Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 21/04/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de l'arrêté ministériel du 29 mai 1996 déterminant les modalités d'octroi ainsi que le modèle des dérogations au port obligatoire de la ceinture de sécurité en raison de contre-indications médicales graves
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERE DE L'INTERIEUR
21 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële 21 AVRIL 1999. - Arrêté royal établissant la traduction officielle en
Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij langue allemande de l'arrêté ministériel du 29 mai 1996 déterminant
de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de les modalités d'octroi ainsi que le modèle des dérogations au port
draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische obligatoire de la ceinture de sécurité en raison de contre-indications
tegenindicaties worden bepaald médicales graves
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la
voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° Communauté germanophone, notamment l'article 76, § 1er, 1° et § 3,
en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990; remplacé par la loi du 18 juillet 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het Vu le projet de traduction officielle en langue allemande de l'arrêté
ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van ministériel du 29 mai 1996 déterminant les modalités d'octroi ainsi
afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de que le modèle des dérogations au port obligatoire de la ceinture de
veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties sécurité en raison de contre-indications médicales graves, établi par
worden bepaald, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse le Service central de traduction allemande du Commissariat
vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy; d'Arrondissement adjoint à Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse

Article 1er.Le texte annexé au présent arrêté constitue la traduction
vertaling van het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de officielle en langue allemande de l'arrêté ministériel du 29 mai 1996
modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de déterminant les modalités d'octroi ainsi que le modèle des dérogations
draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische au port obligatoire de la ceinture de sécurité en raison de
tegenindicaties worden bepaald. contre-indications médicales graves.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 2.Notre Ministre de l'Intérieur est chargé de l'exécution du
uitvoering van dit besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 21 april 1999. Donné à Bruxelles, le 21 avril 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
L. VAN DEN BOSSCHE L. VAN DEN BOSSCHE
Annexe - Bijlage Annexe - Bijlage
MINISTERIUM DES VERKEHRSWESENS UND DER INFRASTRUKTUR MINISTERIUM DES VERKEHRSWESENS UND DER INFRASTRUKTUR
29. MAI 1996 - Ministerieller Erlass zur Bestimmung der 29. MAI 1996 - Ministerieller Erlass zur Bestimmung der
Gewährungsmodalitäten und der Musterbescheinigung für die Abweichungen Gewährungsmodalitäten und der Musterbescheinigung für die Abweichungen
von der Gurtanlegepflicht aufgrund ernsthafter ärztlicher von der Gurtanlegepflicht aufgrund ernsthafter ärztlicher
Gegenanzeigen Gegenanzeigen
Der Minister des Innern, Der Minister des Innern,
Der Staatssekretär für Sicherheit, Der Staatssekretär für Sicherheit,
Aufgrund des Vertrags vom 25. März 1957 zur Gründung der Europäischen Aufgrund des Vertrags vom 25. März 1957 zur Gründung der Europäischen
Gemeinschaft, gebilligt durch das Gesetz vom 2. Dezember 1957, Gemeinschaft, gebilligt durch das Gesetz vom 2. Dezember 1957,
insbesondere des Artikels 189; insbesondere des Artikels 189;
Aufgrund der Richtlinie 91/671/EWG des Rates vom 16. Dezember 1991 zur Aufgrund der Richtlinie 91/671/EWG des Rates vom 16. Dezember 1991 zur
Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die
Gurtanlegepflicht in Kraftfahrzeugen mit einem Gewicht von weniger als Gurtanlegepflicht in Kraftfahrzeugen mit einem Gewicht von weniger als
3,5 Tonnen; 3,5 Tonnen;
Aufgrund des am 16. März 1968 koordinierten Gesetzes über die Aufgrund des am 16. März 1968 koordinierten Gesetzes über die
Strassenverkehrspolizei, insbesondere des Artikels 1; Strassenverkehrspolizei, insbesondere des Artikels 1;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 1. Dezember 1975 zur Einführung Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 1. Dezember 1975 zur Einführung
der allgemeinen Strassenverkehrsordnung, insbesondere des Artikels der allgemeinen Strassenverkehrsordnung, insbesondere des Artikels
35.2 Nr. 6, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 23. Juni 1978; 35.2 Nr. 6, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 23. Juni 1978;
In der Erwägung, dass die Regionalregierungen an der Ausarbeitung des In der Erwägung, dass die Regionalregierungen an der Ausarbeitung des
vorliegenden Erlasses beteiligt worden sind; vorliegenden Erlasses beteiligt worden sind;
Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates, Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates,
Erlassen: Erlassen:
Artikel 1 - 1. Die in Artikel 35.2 Nr. 6 des Königlichen Erlasses vom Artikel 1 - 1. Die in Artikel 35.2 Nr. 6 des Königlichen Erlasses vom
1. Dezember 1975 zur Einführung der allgemeinen 1. Dezember 1975 zur Einführung der allgemeinen
Strassenverkehrsordnung erwähnte Abweichungsbescheinigung muss Strassenverkehrsordnung erwähnte Abweichungsbescheinigung muss
schriftlich beantragt werden beim Ministerium des Verkehrswesens und schriftlich beantragt werden beim Ministerium des Verkehrswesens und
der Infrastruktur, Verwaltung der Verkehrsregelung und der der Infrastruktur, Verwaltung der Verkehrsregelung und der
Infrastruktur, rue de la Loi 155, 1040 Brüssel. Infrastruktur, rue de la Loi 155, 1040 Brüssel.
2. Dem Antrag muss eine ärztliche Bescheinigung beigefügt werden, die 2. Dem Antrag muss eine ärztliche Bescheinigung beigefügt werden, die
von einem vom Betroffenen ausgewählten Arzt ausgestellt wird. Diese von einem vom Betroffenen ausgewählten Arzt ausgestellt wird. Diese
Bescheinigung muss mit dem Muster in Anlage 1 zu vorliegendem Erlass Bescheinigung muss mit dem Muster in Anlage 1 zu vorliegendem Erlass
übereinstimmen. übereinstimmen.
Art. 2 - Die Abweichungsbescheinigung stimmt mit dem Muster in Anlage Art. 2 - Die Abweichungsbescheinigung stimmt mit dem Muster in Anlage
2 zu vorliegendem Erlass überein. 2 zu vorliegendem Erlass überein.
Art. 3 - 1. Die Abweichungsbescheinigung ist rein persönlich. Art. 3 - 1. Die Abweichungsbescheinigung ist rein persönlich.
2. Der Inhaber der Abweichungsbescheinigung kann ein Duplikat 2. Der Inhaber der Abweichungsbescheinigung kann ein Duplikat
erhalten, wenn die Bescheinigung verlorengeht, gestohlen, vernichtet erhalten, wenn die Bescheinigung verlorengeht, gestohlen, vernichtet
oder beschädigt wird oder unlesbar ist. oder beschädigt wird oder unlesbar ist.
Dieses Duplikat muss schriftlich an der in Artikel 1.1 erwähnten Dieses Duplikat muss schriftlich an der in Artikel 1.1 erwähnten
Adresse beantragt werden. Adresse beantragt werden.
Die beschädigte oder unlesbare Abweichungsbescheinigung muss innerhalb Die beschädigte oder unlesbare Abweichungsbescheinigung muss innerhalb
von acht Tagen nach Empfang des Duplikats an dieselbe Adresse von acht Tagen nach Empfang des Duplikats an dieselbe Adresse
zurückgeschickt werden. zurückgeschickt werden.
3. Ist die Abweichungsbescheinigung für eine begrenzte Zeitspanne 3. Ist die Abweichungsbescheinigung für eine begrenzte Zeitspanne
ausgestellt worden, muss sie innerhalb von acht Tagen nach Ablauf ausgestellt worden, muss sie innerhalb von acht Tagen nach Ablauf
dieser Zeitspanne an die in Artikel 1.1 erwähnte Adresse dieser Zeitspanne an die in Artikel 1.1 erwähnte Adresse
zurückgeschickt werden. zurückgeschickt werden.
Art. 4 - Die Abweichungsbescheinigungen, die vor Inkrafttreten des Art. 4 - Die Abweichungsbescheinigungen, die vor Inkrafttreten des
vorliegenden Erlasses ausgestellt wurden, bleiben gültig. vorliegenden Erlasses ausgestellt wurden, bleiben gültig.
Art. 5 - Der Ministerielle Erlass vom 13. Mai 1975, abgeändert durch Art. 5 - Der Ministerielle Erlass vom 13. Mai 1975, abgeändert durch
den Ministeriellen Erlass vom 16. Mai 1977 zur Bestimmung der den Ministeriellen Erlass vom 16. Mai 1977 zur Bestimmung der
Gewährungsmodalitäten und der Musterbescheinigung für die Abweichungen Gewährungsmodalitäten und der Musterbescheinigung für die Abweichungen
von der Gurtanlegepflicht aufgrund ernsthafter ärztlicher von der Gurtanlegepflicht aufgrund ernsthafter ärztlicher
Gegenanzeigen, wird aufgehoben. Gegenanzeigen, wird aufgehoben.
Art. 6 - Vorliegender Erlass tritt am 1. September 1996 in Kraft. Art. 6 - Vorliegender Erlass tritt am 1. September 1996 in Kraft.
Brüssel, den 29. Mai 1996 Brüssel, den 29. Mai 1996
Der Minister des Innern Der Minister des Innern
J. VANDE LANOTTE J. VANDE LANOTTE
Der Staatssekretär für Sicherheit Der Staatssekretär für Sicherheit
J. PEETERS J. PEETERS
Anlagen Anlagen
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Pour la consultation du tableau, voir image
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 april 1999. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 21 avril 1999.
ALBERT ALBERT
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
L. VAN DEN BOSSCHE L. VAN DEN BOSSCHE
^