Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 22/06/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit : a) betreffende de arbeidsduur van sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, b) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de arbeidsduur "
Koninklijk besluit : a) betreffende de arbeidsduur van sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, b) waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de arbeidsduur Arrêté royal : a) relatif à la durée du travail de certains ouvriers ressortissant à la Commission paritaire de l'industrie alimentaire, b) rendant obligatoire la convention collective de travail du 2 avril 1999 de la Commission paritaire de l'industrie alimentaire relative à la durée du travail
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL
22 JUNI 1999. - Koninklijk besluit : a) betreffende de arbeidsduur van 22 JUIN 1999. - Arrêté royal : a) relatif à la durée du travail de
sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de certains ouvriers ressortissant à la Commission paritaire de
voedingsnijverheid ressorteren, b) waarbij algemeen verbindend wordt l'industrie alimentaire, b) rendant obligatoire la convention
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 van het collective de travail du 2 avril 1999 de la Commission paritaire de
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de arbeidsduur (1) l'industrie alimentaire relative à la durée du travail (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 19, Vu la loi du du 16 mars 1971 sur le travail, notamment l'article 19,
derde lid, 2°, en artikel 24, § 1, 2°, gewijzigd bij het koninklijk alinéa 3, 2°, et l'article 24, § 1er, 2°, modifié par l'arrêté royal
besluit nr. 225 van 7 december 1983 en bij de herstelwet van 22 n° 225 du 7 décembre 1983 et par la loi de redressement du 22 janvier
januari 1985; 1985;
Gelet op het advies en, wat de uitvoering van artikel 19, derde lid, Vu l'avis et, en ce qui concerne l'exécution de l'article 19, alinéa
2°, van voormelde wet betreft, gelet op het verzoek van het Paritair 3, 2°, de la loi précitée, vu la demande de la Commission paritaire de
Comité voor de voedingsnijverheid; l'industrie alimentaire;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence;
Overwegende dat de rechtszekerheid inzake arbeidsverhoudingen in het Considérant que la sécurité sociale des relations de travail à la
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid vereist dat de nodige Commission paritaire de l'industrie alimentaire exige que les
reglementaire bepalingen onverwijld worden genomen; dispositions réglementaires nécessaires soient adoptées sans retard;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28;
28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vu la demande de la Commission paritaire de l'industrie alimentaire
voedingsnijverheid waarbij de algemeen verbindendverklaring wordt requérant la force obligatoire pour la convention collective de
gevraagd van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 van travail du 2 avril 1999 de cette même commission relative à la durée du travail;
hetzelfde comité betreffende de arbeidsduur. Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi et du Travail,
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :
HOOFDSTUK I. - Reglementaire bepalingen CHAPITRE Ier. - Dispositions réglementaires

Artikel 1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en de

Article 1er.Le présent chapitre s'applique aux employeurs et aux

werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor de ouvriers et ouvrières qui ressortissent à la Commission paritaire de
voedingsnijverheid ressorteren. l'industrie alimentaire.

Art. 2.Worden voor de vaststelling van de arbeidsduur niet als tijd

Art. 2.Pour la détermination de la durée du travail, ne sont pas

beschouwd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de considérés comme temps pendant lequel l'ouvrier est à la disposition
werkgever, rusttijden die door de werklieden, tewerkgesteld aan werken de l'employeur, les repos pris en vue notamment de la sécurité
van vervoer, genomen worden inzonderheid met het oog op de routière, par les ouvriers occupés à des travaux de transport.
verkeersveiligheid. Deze rusttijden, die niet beschouwd worden als Toutefois ces repos, qui ne sont pas considérés comme temps pendant
tijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de lequel l'ouvrier est à la disposition de l'employeur, ne peuvent en
werkgever, mogen in geen geval 15 % van de aanwezigheidstijd overschrijden.

Art. 3.De bij de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 vastgestelde grenzen van de arbeidsduur mogen, wat de werklieden tewerkgesteld aan werken van vervoer, laden en lossen van koopwaren betreft, overschreden worden op voorwaarde dat voor een periode van maximum twaalf maanden er gemiddeld per week niet langer gewerkt wordt dan bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Conventionele bepalingen die algemeen verbindend worden verklaard

Art. 4.Wordt algemeen verbindend verklaard de in bijlage overgenomen

aucun cas excéder 15 p. c. du temps de présence.

Art. 3.Les limites de la durée du travail fixées par les articles 19 et 20 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail peuvent, en ce qui concerne les ouvriers occupés à des travaux de transport, de chargement et de déchargement de marchandises, être dépassées, à condition que sur une période de douze mois au maximum, il ne soit pas travaillé en moyenne par semaine un plus grand nombre d'heures que celui prévu par convention collective de travail. CHAPITRE II. - Dispositions conventionnelles rendues obligatoires

collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 van het Paritair

Art. 4.La convention collective de travail du 2 avril 1999 de la

Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de arbeidsduur. Commission paritaire de l'industrie alimentaire relative à la durée du
travail, reprise en annexe, est rendue obligatoire.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen. CHAPITRE III. - Dispositions finales

Art. 5.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999 en

Art. 5.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 1999 et

treedt buiten werking op 1 juli 2001. cessera d'être en vigueur le 1er juillet 2001.

Art. 6.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de

Art. 6.Notre Ministre de l'Emploi et du Travail est chargé de

uitvoering van dit besluit. l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 22 juni 1999. Donné à Bruxelles, le 22 juin 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, La Ministre de l'Emploi et du Travail,
Mevr. M. SMET Mme M. SMET
_______ _______
Nota Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Références au Moniteur belge :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Loi du 16 mars 1971, Moniteur belge du 30 mars 1971.
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. Loi du 22 janvier 1985, Moniteur belge du 24 janvier 1985.
Koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, Belgisch Staatsblad Arrêté royal n° 225 du 7 décembre 1983, Moniteur belge du 15 décembre
van 15 december 1983. 1983.
Bijlage Annexe
Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Commission paritaire de l'industrie alimentaire
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 1999 Convention collective de travail du 2 avril 1999
Arbeidsduur in de ondernemingen welke Durée du travail dans les entreprises
onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren relevant de la Commission paritaire de l'industrie alimentaire

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique

de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen welke aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières des entreprises qui
onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren. ressortissent à la Commission paritaire de l'industrie alimentaire.

Art. 2.De werkgever is, wat de aan werken van vervoer tewerkgestelde werklieden betreft, ertoe gehouden het effectieve loon voor de volledige aanwezigheidstijd te betalen. De rusttijden, voorzien in het arbeidsreglement, en gedurende dewelke de werknemer niet gehouden is toezicht op zijn wagen uit te oefenen, worden niet als aanwezigheidstijd beschouwd.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2001. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 1999. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

Art. 2.L'employeur est tenu, en ce qui concerne les ouvriers occupés à des travaux de transport, au paiement de la rémunération effective pour la totalité du temps de présence. Les temps de repos, prévus au règlement de travail et pendant lesquels l'ouvrier est autorisé à abandonner la surveillance du véhicule, ne sont pas considérés comme temps de présence.

Art. 3.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cessera d'être en vigueur le 30 juin 2001. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 22 juin 1999. La Ministre de l'Emploi et du Travail,

Mevr. M. SMET Mme M. SMET
^