Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de regeling van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van deeltijds tewerkgestelde werklieden | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative au règlement de la durée hebdomadaire moyenne du travail des ouvriers occupés à temps partiel |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL |
26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 26 AVRIL 2000. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative au |
de regeling van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van deeltijds | règlement de la durée hebdomadaire moyenne du travail des ouvriers |
tewerkgestelde werklieden (1) | occupés à temps partiel (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst, | Vu la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, |
inzonderheid op artikel 11bis ingevoegd bij de wet van 23 juni 1981 en | notamment l'article 11bis inséré par la loi du 23 juin 1981 et modifié |
gewijzigd door artikel 182 van de programmawet van 22 december 1989; | par l'article 182 de la loi-programme du 22 décembre 1989; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | Vu la demande de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | travail du 30 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative au |
de regeling van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van deeltijds | règlement de la durée hebdomadaire moyenne du travail des ouvriers |
tewerkgestelde werklieden. | occupés à temps partiel. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
van dit besluit. | présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 26 april 2000. | Donné à Bruxelles, le 26 avril 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Références au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. | Loi du 3 juillet 1978, Moniteur belge du 22 août 1978. |
Wet van 23 juni 1981, Belgisch Staatsblad van 1 september 1981. | Loi du 23 juin 1981, Moniteur belge du 1er septembre 1981. |
Programmawet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 30 december 1989. | Loi-programme du 22 décembre 1989, Moniteur belge du 30 décembre 1989. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf | Commission paritaire pour les entreprises horticoles |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 | Convention collective de travail du 30 avril 1999 |
Regeling van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van deeltijds | Règlement de la durée hebdomadaire moyenne du travail des ouvriers |
tewerkgestelde werklieden (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 | occupés à temps partiel (Convention enregistrée le 9 juillet 1999 sous |
onder het nummer 51375/CO/145) | le numéro 51375/CO/145) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die | aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières des entreprises |
ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en | ressortissant à la Commission paritaire pour les entreprises |
minder dan 20 werklieden tewerkstellen. | horticoles et qui occupent moins de 20 ouvriers. |
Voor wat de berekening van de norm van 20 werklieden betreft wordt verwezen naar de berekeningstechniek zoals voor de sociale verkiezingen. Art. 2.De ondertekenende partijen stellen vast dat in de tuinbouwsector deeltijdse arbeid vrij frequent voorkomt. Zij erkennen dat de onverkorte toepassing van de in de programmawet voorziene bepalingen met betrekking tot de te bereiken gemiddelde minimale arbeidsduur over de periode van een trimester, in sommige deelsectoren aanleiding kan geven tot problemen ondermeer in verband met werkorganisatie. Zij verwijzen in dit verband ten andere naar de commentaar die als |
Pour ce qui est du calcul de la norme de 20 ouvriers, il est renvoyé à la technique du calcul comme prévu pour les élections sociales. Art. 2.Les parties signataires constatent la fréquence importante du travail à temps partiel dans le secteur des entreprises horticoles. Ils admettent que l'application, sans restriction des dispositions prévues dans la loi-programme concernant la durée moyenne minimale à atteindre sur une période d'un trimestre peut donner lieu à des problèmes dans certains sous-secteurs, notamment en matière d'organisation du travail. Ils réfèrent à ce sujet entre autres au commentaire annexé à la |
bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1995 is | convention collective de travail du 6 mars 1995, et publié au Moniteur |
gevoegd, en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 november | belge du 15 novembre 1996. |
1996. Teneinde de werkgevers uit de sector niet in moeilijkheden te brengen, | Afin de ne pas mettre les employeurs du secteur en difficultés, les |
komen de ondertekenende partijen overeen om een tijdelijke afwijking | parties signataires conviennent d'adopter une dérogation temporaire |
op de in de programmawet voorziene bepalingen te aanvaarden, namelijk | aux dispositions prévues dans la loi-programme, à savoir du 1er |
met ingang van 1 januari 1999 tot en met 30 juni 2001 dit binnen de | janvier 1999 au 30 juin 2001 inclus, dans les conditions définies à |
voorwaarden omschreven onder artikel 3. | l'article 3. |
Art. 3.De in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
Art. 3.La norme "un tiers" prévue à l'article 11bis de la loi du 3 |
arbeidsovereenkomsten opgenomen één-derde norm is niet van toepassing | juillet 1978 relative aux contrats de travail ne s'applique pas aux |
op de in artikel 1 bedoelde werklieden. | ouvriers visés à l'article 1er. |
Er zal evenwel ten allen tijde rekening worden gehouden met een | Toutefois, il sera tenu compte à tout moment d'une prestation |
minimale gemiddelde weekprestatie van 9 uren per week. | hebdomadaire minimale moyenne de 9 heures par semaine. |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
juli 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2001. | le 1er juillet 1999 et cesse d'être en vigueur le 1er juillet 2001. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000. | Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 26 avril 2000. |
De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |