Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 25/10/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de dispositions réglementaires modifiant l'arrêté royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens d'existence
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERE DE L'INTERIEUR
25 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de 25 OCTOBRE 1999. - Arrêté royal établissant la traduction officielle
officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen tot wijziging en langue allemande de dispositions réglementaires modifiant l'arrêté
van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen royal du 30 octobre 1974 portant règlement général en matière de
reglement betreffende het bestaansminimum minimum de moyens d'existence
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la
voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° Communauté germanophone, notamment l'article 76, § 1er, 1° et § 3,
en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990; remplacé par la loi du 18 juillet 1990;
Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling Vu les projets de traduction officielle en langue allemande
- van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 tot wijziging van het - de l'arrêté royal du 25 mars 1999 modifiant l'arrêté royal du 30
koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens
betreffende het bestaansminimum, d'existence,
- van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 tot wijziging van het - de l'arrêté royal du 25 mars 1999 modifiant l'arrêté royal du 30
koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens
betreffende het bestaansminimum, d'existence,
opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het établis par le Service central de traduction allemande du Commissariat
Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy; d'Arrondissement adjoint à Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 en 2

Article 1er.Les textes figurant respectivement aux annexes 1 et 2 du
gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : présent arrêté constituent la traduction officielle en langue allemande :
- van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 tot wijziging van het - de l'arrêté royal du 25 mars 1999 modifiant l'arrêté royal du 30
koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens
betreffende het bestaansminimum; d'existence;
- van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 tot wijziging van het - de l'arrêté royal du 25 mars 1999 modifiant l'arrêté royal du 30
koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement octobre 1974 portant règlement général en matière de minimum de moyens
betreffende het bestaansminimum. d'existence.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 2.Notre Ministre de l'Intérieur est chargé de l'exécution du
uitvoering van dit besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 25 oktober 1999. Donné à Bruxelles, le 25 octobre 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
Bijlage 1 - Annexe 1 Bijlage 1 - Annexe 1
MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER
UMWELT UMWELT
25. MÄRZ 1999 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen 25. MÄRZ 1999 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen
Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung einer allgemeinen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung einer allgemeinen
Regelung in bezug auf das Existenzminimum Regelung in bezug auf das Existenzminimum
ALBERT II., König der Belgier, ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Aufgrund des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf Aufgrund des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf
ein Existenzminimum, insbesondere des Artikels 5 § 2, abgeändert durch ein Existenzminimum, insbesondere des Artikels 5 § 2, abgeändert durch
das Gesetz vom 5. Januar 1976, den Königlichen Erlass vom 9. November das Gesetz vom 5. Januar 1976, den Königlichen Erlass vom 9. November
1988 und das Gesetz vom 22. Februar 1998; 1988 und das Gesetz vom 22. Februar 1998;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung
einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum, einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum,
insbesondere des Artikels 12, abgeändert durch die Königlichen Erlasse insbesondere des Artikels 12, abgeändert durch die Königlichen Erlasse
vom 8. Juli 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995; vom 8. Juli 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995;
Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 7. September 1998; Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 7. September 1998;
Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 3. Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 3.
November 1998; November 1998;
Aufgrund der Dringlichkeit, begründet dadurch, dass der vorliegende Aufgrund der Dringlichkeit, begründet dadurch, dass der vorliegende
Erlass einer der sich aus den Beschlüssen des Ministerrates vom 6. Mai Erlass einer der sich aus den Beschlüssen des Ministerrates vom 6. Mai
1998 ergebenden Prioritäten Ausdruck verleiht, nämlich der Bekämpfung 1998 ergebenden Prioritäten Ausdruck verleiht, nämlich der Bekämpfung
von Armut und sozialer Ausgrenzung durch die Ermöglichung der von Armut und sozialer Ausgrenzung durch die Ermöglichung der
Eingliederung über eine Beschäftigung; Eingliederung über eine Beschäftigung;
Dass die meisten Empfänger des Existenzminimums lediglich eine Dass die meisten Empfänger des Existenzminimums lediglich eine
Grundschulausbildung haben und es daher dringend notwendig ist, Grundschulausbildung haben und es daher dringend notwendig ist,
strukturelle Lösungen vorzusehen, die ihren tatsächlichen Zugang zu strukturelle Lösungen vorzusehen, die ihren tatsächlichen Zugang zu
einem Beschäftigungs- und Ausbildungsprogramm fördern können; einem Beschäftigungs- und Ausbildungsprogramm fördern können;
Dass ihnen zu diesem Zweck eine neue Möglichkeit der Dass ihnen zu diesem Zweck eine neue Möglichkeit der
sozial-beruflichen Eingliederung durch eine individuelle berufliche sozial-beruflichen Eingliederung durch eine individuelle berufliche
Ausbildung innerhalb eines Unternehmens mit Beibehaltung all ihrer Ausbildung innerhalb eines Unternehmens mit Beibehaltung all ihrer
Rechte geboten werden muss; Rechte geboten werden muss;
Dass, was diese entweder mit einer Produktivitäts- oder einer Dass, was diese entweder mit einer Produktivitäts- oder einer
Förderungsprämie verbundene individuelle berufliche Ausbildung in Förderungsprämie verbundene individuelle berufliche Ausbildung in
einem Unternehmen betrifft, die im Hinblick auf die Zugänglichkeit im einem Unternehmen betrifft, die im Hinblick auf die Zugänglichkeit im
Vergleich zu Arbeitslosen bestehende Diskriminierung von Empfängern Vergleich zu Arbeitslosen bestehende Diskriminierung von Empfängern
des Existenzminimums aufgehoben werden muss; des Existenzminimums aufgehoben werden muss;
Dass die vorerwähnten Prämien bei der Berechnung der Existenzmittel Dass die vorerwähnten Prämien bei der Berechnung der Existenzmittel
für Empfänger des Existenzminimums daher dringend ausser Betracht für Empfänger des Existenzminimums daher dringend ausser Betracht
gelassen werden müssen, da Empfänger des Existenzminimums ansonsten gelassen werden müssen, da Empfänger des Existenzminimums ansonsten
von dieser Beschäftigungs- und Ausbildungsart tatsächlich von dieser Beschäftigungs- und Ausbildungsart tatsächlich
ausgeschlossen werden; ausgeschlossen werden;
Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 18. Februar 1999, Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 18. Februar 1999,
abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten
Gesetze über den Staatsrat; Gesetze über den Staatsrat;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Volksgesundheit und Unseres Auf Vorschlag Unseres Ministers der Volksgesundheit und Unseres
Staatssekretärs für Soziale Eingliederung, Staatssekretärs für Soziale Eingliederung,
Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:
Artikel 1 - Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 Artikel 1 - Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974
zur Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das zur Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das
Existenzminimum, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 8. Juli Existenzminimum, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 8. Juli
1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995 wird wie 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995 wird wie
folgt ergänzt: folgt ergänzt:
« f) Produktivitäts- oder Förderungsprämien, die durch die « f) Produktivitäts- oder Förderungsprämien, die durch die
verschiedenen zuständigen Behörden im Rahmen der individuellen verschiedenen zuständigen Behörden im Rahmen der individuellen
beruflichen Ausbildungen in Unternehmen vorgesehen sind. » beruflichen Ausbildungen in Unternehmen vorgesehen sind. »
Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach
seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.
Art. 3 - Unser Minister der Volksgesundheit und Unser Staatssekretär Art. 3 - Unser Minister der Volksgesundheit und Unser Staatssekretär
für Soziale Eingliederung sind, jeder für seinen Bereich, mit der für Soziale Eingliederung sind, jeder für seinen Bereich, mit der
Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 25. März 1999 Gegeben zu Brüssel, den 25. März 1999
ALBERT ALBERT
Von Königs wegen: Von Königs wegen:
Der Minister der Volksgesundheit Der Minister der Volksgesundheit
M. COLLA M. COLLA
Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung
J. PEETERS J. PEETERS
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 oktober 1999. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 25 octobre 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
Bijlage 2 - Annexe 2 Bijlage 2 - Annexe 2
MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER
UMWELT UMWELT
25. MÄRZ 1999 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen 25. MÄRZ 1999 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen
Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung einer allgemeinen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung einer allgemeinen
Regelung in bezug auf das Existenzminimum Regelung in bezug auf das Existenzminimum
ALBERT II., König der Belgier, ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Aufgrund des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf Aufgrund des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf
ein Existenzminimum, insbesondere des Artikels 5 § 2, abgeändert durch ein Existenzminimum, insbesondere des Artikels 5 § 2, abgeändert durch
das Gesetz vom 5. Januar 1976, den Königlichen Erlass vom 9. November das Gesetz vom 5. Januar 1976, den Königlichen Erlass vom 9. November
1988 und das Gesetz vom 22. Februar 1998 zur Festlegung sozialer 1988 und das Gesetz vom 22. Februar 1998 zur Festlegung sozialer
Bestimmungen; Bestimmungen;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Einführung
einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum, einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum,
insbesondere des Artikels 12, abgeändert durch die Königlichen Erlasse insbesondere des Artikels 12, abgeändert durch die Königlichen Erlasse
vom 8. Juli 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995; vom 8. Juli 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995;
Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 9. Dezember 1998; Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 9. Dezember 1998;
Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 4. Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 4.
Februar 1999; Februar 1999;
Aufgrund der Dringlichkeit, einerseits begründet dadurch, dass der Aufgrund der Dringlichkeit, einerseits begründet dadurch, dass der
vorliegende Erlass darauf abzielt, der gegensätzlichen Anwendung und vorliegende Erlass darauf abzielt, der gegensätzlichen Anwendung und
Auslegung der Vorschriften in bezug auf die Berechnung der Auslegung der Vorschriften in bezug auf die Berechnung der
Existenzmittel einer Person, die das Existenzminimum beantragt und Existenzmittel einer Person, die das Existenzminimum beantragt und
eine Entschädigung für die Unterbringung eines Jugendlichen in einer eine Entschädigung für die Unterbringung eines Jugendlichen in einer
Aufnahmefamilie erhält, unverzüglich entgegenzuwirken; Aufnahmefamilie erhält, unverzüglich entgegenzuwirken;
Dass der vorliegende Erlass bezweckt, dass bei der Berechnung der Dass der vorliegende Erlass bezweckt, dass bei der Berechnung der
Existenzmittel einer Person, die das Existenzminimum beantragt, Existenzmittel einer Person, die das Existenzminimum beantragt,
Subventionen, Entschädigungen und Beihilfen der Gemeinschaften für die Subventionen, Entschädigungen und Beihilfen der Gemeinschaften für die
Unterbringung Jugendlicher in einer Aufnahmefamilie nicht Unterbringung Jugendlicher in einer Aufnahmefamilie nicht
berücksichtigt werden; berücksichtigt werden;
Dass der vorliegende Erlass ebenfalls einer Situation der Unsicherheit Dass der vorliegende Erlass ebenfalls einer Situation der Unsicherheit
entgegenwirken soll, die zurückzuführen ist auf die Rechtsprechung der entgegenwirken soll, die zurückzuführen ist auf die Rechtsprechung der
Arbeitsgerichtshöfe und der Arbeitsgerichte, die diese Subventionen Arbeitsgerichtshöfe und der Arbeitsgerichte, die diese Subventionen
immer häufiger anders einstufen, um zu der angestrebten gerechten immer häufiger anders einstufen, um zu der angestrebten gerechten
Lösung zu kommen, die darin besteht, diese Subventionen ausser Lösung zu kommen, die darin besteht, diese Subventionen ausser
Betracht zu lassen oder sie sogar nicht als Existenzmittel anzusehen; Betracht zu lassen oder sie sogar nicht als Existenzmittel anzusehen;
Dass die Dringlichkeit andererseits dadurch begründet ist, dass die Dass die Dringlichkeit andererseits dadurch begründet ist, dass die
vorgeschlagene Massnahme in den Rahmen der Bekämpfung der Armut fällt; vorgeschlagene Massnahme in den Rahmen der Bekämpfung der Armut fällt;
dass es nicht angeht, Personen zu bestrafen, die sich bereits aufgrund dass es nicht angeht, Personen zu bestrafen, die sich bereits aufgrund
ihrer Eigenschaft als Existenzminimumberechtigte in einer prekären ihrer Eigenschaft als Existenzminimumberechtigte in einer prekären
Situation befinden, wenn diese Personen dazu bereit sind, sich der Situation befinden, wenn diese Personen dazu bereit sind, sich der
Probleme eines Jugendlichen anzunehmen, indem sie ihn aufnehmen; Probleme eines Jugendlichen anzunehmen, indem sie ihn aufnehmen;
Dass Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur Dass Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 zur
Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das Existenzminimum
infolgedessen unverzüglich ergänzt werden muss; infolgedessen unverzüglich ergänzt werden muss;
Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 9. März 1999, abgegeben in Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 9. März 1999, abgegeben in
Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über
den Staatsrat; den Staatsrat;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Volksgesundheit und Unseres Auf Vorschlag Unseres Ministers der Volksgesundheit und Unseres
Staatssekretärs für Soziale Eingliederung, Staatssekretärs für Soziale Eingliederung,
Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:
Artikel 1 - Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974 Artikel 1 - Artikel 12 des Königlichen Erlasses vom 30. Oktober 1974
zur Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das zur Einführung einer allgemeinen Regelung in bezug auf das
Existenzminimum, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 8. Juli Existenzminimum, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 8. Juli
1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995, wird wie 1988, 14. August 1989, 16. Oktober 1991 und 7. April 1995, wird wie
folgt ergänzt: folgt ergänzt:
« g) Subventionen, Entschädigungen und Beihilfen der Gemeinschaften « g) Subventionen, Entschädigungen und Beihilfen der Gemeinschaften
für die Unterbringung Jugendlicher in einer Aufnahmefamilie. » für die Unterbringung Jugendlicher in einer Aufnahmefamilie. »
Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach
seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.
Art. 3 - Unser Minister der Volksgesundheit und Unser Staatssekretär Art. 3 - Unser Minister der Volksgesundheit und Unser Staatssekretär
für Soziale Eingliederung sind, jeder für seinen Bereich, mit der für Soziale Eingliederung sind, jeder für seinen Bereich, mit der
Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 25. März 1999 Gegeben zu Brüssel, den 25. März 1999
ALBERT ALBERT
Von Königs wegen: Von Königs wegen:
Der Minister der Volksgesundheit Der Minister der Volksgesundheit
M. COLLA M. COLLA
Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung
J. PEETERS J. PEETERS
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 oktober 1999. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 25 octobre 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
^