Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincies Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 11 septembre 2013, conclue au sein de la Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces du Brabant wallon et du Hainaut et des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon, relative l'instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à 56 ans avec 40 ans de carrière professionnelle |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 28 AVRIL 2014. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2013, | collective de travail du 11 septembre 2013, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de | Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces du |
provincies Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in de | Brabant wallon et du Hainaut et des carrières de quartzite de la |
provincie Waals-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van | province du Brabant wallon, relative l'instauration d'un régime de |
werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met 40 jaar | chômage avec complément d'entreprise à 56 ans avec 40 ans de carrière |
beroepsverleden (1) | professionnelle (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | PHILIPPE, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven | Vu la demande de la Sous-commission paritaire des carrières de |
in de provincies Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in | porphyre des provinces du Brabant wallon et du Hainaut et des |
de provincie Waals-Brabant; | carrières de quartzite de la province du Brabant wallon; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2013, | travail du 11 septembre 2013, reprise en annexe, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de | Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces du |
provincies Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in de | Brabant wallon et du Hainaut et des carrières de quartzite de la |
provincie Waals-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van | province du Brabant wallon, relative l'instauration d'un régime de |
werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met 40 jaar | chômage avec complément d'entreprise à 56 ans avec 40 ans de carrière |
beroepsverleden. | professionnelle. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
dit besluit. | l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 28 april 2014. | Donné à Bruxelles, le 28 avril 2014. |
FILIP | PHILIPPE |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werk, | La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mme M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Référence au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincies | Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces du |
Waals-Brabant en Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie | Brabant wallon et du Hainaut et des carrières de quartzite de la |
Waals-Brabant | province du Brabant wallon |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2013 | Convention collective de travail du 11 septembre 2013 |
Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 | Instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à 56 |
jaar met 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst geregistreerd op 1 | ans avec 40 ans de carrière professionnelle (Convention enregistrée le |
oktober 2013 onder het nummer 117189/CO/102.03) | 1er octobre 2013 sous le numéro 117189/CO/102.03) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
werknemers gebonden door een arbeidsovereenkomst alsook de werkgevers | aux travailleurs engagés dans les liens d'un contrat de travail ainsi |
die hen tewerkstellen en op die onder het Paritair Subcomité voor de | qu'aux employeurs qui les occupent et ressortissant à la |
porfiergroeven in de provincies Waals-Brabant en Henegouwen en de | Sous-commission paritaire des carrières de porphyre des provinces du |
kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant ressorteren. | Brabant wallon et du Hainaut et des carrières de quartzite de la |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de werklieden en de werksters. | province du Brabant wallon. Par "travailleurs" on entend : les ouvriers et les ouvrières. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue an |
van de wet van 12 april 2011 aanpassing van de wet van 1 februari 2011 | application de la loi du 12 avril 2011 modifiant la loi du 1er février |
houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het | 2011 portant la prolongation de mesures de crise et l'exécution de |
interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de | l'accord interprofessionnel, et exécutant le compromis du Gouvernement |
Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord | |
(Belgisch Staatsblad van 28 april 2011), zoals gewijzigd door de wet | relatif au projet d'accord interprofessionnel (Moniteur belge du 28 |
van 29 maart 2012, wet houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch | avril 2011), telle que modifiée par la loi du 29 mars 2012, loi |
Staatsblad van 30 maart 2012, 3e editie). | portant des dispositions diverses (I) (Moniteur belge du 30 mars 2012, édition 3). |
Zij heeft tot doel een regeling van aanvullende vergoeding voor | Elle a pour but d'instituer un régime de chômage avec complément |
sommige oudere werknemers in te stellen. | d'entreprise applicable à certains travailleurs âgés. |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
Art. 3.Les dispositions de la convention collective de travail n° 17 |
van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zijn van toepassing. Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van de 19 december 2006, wordt het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. Het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de laatste werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de bedrijfstoeslag zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel). Voor de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, worden de persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het bruto referentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de bedrijfstoeslag in plaats van op 108 pct. op basis van 100 pct. van het loon berekend. Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2015. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014. De Minister van Werk, |
du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement s'appliquent. Art. 4.En application des articles 4bis, 4ter et 4quater de la convention collective de travail n° 17, telle que modifiée par la convention collective de travail n° 17tricies du 19 décembre 2006, le droit au complément d'entreprise accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces travailleurs reprennent le travail comme salarié auprès d'un employeur autre que celui qui les a licenciés et n'appartenant pas à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés. Le droit au complément d'entreprise accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est également maintenu à charge du dernier employeur en cas d'exercice d'une activité indépendante à titre principal à condition que cette activité ne soit pas exercée pour le compte de l'employeur qui les a licenciés ou pour le compte d'un employeur appartenant à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés. Les travailleurs visés dans le présent article conservent le droit au complément d'entreprise une fois qu'il a été mis fin à leur occupation dans les liens d'un contrat de travail ou à l'exercice d'une activité indépendante à titre principal. Ils fournissent dans ce cas à leur dernier employeur (au sens du premier paragraphe du présent article) la preuve de leur droit aux allocations de chômage. Dans le cas visé au paragraphe précédent, les travailleurs ne peuvent cumuler le bénéfice de deux ou plusieurs régimes de chômage avec complément d'entreprise. Quand ils se trouvent dans les conditions pour bénéficier de plusieurs régimes de chômage avec complément d'entreprise, ils conservent le bénéfice de celui accordé par l'employeur qui les a licenciés (au sens du premier paragraphe du présent article). Pour les régimes de chômage avec complément d'entreprise, les cotisations sociales personnelles à déduire du salaire brut de référence servant à déterminer le montant du complément d'entreprise seront calculées sur le salaire à 100 p.c. au lieu de 108 p.c. Art. 5.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2013 et cessera d'être en vigueur le 31 décembre 2015. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 28 avril 2014. La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. M. DE CONINCK | Mme M. DE CONINCK |