Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Ministerieel Besluit van 01/10/2018
← Terug naar "Ministerieel besluit betreffende de inhoud en de modaliteiten inzake deelname aan en organisatie van de opleiding en het examen van de kandidaten voor de erkenning van EPB-certificeerder voor openbare gebouwen "
Ministerieel besluit betreffende de inhoud en de modaliteiten inzake deelname aan en organisatie van de opleiding en het examen van de kandidaten voor de erkenning van EPB-certificeerder voor openbare gebouwen Arrêté ministériel relatif au contenu et aux modalités de participation et d'organisation de la formation et de l'examen des candidats à l'agrément de certificateur PEB de bâtiment public
WAALSE OVERHEIDSDIENST 1 OKTOBER 2018. - Ministerieel besluit betreffende de inhoud en de modaliteiten inzake deelname aan en organisatie van de opleiding en het examen van de kandidaten voor de erkenning van EPB-certificeerder voor openbare gebouwen De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, Gelet op het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, artikel 42, § 1, eerste lid, 2°; SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 1er OCTOBRE 2018. - Arrêté ministériel relatif au contenu et aux modalités de participation et d'organisation de la formation et de l'examen des candidats à l'agrément de certificateur PEB de bâtiment public Le Ministre du Budget, des Finances, de l'Energie, du Climat et des Aéroports, Vu le décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des bâtiments, l'article 42, § 1er, alinéa 1, 2°;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 mai 2014 portant exécution du
uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de décret du 28 novembre 2013 relatif à la performance énergétique des
energieprestatie van gebouwen, de artikelen 57, § 5, en 58, § 3; bâtiments, les articles 57, § 5, et 58, § 3;
Gelet op het rapport van 2 oktober 2017 opgemaakt overeenkomstig Vu le rapport du 2 octobre 2017 établi conformément à l'article 3, 2°,
artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering du décret du 11 avril 2014 visant à la mise en oeuvre des résolutions
van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties de la Conférence des Nations unies sur les femmes à Pékin de septembre
die in september 11 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van 1995 et intégrant la dimension du genre dans l'ensemble des politiques
de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen; régionales;
Gelet op het advies 63.684/4 van de Raad van State, gegeven op 2 juli Vu l'avis 63.684/4 du Conseil d'Etat, donné le 2 juillet 2018, en
2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
Besluit : Arrête :

Artikel 1.Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad

Article 1er.Le présent arrêté transpose partiellement la Directive

van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen wordt 2010/31/UE du Parlement européen et du Conseil du 19 mai 2010 sur la
gedeeltelijk omgezet bij dit besluit. performance énergétique des bâtiments.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:

Art. 2.Au sens du présent arrêté, l'on entend par :

1° het decreet van 28 november 2013: het decreet van 28 november 2013 1° le décret du 28 novembre 2013: le décret du 28 novembre 2013
betreffende de energieprestatie van gebouwen; relatif à la performance énergétique des bâtiments;
2° het besluit van 15 mei 2014: het besluit van de Waalse Regering van 2° l'arrêté du 15 mai 2014: l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 mai
15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 2014 portant exécution du décret du 28 novembre 2013 relatif à la
betreffende de energieprestatie van gebouwen; performance énergétique des bâtiments;
3° de Administratie : de Directie Duurzaam Gebouw van het Departement 3° l'Administration : la Direction du Bâtiment durable du Département
de l'Energie et du Bâtiment durable de la Direction générale
Energie en Duurzaam Gebouw van het Operationeel Directoraat-generaal opérationnelle Aménagement du Territoire, Logement, Patrimoine et
Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Energie du Service public de Wallonie;
Overheidsdienst;
4° het centrum : het opleidingscentrum voor EPB-certificeerders voor 4° le centre : le centre de formation de certificateurs PEB de
openbare gebouwen, erkend overeenkomstig de eisen van het besluit; bâtiment public, agréé conformément aux exigences de l'arrêté;
5° de kandidaat : de natuurlijke persoon die een aanvraag tot 5° le candidat : la personne physique ayant introduit une demande
erkenning als EPB-certificeerder voor openbare gebouwen heeft d'agrément en qualité de certificateur PEB de bâtiment public,
ingediend overeenkomstig de eisen van het besluit van 15 mei 2014; conformément aux exigences de l'arrêté du 15 mai 2014;
6° de software : de software bedoeld in artikel 38 van het decreet van 6° le logiciel : le logiciel visé à l'article 38 du décret du 28
28 november 2013; novembre 2013;
7° het protocol; het protocol bedoeld in artikel 54 van het besluit 7° le protocole : le protocole visé à l'article 54 de l'arrêté du 15
van 15 mei 2014; mai 2014;
8° de opleiding : de opleiding bedoeld in artikel 57, § 4, van het 8° la formation : la formation visée à l'article 57, § 4, de l'arrêté
besluit van 15 mei 2014; du 15 mai 2014;
9° het examen : het examen bedoeld in artikel 58, § 1, van het besluit van 15 mei 2014; 9° l'examen : l'examen visé à l'article 58, § 1er, de l'arrêté du 15 mai 2014;
10° de opleider : het lid van het gekwalificeerde onderwijzend 10° le formateur : le membre du personnel enseignant qualifié
personeel dat de voorwaarden van artikel 74 van het besluit van 15 mei 2014 vervult. répondant aux conditions de l'article 74 de l'arrêté du 15 mai 2014.

Art. 3.§ 1. De Administratie stelt ter beschikking van het centrum :

Art. 3.§ 1er. L'Administration met à disposition du centre :

1° de lijst van de kandidaten; 1° la liste des candidats;
2° de pedagogische dragers voor de opleiding, met minstens : a) de bijgewerkte versie van de software; b) het protocol; c) het formulier voor de opneming van de gegevens op het terrein; d) de pedagogische inhoud van de opleiding vastgelegd op dia's of op elke andere drager; 3° de administratieve instrumenten met betrekking tot de organisatie van de opleiding en het examen, met inbegrip van ten minste de examenvragenlijsten, samen met de antwoorden en de scoringsmethode. De hulpmiddelen kunnen langs de elektronische weg ter beschikking van het centrum gesteld worden. § 2. De Administratie maakt de inschrijvingsmodaliteiten voor de opleiding en de door het centrum geplande data van de zittingen op haar internetsite bekend.

Art. 4.§ 1. Het centrum : 1° laat slechts de kandidaten die op de door de Administratie ter beschikking gestelde lijst opgenomen zijn toe op de opleiding en het examen en gebruikt de kandidatenlijst enkel voor de opleiding en het examen; 2° bevestigt de inschrijving van de kandidaten en geeft hen kennis van de plaatsen, de data en de praktische modaliteiten van de opleiding en van het examen; 3° gebruikt, uitsluitend, elk van de door de administratie ter beschikking gestelde pedagogische en administratieve dragers voor de opleiding; 4° wijzigt de inhoud van de opleidingsdragers niet en gebruikt andere dragers enkel en alleen met de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Administratie; 5° stelt de opleidingsdragers ter beschikking van elke kandidaat, met inbegrip van een syllabus waarin de pedagogische inhoud opgenomen is; 6° stelt de lokalen en het informaticamateriaal die nodig zijn voor het goede verloop van de opleiding en het examen ter beschikking van elke kandidaat die voor de opleiding ingeschreven is; 7° maakt het in artikel 72, § 1, tweede lid, van het besluit van 15 mei 2014, bedoelde rapport betreffende de opleidings- of examenzitting aan de administratie over op papieren drager en langs de elektronische weg; 8° geeft de Administratie onmiddellijk kennis van elke wijziging die een weerslag kan hebben op de erkenning van een opleidingscentrum voor EPB-certificeerders voor openbare gebouwen; 9° doet uitsluitend een beroep op de opleiders die in de erkenningsaanvraag opgegeven worden als opleidingscentrum om de opleiding en het examen te waarborgen, behoudens voorafgaande toestemming aangevraagd via het door de Administratie ter beschikking gestelde formulier. Het rapport bedoeld in 7° wordt opgemaakt overeenkomstig het door de Administratie ter beschikking gesteld model. § 2. De opleidingsdragers zijn uitsluitend voor de opleiding van de kandidaten bestemd. Ze worden in geen enkele vorm, noch gedeeltelijk noch integraal, verspreid buiten het kader van de opleiding, behalve voorafgaand schriftelijk akkoord van de Administratie en zijn het exclusieve eigendom van de Administratie.

Art. 5.In geval van buitengewone omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de kandidaat, wordt de afwezigheid op het examen door het centrum toegestaan voor zover de kandidaat een bewijsstuk voor zijn afwezigheid overlegt. Dat document wordt door het centrum bewaard en een afschrift wordt bij het zittings- en examenverslag gevoegd. In geval van gewettigde afwezigheid op het examen, legt de kandidaat de proef bij een nieuwe examenzitting af.

Art. 6.Het examen bestaat uit een praktisch geval dat aan de hand van de software opgelost moet worden en uit een vragenlijst met meerkeuzevragen die door de Administratie ter beschikking wordt gesteld. Als de kandidaat niet voor het examen slaagt, schrijft hij zich in voor een latere opleidings- en examenzitting. De Administratie kan de opleiding alsook het examen bijwonen.

Art. 7.De kandidaat die het examen niet aflegt zonder wettiging van zijn afwezigheid overeenkomstig artikel 5, of die een opleidingsdag mist, wordt uit de kandidatenpromotie uitgesloten. Om de erkenning te verkrijgen schrijft de kandidaat zich in voor een latere opleidings- en examenzitting.

Art. 8.Het centrum beheert de geschillen m.b.t. de behaalde examenuitslagen. De verantwoordelijke van het centrum beheert de beroepen die kandidaten jegens een opleider indienen en geeft de Administratie kennis van de gevolgen die aan het beroep gegeven worden. Een geschil dat tussen het centrum en de kandidaat omtrent een opleider aanhoudt, wordt op de agenda van een opvolgingscomité geplaatst.

Art. 9.Een opvolgingscomité dat het centrum en de Administratie bijeenbrengt, kan gehouden worden om met name de storingen van de opleiding en van de desbetreffende organisatie te analyseren en te verhelpen, om de aanpassingen van de pedagogische inhoud van de opleiding te evalueren en om advies uit te brengen over de kwaliteit van de opleiding en de opleiders. Het opvolgingscomité bestaat uit één of meer vertegenwoordigers van de Administratie, uit één of twee vertegenwoordigers van het centrum en uit elk ander gecoöpteerd lid. Het centrum neemt het secretariaat van het opvolgingscomité waar.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt. Namen, 1 oktober 2018.

2° les supports pédagogiques de la formation, comprenant au minimum : a) la version mise à jour du logiciel; b) le protocole; c) le formulaire de relevé des données sur le terrain; d) le contenu pédagogique de la formation établi sur des diapositives ou sur tout autre support; 3° les supports administratifs relatifs à l'organisation de la formation et de l'examen, comprenant au minimum les questionnaires de l'examen, accompagnés du corrigé et de la méthode de cotation. Les ressources peuvent être mises à disposition du centre par voie électronique. § 2. L'Administration publie sur son site internet les modalités d'inscription à la formation et les dates des sessions planifiées par le centre.

Art. 4.§ 1er. Le centre : 1° admet à la formation et à l'examen les seuls candidats repris dans la liste mise à disposition par l'Administration et utilise la liste des candidats aux seules fins de la formation et de l'examen; 2° confirme aux candidats leur inscription et leur communique les lieux, les dates et les modalités pratiques de la formation et de l'examen; 3° utilise, exclusivement, chacun des supports pédagogiques et administratifs de la formation mis à disposition par l'Administration; 4° ne modifie pas le contenu des supports de la formation et n'utilise d'autres supports qu'avec l'accord préalable et écrit de l'Administration; 5° met à disposition de chaque candidat les supports de la formation, en ce compris un syllabus reprenant le contenu pédagogique; 6° met à disposition de chaque candidat inscrit à la formation les locaux et le matériel informatique nécessaires au bon déroulement de la formation et de l'examen; 7° communique à l'Administration le rapport sur la session de formation ou d'examen visé à l'article 72, § 1er, alinéa 2, de l'arrêté du 15 mai 2014, au format papier et par voie électronique; 8° communique à l'Administration, sans délai, toute modification pouvant avoir un impact sur l'agrément de centre de formation de certificateurs PEB de bâtiment public; 9° sauf autorisation préalable demandée au moyen du formulaire mis à disposition par l'Administration, fait appel exclusivement aux formateurs renseignés dans la demande d'agrément en tant que centre de formation pour dispenser la formation et l'examen. Le rapport visé au 7° est établi conformément au modèle mis à disposition par l'Administration. § 2. Les supports de la formation sont réservés exclusivement à la formation des candidats. Ils ne font l'objet d'aucune forme de diffusion, partielle ou intégrale, en dehors du cadre de la formation, sauf accord préalable et écrit de l'Administration et sont la propriété exclusive de l'Administration.

Art. 5.En cas de circonstances exceptionnelles et indépendantes de la volonté du candidat, l'absence à l'examen est tolérée par le centre, à charge pour le candidat de fournir un document probant justifiant l'absence. Ce document est conservé par le centre et une copie est jointe au rapport de session et d'examen. En cas d'absence justifiée à l'examen, le candidat subit l'épreuve lors d'une nouvelle session d'examen.

Art. 6.L'examen est constitué d'un cas pratique à résoudre à l'aide du logiciel et d'un questionnaire à choix multiple mis à disposition par l'Administration. En cas d'échec à l'examen, le candidat s'inscrit à une session ultérieure de formation et d'examen. L'Administration peut assister à la formation et à l'examen.

Art. 7.Le candidat qui ne présente pas l'examen sans pouvoir justifier son absence conformément à l'article 5, ou qui est absent à une journée de formation, est exclu de la promotion de candidats. En vue de l'obtention de l'agrément, le candidat s'inscrit à une session ultérieure de formation et d'examen.

Art. 8.Le centre gère les litiges portant sur les notes obtenues à l'examen. Le responsable du centre gère les recours de candidats à l'encontre d'un formateur et informe l'Administration des suites données au recours. Un conflit persistant entre le centre et le candidat au sujet d'un formateur est inscrit à l'ordre du jour d'un comité de suivi.

Art. 9.Un comité de suivi réunissant le centre et l'Administration, peut être tenu en vue, notamment, d'analyser et de remédier aux dysfonctionnements de la formation ou de son organisation, d'évaluer les adaptations du contenu pédagogique de la formation, d'émettre un avis sur la qualité de la formation ou des formateurs. Le comité de suivi est constitué de un ou plusieurs représentants de l'Administration, d'un ou deux représentants du centre et tout autre membre coopté. Le centre assure le secrétariat du comité de suivi.

Art. 10.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature. Namur, le 1er octobre 2018.

J.-L. CRUCKE J.-L. CRUCKE
^