← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 houdende toekenning van een syndicale premie (1) "
| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 houdende toekenning van een syndicale premie (1) | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 17 juillet 1998, conclue au sein de la Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement, relative à l'adaptation de la convention collective de travail du 15 avril 1991 portant octroi d'une prime syndicale (1) |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL |
| 26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 26 AVRIL 2000. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998, | collective de travail du 17 juillet 1998, conclue au sein de la |
| gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement, |
| huisvestingsinrichtingen, betreffende de aanpassing van de collectieve | relative à l'adaptation de la convention collective de travail du 15 |
| arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 houdende toekenning van een syndicale premie (Vlaamse Gemeenschap) (1) | avril 1991 portant octroi d'une prime syndicale (Communauté flamande) (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
| 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1991, | Vu la convention collective de travail du 15 avril 1991, conclue au |
| gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | sein de la Commission paritaire des maisons d'éducation et |
| huisvestingsinrichtingen, houdende toekenning van een syndicale | d'hébergement, portant octroi d'une prime syndicale, rendue |
| premie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 | obligatoire par arrêté royal du 3 octobre 1991; |
| oktober 1991; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Vu la demande de la Commission paritaire des maisons d'éducation et |
| huisvestingsinrichtingen; | d'hébergement; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998, gesloten | travail du 17 juillet 1998, reprise en annexe, conclue au sein de la |
| in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement, |
| huisvestingsinrichtingen, betreffende de aanpassing van de collectieve | relative à l'adaptation de la convention collective de travail du 15 |
| arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 houdende toekenning van een syndicale premie (Vlaamse Gemeenschap). | avril 1991 portant octroi d'une prime syndicale (Communauté flamande). |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
| van dit besluit. | présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 26 april 2000. | Donné à Bruxelles, le 26 avril 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Note |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Références au Moniteur belge : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
| Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 9 | Arrêté royal du 3 octobre 1991, Moniteur belge du 9 novembre 1991. |
| november 1991. | |
| Bijlage | Annexe |
| Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen | Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement |
| (Vlaamse Gemeenschap) | (Communauté flamande) |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 | Convention collective de travail du 17 juillet 1998 |
| Aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 | Adaptation de la convention collective de travail du 15 avril 1991 |
| houdende toekenning van een syndicale premie | portant octroi d'une prime syndicale |
| (Overeenkomst geregistreerd op 7 september 1998 onder het nummer | (Convention enregistrée le 7 septembre 1998 sous le numéro |
| 49110/CO/319) | 49110/CO/319) |
Artikel 1.Artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 |
Article 1er.L'article 1er de la convention collective de travail du |
| april 1991 houdende toekenning van een syndicale premie wordt | 15 avril 1991 portant octroi d'une prime syndicale est remplacé par : |
| vervangen door : « Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | « La présente convention collective de travail est d'application aux |
| werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair | employeurs et aux travailleurs ressortissant à la Sous-commission |
| Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de | paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement de la Communauté |
| Vlaamse Gemeenschap. | flamande. |
| Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk | Par travailleurs, il faut entendre le personnel ouvrier et employé, |
| werklieden- en bediendenpersoneel. » . | masculin et féminin. » . |
Art. 2.Tussen artikel 4 en artikel 5 van dezelfde collectieve |
Art. 2.Entre les articles 4 et 5 de la même convention collective de |
| arbeidsovereenkomst van 15 april 1991 houdende toekenning van een | travail du 15 avril 1991 portant octroi d'une prime syndicale, un |
| syndicale premie wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : | article 4bis est inséré, défini comme suit : |
| « Art. 4bis.De instellingen en diensten die niet vervat zijn onder de |
« Art. 4bis.Les institutions et services qui ne sont pas repris dans |
| toepassing van artikel 4 zullen de jaarlijkse bijdrage, met het oog op | l'application de l'article 4 verseront la cotisation annuelle, en vue |
| de uitbetaling van de syndicale premie, per 31 juli van elk jaar aan | du paiement de la prime syndicale, au 31 juillet de chaque année au |
| het Intersyndicaal Fonds storten overeenkomstig onderstaande berekeningsformule : | Fonds Intersyndical conformément à la formule de calcul suivante : |
| Formule : | Formule : |
| Gemiddelde jaarsubsidie per eenheid/begeleiding voor werking x erkende | Subvention annuelle moyenne par unité/accom-pagnement pour |
| capaciteit x een vastgelegde coëfficiënt. | fonctionnement x capacité reconnue x un coefficient fixe. |
| Deze coëfficiënt bedraagt 0.2772 pct. voor de centra voor kinderzorg | Ce coefficient s'élève à 0.2772 p.c. pour les centres de soins |
| en gezinsondersteuning en 0.3458 pct. voor de centra voor integrale | d'enfants et d'assistance familiale et à 0.3458 p.c. pour les centres |
| gezinsondersteuning. De gemiddelde jaarsubsidie per eenheid voor | d'assistance familiale intégrale. La subvention annuelle moyenne par |
| werking bedraag respectievelijk 164.250 F en 132.000 F. | unité pour fonctionnement est de 164.250 F et de 132.000 F |
| Voor de ambulante diensten in gehandicaptenzorg die hieronder opgesomd | respectivement. Pour les services ambulatoires de soins aux personnes handicapées |
| worden en waarop artikel 4 niet van toepassing is gelden volgende | énumérés là-dessous et sur lesquels l'article 4 n'est pas |
| coëfficiënten : | d'application, les coefficients suivants sont d'application : |
| Gemiddelde jaarsubsidie per eenheid/begeleiding voor werking in 1998 : | Subvention annuelle moyenne par unité/accompagnement pour fonctionnement en 1998 : |
| - de diensten thuisbegeleiding 0.8123 pct : 448 F | - services d'aide à domicile 0.8123 p.c. : 448 F |
| - de diensten begeleid wonen 0.4956 pct. : 23.000 F | - services d'habitation accompagnée 0.4956 p.c. : 23.000 F |
| - de diensten voor zelfstandig wonen 1.0357 pct. : 55.232 F | - services d'habitation indépendante 1.0357 p.c. : 55.232 F |
| - de diensten voor beschermd wonen 0.4607 pct. : 46.666 F | - services d'habitation protégée 0.4607 p.c. : 46.666 F |
| Voor het algemeen welzijnswerk bedraagt de coëfficiënt 1.53 pct. : | Pour l'aide sociale générale, le coefficient s'élève à 1.53 p.c. : |
| 53.060 F. » . | 53.060 F. » . |
Art. 3.De partijen verbinden er zich toe de bepalingen van het artikel 4bis te evalueren tijdens het eerste kwartaal van het jaar 2000. Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000. De Minister van Werkgelegenheid, |
Art. 3.Les parties s'engagent à évaluer les dispositions de l'article 4bis pendant le premier trimestre de l'an 2000. Art. 4.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 1998. Elle est conclue pour une durée indéterminée et peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de six mois, adressé par lettre recommandée à la poste au président de la Sous-commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement de la Communauté flamande. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 26 avril 2000. La Ministre de l'Emploi, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |