Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 26/11/2001
← Terug naar "Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 12, tweede en vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging "
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 12, tweede en vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging Arrêté royal portant exécution de l'article 12, alinéas 2 et 4, de la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN 26 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 12, tweede en vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging VERSLAG AAN DE KONING MINISTERE DE L'INTERIEUR 26 NOVEMBRE 2001. - Arrêté royal portant exécution de l'article 12, alinéas 2 et 4, de la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures RAPPORT AU ROI
Sire, Sire,
Artikel 12 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de L'article 12 de la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et
lijkbezorging, gewijzigd bij de wet van 20 september 1998, voorziet dat een balseming, voorafgaandelijk aan de kisting, in de door de Koning bepaalde gevallen kan toegelaten worden. Deze bepaling geeft aan de Koning eveneens de bevoegdheid om de in het derde lid van dit artikel bedoelde voorwerpen en procédés, alsook de voorwaarden waaraan een doodkist dient te beantwoorden, te definiëren. Het ontwerp van koninklijk besluit, dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt er toe om uitvoering aan deze bepaling te geven. Krachtens artikel 1 kan de burgemeester, op eensluidend advies van de gezondheidsinspecteur die ressorteert onder de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, de balseming in uitzonderlijke gevallen, zoals voor internationaal lijkenvervoer en in sommige rampsituaties, toestaan. Het balsemen kan in sommige landen of continenten verplicht zijn voor internationaal lijkenvervoer naar gebleken is bij de ramp met de « sépultures, modifié par la loi du 20 septembre 1998, prévoit qu'un embaumement préalable à la mise en bière peut être autorisé dans les cas déterminés par le Roi. Il habilite également le Roi à définir les objets et procédés visés à l'alinéa 3 de cet article ainsi que les conditions auxquelles les cercueils doivent répondre. Le projet d'arrêté royal que j'ai l'honneur de soumettre à la signature de Votre Majesté, tend à donner exécution à cette disposition. En vertu de l'article 1er, le bourgmestre peut, sur avis conforme de l'inspecteur d'hygiène, relevant du Service public fédéral, Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, autoriser l'embaumement dans les cas exceptionnels, notamment pour le transport international des dépouilles et dans certaines situations de catastrophe. L'embaumement peut être obligatoire dans certains pays ou continents pour le transport international des dépouilles, ainsi qu'il est apparu lors de la catastrophe du « Herald of Free Enterprise » survenue à
Herald of Free Enterprise » in Zeebrugge op 6 maart 1987, waar het Zeebrugge le 6 mars 1987, où l'embaumement des dépouilles a permis
balsemen van de lijken het mogelijk heeft gemaakt om de drenkelingen l'identification des noyés par leurs proches. Une équipe de
door hun familieleden te laten identificeren. Een ploeg Britse
specialisten is daar tot de balseming van de slachtoffers overgegaan. spécialistes britanniques y a procédé à l'embaumement des victimes.
Artikel 2 bevat de voorschriften waaraan een doodkist dient te L'article 2 contient les prescriptions auxquelles un cercueil doit
voldoen. Er weze aan herinnerd dat luidens het voormelde artikel 12 satisfaire. Il convient de rappeler qu'aux termes de l'article 12
van de wet van 20 juli 1971, de doodkist de natuurlijke en normale précité de la loi du 20 juillet 1971, le cercueil ne peut empêcher la
ontbinding van het lijk of de crematie niet mag beletten. Daarom wordt décomposition naturelle et normale de la dépouille ou la crémation.
voorzien dat doodkisten uit massief hout of andere materialen moeten C'est pourquoi, il est prévu que les cercueils doivent être fabriqués
bestaan die de natuurlijke of normale ontbinding van het lijk of de crematie niet mogen beletten. Het gebruik van kartonnen doodkisten is verboden. De lijmen, vernissen en andere afdeklagen die bij doodkisten worden gebruikt, mogen uiteraard de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie niet beletten. Kunststoffen of metalen die worden gebruikt voor handvatten, sierstukken en verbindingselementen als spijkers, schroeven, nieten, klemmen en metalen voeglatten zijn toegestaan. Doodkisten dienen op zulke wijze gefabriceerd te worden dat, behalve de houten handgrepen, alle andere handgrepen, sierschroeven en andere sierstukken van buitenaf verwijderd kunnen worden. De binnenafwerking van de doodkisten mag enkel bestaan uit natuurlijke, afbreekbare stoffen. De voorwaarden waaraan de doodkist moet voldoen en die vervat zijn in artikel 2, zijn niet toepasselijk op doodkisten bestemd voor internationaal lijkenvervoer. Luidens artikel 3 mogen de lijkzakken eveneens enkel bestaan uit en bois massif ou en autres matériaux qui ne peuvent empêcher la décomposition naturelle et normale de la dépouille ou la crémation. L'usage de cercueils en carton est interdit. Les colles, vernis et autres enduits utilisés pour les cercueils ne peuvent évidemment pas empêcher la décomposition naturelle et normale de la dépouille ou la crémation. Les matériaux synthétiques ou les métaux utilisés pour les poignées, les ornements et les éléments de raccord tels que clous, vis, agrafes, pinces et couvre-joints en métal sont autorisés. Les cercueils doivent être fabriqués de telle manière que, à l'exception des poignées en bois, toutes les autres poignées, vis décoratives et ornements puissent être retirés de l'extérieur. Les garnitures intérieures des cercueils peuvent uniquement se composer de produits naturels biodégradables. Les conditions auxquelles le cercueil doit satisfaire et qui sont prévues par l'article 2 ne sont pas applicables aux cercueils utilisés pour le transport international des dépouilles. Aux termes de l'article 3, les housses destinées à contenir les dépouilles peuvent elles aussi, uniquement se composer de produits et
natuurlijke, afbreekbare stoffen en materialen. matériaux naturels et biodégradables.
Vermits het besluit in artikel 2 de voorwaarden regelt waaraan een Etant donné que l'arrêté règle à l'article 2 les conditions auxquelles
doodkist dient te voldoen, heft artikel 4 artikel 1 van het koninklijk un cercueil doit satisfaire, l'article 4 abroge l'article 1er de
besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding, dat in l'arrêté royal du 19 janvier 1973 relatif à l'incinération des
cadavres humains, qui déterminait les conditions auxquelles doivent
voorwaarden voor doodkisten voor crematie voorzag, op. répondre les cercueils destinés à la crémation.
Het ontworpen besluit werd aangepast aan de opmerkingen geformuleerd L'arrêté en projet a été adapté aux observations formulées par le
door de Raad van State in zijn advies van 3 oktober 2001. Conseil d'Etat dans son avis émis le 3 octobre 2001.
Ik heb de eer te zijn, J'ai l'honneur d'être,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, de Votre Majesté,
de zeer eerbiedige en le très respectueux et
zeer getrouwe dienaar, très fidèle serviteur,
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, La Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement;
Mevr. M. AELVOET Mme M. AELVOET
ADVIES 31.592/2 Avis 31.592/2
van de afdeling wetgeving van de Raad van State de la section de législation du Conseil d'Etat
De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 27 april 2001 Le Conseil d'Etat, section de législation, deuxième chambre, saisi par
door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te le Ministre de l'Intérieur, le 27 avril 2001, d'une demande d'avis sur
dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van un projet d'arrêté royal "portant exécution de l'article 12, alinéas 2
artikel 12, tweede en vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de et 4, de la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures",
begraafplaatsen en de lijkbezorging", heeft op 3 oktober 2001 het a donné le 3 octobre 2001 l'avis suivant :
volgende advies gegeven : Observations générales
Algemene opmerkingen
1. De steller van het ontwerp wordt erop gewezen dat de bijzondere wet 1. L'attention de l'auteur du projet est attirée sur le fait que la
van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses
gewesten en de gemeenschappen de bevoegdheid om, wat de ondergeschikte compétences aux régions et communautés a transféré aux régions, à
besturen betreft, de aangelegenheid van "de begraafplaatsen en de partir du 1er janvier 2002, la compétence de régler, en ce qui
concerne les pouvoirs subordonnés, la matière des "funérailles et
lijkbezorging" (artikel 6, § 1, VIII, 7°, van de bijzondere wet van 8 sépultures" (article 6, § 1er, VIII, 7°, de la loi spéciale du 8 août
augustus 1980 tot hervorming der instellingen, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2001) te regelen, overgedragen heeft aan de gewesten. In de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 13 juli 2001 wordt nauwelijks enige precisering gegeven omtrent die overdracht van bevoegdheden. We kunnen er alleen in lezen dat die overdracht gewettigd wordt door de omstandigheid dat de wetgeving op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, net zoals de wetgeving inzake de agglomeraties en de federaties van gemeenten of inzake de kerkfabrieken, beschouwd wordt als een wetgeving die "aanverwant" is aan de wetgeving betreffende de organisatie van de provincies en de gemeenten (1), en dat ze "rechtstreeks verband houd(t) met de lokale overheden" (2). Daaruit kan worden afgeleid dat al wat thans geregeld wordt bij de wet 1980 de réformes institutionnelles, inséré par la loi du 13 juillet 2001). Les travaux préparatoires de la loi spéciale du 13 juillet 2001 ne fournissent guère de précisions sur ce transfert de compétences. On peut seulement y lire qu'il est justifié par le fait que la législation sur les funérailles et sépultures est considérée, avec celle sur les agglomérations et les fédérations de communes ou celle sur les fabriques d'église, comme une "législation connexe" à celle organique des provinces et des communes (1) et qu'elle a "un lien direct avec les pouvoirs locaux" (2) On peut en déduire que tout ce qui est actuellement réglé par la loi
van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, te rekenen du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures relèvera, à
van 1 januari 2002 tot de bevoegdheid van de gewesten zal behoren. partir du 1er janvier 2002, de la compétence des Régions.
Van die datum af zal het ontworpen besluit dus niet meer tot de A partir de cette date, l'arrêté en projet n'entrera donc plus dans
bevoegdheid van de Koning behoren. les compétences du Roi.
Daaruit volgt dat het niet meer aan de federale overheid zal staan om Il s'ensuit qu'il n'appartiendra plus aux autorités fédérales de
die aangelegenheid te regelen, noch, a fortiori, om vóór die datum régler cette matière, ni à fortiori de faire entrer en vigueur des
vastgestelde bepalingen in werking te doen treden, zoals het geval is dispositions arrêtées avant cette date, comme c'est le cas à l'article
in artikel 7 van het ontwerp (3). 7 du projet (3).
Dit advies wordt verstrekt onder dat voorbehoud. C'est sous réserve de cette observation que le présent avis est donné.
2. In de gehele tekst moet het woord "lichaam" vervangen worden door 2. Dans l'ensemble du texte, il convient de remplacer le mot "corps"
het woord "lijk". par le mot "dépouille".
Bijzondere opmerkingen Observations particulières
Onderzoek van het ontwerp Examen du projet
Aanhef Préambule
1. Het zou beter zijn in het eerste lid te schrijven : 1. A l'alinéa 1er, mieux vaut écrire :
« Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de « Vu la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures,
lijkbezorging, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de wet van 20 notamment l'article 12, modifié par la loi du 20 septembre 1998;".
september 1998;".
2. Het tweede lid moet worden aangevuld met de woorden ", inzonderheid 2. Il y a lieu de compléter l'alinéa 2 par les mots "notamment
op artikel 1;". l'article 1er;".
3. In het derde lid schrijve men : 3. A l'alinéa 3, il convient d'écrire :
« Gelet op advies 31.592/2 van de Raad van State, gegeven op 3 oktober « Vu l'avis 31.592/2 du Conseil d'Etat, donné le 3 octobre 2001;".
2001;". 4. Gelet op het bepaalde in artikel 2 van het ontworpen besluit, moet 4. Vu la disposition figurant à l'article 2 de l'arrêté en projet, il
ook de Minister van Volksgezondheid het ontworpen besluit voordragen. convient que le Ministre de la Santé publique propose également
Zo ook moet diezelfde minister het ontworpen besluit mede ondertekenen l'arrêté en projet. De même, ce Ministre doit également signer
en uitvoeren. Het ontworpen artikel 8 moet in die zin worden aangevuld. Dispositief Wegens het beperkte aantal artikelen is het niet verantwoord het besluit te verdelen in hoofdstukken. De verdeling in hoofdstukken moet vervallen. Artikel 1 De definitie van balseming wijkt niet af van de gebruikelijke betekenis van dat woord en is derhalve overbodig. Het woord "prothese" wordt alleen gebruikt in artikel 5. Deze bepaling moet echter vervallen om de reden opgegeven in de opmerking die hieronder in verband met artikel 5 wordt gemaakt. Artikel 1 moet dan ook vervallen en de nummering van het vervolg van het ontwerp moet dienovereenkomstig worden aangepast. l'arrêté en projet et l'exécuter. L'article 8 en projet doit être complété en ce sens. Dispositif Le petit nombre d'articles ne justifie pas la division de l'arrêté en chapitres. Celle-ci doit donc être omise. Article 1er La définition d'embaumement ne s'écarte pas du sens commun de ce mot. Elle est, dès lors, superflue. Quant au mot "prothèse", il est seulement utilisé à l'article 5. Or, cette dernière disposition doit être omise pour le motif invoqué dans l'observation faite sous cet article. Dès lors, l'article 1er doit être omis et la numérotation de la suite du projet adaptée en conséquence.
Artikel 2 Article 2
Deze bepaling moet worden aangepast, rekening houdend met het Il y a lieu d'adapter cette disposition en tenant compte de l'arrêté
koninklijk besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting van de Federale royal du 23 mai 2001 portant création du Service public fédéral Santé
Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement.
Artikel 3 Article 3
1. Het derde lid, tweede zin, bepaalt het volgende : 1. L'alinéa 3, deuxième phrase, prévoit :
« Zinken, loden of kunststoffen binnenkisten zijn in de bij de « Les cercueils intérieurs en zinc, en plomb, ou en matériaux
Internationale Overeenkomsten, die door de Wetgever geratificeerd synthétiques sont également autorisés dans les cas prescrits par les
werden, voorgeschreven gevallen eveneens toegelaten. » conventions internationales ratifiées par le législateur. »
In dat verband staat in het verslag aan de Koning het volgende te lezen : Selon le Rapport au Roi :
« Bepaalde regelgevingen inzake internationaal lijkenvervoer vereisen « Certaines réglementations en matière de transport international des
zinken, loden of kunststoffen binnenkisten. Zo schrijven de corps exigent des cercueils intérieurs en zinc, en plomb ou en
internationale schikking betreffende het lijkenvervoer, ondertekend te matériaux synthétiques. C'est ainsi que l'arrangement international
Berlijn op 10 februari 1937 en goedgekeurd bij de wet van 26 augustus concernant le transport des corps, signé à Berlin le 10 février 1937,
1938, de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken, en van de et approuvé par la loi du 26 août 1938, l'Accord sur le transfert des
Bijlage, opgemaakt te Straatsburg op 26 oktober 1973 en goedgekeurd corps des personnes décédées et l'Annexe, faits à Strasbourg le 26
bij de wet van 20 augustus 1981, en het besluit van de Regent van 20 octobre 1973 et approuvés par la loi du 20 août 1981, et l'arrêté du
juni 1947 betreffende het transport van lijken in respectievelijk de Régent du 20 juillet 1947 relatif au transport des dépouilles
artikelen 3 en 8, 6, eerste lid, en 3, tweede en derde lid, het mortelles prescrivent respectivement aux articles 3 et 8, 6, alinéas 1er,
gebruik van metalen kisten voor. » et 3, alinéas 2 et 3, l'utilisation de cercueils en métal. »
Op te merken valt dat geen enkele geciteerde bepaling voorziet in het Il y a lieu d'observer qu'aucune disposition citée ne prévoit
gebruik van loden kisten. l'utilisation de cercueils en plomb.
Bovendien zou het besluit van de Regent van 20 juli 1947 niet bedoeld Par ailleurs, l'arrêté du Régent du 20 juillet 1947 ne serait pas visé
worden in de onderzochte bepaling, aangezien het klaarblijkelijk geen par la disposition examinée, puisqu'il ne s'agit bien évidemment pas
internationale overeenkomst is. d'une convention internationale.
Een fundamentelere opmerking is dat de internationale overeenkomsten Plus fondamentalement, il y a lieu d'observer que les conventions
waarnaar verwezen wordt in het verslag aan de Koning en waarin de internationales auxquelles le rapport au Roi renvoie, et qui
voorwaarden worden vastgesteld waaraan een lijkkist moet voldoen voor prescrivent les conditions auxquelles les cercueils doivent satisfaire
het internationale vervoer van lijken, bepaaldelijk tot doel hebben de pour le transport international des corps, ont précisément pour objet
regelgeving eenvormig te maken teneinde "de bezwaren te vermijden d'uniformiser les réglementations de manière à "éviter les
welke voortvloeien uit de verschillen in de reglementen betreffende inconvénients résultant des divergences dans les règlements relatifs
het vervoer van lijken" (4). au transport des corps" (4).
Artikel 2, lid 1, van de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken, L'article 2, paragraphe 1er, de l'Accord sur le transfert des corps
gedaan te Straatsburg, bepaalt het volgende : des personnes décédées, fait à Strasbourg, prévoit :
« De bepalingen van deze Overeenkomst vormen de maximale voorwaarden « Les dispositions du présent Accord constituent les conditions
welke mogen worden gesteld voor de verzending van lijken, alsmede voor maximales exigibles pour l'expédition du corps d'une personne décédée
de doorvoer of de toelating daarvan op het grondgebied van een der ainsi que pour le transit ou l'admission de celui-ci sur le territoire
Overeenkomstsluitende Partijen. » d'une des Parties contractantes. »
Artikel 3, tweede en derde lid, van het voornoemde besluit van de Quant à l'article 3, alinéas 2 et 3, de l'arrêté du Régent précité, il
Regent daarentegen neemt het bepaalde over van artikel 3 van de reproduit les dispositions de l'article 3 de l'Arrangement
Internationale Schikking betreffende het lijkenvervoer, ondertekend te Berlijn op 10 februari 1937. international concernant le transport des corps, signé à Berlin le 10 février 1937.
Derhalve moet worden voorgeschreven dat de voorwaarden waaraan de Il convient, dès lors, de prévoir que les conditions auxquelles le
lijkkist moet voldoen en die vervat zijn in artikel 3 van het ontwerp, niet toepasselijk zijn op lijkkisten bestemd voor internationaal lijkenvervoer. 2. Het zesde lid bepaalt : « Geen ander voorwerp mag zich in de kist bevinden. » Dit lid strekt er niet toe een voorwaarde vast te stellen waaraan de lijkkist moet voldoen, noch een voorwerp te bepalen waarvan het gebruik verboden is omdat het de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie zou beletten. Deze bepaling kan dus niet haar rechtsgrond ontlenen aan artikel 12, vierde lid, van de wet. Ze moet bijgevolg vervallen. cercueil doit satisfaire et qui sont prévues par l'article 3 du projet ne sont pas applicables aux cercueils utilisés pour le transport international des corps. 2. L'alinéa 6, qui prévoit qu'"aucun autre objet ne peut se trouver dans le cercueil" n'a pas pour objet de fixer une condition à laquelle le cercueil doit répondre, ni de définir un objet dont l'utilisation est interdite parce qu'il empêcherait la décomposition naturelle et normale des corps ou la crémation. Cette disposition ne peut donc puiser son fondement légal dans l'article 12, alinéa 4, de la loi. Elle doit, par conséquent, être omise.
Artikel 5 Article 5
Tenzij beschouwd wordt dat hartstimulatoren en onderhuidse prothesen Sauf à considérer que les stimulateurs cardiaques et les prothèses
producten zijn waarvan het gebruik verboden is bij artikel 12, derde "sub-cutanées" sont des produits dont l'emploi est interdit par
lid, van de wet van 20 juli 1971, wat niet de bedoeling van de l'article 12, alinéa 3, de la loi du 20 juillet 1971, ce que n'a pas
wetgever kon zijn, kan de Koning de rechtsgrond voor een bepaling die pu être l'intention du législateur, le Roi ne peut puiser dans
voorschrijft dat die voorwerpen uit het stoffelijk overschot moeten l'article 12, alinéa 4, de la même loi, le fondement d'une disposition
worden verwijderd, niet ontlenen aan artikel 12, vierde lid, van prescrivant que ces objets soient enlevés de la dépouille mortelle.
diezelfde wet. Die bepaling moet derhalve vervallen. Cette disposition doit, dès lors, être omise.
Slotopmerkingen van taalkundige aard Observations finales d'ordre linguistique
De Nederlandse tekst van sommige bepalingen van het ontwerp zou op een Le texte néerlandais de certaines dispositions du projet devrait être
aantal punten verbeterd moeten worden. Onder voorbehoud van de corrigé à certains égards. C'est sous réserve des observations de fond
hiervoren gemaakte inhoudelijke opmerkingen worden in dat verband de formulées ci-dessus que sont faites à ce propos les propositions de
volgende tekstvoorstellen gedaan : texte suivantes :
Artikel 2 Article 2
Men schrijve : "die ressorteert onder", niet : "die afhangt van", Il faudrait écrire : "die ressorteert onder" au lieu de "die afhangt
alsook "toestaan" in plaats van "toelaten". De laatste opmerking is van", ainsi que "toestaan" au lieu de "toelaten". Cette dernière
van overeenkomstige toepassing op artikel 3, derde lid. observation s'applique, mutatis mutandis, à l'article 3, alinéa 3.
Artikel 7 Article 7
Men schrijve : "... na de bekendmaking ervan... ». Il faudrait écrire : "... na de bekendmaking ervan... ».
Artikel 8 Article 8
Men schrijve : "... is belast met... ». Il faudrait écrire : "... is belast met... ».
_______ _______
Nota Note
(1) Gedr. St. Senaat, nr. 2-709/1, zitting 2000-2001, blz. 4. (1) Doc. parl., Sénat, n° 2-709/1, session 2000-2001, p. 4.
(2) Gedr. St. Senaat, nr. 2-709/7, zitting 2000-2001, blz. 11; Kamer (2) Doc. parl., Sénat, n° 2-709/7, session 2000-2001, p. 11; Chambre
nr. 50-1280/003, blz. 12. n° 50-1280/003, p. 12.
(3) Zie in dezelfde zin advies 32.153/VR/2V/1V van de afdeling (3) Voyez dans le même sens l'avis 32.153/VR/2V/1V de la section de
wetgeving van de Raad van State, gegeven op 4 september 2001 over een législation du Conseil d'Etat, donné le 4 septembre 2001 sur une
voorstel van wet "betreffende de uitbreiding van het gemeentelijk proposition de loi "relative à l'extension du droit de vote et
stemrecht en het recht om verkozen te worden tot de niet-Europese d'éligibilité aux élections communales aux ressortissants non
onderdanen die in België verblijven", blz. 14, punt 3. européens résidant en Belgique", p. 5, 3.
(4) Preambule van de Internationale Schikking betreffende het (4) Préambule de l'Arrangement international concernant le transport
lijkenvervoer, ondertekend te Berlijn op 10 februari 1937. des corps, signé à Berlin le 10 février 1937.
De kamer was samengesteld uit La chambre était composée de
Mevr. M.-L. Willot-Thomas, kamervoorzitter, voorzitter. Mme M.-L. Willot-Thomas, président de chambre, président.
De heer Y. Kreins, kamervoorzitter, en de heer P. Liénardy, M. Y. Kreins, président de chambre, et M. P. Liénardy, conseiller
Staatsraad, en de heer F. Delpérée, assessor van de afdeling wetgeving. d'Etat, et M. F. Delperée, assesseur de la section de législation,
Mevr. B. Vigneron, griffier. Mme B. Vigneron, greffier.
Het verslag werd uitgebracht door de H. L. Detroux, auditeur. De nota Le rapport a été présenté par M. L. Detroux, auditeur. La note du
van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de H. L. Bureau de coordination a été rédigée et exposée par M. L. Jans,
Jans, adjunct-referendaris. référendaire adjoint.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd La concordance entre la version française et la version néerlandaise a
nagezien onder toezicht van de H. P. Liénardy. été vérifiée sous le contrôle de M. P. Liénardy.
26 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 12, 26 NOVEMBRE 2001. - Arrêté royal portant exécution de l'article 12,
tweede en vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de alinéas 2 et 4, de la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et
begraafplaatsen en de lijkbezorging sépultures
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de Vu la loi du 20 juillet 1971 sur les funérailles et sépultures,
lijkbezorging, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de wet van 20 notamment l'article 12, modifié par la loi du 20 septembre 1998;
september 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de Vu l'arrêté royal du 19 janvier 1973 relatif à l'incinération des
lijkverbranding, inzonderheid op artikel 1; cadavres humains, notamment l'article 1er;
Gelet op advies 31.592/2 van de Raad van State, gegeven op 3 oktober Vu l'avis 31.592/2 du Conseil d'Etat, donné le 3 octobre 2001;
2001; Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur et de Notre
Minister van Volksgezondheid, Ministre de la Santé publique,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.Op eensluidend advies van de gezondheidsinspecteur, die ressorteert onder de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, kan de burgemeester de balseming in uitzonderlijke gevallen, zoals voor internationaal lijkenvervoer en in sommige rampsituaties, toestaan.

Art. 2.Doodkisten moeten uit massief hout of andere materialen, die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie niet beletten, worden vervaardigd. Het gebruik van kartonnen doodkisten is verboden. Lijmen, vernissen en andere afdeklagen mogen de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie niet beletten. Kunststoffen of metalen die worden gebruikt voor handvatten, sierstukken en verbindingselementen als spijkers, schroeven, nieten, klemmen en metalen voeglatten zijn toegestaan. Behalve de houten handgrepen moeten de andere handgrepen, sierschroeven en andere sierstukken van buitenaf verwijderd kunnen worden. De binnenafwerking mag enkel bestaan uit natuurlijke, afbreekbare stoffen. De voorwaarden waaraan de doodkist moet voldoen en die vervat zijn in dit artikel zijn niet toepasselijk op doodkisten bestemd voor het internationaal lijkenvervoer.

Art. 3.Lijkzakken mogen enkel bestaan uit natuurlijke, afbreekbare stoffen en materialen.

Art. 4.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 januari 1973 betreffende de lijkverbranding, wordt opgeheven.

Article 1er.Sur avis conforme de l'inspecteur d'hygiène, relevant du Service public fédéral, Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, le bourgmestre peut autoriser l'embaumement dans des cas exceptionnels, notamment pour le transport international des dépouilles et dans certaines situations de catastrophe.

Art. 2.Les cercueils doivent être fabriqués en bois massif ou en autres matériaux qui ne peuvent empêcher la décomposition naturelle et normale de la dépouille ou la crémation. L'usage de cercueils en carton est interdit. Les colles, vernis et autres enduits ne peuvent empêcher la décomposition naturelle et normale de la dépouille ou la crémation. Les matériaux synthétiques ou les métaux utilisés pour les poignées, les ornements et les éléments de raccord tels que clous, vis, agrafes, pinces et couvre-joints en métal sont autorisés. A l'exception des poignées en bois, les autres poignées, vis décoratives et ornements doivent pouvoir être retirés de l'extérieur. Les garnitures intérieures peuvent uniquement se composer de produits naturels biodégradables. Les conditions auxquelles le cercueil doit satisfaire et qui sont prévues par cet article ne sont pas applicables aux cercueils utilisés pour le transport international des dépouilles.

Art. 3.Les housses destinées à contenir les dépouilles peuvent uniquement se composer de produits et matériaux naturels et biodégradables.

Art. 4.L'article 1er de l'arrêté royal du 19 janvier 1973 relatif à l'incinération des cadavres humains est abrogé.

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van

Art. 5.Notre Ministre de l'Intérieur et Notre Ministre de la Santé

Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering publique sont, chacun en ce qui le concerne, chargés de l'exécution du
van dit besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 26 november 2001. Donné à Bruxelles, le 26 novembre 2001.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, La Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement,
Mevr. M. AELVOET Mme M. AELVOET
^