedoeld in het eerste lid, dienen één of meerdere | Outre les éléments mentionnés à l'alinéa 1er, un ou plusieurs des |
van de volgende onderwerpen eveneens aan bod te komen : | sujets suivants doivent également être abordés : |
1° de Europese Unie als douane-unie; | 1° l'Union européenne en tant qu'union douanière; |
2° de internationale instellingen van de internationale handel, onder | 2° les institutions internationales du commerce international, entre |
andere de Wereldhandelsorganisatie; | autres l'Organisation mondiale du commerce; |
3° de internationale coördinatie van het macro-economische beleid, | 3° la coordination internationale de la politique macroéconomique, |
onder andere het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank; | entre autres le Fonds monétaire international et la Banque mondiale; |
4° de monetaire unies en de eurozone. | 4° les unions monétaires et l'eurozone. |
Art. 5.Het vak bedoeld in artikel 1, 4° bevat tenminste de volgende |
Art. 5.La matière visée à l'article 1er, 4° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de theoretische benadering van het optreden van de Europese Unie in | 1° l'approche théorique de l'action de l'Union européenne dans le |
de wereld; | monde; |
2° het historisch overzicht van de evolutie van het extern beleid van | 2° l'aperçu historique de l'évolution de la politique extérieure de |
de Europese Unie; | l'Union européenne; |
3° de studie van het actueel Europees buitenlands beleid in | 3° l'étude de la politique étrangère européenne actuelle dans |
verschillende beleidsdomeinen. | différents domaines politiques. |
Art. 6.Het vak bedoeld in artikel 1, 5° bevat tenminste de volgende |
Art. 6.La matière visée à l'article 1er, 5° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de geschiedenis van de Europese Unie en de Europese economische | 1° l'histoire de l'Union européenne et de l'intégration économique |
integratie; | européenne; |
2° de institutionele structuur van de Europese Unie; | 2° la structure institutionnelle de l'Union européenne; |
3° de theorieën en concepten van toepassing op de economische | 3° les théories et les concepts d'application à l'intégration |
integratie van de Europese Unie, met inbegrip van interne markten en | économique de l'Union européenne, y compris les marchés intérieurs et |
douane-unies; | les unions douanières; |
4° casussen betreffende de Europese economische integratie in | 4° cas pratiques concernant l'intégration économique européenne dans |
verschillende beleidsdomeinen. | différents domaines politiques. |
Art. 7.Het vak bedoeld in artikel 1, 6° bevat tenminste de volgende |
Art. 7.La matière visée à l'article 1er, 6° comporte au moins les |
onderwerpen : | éléments suivants : |
1° de theorie van de internationale organisaties : een introductie tot | 1° la théorie des organisations internationales : une introduction aux |
de belangrijkste concepten en huidige academische debatten met | concepts les plus importants et aux débats académiques actuels en ce |
betrekking tot internationale organisaties; | qui concerne les organisations internationales; |
2° een voorstelling van de belangrijkste internationale organisaties, | 2° une présentation des organisations internationales les plus |
met inbegrip van de Verenigde Naties, hun institutionele kenmerken en | importantes, y compris les Nations Unies, leurs caractéristiques |
hun werking (bevoegdheden, rechtspersoonlijkheid, financiering, | institutionnelles et leur fonctionnement (compétences, personnalité |
organen,...). | juridique, financement, organes, ...). |
Art. 8.Het vak bedoeld in artikel 1, 7° bevat tenminste de volgende |
Art. 8.La matière visée à l'article 1er, 7° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de bronnen van het internationaal publiekrecht; | 1° les sources du droit international public; |
2° de verhouding van het internationaal publiekrecht tot het recht van | 2° le rapport du droit international public avec le droit de l'Union |
de Europese Unie en het nationaal recht; | européenne et le droit national; |
3° de subjecten van het internationaal publiekrecht; | 3° les sujets du droit international public; |
4° de jurisdictie en immuniteiten; | 4° la juridiction et les immunités; |
5° de verantwoordelijkheden van internationale subjecten onder het | 5° les responsabilités des sujets internationaux dans le droit |
internationaal publiekrecht; | international public; |
6° de diplomatieke en juridische methoden van geschillenbeslechting | 6° les méthodes diplomatiques et juridiques de règlement des conflits |
binnen het internationaal publiekrecht. | dans le droit international public. |
Art. 9.Het vak bedoeld in artikel 1, 8° bevat tenminste de volgende |
Art. 9.La matière visée à l'article 1er, 8° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° definitie, situering en evolutie van het Belgisch internationaal | 1° définition, contexte et évolution du droit international privé |
privaatrecht; | belge; |
2° de bronnen van het Belgisch internationaal privaatrecht, met | 2° les sources du droit international privé belge, y compris les |
inbegrip van de Europese bronnen; | sources européennes; |
3° de algemene regels en technieken van het Belgisch internationaal | 3° les règles et techniques générales du droit international privé |
privaatrecht; | belge; |
4° casussen betreffende het Belgisch internationaal privaatrecht in | 4° cas pratiques concernant le droit international privé belge dans |
actuele beleidsdomeinen. | des domaines politiques actuels. |
Art. 10.Het vak bedoeld in artikel 1, 9° bevat tenminste de volgende |
Art. 10.La matière visée à l'article 1er, 9° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° de belangrijkste begrippen en definities van het Belgisch | 1° les concepts et définitions les plus importants du droit belge des |
vreemdelingenrecht; | étrangers; |
2° een overzicht van de belangrijkste internationale, Europese en | 2° un aperçu des plus importantes sources internationales, européennes |
Belgische bronnen van het vreemdelingenrecht; | et belges du droit des étrangers; |
3° de verschillende vormen van verblijfsrecht (toegang, verblijf, | 3° les différentes formes du droit de séjour (accès, séjour, |
vestiging, ...) en de verwijdering; | établissement,...) et l'éloignement; |
4° de rechtsbescherming en de grondrechten van vreemdelingen. | 4° la protection juridique et les droits fondamentaux des étrangers. |
Art. 11.Het vak bedoeld in artikel 1, 10° bevat tenminste de volgende |
Art. 11.La matière visée à l'article 1er, 10° comporte au moins les |
onderwerpen : | sujets suivants : |
1° het personen- en familierecht; | 1° le droit des personnes et le droit de la famille; |
2° het recht met betrekking tot het verkrijgen van eigendom; | 2° le droit en matière d'acquisition de la propriété; |
3° de nationaliteitswetgeving; | 3° la législation en matière de nationalité; |
4° de wetgeving in verband met de bevolkingsregisters, de | 4° la législation relative aux registres de population, aux cartes |
identiteitskaarten en het Rijksregister; | d'identité et au Registre national; |
5° het consulaire wetboek; | 5° le code consulaire; |
6° de wetgeving in verband met het notarisambt. | 6° la législation sur le notariat. |
Art. 12.Het vak bedoeld in artikel 1, 11° bevat één of meerdere van |
Art. 12.La matière visée à l'article 1er, 11° comporte un ou |
de volgende onderwerpen : | plusieurs des sujets suivants : |
1° theorieën handelend over het concept welzijn; | 1° théories agissant sur le concept bien-être; |
2° theorieën handelend over het concept armoede; | 2° théories agissant sur le concept pauvreté; |
3° theorieën handelend over het concept ongelijkheid. | 3° théories agissant sur le concept inégalité. |
Naast de elementen bedoeld in het eerste lid, dienen de volgende | Outre les éléments mentionnés à l'alinéa 1er, les sujets suivants |
onderwerpen eveneens aan bod te komen : | doivent également être abordés : |
1° casussen betreffende het Belgisch of Europees | 1° cas pratiques concernant la politique belge ou européenne de |
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. | coopération au développement. |
Brussel, 8 oktober 2015. | Bruxelles, le 8 octobre 2015. |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |