Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 04/01/2013
← Terug naar "Ministerieel besluit houdende vaststelling van het sjabloon voor het monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede vaststelling van richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode "
Ministerieel besluit houdende vaststelling van het sjabloon voor het monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede vaststelling van richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode Ministerieel besluit houdende vaststelling van het sjabloon voor het monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede vaststelling van richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie Leefmilieu, Natuur en Energie
4 JANUARI 2013. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van het 4 JANUARI 2013. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van het
sjabloon voor het monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede sjabloon voor het monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede
vaststelling van richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het vaststelling van richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het
monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 9.1.1., § 4; Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 9.1.1., § 4;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2012 inzake Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2012 inzake
verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen voor vaste verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen voor vaste
installaties en de inzet van flexibele mechanismen, artikel 104; installaties en de inzet van flexibele mechanismen, artikel 104;
Gelet op advies 52.304/3 van de Raad van State, gegeven op 13 november Gelet op advies 52.304/3 van de Raad van State, gegeven op 13 november
2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten 2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° Verordening : Verordening (EU) Nr. 601/2012 van de Commissie van 21 1° Verordening : Verordening (EU) Nr. 601/2012 van de Commissie van 21
juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van
broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees
Parlement en de Raad; Parlement en de Raad;
2° Monitoringplan : het document, vermeld in artikel 12 van de 2° Monitoringplan : het document, vermeld in artikel 12 van de
verordening; verordening;
3° Significante wijziging : de wijzigingen in het monitoringplan, 3° Significante wijziging : de wijzigingen in het monitoringplan,
vermeld in artikel 15, lid 3, van de verordening; vermeld in artikel 15, lid 3, van de verordening;
4° Niet-significante wijziging : elke wijziging die geen significante 4° Niet-significante wijziging : elke wijziging die geen significante
wijziging is; wijziging is;
5° Logboek wijzigingen : het logboek waarin de documentatie bewaard 5° Logboek wijzigingen : het logboek waarin de documentatie bewaard
wordt, vermeld in artikel 16, lid 3, van de verordening; wordt, vermeld in artikel 16, lid 3, van de verordening;
6° Verbeteringsverslag : het verslag, vermeld in artikel 69, lid 1, 6° Verbeteringsverslag : het verslag, vermeld in artikel 69, lid 1,
van de verordening; van de verordening;
7° Installatie van categorie A : een installatie als vermeld in 7° Installatie van categorie A : een installatie als vermeld in
artikel 19, lid 2, punt (a) van de verordening; artikel 19, lid 2, punt (a) van de verordening;
8° Installatie van categorie B : een installatie als vermeld in 8° Installatie van categorie B : een installatie als vermeld in
artikel 19, lid 2, punt (b) van de verordening; artikel 19, lid 2, punt (b) van de verordening;
9° Installatie van categorie C : een installatie als vermeld in 9° Installatie van categorie C : een installatie als vermeld in
artikel 19, lid 2, punt (c) van de verordening; artikel 19, lid 2, punt (c) van de verordening;
10° Tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode : de wijzigingen in 10° Tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode : de wijzigingen in
de monitoringmethode, vermeld in artikel 23 van de verordening; de monitoringmethode, vermeld in artikel 23 van de verordening;
11° Logboek tijdelijke wijzigingen : het logboek waarin de tijdelijke 11° Logboek tijdelijke wijzigingen : het logboek waarin de tijdelijke
wijzigingen in de monitoringmethode bewaard worden. wijzigingen in de monitoringmethode bewaard worden.

Art. 2.In bijlage bij dit besluit worden de volgende sjablonen

Art. 2.In bijlage bij dit besluit worden de volgende sjablonen

opgenomen : opgenomen :
1° als richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van een 1° als richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van een
monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode geldt hetgeen monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode geldt hetgeen
opgenomen is in bijlage I bij dit besluit; opgenomen is in bijlage I bij dit besluit;
2° als sjabloon voor het initieel monitoringplan geldt hetgeen 2° als sjabloon voor het initieel monitoringplan geldt hetgeen
opgenomen is in bijlage II bij dit besluit; opgenomen is in bijlage II bij dit besluit;
3° als sjabloon voor het meldingsformulier significante wijziging aan 3° als sjabloon voor het meldingsformulier significante wijziging aan
het initieel monitoringplan geldt hetgeen opgenomen is in bijlage III het initieel monitoringplan geldt hetgeen opgenomen is in bijlage III
bij dit besluit; bij dit besluit;
4° als sjabloon voor het logboek wijzigingen geldt hetgeen opgenomen 4° als sjabloon voor het logboek wijzigingen geldt hetgeen opgenomen
is in bijlage IV bij dit besluit; is in bijlage IV bij dit besluit;
5° als sjabloon voor het meldingsformulier 'tijdelijke wijzigingen in 5° als sjabloon voor het meldingsformulier 'tijdelijke wijzigingen in
de monitoringmethode' geldt hetgeen opgenomen is in bijlage V bij dit de monitoringmethode' geldt hetgeen opgenomen is in bijlage V bij dit
besluit; besluit;
6° als sjabloon voor het logboek 'tijdelijke wijzigingen in de 6° als sjabloon voor het logboek 'tijdelijke wijzigingen in de
monitoringmethode', geldt hetgeen opgenomen is in bijlage VI bij dit monitoringmethode', geldt hetgeen opgenomen is in bijlage VI bij dit
besluit; besluit;
7° als sjabloon voor de risicobeoordeling waaruit moet blijken dat het 7° als sjabloon voor de risicobeoordeling waaruit moet blijken dat het
gerechtvaardigd is om een gestandaardiseerd en vereenvoudigd gerechtvaardigd is om een gestandaardiseerd en vereenvoudigd
monitoringplan te hanteren, alsmede het sjabloon voor dit monitoringplan te hanteren, alsmede het sjabloon voor dit
gestandaardiseerd en vereenvoudigd monitoringplan geldt hetgeen gestandaardiseerd en vereenvoudigd monitoringplan geldt hetgeen
opgenomen is in bijlage VII bij dit besluit. opgenomen is in bijlage VII bij dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 4 januari 2013. Brussel, 4 januari 2013.
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
J. SCHAUVLIEGE J. SCHAUVLIEGE
Bijlage I. - Richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van een Bijlage I. - Richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van een
monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode monitoringplan tijdens de tweede verbintenisperiode
1. Monitoringplan 1. Monitoringplan
Een exploitant van een BKG-installatie dient voor elke BKG-installatie Een exploitant van een BKG-installatie dient voor elke BKG-installatie
uiterlijk op 15 november 2012 een voorstel van initieel monitoringplan uiterlijk op 15 november 2012 een voorstel van initieel monitoringplan
2013 in bij het verificatiebureau. Vanaf 2013 dient een exploitant van 2013 in bij het verificatiebureau. Vanaf 2013 dient een exploitant van
een BKG-installatie jaarlijks uiterlijk op 15 november een aangepast een BKG-installatie jaarlijks uiterlijk op 15 november een aangepast
voorstel tot initieel monitoringplan voor het daaropvolgende jaar in voorstel tot initieel monitoringplan voor het daaropvolgende jaar in
te dienen bij het verificatiebureau. Het aangepast voorstel tot te dienen bij het verificatiebureau. Het aangepast voorstel tot
initieel monitoringplan integreert elke wijziging aan het initieel monitoringplan integreert elke wijziging aan het
monitoringplan die tot en met 15 november van dat jaar heeft monitoringplan die tot en met 15 november van dat jaar heeft
plaatsgevonden. Het verificatiebureau bezorgt het ingediende plaatsgevonden. Het verificatiebureau bezorgt het ingediende
monitoringplan samen met een gemotiveerde beoordeling aan de afdeling. monitoringplan samen met een gemotiveerde beoordeling aan de afdeling.
De afdeling keurt het ingediende monitoringplan al dan niet goed. De De afdeling keurt het ingediende monitoringplan al dan niet goed. De
afdeling brengt de exploitant op de hoogte van haar beslissing en afdeling brengt de exploitant op de hoogte van haar beslissing en
bezorgt, in voorkomend geval, het goedgekeurde monitoringplan aan de bezorgt, in voorkomend geval, het goedgekeurde monitoringplan aan de
exploitant. exploitant.
2. Significante wijzigingen 2. Significante wijzigingen
Een exploitant van een BKG-installatie dient onverwijld elk voorstel Een exploitant van een BKG-installatie dient onverwijld elk voorstel
tot significante wijziging in bij het verificatiebureau aan de hand tot significante wijziging in bij het verificatiebureau aan de hand
van een meldingsformulier. Het verificatiebureau bezorgt het voorstel van een meldingsformulier. Het verificatiebureau bezorgt het voorstel
tot significante wijziging, samen met een gemotiveerde beoordeling tot significante wijziging, samen met een gemotiveerde beoordeling
ervan, aan de afdeling. De afdeling keurt de significante wijziging al ervan, aan de afdeling. De afdeling keurt de significante wijziging al
dan niet goed. De afdeling brengt de exploitant op de hoogte van haar dan niet goed. De afdeling brengt de exploitant op de hoogte van haar
beslissing en bezorgt, in voorkomend geval, de goedgekeurde beslissing en bezorgt, in voorkomend geval, de goedgekeurde
significante wijziging aan de exploitant. De exploitant van de significante wijziging aan de exploitant. De exploitant van de
BKG-installatie neemt de goedgekeurde significante wijziging op in het BKG-installatie neemt de goedgekeurde significante wijziging op in het
logboek wijzigingen. logboek wijzigingen.
Elke niet-significante wijziging moet onverwijld worden opgenomen in Elke niet-significante wijziging moet onverwijld worden opgenomen in
het logboek wijzigingen. het logboek wijzigingen.
3. Tijdelijke wijzigingen 3. Tijdelijke wijzigingen
Wanneer tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode worden Wanneer tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode worden
toegepast, neemt de exploitant van een BKG-installatie alle elementen, toegepast, neemt de exploitant van een BKG-installatie alle elementen,
vermeld in artikel 23, paragraaf 2 van de verordening, op in het vermeld in artikel 23, paragraaf 2 van de verordening, op in het
logboek tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode. logboek tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode.
Een exploitant van een BKG-installatie dient binnen de 5 werkdagen na Een exploitant van een BKG-installatie dient binnen de 5 werkdagen na
vaststelling van de technische redenen die de tijdelijke wijziging in vaststelling van de technische redenen die de tijdelijke wijziging in
de monitoringmethode noodzakelijk maken een meldingsformulier de monitoringmethode noodzakelijk maken een meldingsformulier
'tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode' in bij de afdeling. 'tijdelijke wijzigingen in de monitoringmethode' in bij de afdeling.
De afdeling beoordeelt of de tijdelijke wijziging in de De afdeling beoordeelt of de tijdelijke wijziging in de
monitoringmethode leidt tot het hoogst haalbare niveau voor de monitoringmethode leidt tot het hoogst haalbare niveau voor de
activiteitgegevens en berekeningsfactoren. Als dit niet het geval is, activiteitgegevens en berekeningsfactoren. Als dit niet het geval is,
werkt de afdeling samen met de exploitant van de BKG-installatie een werkt de afdeling samen met de exploitant van de BKG-installatie een
alternatieve monitoringmethode uit voor de bewaking van de emissies. alternatieve monitoringmethode uit voor de bewaking van de emissies.
4. Verbeteringsverslag 4. Verbeteringsverslag
Een exploitant van een BKG-installatie dient, indien van toepassing, Een exploitant van een BKG-installatie dient, indien van toepassing,
vanaf 2014 bij de afdeling een verbeteringsverslag in binnen de vanaf 2014 bij de afdeling een verbeteringsverslag in binnen de
volgende termijn : volgende termijn :
1° Voor een installatie van categorie A, om de vier jaar uiterlijk op 1° Voor een installatie van categorie A, om de vier jaar uiterlijk op
30 juni; 30 juni;
2° Voor een installatie van categorie B, om de twee jaar uiterlijk op 2° Voor een installatie van categorie B, om de twee jaar uiterlijk op
30 juni; 30 juni;
3° Voor een installatie van categorie C, elk jaar uiterlijk op 30 3° Voor een installatie van categorie C, elk jaar uiterlijk op 30
juni. juni.
5. Risicobeoordeling 5. Risicobeoordeling
Als uit een door de exploitant van de BKG-installatie uitgevoerde Als uit een door de exploitant van de BKG-installatie uitgevoerde
risicobeoordeling, blijkt dat het gerechtvaardigd is om een risicobeoordeling, blijkt dat het gerechtvaardigd is om een
vereenvoudigd monitoringplan te hanteren, kan de exploitant van een vereenvoudigd monitoringplan te hanteren, kan de exploitant van een
BKG-installatie een gestandaardiseerd en vereenvoudigd sjabloon BKG-installatie een gestandaardiseerd en vereenvoudigd sjabloon
hanteren voor het opstellen van het monitoringplan. hanteren voor het opstellen van het monitoringplan.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 04 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 04
januari 2013 houdende vaststelling van het sjabloon voor het januari 2013 houdende vaststelling van het sjabloon voor het
monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede vaststelling van monitoringplan voor BKG-installaties, alsmede vaststelling van
richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het monitoringplan richtsnoeren voor het opstellen en wijzigen van het monitoringplan
tijdens de tweede verbintenisperiode. tijdens de tweede verbintenisperiode.
Brussel, 4 januari 2013. Brussel, 4 januari 2013.
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
J. SCHAUVLIEGE J. SCHAUVLIEGE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Raadpleging van bl. 9924 tot 10022 Raadpleging van bl. 9924 tot 10022
Beeld van de publicatie deel 1 Image de la publication partie 1
Raadpleging van bl. 10023 tot 10134 Raadpleging van bl. 10023 tot 10134
Beeld van de publicatie deel 2 Image de la publication partie 2
^