Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding | Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 février 1991 relatif aux denrées alimentaires destinées à une alimentation particulière |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 19 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT 19 NOVEMBRE 2007. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 février 1991 relatif aux denrées alimentaires destinées à une alimentation particulière ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de | Vu la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des |
gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en | consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les |
de andere producten, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 2°, b), 5, § 1 | autres produits, notamment les articles 2, 3, 2°, b), 5, § 1 et 7, § |
en 7, § 1, 1°; | 1, 1°; |
Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende | Vu l'arrêté royal du 18 février 1991 relatif aux denrées alimentaires |
voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, gewijzigd bij de | destinées à une alimentation particulière, modifié par les arrêtés |
koninklijke besluiten van 27 september 1993, 4 december 1995, 11 | royaux des 27 septembre 1993, 4 décembre 1995, 11 octobre 1997, 9 |
oktober 1997, 9 januari 2000, 26 juni 2000, 12 februari 2004 en 27 | janvier 2000, 26 juin 2000, 12 février 2004 et 27 septembre 2006; |
september 2006; Overwegende Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie van 22 december | Considérant la Directive 2006/141/CE de la Commission du 22 décembre |
2006 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding | 2006 concernant les préparations pour nourrissons et les préparations |
en tot wijziging van Richtlijn 1999/21/EG; | de suite et modifiant la Directive 1999/21/CE; |
Overwegende Richtlijn 2007/29/EG van de Commissie van 30 mei 2007 tot | Considérant la Directive 2007/29/CE de la Commission du 30 mai 2007 |
wijziging van Richtlijn 96/8/EG wat betreft de etikettering, het | modifiant la Directive 96/8/CE en ce qui concerne l'étiquetage, la |
adverteren en het te verkoop aanbieden van voedingsmiddelen die zijn | publicité et la présentation des denrées alimentaires destinées à être |
bestemd om in energiebeperkte diëten te worden genuttigd voor | utilisées dans les régimes hypocaloriques destinés à la perte de |
gewichtsvermindering; | poids; |
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de | Vu l'avis du Conseil supérieur des Indépendants et des P.M.E., donné |
K.M.O., gegeven op 12 juni 2007; | le 12 juin 2007; |
Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik van 28 september 2007; | Vu l'avis du Conseil pour la Consommation, donné le 28 septembre 2007; |
Gelet op het advies nr. 42.944/3 van de Raad van State, gegeven op 15 | Vu l'avis n° 42.944/3 du Conseil d'Etat donné le 15 mai 2007, en |
mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en | Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la |
Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, | Santé publique, chargé des Affaires européennes, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 februari |
Article 1er.A l'article 1er de l'arrêté royal du 18 février 1991 |
1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, | relatif aux denrées alimentaires destinées à une alimentation |
gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27 september 1993, 11 | particulière, modifié par les arrêtés royaux des 27 septembre 1993, 11 |
oktober 1997 en 26 juni 2000, worden de volgende wijzigingen | octobre 1997 et 26 juin 2000, sont apportées les modifications |
aangebracht : | suivantes : |
1° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : | 1° le 6° est remplacé par la disposition suivante : |
« 6° Referentie-eiwit : de samenstelling van de L-aminozuren : | « 6° Protéine de référence : la composition des acides aminés du type L : |
a) voor moedermelk in mg/100 kJ en mg/100 kcal | a) pour le lait maternel en mg/100 kJ et mg/100 kcal |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
b) voor het FAO-referentie-eiwit in g/100 g eiwit | b) pour la protéine de référence FAO en g/100 g de protéines |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
2° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : | 2° le 8° est remplacé par la disposition suivante : |
« 8° Bevoegde autoriteit : Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding | « 8° Autorité compétente : la Direction générale Animaux, Végétaux et |
van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de | Alimentation du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la |
Voedselketen en Leefmilieu; ». | Chaîne alimentaire et Environnement; ». |
Art. 2.Artikel 3bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
|
koninklijk besluit van 27 september 1993, wordt vervangen als volgt : | Art. 2.L'article 3bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 27 |
« Het is verboden andere producten dan volledige zuigelingenvoeding in | septembre 1993, est remplacé comme suit : « Il est interdit de mettre |
dans le commerce ou de présenter des produits autres que les | |
de handel te brengen of voor te stellen als geschikt om gedurende de | préparations de nourrissons comme de nature à répondre à eux seuls aux |
eerste levensmaanden, zolang nog geen aanvullende voeding wordt | besoins nutritionnels des nourrissons normaux en bonne santé pendant |
gegeven, volledig aan de voedingsbehoeften van normale gezonde | les premiers mois de leur vie jusqu'à l'introduction d'une |
zuigelingen te voldoen. » | alimentation complémentaire appropriée. » |
Art. 3.In de bijlage van hetzelfde besluit wordt de bepaling in punt |
Art. 3.Dans l'annexe du même arrêté, la disposition dans le point |
4.1.0.2 vervangen door de bepaling in bijlage van dit besluit, worden | 4.1.0.2 est remplacée par la disposition en annexe du présent arrêté, |
de bepalingen met betrekking tot mangaan in de punten 4.2.2.2.1, | les dispositions concernant le manganèse dans les points 4.2.2.2.1, |
4.2.2.2.2, 4.2.2.2.3, vervangen door de bepalingen in bijlage van dit | 4.2.2.2.2, 4.2.2.2.3, sont remplacées par les dispositions reprises |
besluit en worden de bepalingen in de punten 5.1 en 5.2 vervangen door | dans l'annexe du présent arrêté et les dispositions des points 5.1 et |
de bepalingen in bijlage van dit besluit. | 5.2 sont remplacées par les dispositions reprises dans l'annexe du |
Art. 4.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het |
présent arrêté. Art. 4.Dans l'article 7, § 2, du même arrêté, modifié par l'arrêté |
koninklijk besluit van 26 juni 2000, worden na de woorden « wordt de | royal du 26 juin 2000, après les mots « la procédure suivante est |
volgende procedure toegepast », de woorden «, in voorkomend geval | d'application », les mots « le cas échéant, l'avis du Conseil |
wordt het advies van de Hoge Gezondheidsraad gevraagd » ingevoegd. | supérieur de la Santé est demandé » sont insérés. |
Art. 5.Bij wijze van overgangsmaatregel en dat tot : |
Art. 5.A titre transitoire et ce jusqu'au : |
- 31 december 2009, mogen zuigelingenvoeding en | - 31 décembre 2009, les préparations pour nourrissons et les |
opvolgzuigelingenvoeding die niet aan de bepalingen van dit besluit | préparations de suite qui ne répondent pas aux dispositions du présent |
voldoen, in de handel gebracht worden, mits ze voldoen aan de | arrêté, peuvent être mises dans le commerce pour autant qu'elles |
bepalingen van het voornoemde besluit van 18 februari 1991; | répondent aux dispositions de l'arrêté royal précité du 18 février |
- 1 januari 2012, mogen dieetvoedingsmiddelen voor medisch gebruik die | 1991; - 1er janvier 2012, les aliments diététiques destinés à des fins |
speciaal voor zuigelingen zijn bestemd die niet aan de | médicales spéciales, spécifiquement destinés aux nourrissons qui ne |
samenstellingseisen in dit besluit voldoen, in de handel gebracht | répondent pas aux exigences de composition du présent arrêté, peuvent |
worden, mits ze voldoen aan de bepalingen van het voornoemde besluit | être mis dans le commerce pour autant qu'ils répondent aux |
van 18 februari 1991. | dispositions de l'arrêté royal précité du 18 février 1991. |
Art. 6.In de gevallen waarvoor een notificatie verplicht gesteld is, |
Art. 6.Dans les cas où une notification est imposée, le dossier de |
moet het notificatiedossier worden ingediend uiterlijk zes maanden na | notification doit être introduit au plus tard six mois après la |
de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. | publication du présent arrêté dans le Moniteur belge. |
Art. 7.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de |
Art. 7.Notre Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions |
uitvoering van dit besluit. | est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 19 november 2007. | Donné à Bruxelles, le 19 novembre 2007. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, | Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé des |
belast met Europese Zaken, | Affaires européennes, |
D. DONFUT Bijlage 4.1.0.2 In de etikettering en in de reclame mag geen melding worden gemaakt van de snelheid of van de mate van gewichtsverlies als gevolg van het verbruiken ervan. 4.2.2.2.1. Qua voedingswaarde volledige voedingsmiddelen met een gestandaardiseerde samenstelling die, wanneer zij volgens de aanwijzingen van de fabrikant worden gebruikt, voor de personen waarvoor zij bestemd zijn, de enige voedingsbron kunnen vormen. 1. Mineralen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4.2.2.2.2. Qua voedingswaarde volledige voedingsmiddelen met een aan een specifieke ziekte, aandoening of kwaal aangepaste samenstelling die, wanneer zij volgens de aanwijzingen van de fabrikant worden gebruikt, voor de personen waarvoor zij bestemd zijn, de enige voedingsbron kunnen vormen. 1. Mineralen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4.2.2.2.3. Qua voedingswaarde onvolledige voedingsmiddelen met een gestandaardiseerde of aan een specifieke ziekte, aandoening of kwaal aangepaste samenstelling die ongeschikt zijn om als enige voedingsbron te dienen. | D. DONFUT Annexe 4.1.0.2 L'étiquetage, la publicité et la présentation des produits concernés ne peuvent pas mentionner le rythme ou l'importance de la perte de poids qui peut résulter de leur consommation. 4.2.2.2.1. Des aliments complets du point de vue nutritionnel qui, avec une composition normale en éléments nutritifs, s'ils sont utilisés conformément aux instructions des fabricants, peuvent constituer la seule source d'alimentation des personnes auxquelles ils sont destinés. 1. Eléments minéraux Pour la consultation du tableau, voir image 4.2.2.2.2. Les aliments complets du point de vue nutritionnel qui, avec une composition adaptée pour répondre aux besoins propres à une pathologie, un trouble ou une maladie, s'ils sont utilisés conformément aux instructions des fabricants, peuvent constituer la seule source d'alimentation des personnes auxquelles ils sont destinés. 1. Eléments minéraux Pour la consultation du tableau, voir image 4.2.2.2.3. Les aliments incomplets du point de vue nutritionnel qui, avec une composition normale ou adaptée pour répondre aux besoins propres à une pathologie, un trouble ou une maladie, ne peuvent pas constituer la seule source d'alimentation. |
1. Mineralen | 1. Eléments minéraux |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5.1 Volledige zuigelingenvoeding 5.1.1.1 Toepassingsgebied : voedingsmiddelen die speciaal zijn bedoeld om als voeding voor zuigelingen in de eerste levensmaanden te worden gebruikt, en die zolang nog geen passende aanvullende voeding wordt gegeven, volledig aan de voedingsbehoeften van deze zuigelingen voldoen Niet van toepassing op moedermelk 5.1.1.2. Volledige zuigelingenvoeding is onmiddellijk of na toevoeging van water gebruiksklaar. 5.1.2 Fabricage en samenstelling 5.1.2.1 Volledige zuigelingenvoeding moet aan de volgende samenstellingseisen voldoen : (Opmerking : de aangegeven waarden zijn van toepassing op het gebruiksklare product, als zodanig verkocht of na oplossen volgens de instructies van de fabrikant.) | 5.1 Préparations pour nourrissons 5.1.1.1 Champ d'application : les denrées alimentaires destinées à l'alimentation particulière des nourrissons pendant les premiers mois de leur vie et répondant à elles seules aux besoins nutritionnels de ces nourrissons jusqu'à l'introduction d'une alimentation complémentaire appropriée. Ne s'applique pas au lait maternel. 5.1.1.2. Les préparations pour nourrissons ne nécessitent, le cas échéant, qu'une adjonction d'eau pour être prêtes à l'emploi. 5.1.2. Fabrication et composition. 5.1.2.1. Les préparations pour nourrissons doivent satisfaire aux critères de composition suivants : (Remarque : les valeurs indiquées se rapportent aux produits finaux prêts à l'emploi, commercialisés tels quels ou reconstitués selon les instructions du fabricant.) |
1. Energie | 1. Energie |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
2. Eiwitten | 2. Protéines |
- eiwitgehalte = stikstofgehalte X 6,25. | - Teneur en protéines = teneur en azote x 6,25 |
2.1. Bereidingen uit koemelkeiwit | 2.1 Préparations à base de protéines de lait de vache |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) Bij volledige zuigelingenvoeding vervaardigd van koemelkeiwit, | (1) Dans le cas des préparations pour nourrissons à base de protéines |
de lait de vache ayant une teneur en protéines comprise entre le | |
waarvan het eiwitgehalte tussen het minimum en 0,5 g/100 kJ (2 g/100 | minimum et 0,5 g/100 kJ (2 g/100 kcal), l'adéquation de la préparation |
kcal) ligt, wordt de geschiktheid van de volledige zuigelingenvoeding | pour nourrissons à l'alimentation particulière des nourrissons est |
als specifieke voeding voor zuigelingen aangetoond door middel van | démontrée par des études appropriées réalisées conformément aux |
passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen aanvaarde | orientations des experts généralement admises concernant la conception |
richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van | et la réalisation de ces études. |
dergelijke studies. | A valeur énergétique égale, la préparation pour nourrissons doit |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de volledige zuigelingenvoeding | contenir une quantité disponible de chacun des acides aminés |
een beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | indispensables ou indispensables sous certaines conditions au moins |
onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de | égale à celle contenue dans la protéine de référence (lait maternel). |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | Toutefois, pour les calculs, les concentrations de méthionine et de |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | cystine peuvent être comptées ensemble si le rapport |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is | méthionine/cystine n'est pas supérieur à 2 et les concentrations de |
dan 2, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij | phénylalanine et de tyrosine peuvent être comptées ensemble si le |
elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet | rapport tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. Le rapport |
groter is dan 2. De verhouding methionine/cystine mag groter zijn dan | méthionine/cystine peut être supérieur à 2 sans toutefois dépasser 3 |
2, maar niet groter dan 3, op voorwaarde dat de geschiktheid van het | pour autant que l'adéquation de la préparation à l'alimentation |
product als specifieke voeding voor zuigelingen wordt aangetoond door | particulière des nourrissons soit démontrée par des études appropriées |
middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen | réalisées conformément aux orientations des experts généralement |
aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van | admises concernant la conception et la réalisation de ces études. |
dergelijke studies. 2.2. Bereidingen uit eiwithydrolysaten | 2.2 Préparations à base d'hydrolysats de protéines |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) Bij volledige zuigelingenvoeding vervaardigd van | (1) Dans le cas des préparations pour nourrissons à base d'hydrolysats |
eiwithydrolysaten, waarvan het eiwitgehalte tussen het minimum en 0,56 | de protéines ayant une teneur en protéines comprise entre le minimum |
g/100 kJ (2,25 g/100 kcal) ligt, wordt de geschiktheid van de | et 0,56 g/100 kJ (2,25 g/100 kcal), l'adéquation de la préparation |
volledige zuigelingenvoeding als specifieke voeding voor zuigelingen | pour nourrissons à l'alimentation particulière des nourrissons est |
aangetoond door middel van passende studies, uit te voeren | démontrée par des études appropriées réalisées conformément aux |
orientations des experts généralement admises concernant la conception | |
overeenkomstig algemeen aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de | et la réalisation de ces études et répond aux spécifications |
opzet en uitvoering van dergelijke studies, met inachtneming van de | ci-dessous pour la fabrication de préparations pour nourrissons à base |
specificaties hieronder voor volledige zuigelingenvoeding vervaardigd | d'hydrolysats de protéines de lactosérum dérivées des protéines du |
van wei-eiwithydrolysaten uit koemelk : | lait de vache : |
1. Eiwitgehalte | 1. Teneur en protéines |
Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,25 | Teneur en protéines = teneur en azote x 6,25 |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
2. Eiwitbron | 2. Source protéique |
Wei-eiwit van gedemineraliseerde zoete wei, vervaardigd van koemelk na | Protéines de lactosérum doux déminéralisé, dérivées du lait de vache |
enzymatische precipitatie van casenen met behulp van chymosine, | après précipitation enzymatique des caséines au moyen de la chymosine, |
bestaande uit : | constituées par : |
a) 63 % caseno-glycomacropeptide-vrij wei-eiwitisolaat met een | a) 63 % d'isolat de protéines de lactosérum sans |
minimaal eiwitgehalte van 95 % droge stof, een eiwitdenaturatie van | caséinoglycomacropeptide ayant une teneur minimale en protéines de 95 |
% de la matière sèche, une dénaturation des protéines inférieure à 70 | |
minder dan 70 % en een maximaal asgehalte van 3 %; en | % et une teneur en cendres maximale de 3 %; et |
b) 37 % wei-eiwitconcentraat van zoete wei met een minimaal | b) 37 % de concentré de protéines de lactosérum doux ayant une teneur |
eiwitgehalte van 87 % droge stof, een eiwitdenaturatie van minder dan | minimale en protéines de 87 % de la matière sèche, une dénaturation |
70 % en een maximaal asgehalte van 3,5 %. | des protéines inférieure à 70 % et une teneur en cendres maximale de 3,5 %. |
3. Eiwitbewerking | 3. Transformation des protéines |
Het eiwit wordt in twee fasen gehydrolyseerd met behulp van een | Procédé d'hydrolyse à deux étapes utilisant une préparation de |
trypsinepreparaat; tussen de twee hydrolysefasen vindt een | trypsine et comprenant un traitement thermique (durant 3 à 10 minutes |
warmtebehandeling plaats (3 tot 10 minuten bij 80 tot 100 °C). | à une température de 80 à 100 °C) entre les deux étapes d'hydrolyse. |
A valeur énergétique égale, la préparation pour nourrissons doit | |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de volledige zuigelingenvoeding | contenir une quantité disponible de chacun des acides aminés |
een beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | indispensables ou indispensables sous certaines conditions au moins |
onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de | égale à celle contenue dans la protéine de référence (lait maternel). |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | Toutefois, pour les calculs, les concentrations de méthionine et de |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | cystine peuvent être comptées ensemble si le rapport |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is | méthionine/cystine n'est pas supérieur à 2 et les concentrations de |
dan 2, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij | phénylalanine et de tyrosine peuvent être comptées ensemble si le |
elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet | rapport tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. Le rapport |
groter is dan 2. De verhouding methionine/cystine mag groter zijn dan | méthionine/cystine peut être supérieur à 2 sans toutefois dépasser 3 |
2, maar niet groter dan 3, op voorwaarde dat de geschiktheid van het | pour autant que l'adéquation de la préparation à l'alimentation |
product als specifieke voeding voor zuigelingen wordt aangetoond door | particulière des nourrissons soit démontrée par des études appropriées |
middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen | réalisées conformément aux orientations des experts généralement |
aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van | admises concernant la conception et la réalisation de ces études. |
dergelijke studies. | |
Het gehalte aan L-carnitine moet minimaal 0,3 mg/100 kJ (1,2 mg/100 | La teneur en L-carnitine doit être au moins égale à 0,3 mg/100 kJ (1,2 |
kcal) zijn. | mg/100 kcal). |
2.3. Bereidingen uit soja-eiwit of mengsels daarvan met koemelkeiwit | 2.3 Préparations à base d'isolats de protéines de soja, seuls ou |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | mélangés à des protéines de lait de vache |
Bij de vervaardiging van deze volledige zuigelingenvoeding mogen | Pour la consultation du tableau, voir image |
alleen eiwitisolaten uit soja worden gebruikt. | Seuls les isolats de protéines de soja sont employés pour la |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de volledige zuigelingenvoeding | fabrication de ces préparations pour nourrissons. |
een beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | A valeur énergétique égale, la préparation pour nourrissons doit |
onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de | contenir une quantité disponible de chacun des acides aminés |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | indispensables ou indispensables sous certaines conditions au moins |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | égale à celle contenue dans la protéine de référence (lait maternel). |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is dan 2, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet groter is dan 2. De verhouding methionine/cystine mag groter zijn dan 2, maar niet groter dan 3, op voorwaarde dat de geschiktheid van het product als specifieke voeding voor zuigelingen wordt aangetoond door middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van dergelijke studies. | Toutefois, pour les calculs, les concentrations de méthionine et de cystine peuvent être comptées ensemble si le rapport méthionine/cystine n'est pas supérieur à 2 et les concentrations de phénylalanine et de tyrosine peuvent être comptées ensemble si le rapport tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. Le rapport méthionine/cystine peut être supérieur à 2 sans toutefois dépasser 3 pour autant que l'adéquation de la préparation à l'alimentation particulière des nourrissons soit démontrée par des études appropriées réalisées conformément aux orientations des experts généralement admises concernant la conception et la réalisation de ces études. |
Het gehalte aan L-carnitine moet ten minste 0,3 mg/100 kJ (1,2 mg/100 | La teneur en L-carnitine doit être au moins égale à 0,3 mg/100 kJ (1,2 |
kcal) zijn. | mg/100 kcal). |
2.4 In alle gevallen mogen aminozuren alleen om de voedingswaarde van | 2.4 Dans tous les cas, des acides aminés ne peuvent être ajoutés aux |
de eiwitten te verhogen en alleen in de voor dat doel noodzakelijke | préparations pour nourrissons que dans le but d'améliorer la valeur |
verhoudingen aan volledige zuigelingenvoeding worden toegevoegd. | nutritionnelle des protéines et uniquement dans les proportions |
nécessaires à cet effet. | |
3. Taurine | 3. Taurine |
Wanneer taurine aan volledige zuigelingenvoeding wordt toegevoegd, mag | En cas d'ajout à des préparations pour nourrissons, la quantité de |
het gehalte maximaal 2,9 mg/100 kJ (12 mg/100 kcal) zijn. | taurine ne doit pas être supérieure à 2,9 mg/100 kJ (12 mg/100 kcal). |
4. Choline | 4. Choline |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5. Vetten | 5. Lipides |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5.1 Gebruik van de volgende stoffen : | 5.1 L'utilisation |
- sesamolie, | - d'huile de sésame, |
- katoenzaadolie, | - d'huile de coton, |
is verboden. | est interdite. |
5.2 Laurinezuur en myristinezuur | 5.2 Acide laurique et acide myristique |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5.3 La teneur en isomères trans d'acides gras ne doit pas être | |
5.3 Het gehalte aan trans-isomeren van vetzuren mag maximaal 3 % van | supérieure à 3 % de la teneur totale en matières grasses. |
het totale vetgehalte zijn. | |
5.4 Het gehalte aan erucazuur mag maximaal 1 % van het totale | 5.4 La teneur en acide érucique ne doit pas être supérieure à 1 % de |
vetgehalte zijn. | la teneur totale en matières grasses. |
5.5 Linolzuur (in de vorm van glyceriden = linoleaten) | 5.5 Acide linoléique (sous forme de glycérides = linoléates) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5.6 Het gehalte aan alfa-linoleenzuur moet minimaal 12 mg/100 kJ (50 | 5.6 La teneur en acide alpha-linolénique ne doit pas être inférieure à 12 mg/100 kJ (50 mg/100 kcal). |
mg/100 kcal) zijn. De verhouding linolzuur/alfa-linoleenzuur moet | Le rapport acide linoléique/alpha-linolénique ne doit pas être |
minimaal 5 en mag maximaal 15 zijn. | inférieur à 5, ni supérieur à 15. |
5.7 LC-PUFA's, d.w.z. meervoudig onverzadigde vetzuren met een lange | |
keten (20 en 22 koolstofatomen), mogen worden toegevoegd. Het gehalte | 5.7 Des acides gras polyinsaturés (LCP) à chaînes longues (20 et 22 |
atomes de carbone) peuvent être ajoutés. Dans ce cas, leur teneur ne | |
mag dan maximaal zijn : | doit pas être supérieure à : |
- 1 % van het totale vetgehalte voor n-3 LC-PUFA's en | - 1 % de la teneur totale en matières grasses pour les LCP n - 3, et |
- 2 % van het totale vetgehalte voor n-6 LC-PUFA's (1 % van het totale | - 2 % de la teneur totale en matières grasses pour les LCP n - 6 [1 % |
vetgehalte voor arachidonzuur (20 :4 n-6)). | de la teneur totale en matières grasses pour l'acide arachidonique (20 |
Het gehalte aan eicosapentaeenzuur (20 :5 n-3) mag niet hoger zijn dan | :4 n - 6)]. La teneur en acide eicosapentaénoïque (20 :5 n - 3) ne doit pas être |
het gehalte aan docosahexaeenzuur (22 :6 n-3). | supérieure à la teneur en acide docosahexaénoïque (22 :6 n - 3). |
Het gehalte aan docosahexaeenzuur (22 :6 n-3) mag niet hoger zijn dan | La teneur en acide docosahexaénoïque (22 :6 n - 3) ne doit pas être |
het gehalte aan n-6 LC-PUFA's. | supérieure à la teneur en LCP n - 6. |
6. Fosfolipiden | 6. Phospholipides |
Het gehalte aan fosfolipiden in volledige zuigelingenvoeding mag | La quantité de phospholipides dans les préparations pour nourrissons |
maximaal 2 g/l zijn. | ne doit pas excéder 2 g/l. |
7. Inositol | 7. Inositol |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
8. Koolhydraten | 8. Glucides |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
8.1 Alleen de volgende koolhydraten mogen worden gebruikt : | 8.1 Seuls les glucides ci-après peuvent être utilisés |
- lactose, | - lactose, |
- maltose, | - maltose, |
- sucrose, | - saccharose, |
- glucose, | - glucose, |
- maltodextrinen, | - malto-dextrines, |
- glucosestroop of gedroogde glucosestroop, | - sirop de glucose ou sirop de glucose déshydraté, |
- voorgekookt en/of gegelatineerd zetmeel, zonder gluten. | - amidon précuit et/ou gélatinisé, exempt de gluten |
8.2 Lactose | 8.2 Lactose |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Deze bepaling geldt niet voor volledige zuigelingenvoeding waarin meer | La présente disposition n'est pas applicable aux préparations pour |
nourrissons dans lesquelles les isolats de protéines de soja | |
dan 50 % van het totale eiwitgehalte bestaat uit soja-eiwitisolaten. | représentent plus de 50 % de la teneur totale en protéines. |
8.3 Sucrose | 8.3 Saccharose |
Sucrose mag alleen worden toegevoegd aan van eiwithydrolysaten | Le saccharose ne peut être ajouté qu'aux préparations pour nourrissons |
vervaardigde volledige zuigelingenvoeding. Wanneer sucrose wordt | à base d'hydrolysats de protéines. En cas d'ajout, la teneur en |
toegevoegd, mag het gehalte maximaal 20 % van het totale | saccharose ne doit pas être supérieure à 20 % de la teneur totale en |
koolhydraatgehalte zijn. | glucides. |
8.4 Glucose | 8.4 Glucose |
Glucose mag alleen worden toegevoegd aan van eiwithydrolysaten | Le glucose ne peut être ajouté qu'aux préparations pour nourrissons à |
vervaardigde volledige zuigelingenvoeding. | |
Wanneer glucose wordt toegevoegd, mag het gehalte maximaal 0,5 g/100 | base d'hydrolysats de protéines. En cas d'ajout, la teneur en glucose |
kJ (2 g/100 kcal) zijn. | ne doit pas être supérieure à 0,5 g/100 kJ (2 g/100 kcal). |
8.5 Voorgekookt zetmeel en/of gegelatineerd zetmeel | 8.5 Amidon précuit et/ou amidon gélatinisé |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
9. Fructo-oligosacchariden en galacto-oligosacchariden | 9. Fructo-oligosaccharides et galacto-oligosaccharides |
Fructo-oligosachariden en galacto-oligosachariden mogen aan volledige | Des fructo-oligosaccharides et des galacto-oligosaccharides peuvent |
zuigelingenvoeding worden toegevoegd. Het gehalte mag dan maximaal | être ajoutés dans les préparations pour nourrissons. |
zijn 0,8 g/100 ml in een combinatie van 90 % oligogalactosyl-lactose | Dans ce cas, leur teneur ne doit pas être supérieure à 0,8 g/100 ml |
en 10 % oligofructosyl-sacharose met een hoog molecuulgewicht. | dans une combinaison de 90 % d'oligogalactosyl-lactose et de 10 % |
d'oligofructosyl-saccharose de poids moléculaire élevé. | |
Andere combinaties van en maximumgehalten aan fructo-oligosachariden | D'autres combinaisons et teneurs maximales de fructo-oligosaccharides |
en galacto-oligosachariden mogen worden gebruikt overeenkomstig de | et de galacto-oligosaccharides peuvent être employées conformément aux |
bepalingen van punt 5.1.2.2. | dispositions du point 5.1.2.2. |
10. Minerale elementen | 10. Eléments minéraux |
10.1 Uit koemelk bereide producten | 10.1 Préparations à base de protéines de lait de vache |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
De verhouding calcium/fosfor moet minimaal 1,0 en mag maximaal 2,0 | Le rapport calcium/phosphore ne doit pas être inférieur à 1,0 ni |
zijn. | supérieur à 2,0. |
10.2 Uit soja-eiwitisolaten of een mengsel daarvan met koemelkeiwit | 10.2 Préparations pour nourrissons à base d'isolats de protéines de |
vervaardigde volledige zuigelingenvoeding | soja, seules ou mélangées avec des protéines de lait de vache. Toutes |
Voor deze volledige zuigelingenvoeding gelden alle in punt 10.1 | les prescriptions du point 10.1 s'appliquent sauf celles relatives au |
vermelde eisen, behalve die voor ijzer en fosfor, | fer et au phosphore qui sont remplacées par les prescriptions |
waarvoor de eisen als volgt zijn : | suivantes : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
11. Vitaminen | 11. Vitamines |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) RE = all-transretinol-equivalent. | (1) ER = tous les équivalents trans rétinol. |
(2) In de vorm van cholecalciferol, waarvan 10 µg = 400 i.e. vitamine D. | (2) Sous forme de cholécalciférol, dont 10 µg = 400 UI de vitamine D. |
(3) Voorgevormde niacine. | (3) Niacine préformée. |
(4) a-TE = d- tocoferol-equivalent. | (4) a-ET = d-équivalent tocophérol. |
(5) 0,5 mga -TE/1 g linolzuur (18 :2n-6); 0,75 mga -TE/1 g | (5) 0,5 mga -ET/1 g acide linoléique (18 :2 n-6); 0,75 mga -ET/1 g |
-linoleenzuur (18 :3n-3); 1,0 mga -TE/1 g arachidonzuur (20 :4n-6); | acide linoléique (18 :3 n-3); 1,0 mg -ET/1 g acide linoléique (20 :4 |
1,25 mga -TE/1 g eicosapentaeenzuur (20 :5n-3); 1,5 mga -TE/1 g | n-6); 1,25 mga -ET/1 g acide eicosapentaénoïque (20 :5 n-3); 1,5 mga |
docosahexaeenzuur (22 :6n-3). | -ET/1 g acide docosahexaénoïque (22 :6n-3). |
12. Nucleotiden | 12. Nucléotides |
De volgende nucleotiden mogen worden toegevoegd : | Les nucléotides suivants peuvent être ajoutés : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) De totale nucleotide-concentratie mag maximaal 1,2 mg/100 kJ (5 | (1) La concentration totale en nucléotides ne doit pas dépasser 1,2 |
mg/100 kcal) zijn. | mg/100 kJ (5 mg/100 kcal). |
5.1.2.2 Facultatieve ingrediënten : aan deze waren mogen slechts andere voedselingrediënten worden toegevoegd, indien op grond van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens is aangetoond dat zij geschikt zijn als specifieke voeding voor zuigelingen vanaf de geboorte. Deze geschiktheid wordt aangetoond door middel van een systematische beoordeling van de beschikbare gegevens over de verwachte voordelen en over veiligheidsaspecten, en voor zover noodzakelijk, door middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van dergelijke studies. 5.1.2.3. Het gehalte aan nitraten, uitgedrukt in NO-3 en bepaald op de | 5.1.2.2. Ingrédients facultatifs : d'autres ingrédients nutritifs ne peuvent être ajoutés à ces denrées, que s'il a été démontré par des données scientifiques généralement admises qu'ils conviennent à l'alimentation particulière des nourrissons dès leur naissance. Cette adéquation est démontrée par un examen systématique des données disponibles sur les avantages escomptés et les considérations de sécurité ainsi que, le cas échéant, par des études appropriées réalisées conformément aux orientations des experts généralement admises concernant la conception et la réalisation de ces études. 5.1.2.3. La teneur en nitrates, exprimée en NO-3 et déterminée sur la |
in de handel gebrachte waar, mag niet hoger dan 25 mg/kg gebruiksklare | denrée commercialisée, ne peut être supérieure à 25 mg/kg de la denrée |
waar zijn. | prête à la consommation. |
Het gehalte aan nitrieten, uitgedrukt in NO-2 en bepaald op de in de | La teneur en nitrites, exprimée en NO-2 et déterminée sur la denrée |
handel gebrachte waar, mag niet hoger dan 0,1 mg/kg verbruiksklare | commercialisée, ne peut être supérieure à 0,1 mg/kg de la denrée prête |
waar zijn. | à la consommation. |
5.1.3. Verpakking. | 5.1.3. Conditionnement. |
5.1.3.1. De volledige zuigelingenvoeding moet verpakt zijn in een | 5.1.3.1. Les préparations pour nourrissons doivent être conditionnées |
recipiënt, die deze waren beschermt tegen gassen, vloeistoffen en | dans un récipient qui les protège contre les gaz, les liquides et les |
micro-organismen. | micro-organismes. |
5.1.4. Etikettering. | 5.1.4. Etiquetage. |
5.1.4.1. De benaming van de waar moet zijn : "Volledige | 5.1.4.1. La dénomination de la denrée doit être "Préparation pour |
zuigelingenvoeding". | nourrissons". |
Indien de waar volledig uit koemelkeiwit is bereid, dan moet de | Toutefois la dénomination de vente des produits entièrement à base de |
benaming zijn : "Volledige zuigelingenvoeding op basis van melk" of | protéines de lait de vache est "Lait pour nourrissons". |
"Zuigelingenmelk". | |
5.1.4.2. Er moet worden vermeld dat het product specifiek geschikt is | 5.1.4.2. L'étiquetage comporte une mention obligatoire précisant que |
om te worden gebruikt als voeding voor zuigelingen vanaf de geboorte, | le produit convient à l'alimentation particulière des nourrissons dès |
wanneer zij geen borstvoeding krijgen. | leur naissance quand ils ne sont pas allaités. |
5.1.4.3. Het gehalte van ieder mineraal en vitamine, vermeld in punt | 5.1.4.3. L'étiquetage doit comporter la teneur de chaque élément |
5.1.2.1., en, indien van toepassing, van choline, inositol en | minéral et de chaque vitamine, qui est mentionnée au point 5.1.2.1., |
carnitine, moet per 100 ml gebruiksklaar product in de etikettering worden vermeld. 5.1.4.4. De bereidingswijze en de gebruiksaanwijzing moeten onder meer de volgende gegevens vermelden : - een gebruiksaanwijzing voor de juiste bereiding, bewaring en verwijdering van het product; - een waarschuwing dat aan onjuiste bereiding risico's voor de gezondheid van de zuigelingen zijn verbonden. 5.1.4.5. De etikettering van volledige zuigelingenvoeding dient bovendien, voorafgegaan door het woord "Belangrijk" of een gelijkwaardige aanduiding, de volgende verplichte vermeldingen te bevatten : - een verklaring dat borstvoeding te verkiezen is; - een aanbeveling dat het product alleen dient te worden gebruikt op advies van onafhankelijke deskundigen op het gebied van de | et, le cas échéant, de choline, d'inositol et de carnitine par 100 ml de produit prêt à l'emploi. 5.1.4.4. Le mode de préparation et le mode d'utilisation doivent contenir entre autres les données suivantes : - des instructions concernant la préparation, la conservation et l'élimination appropriées du produit; - un avertissement des risques pour la santé des nourrissons résultant d'une préparation inappropriée. 5.1.4.5. L'étiquetage des préparations pour nourrissons comporte en plus les mentions obligatoires suivantes, précédées des termes "Avis important" ou d'une formulation équivalente : - une mention relative à la supériorité de l'allaitement au sein; - une mention recommandant de n'utiliser le produit que sur avis de |
geneeskunde, de voeding of de farmaceutische wetenschap of van | personnes indépendantes qualifiées dans le domaine de la médecine, de |
personen die beroepsmatig verantwoordelijk zijn voor de zorg voor | la nutrition ou de la pharmacie, ou d'autres spécialistes responsables |
moeder en kind. | des soins maternels et infantils. |
5.1.4.6. De etikettering van volledige zuigelingenvoeding mag geen | 5.1.4.6. L'étiquetage des préparations pour nourrissons ne peut |
afbeeldingen van zuigelingen, noch andere afbeeldingen of tekst | comporter aucune représentation de nourrissons ni d'autres |
bevatten, waardoor het gebruik van het product zou kunnen worden | représentations ou textes de nature à idéaliser l'utilisation du |
geïdealiseerd. Het mag echter wel grafische afbeeldingen bevatten om | produit. Il peut cependant comporter des représentations graphiques |
het product gemakkelijk identificeerbaar te maken en om de | facilitant l'identification du produit et illustrant les méthodes de |
bereidingswijzen te illustreren. | préparation. |
5.1.4.7. De etikettering van volledige zuigelingenvoeding dient | 5.1.4.7. L'étiquetage des préparations pour nourrissons doit être |
zodanig te zijn dat de nodige voorlichting wordt gegeven omtrent het juiste gebruik van de producten en dat vrouwen er niet worden van weerhouden borstvoeding te geven. Het gebruik van de termen "gehumaniseerd", "gematerniseerd", « aangepast » en termen met gelijke strekking evenals vergelijkingen met moedermelk of borstvoeding is verboden. 5.1.4.8. Beweringen in verband met de bijzondere samenstelling van volledige zuigelingenvoeding mogen slechts in de hieronder genoemde gevallen en in overeenstemming met de daarin vastgestelde voorwaarden in de etikettering worden vermeld. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | conçu de manière à fournir les renseignements nécessaires à l'utilisation appropriée du produit et de manière à ne pas décourager l'allaitement au sein. L'utilisation des termes "humanisé", "maternisé", "adapté" ou des termes similaires ainsi que toute comparaison avec le lait maternel ou l'allaitement maternel est interdite. 5.1.4.8. L'étiquetage ne peut comporter des allégations quant à une composition particulière d'une préparation pour nourrissons que dans les cas ci-dessous et conformément aux conditions qui y sont fixées. Pour la consultation du tableau, voir image |
5.1.4.9. Er moet worden vermeld : de beschikbare energiewaarde | 5.1.4.9. Il doit être mentionné : la valeur énergétique disponible |
uitgedrukt in kJ en kcal en het gehalte aan eiwitten, vetten en | exprimée en kJ et en kcal ainsi que la teneur en protéines, lipides et |
koolhydraten per 100 ml gebruiksklaar product. | glucides pour 100 ml de produit prêt à l'emploi. |
5.1.4.10. Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding | 5.1.4.10. Les préparations pour nourrissons et les préparations de |
suite sont étiquetées de manière à permettre aux consommateurs | |
moeten zodanig geëtiketteerd worden dat consumenten deze producten | d'établir une distinction claire entre ces produits, de façon à éviter |
duidelijk kunnen onderscheiden en verwarring wordt vermeden. | tout risque de confusion entre les préparations pour nourrissons et |
les préparations de suite. | |
5.1.4.11. In de etikettering mogen de gehalten van de volgende | 5.1.4.11. L'étiquetage peut comporter les teneurs des substances |
voedingsstoffen per 100 ml gebruiksklaar product worden vermeld : | nutritives suivantes par 100 ml de produit prêt à l'emploi : |
L-cystine, L-histidine, L-isoleucine, L-leucine, L-lysine, L-cysteïne, | L-cystine, L-histidine, L-isoleucine, L-leucine, L-lysine, L-cystéine, |
L-methionine, L-fenylalanine, L-threonine, L-tryptofaan, L-tyrosine, | L-méthionine, L-phénylalanine, L-thréonine, L-tryptophane, L-tyrosine, |
L-valine, taurine, cytidine-5'-monofosfaat, uridine-5'-monofosfaat, | L-valine, taurine, monophosphate 5' de cytidine, monophosphate 5' |
adenosine-5'-monofosfaat, guanosine-5'-monofosfaat en | d'uridine, monophosphate 5' d'adénosine, monophosphate 5' de |
inosine-5'-monofosfaat. | guanosine, monophosphate 5' d'inosine. |
5.1.4.12. De in de punten 5.1.4.5., 5.1.4.6., 5.1.4.7., 5.1.4.8. en | 5.1.4.12. Les prescriptions, prohibitions et restrictions prévues aux |
5.1.4.10 vermelde eisen, verbodsbepalingen en beperkingen gelden | points 5.1.4.5., 5.1.4.6., 5.1.4.7., 5.1.4.8. et 5.1.4.10 s'appliquent |
tevens voor : | également : |
- de wijze waarop de betrokken producten worden aangeboden, met name de vorm, het uiterlijk of de verpakking ervan, de daarvoor gebruikte verpakkingsmaterialen en de wijze waarop en de omgeving waarin zij worden uitgestald; - de reclame. 5.1.5 Reclame. 5.1.5.1. Voor volledige zuigelingenvoeding mag slechts reclame worden gemaakt in gespecialiseerde publicaties op het gebied van babyverzorging en in wetenschappelijke publicaties. Voor dergelijke reclame voor volledige zuigelingenvoeding gelden de in | - à la présentation des produits concernés, et notamment à la forme et l'aspect donnés à ceux-ci, à leur emballage, aux matériaux d'emballage utilisés, à la manière dont ils sont disposés ainsi qu'à l'environnement dans lequel ils sont exposés; - à la publicité. 5.1.5. Publicité. 5.1.5.1. La publicité pour les préparations pour nourrissons doit être limitée aux publications spécialisées en puériculture et aux publications scientifiques. Ces publicités relatives aux préparations pour nourrissons sont soumises aux conditions fixées aux points 5.1.4.5., 5.1.4.6., |
punten 5.1.4.5., 5.1.4.6., 5.1.4.7., 5.1.4.8. en 5.1.4.10 genoemde | 5.1.4.7., 5.1.4.8. et 5.1.4.10 et ne contiennent que des informations |
voorwaarden; de reclame mag slechts gegevens van wetenschappelijke en | de nature scientifique et factuelle. Cette information ne doit pas |
feitelijke aard bevatten. Deze gegevens mogen niet impliceren noch | laisser entendre ou accréditer l'idée que l'utilisation du biberon est |
doen geloven dat flesvoeding even goed of beter is dan borstvoeding. | égale ou supérieure à l'allaitement au sein. |
5.1.5.2. Reclame op verkooppunten, het uitdelen van monsters of andere | 5.1.5.2. Il ne doit pas y avoir, pour les préparations pour |
reclame-acties om de rechtstreekse verkoop van volledige zuigelingenvoeding aan de consument in de detailhandel te bevorderen, zoals speciale uitstallingen, kortingbonnen, premies, speciale verkoopacties, verkoop met verlies en koppelverkoop zijn verboden. 5.1.5.3. Fabrikanten en handelaren van volledige zuigelingenvoeding mogen geen gratis of afgeprijsde producten, monsters of andere reclamegeschenken, rechtstreeks of onrechtstreeks met inschakeling van het stelsel van de gezondheidszorg of van daarin werkzame personen of van gelijk welke andere tussenpersonen aan het publiek of aan zwangere vrouwen, moeders of hun gezinsleden aanbieden zelfs indien zij deze waren zelf aanvragen. 5.1.5.4. De verkoop van volledige zuigelingenvoeding in gezondheidsinstellingen is enkel toegestaan voor producten die zijn bestemd voor gebruik binnen deze instellingen zelf. 5.1.5.5. Schenkingen of leveranties van volledige zuigelingenvoeding tegen lage prijzen aan instellingen of organisaties hetzij voor gebruik in de instelling zelf, hetzij voor distributie daarbuiten, zijn slechts toegelaten voor het gebruik ten behoeve van zuigelingen die met volledige zuigelingenvoeding moeten worden gevoed en slechts zolang zij daaraan behoefte hebben. Deze distributie mag in geen enkel geval een publicitair doel hebben. 5.1.6. Opvoeding en voorlichting. 5.1.6.1. De voorlichting over de voeding van zuigelingen voor gezinnen en voor personen, die beroepshalve met de nutritionele problemen van | nourrissons, de publicité sur les points de vente, de distribution d'échantillons ou toutes autres pratiques promotionnelles de la vente directe au consommateur au niveau du commerce de détail, telles qu'étalages spéciaux, bons de réduction, primes, ventes spéciales, ventes à perte et ventes couplées. 5.1.5.3. Les fabricants et les distributeurs de préparations pour nourrissons ne peuvent fournir au grand public, aux femmes enceintes, aux mères et aux membres de leur famille des produits gratuits ou à bas prix, des échantillons ou autres cadeaux promotionnels, ni directement ni indirectement par l'entremise des services de santé ou par quelqu'autre intermédiaire que ce soit et cela même si ces produits sont demandés par les intéressés. 5.1.5.4. La vente de produits pour nourrissons dans les institutions de santé ne peut concerner que des produits qui sont destinés à être consommés à l'intérieur de ces institutions. 5.1.5.5. Les dons ou les ventes à bas prix de stocks de préparations pour nourrissons à des institutions ou à des organisations, que ce soit en vue d'une utilisation dans l'institution même ou en vue d'une distribution à l'extérieur, ne peuvent être réalisés qu'en faveur des nourrissons qui doivent être alimentés au moyen de préparations pour nourrissons et exclusivement pour la période prescrite. Ces utilisations ou distributions ne peuvent en aucun cas avoir un objectif publicitaire. 5.1.6. Education et information. 5.1.6.1. L'information concernant l'alimentation des nourrissons, qui est fournie aux familles et aux personnes s'occupant des problèmes nutritionnels des nourrissons, doit être objective et cohérente en |
zuigelingen te maken hebben, moet voor wat betreft de planning, de | matière de planification, de fourniture, de conception et de diffusion |
verstrekking, de vorm en de verspreiding objectief en consistent zijn. | de l'information. |
5.1.6.2. In schriftelijk of op geluids- of beeldband vastgelegd | 5.1.6.2. Les documentations à but d'information et d'éducation, tant |
voorlichtings- en educatief materiaal over de voeding van zuigelingen | écrites qu'audiovisuelles, établies à l'intention des femmes enceintes |
en voor zwangere vrouwen en moeders van zuigelingen moeten de volgende | et des mères de nourrissons, et portant sur l'alimentation de ceux-ci |
punten duidelijk worden belicht : | doivent comporter des renseignements clairs sur : |
1. de voordelen en verkieslijkheid van borstvoeding; 2. de voeding van de moeder, de voorbereiding op en de voortzetting van borstvoeding; 3. de eventuele negatieve invloed van de toepassing van gedeeltelijke flesvoeding op borstvoeding; 4. de moeilijkheid om op de beslissing, geen borstvoeding te geven, terug te komen; 5. waar nodig, aanwijzingen voor het juiste gebruik van volledige zuigelingenvoeding. Voor zover in dergelijk materiaal sprake is van gebruik van volledige zuigelingenvoeding, dient tevens te worden ingegaan op de sociale en financiële gevolgen van het gebruik daarvan, de gezondheidsrisico's van ongeschikte voeding of voedingswijze en, met name, de gezondheidsrisico's van onjuist gebruik van volledige zuigelingenvoeding. In dergelijk materiaal mogen geen afbeeldingen voorkomen die het gebruik van volledige zuigelingenvoeding idealiseren. 5.1.6.3. Schenkingen van voorlichtings- of educatief materiaal en de daarvoor benodigde apparatuur door fabrikanten of handelaren zijn slechts toegelaten op verzoek en met de schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit. Dergelijke apparatuur en dergelijk materiaal mogen zijn voorzien van de naam of het logo van de schenkende onderneming, doch niet van een handelsmerk van volledige zuigelingenvoeding en mogen slechts met inschakeling van het stelsel van de gezondheidszorg worden verspreid. | 1° les avantages et la supériorité de l'allaitement au sein; 2° la nutrition de la mère, la façon de se préparer à l'allaitement au sein et de le poursuivre; 3° l'éventuel effet négatif sur l'allaitement au sein d'une alimentation partielle au biberon; 4° la difficulté de revenir sur la décision de ne pas nourrir son enfant au sein; 5° en cas de besoin, l'utilisation correcte des préparations pour nourrissons. Si elle contient des renseignements sur l'utilisation des préparations pour nourrissons, cette documentation doit également faire état des incidences sociales et financières de cette utilisation et signaler les dangers pour la santé de l'utilisation d'aliments ou de méthodes d'alimentation inadéquates et, en particulier, de l'utilisation incorrecte des préparations pour nourrissons. Cette documentation ne doit contenir aucune image de nature à présenter l'utilisation de préparations pour nourrissons comme la solution idéale. 5.1.6.3. Les dons de matériel ou de documentation, à but d'information ou d'éducation, par des fabricants ou des distributeurs ne peuvent être faits que sur demande et avec l'autorisation écrite de l'autorité compétente. Ce matériel et cette documentation peuvent porter le nom ou le signe de la firme donatrice mais ne peuvent pas faire référence à une marque spécifique de préparations pour nourrissons et ils ne peuvent être distribués que par l'intermédiaire du système de soins de santé. |
5.1.7 Notificatie | 5.1.7 Notification |
Deze voedingsmiddelen zijn aan notificatie onderworpen, overeenkomstig | Ces denrées sont soumises à la notification, conformément aux |
de bepalingen van artikel 7. | dispositions de l'article 7. |
5.2 Opvolgzuigelingenvoeding. | 5.2 Préparations de suite (pour nourrissons) |
5.2.1.1 Toepassingsgebied : voedingsmiddelen die speciaal zijn bedoeld | 5.2.1.1 Champ d'application : les denrées alimentaires destinées à |
om als voeding voor zuigelingen te worden gebruikt wanneer passende | l'alimentation particulière des nourrissons lorsqu'une alimentation |
aanvullende voeding wordt gegeven en die het belangrijkste vloeibare | complémentaire appropriée est introduite et constituant le principal |
bestanddeel vormen van de steeds gevarieerder wordende voeding van | élément liquide d'une alimentation progressivement diversifiée de ces |
deze zuigelingen. | nourrissons. |
5.2.1.2. Opvolgzuigelingenvoeding is onmiddellijk of na toevoeging van | 5.2.1.2. Les préparations de suite ne nécessitent, les cas échéant, |
water gebruiksklaar. | qu'une adjonction d'eau pour être prêtes à l'emploi. |
5.2.2 Fabricage en samenstelling. | 5.2.2. Fabrication et composition. |
5.2.2.1 Opvolgzuigelingenvoeding moet aan de volgende | 5.2.2.1. Les préparations de suite pour nourrissons doivent satisfaire |
samenstellingeisen voldoen : | aux critères de composition suivants : |
(Opmerking : de aangegeven waarden zijn van toepassing op het | (Remarque : les valeurs indiquées se rapportent aux produits finaux |
gebruiksklare product, als zodanig verkocht of na oplossen volgens de | prêts à l'emploi, commercialisés tels quels ou reconstitués selon les |
instructies van de fabrikant.) | instructions du fabricant.) |
1. Energie | 1. Energie |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
2. Eiwitten | 2. Protéines |
Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,25 | Teneur en protéines = teneur en azote x 6,25 |
2.1. Bereidingen uit koemelkeiwit | 2.1 Préparations à base de protéines de lait de vache |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de opvolgzuigelingenvoeding een | A valeur énergétique égale, la préparation de suite doit contenir une |
beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | quantité disponible de chacun des acides aminés indispensables ou |
onmisbaar aminozuur bevatten die tenminste gelijk is aan de | indispensables sous certaines conditions au moins égale à celle |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | contenue dans la protéine de référence (lait maternel). Toutefois, |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | pour les calculs, les concentrations de méthionine et de cystine |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is | peuvent être comptées ensemble si le rapport méthionine/cystine n'est |
dan 3, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij | pas supérieur à 3 et les concentrations de phénylalanine et de |
elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet | tyrosine peuvent être comptées ensemble si le rapport |
groter is dan 2. | tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. |
2.2 Bereidingen uit eiwithydrolysaten | 2.2 Préparations à base d'hydrolysats de protéines |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de opvolgzuigelingenvoeding een | A valeur énergétique égale, la préparation de suite doit contenir une |
beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | quantité disponible de chacun des acides aminés indispensables ou |
onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de | indispensables sous certaines conditions au moins égale à celle |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | contenue dans la protéine de référence (lait maternel). Toutefois, |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | pour les calculs, les concentrations de méthionine et de cystine |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is | peuvent être comptées ensemble si le rapport méthionine/cystine n'est |
dan 3, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij | pas supérieur à 3 et les concentrations de phénylalanine et de |
elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet | tyrosine peuvent être comptées ensemble si le rapport |
groter is dan 2. | tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. |
2.3 Bereidingen uit soja-eiwitisolaten of mengsels daarvan met | 2.3 Préparations à base d'isolats de protéines de soja, seuls ou |
koemelkeiwit | |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | mélangés à des protéines de lait de vache |
Bij de fabricage van deze opvolgzuigelingenvoeding mogen alleen | Pour la consultation du tableau, voir image |
eiwitisolaten uit soja worden gebruikt. | Seuls les isolats de protéines de soja sont employés pour la |
Bij gelijkblijvende energiewaarde moet de opvolgzuigelingenvoeding een | fabrication de ces préparations. |
beschikbare hoeveelheid van elk onmisbaar en onder voorwaarden | A valeur énergétique égale, la préparation de suite doit contenir une |
onmisbaar aminozuur bevatten die ten minste gelijk is aan de | quantité disponible de chacun des acides aminés indispensables ou |
hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk). Voor berekeningen | indispensables sous certaines conditions au moins égale à celle |
mogen de concentraties van methionine en cystine echter bij elkaar | contenue dans la protéine de référence (lait maternel). Toutefois, |
worden opgeteld indien de verhouding methionine/cystine niet groter is | pour les calculs, les concentrations de méthionine et de cystine |
dan 3, en mogen de concentraties van fenylalanine en tyrosine bij | peuvent être comptées ensemble si le rapport méthionine/cystine n'est |
elkaar worden opgeteld indien de verhouding tyrosine/fenylalanine niet | pas supérieur à 3 et les concentrations de phénylalanine et de |
tyrosine peuvent être comptées ensemble si le rapport | |
groter is dan 2. | tyrosine/phénylalanine n'est pas supérieur à 2. |
2.4 In alle gevallen mogen aminozuren alleen om de voedingswaarde van | 2.4 Dans tous les cas, des acides aminés ne peuvent être ajoutés aux |
de eiwitten te verhogen en alleen in de voor dat doel noodzakelijke | préparations de suite que dans le but d'améliorer la valeur |
verhoudingen aan opvolgzuigelingenvoeding worden toegevoegd. | nutritionnelle des protéines et uniquement dans les proportions |
nécessaires à cet effet. | |
3. Taurine | 3. Taurine |
Wanneer taurine aan opvolgzuigelingenvoeding wordt toegevoegd, mag het | En cas d'ajout à des préparations de suite, la quantité de taurine ne |
gehalte maximaal 2,9 mg/100 kJ (12 mg/100 kcal) zijn. | doit pas être supérieure à 2,9 mg/100 kJ (12 mg/100 kcal). |
4. Lipiden | 4. Lipides |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
4.1 Gebruik van de volgende stoffen is verboden : | 4.1 L'utilisation : |
- sesamolie, | - d'huile de sésame, |
- katoenzaadolie. | - d'huile de coton, |
est interdite. | |
4.2 Laurinezuur en myristinezuur | 4.2 Acide laurique et acide myristique |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
4.3 La teneur en isomères trans d'acides gras ne doit pas être | |
4.3 Het gehalte aan trans-isomeren van vetzuren mag maximaal 3 % van | supérieure à 3 % de la teneur totale en matières grasses. |
het totale vetgehalte zijn. | |
4.4 Het gehalte aan erucazuur mag maximaal 1 % van het totale | 4.4 La teneur en acide érucique ne doit pas être supérieure à 1 % de |
vetgehalte zijn. | la teneur totale en matières grasses. |
4.5 Linolzuur (in de vorm van glyceriden = linoleaten) | 4.5 Acide linoléique (sous forme de glycérides = linoléates) |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
4.6 Het gehalte aan alfa-linoleenzuur moet minimaal 12 mg/100 kJ (50 | 4.6 La teneur en acide alpha-linolénique ne doit pas être inférieure à 12 mg/100 kJ (50 mg/100 kcal). |
mg/100 kcal) zijn. | Le rapport acide linoléique/alpha-linolénique ne doit pas être |
De verhouding linolzuur/alfa-linoleenzuur moet minimaal 5 en mag | inférieur à 5 ni supérieur à 15. |
maximaal 15 zijn. | |
4.7 LC-PUFA's, d.w.z. meervoudig onverzadigde vetzuren met een lange keten (20 en 22 koolstofatomen), mogen | 4.7 Des acides gras polyinsaturés (LCP) à chaînes longues (20 et 22 atomes de carbone) peuvent être ajoutés. Dans ce cas, leur teneur ne |
worden toegevoegd. Het gehalte mag dan maximaal zijn : | doit pas être supérieure à : |
- 1 % van het totale vetgehalte voor n-3 LC-PUFA's en | - 1 % de la teneur totale en matières grasses pour les LCP n - 3, et |
- 2 % van het totale vetgehalte voor n-6 LC-PUFA's (1 % van het totale | - 2 % de la teneur totale en matières grasses pour les LCP n - 6 [1 % |
vetgehalte voor arachidonzuur (20 :4 n-6)). | de la teneur totale en matières grasses pour l'acide arachidonique (20 |
Het gehalte aan eicosapentaeenzuur (20 :5 n-3) mag niet hoger zijn dan | :4 n - 6)]. La teneur en acide eicosapentaénoïque (20 :5 n - 3) ne doit pas être |
het gehalte aan docosahexaeenzuur (22 :6 n-3). Het gehalte aan | supérieure à la teneur en acide docosahexaénoïque (22 :6 n - 3). |
docosahexaeenzuur (22 :6 n-3) mag niet hoger zijn dat het gehalte aan | La teneur en acide docosahexaénoïque (22 :6 n - 3) ne doit pas être |
n-6 LC-PUFA's. | supérieure à la teneur en LCP n - 6. |
5. Fosfolipiden | 5. Phospholipides |
Het gehalte aan fosfolipiden in opvolgzuigelingenvoeding mag maximaal | La quantité de phospholipides dans les préparations de suite ne doit |
2 g/L zijn. | pas être supérieure à 2 g/l. |
6. Koolhydraten | 6. Glucides |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
6.1 Gebruik van gluten bevattende bestanddelen is niet toegestaan. | 6.1 L'utilisation d'ingrédients contenant du gluten est interdite. |
6.2 Lactose | 6.2 Lactose |
Pour la consultation du tableau, voir image | |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | La présente disposition n'est pas applicable aux préparations de suite |
Deze bepaling geldt niet voor opvolgzuigelingenvoeding waarvan meer | dans lesquelles les isolats de protéines de soja représentent plus de |
dan 50 % van het totale eiwitgehalte bestaat uit soja-eiwitisolaten. | 50 % de la teneur totale en protéines. |
6.3 Sucrose, fructose, honing | 6.3 Saccharose, fructose, miel |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Honing moet een behandeling ondergaan teneinde sporen van Clostridium | Le miel fait l'objet d'un traitement destiné à détruire les spores de |
botulinum te vernietigen. | Clostridium botulinum. |
6.4 Glucose | 6.4 Glucose |
Glucose mag alleen worden toegevoegd aan van eiwithydrolysaten | Le glucose ne peut être ajouté qu'aux préparations de suite à base |
vervaardigde opvolgzuigelingenvoeding. Wanneer glucose wordt | d'hydrolysats de protéines. En cas d'ajout, la teneur en glucose ne |
toegevoegd, mag het gehalte maximaal 0,5 g/100 kJ (2 g/100 kcal) zijn. | doit pas être supérieure à 0,5 g/100 kJ (2 g/100 kcal). |
7. Fructo-oligosachariden en galacto-oligosachariden | 7. Fructo-oligosaccharides et galacto-oligosaccharides |
Fructo-oligosachariden en galacto-oligosachariden mogen aan | Des fructo-oligosaccharides et des galacto-oligosaccharides peuvent |
opvolgzuigelingenvoeding worden toegevoegd. Het gehalte mag dan | être ajoutés dans les préparations de suite. Dans ce cas, leur teneur |
maximaal zijn : 0,8 g/100 ml in een combinatie van 90 % | ne doit pas être supérieure à : 0,8 g/100 ml dans une combinaison de |
oligogalactosyl-lactose en 10 % oligofructosyl-sacharose met een hoog | 90 % d'oligogalactosyllactose et de 10 % d'oligofructosyl-saccharose |
molecuulgewicht. | de poids moléculaire élevé. |
Andere combinaties van en maximumgehalten aan fructo-oligosachariden | D'autres combinaisons et teneurs maximales de fructo-oligosaccharides |
en galacto-oligosachariden mogen worden gebruikt overeenkomstig de | et de galacto-oligosaccharides peuvent être employées conformément aux |
bepalingen van punt 5.2.2.2. | dispositions du point 5.2.2.2. |
8. Mineralen | 8. Eléments minéraux |
8.1 Bereidingen uit koemelkeiwit of eiwithydrolysaten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhouding calcium/fosfor in opvolgzuigelingenvoeding moet minimaal 1,0 en mag maximaal 2,0 zijn. 8.2. Bereidingen uit soja-eiwitisolaten of mengsels daarvan met koemelkeiwit Voor deze opvolgzuigelingenvoeding gelden alle in punt 8.1 vermelde eisen, behalve die voor ijzer en fosfor, waarvoor de eisen als volgt zijn : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | 8.1 Préparations à base de protéines de lait de vache ou d'hydrolysats de protéines Pour la consultation du tableau, voir image Le rapport calcium/phosphore dans les préparations de suite ne doit pas être inférieur à 1,0 ni supérieur à 2,0. 8.2 Préparations à base d'isolats de protéines de soja, seuls ou mélangés à des protéines de lait de vache Toutes les prescriptions du point 8.1 sont applicables sauf celles relatives au fer et au phosphore qui sont remplacées par les prescriptions suivantes : Pour la consultation du tableau, voir image |
9. Vitaminen | 9. Vitamines |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) RE = all-transretinol-equivalent. | (1) ER = tous les équivalents trans rétinol. |
(2) In de vorm van cholecalciferol, waarvan 10 µg = 400 i.e. vitamine D. | (2) Sous forme de cholécalciférol, dont 10 µg = 400 UI de vitamine D. |
(3) Voorgevormde niacine. | (3) Niacine préformée. |
(4) a-TE = d-a tocoferol-equivalent. | (4) a-ET= da-équivalent tocophérol. |
(5) 0,5 mga -TE/1 g linolzuur (18 :2n-6); 0,75 mga -TE/1 g à | (5) 0,5 mga -ET/1 g acide linoléique (18 :2 n-6); 0,75 mga -ET/1 g |
-linoleenzuur (18 :3n-3); 1,0 mga -TE/1 g arachidonzuur (20 :4n-6); | acide linoléique (18 :3 n-3); 1,0 mga -ET/1 g acide linoléique (20 :4 |
1,25 mga -TE/1 g eicosapentaeenzuur (20 :5n-3); 1,5 mga -TE/1 g | n-6); 1,25 mga -ET/1 g acide eicosapentaénoïque (20 :5 n-3); 1,5 mga |
docosahexaeenzuur (22 :6n-3). | -ET/1 g acide docosahexaénoïque (22 :6n-3). |
10. Nucleotiden | 10. Nucléotides |
De volgende nucleotiden mogen worden toegevoegd : | Les nucléotides suivants peuvent être ajoutés : |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
(1) De totale nucleotide-concentratie mag maximaal 1,2 mg/100 kJ (5 | (1) La concentration totale en nucléotides ne doit pas dépasser 1,2 |
mg/100 kcal) zijn. | mg/100 kJ (5 mg/100 kcal). |
5.2.2.2. Facultatieve ingrediënten : aan deze waren mogen slechts andere voedselingrediënten worden toegevoegd, indien op grond van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens is aangetoond dat zij geschikt zijn als specifieke voeding voor zuigelingen die ouder zijn dan zes maanden. Deze geschiktheid wordt aangetoond door middel van een systematische beoordeling van de beschikbare gegevens over de verwachte voordelen en over veiligheidsaspecten, en voorzover noodzakelijk, door middel van passende studies, uit te voeren overeenkomstig algemeen aanvaarde richtsnoeren van deskundigen voor de opzet en uitvoering van dergelijke studies. 5.2.2.3. Het gehalte aan nitraten, uitgedrukt in NO-3 en bepaald op de | 5.2.2.2. Ingrédients facultatifs : d'autres ingrédients nutritifs ne peuvent être ajoutés à ces denrées, que s'il a été démontré par des données scientifiques généralement admises qu'ils conviennent à l'alimentation particulière des nourrissons de plus de six mois. Cette adéquation est démontrée par un examen systématique des données disponibles sur les avantages escomptés et les considérations de sécurité ainsi que, le cas échéant, par des études appropriées réalisées conformément aux orientations des experts généralement admises concernant la conception et la réalisation de ces études. 5.2.2.3. La teneur en nitrates, exprimée en NO-3 et déterminée sur la |
in de handel gebrachte waar, mag niet hoger dan 25 mg/kg gebruiksklare | denrée commercialisée, ne peut être supérieure à 25 mg/kg de la denrée |
waar zijn. | prête à la consommation. |
Het gehalte aan nitrieten, uitgedrukt in NO-2 en bepaald op de in de | La teneur en nitrites, exprimée en NO-2 et déterminée sur la denrée |
handel gebrachte waar, mag niet hoger dan 0,1 mg/kg gebruiksklare waar | commercialisée, ne peut être supérieure à 0,1 mg/kg de la denrée prête |
zijn. | à la consommation. |
5.2.3. Verpakking. | 5.2.3. Conditionnement. |
De opvolgzuigelingenvoeding moet verpakt zijn in een recipiënt, die | Les préparations de suite doivent être conditionnées dans un récipient |
deze waren beschermt tegen gassen, vloeistoffen en micro-organismen. | qui les protège contre les gaz, liquides et micro-organismes. |
5.2.4. Etikettering en reclame. | 5.2.4. Etiquetage et publicité. |
5.2.4.1. De benaming van de waar moet zijn : "Opvolgzuigelingenvoeding". De benaming van de producten, die volledig uit koemelkeiwit zijn bereid, moet zijn : "Opvolgmelk". 5.2.4.2. Er moet vermeld worden dat het product alleen geschikt is om voor specifieke doeleinden te worden gebruikt als voeding voor zuigelingen die ouder zijn dan zes maanden, dat het slechts een onderdeel van een gevarieerde voeding mag zijn, dat het gedurende de eerste zes levensmaanden niet mag worden gebruikt als vervanging van moedermelk en dat de beslissing om met aanvullende voeding te beginnen, eventueel ook in de eerste zes levensmaanden, alleen op | 5.2.4.1. La dénomination de la denrée doit être : "Préparation de suite". Toutefois la dénomination de vente des produits entièrement à base de protéines de lait de vache est "Lait de suite". 5.2.4.2 L'étiquetage comporte une mention obligatoire précisant que le produit ne convient qu'à l'alimentation particulière des nourrissons ayant atteint l'âge d'au moins six mois, qu'il ne peut être qu'un élément d'une alimentation diversifiée, qu'il ne peut être utilisé comme substitut du lait maternel pendant les six premiers mois de la vie et que la décision d'introduire des aliments complémentaires, y compris toute exception jusqu'à l'âge de six mois, ne devrait être |
advies van onafhankelijke deskundigen op het gebied van geneeskunde, | prise que sur avis de personnes indépendantes qualifiées dans le |
voeding of farmacologie of van personen die beroepsmatig | domaine de la médecine, de la nutrition ou de la pharmacie, ou |
verantwoordelijk zijn voor de zorg voor moeder en kind, op basis van | d'autres professionnels responsables des soins maternels et infantils, |
de specifieke groei-en ontwikkelingsbehoeften van de individuele | sur la base des besoins spécifiques de chaque nourrisson en termes de |
zuigeling moet worden genomen. | croissance et de développement. |
5.2.4.3. Het gehalte van ieder mineraal en vitamine, vermeld in punt | 5.2.4.3. L'étiquetage doit comporter la teneur de chaque élément |
5.2.2.1., en, indien van toepassing, van choline, inositol en | minéral et de chaque vitamine, mentionnée au 5.2.2.1., et, le cas |
carnitine moet per 100 ml gebruiksklaar product in de etikettering | échéant, de choline, d'inositol et de carnitine par 100 ml de produit |
worden aangegeven. | prêt à l'emploi. |
5.2.4.4. De bereidingswijze en de gebruiksaanwijzing moeten onder meer | 5.2.4.4. Le mode de préparation et le mode d'utilisation doivent |
de volgende gegevens vermelden : | contenir entre autres les données suivantes : |
- een gebruiksaanwijzing voor de juiste bereiding, bewaring en | - des instructions concernant la préparation, la conservation et |
verwijdering van het product; | l'élimination appropriées du produit; |
- een waarschuwing dat aan onjuiste bereiding risico's voor de | - un avertissement des risques pour la santé des nourrissons résultant |
gezondheid van de zuigelingen zijn verbonden. | d'une préparation inappropriée. |
5.2.4.5. De etikettering van opvolgzuigelingenvoeding dient zodanig te | 5.2.4.5. L'étiquetage des préparations de suite doit être conçu de |
zijn dat de nodige voorlichting wordt gegeven omtrent het juiste | manière à fournir les renseignements nécessaires à l'utilisation |
gebruik van de producten en dat vrouwen er niet worden van weerhouden | appropriée des produits et de manière à ne pas décourager les femmes |
borstvoeding te geven. Het gebruik van de termen "gehumaniseerd", | de l'allaitement au sein. L'utilisation des termes "humanisé", |
"gematerniseerd", "aangepast" en termen met gelijke strekking evenals | "maternisé", "adapté" et des termes similaires ainsi que toute |
vergelijkingen met moedermelk of borstvoeding is verboden. | comparaison avec le lait maternel ou l'allaitement maternel est |
5.2.4.6. Er moet worden vermeld : de beschikbare energiewaarde | interdite. 5.2.4.6. Il doit être mentionné : la valeur énergétique disponible |
uitgedrukt in kJ en kcal en het gehalte aan eiwitten, vetten en | exprimée en kJ et en kcal ainsi que la teneur en protéines, lipides et |
koolhydraten per 100 ml gebruiksklaar product. | glucides pour 100 ml de produit prêt à l'emploi. |
5.2.4.7. Benevens de bepaling van artikel 5.2.4.3 mogen in de | 5.2.4.7. Outre les dispositions du point 5.2.4.3., l'étiquetage peut |
etikettering worden vermeld : | comporter : |
1. de gehalten van de volgende voedingsstoffen per 100 ml | 1. les teneurs des substances nutritives suivantes par 100 ml de |
gebruiksklaar product worden vermeld : L-cystine, L-histidine, | produit prêt à l'emploi : L-cystine, L-histidine, L-isoleucine, |
L-isoleucine, L-leucine, L-lysine, L-cysteïne, L-methionine, | L-leucine, L-lysine, L-cystéine, L-méthionine, L-phénylalanine, |
L-fenylalanine, L-threonine, L-tryptofaan, L-tyrosine, L-valine, | L-thréonine, L-tryptophane, L-tyrosine, L-valine, taurine, |
taurine, cytidine-5'-monofosfaat, uridine-5'-monofosfaat, | monophosphate 5' de cytidine, monophosphate 5' d'uridine, |
adenosine-5'-monofosfaat, guanosine-5'-monofosfaat en | monophosphate 5' d'adénosine, monophosphate 5' de guanosine, |
inosine-5'-monofosfaat; | monophosphate 5' d'inosine. |
2. naast het gehalte van de in onderstaande tabel opgenomen vitamines | 2. à côté des teneurs en vitamines et en minéraux figurant au tableau |
en mineralen, het percentage van de daarin vermelde referentiewaarden, per 100 ml gebruiksklaar product | ci-dessous, les pourcentages des valeurs de référence pour 100 millilitres du produit prêt à l'emploi. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
5.2.4.8. Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding moeten zodanig geëtiketteerd worden dat consumenten deze producten duidelijk kunnen onderscheiden en verwarring tussen volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding wordt vermeden. 5.2.4.9. De in de punten 5.2.4.5., en 5.2.4.8 vermelde eisen, verbodsbepalingen en beperkingen gelden tevens voor : - de wijze waarop de betrokken producten worden aangeboden, met name de vorm, het uiterlijk of de verpakking ervan, de daarvoor gebruikte verpakkingsmaterialen en de wijze waarop en de omgeving waarin zij worden uitgestald; | 5.2.4.8. Les préparations pour nourrissons et les préparations de suite sont étiquetées de manière à permettre aux consommateurs d'établir une distinction claire entre ces produits, de façon à éviter tout risque de confusion entre les préparations pour nourrissons et les préparations de suite. 5.2.4.9. Les prescriptions, prohibitions et restrictions prévues aux points 5.2.4.5. et 5.2.4.8 s'appliquent également : - à la présentation des produits concernés, et notamment à la forme et à l'aspect donnés à ceux-ci, à leur emballage, aux matériaux d'emballage utilisés, à la manière dont ils sont disposés ainsi qu'à l'environnement dans lequel ils sont exposés; |
- de reclame. | - à la publicité. |
5.2.5. Opvoeding en voorlichting. | 5.2.5. Education et information. |
5.2.5.1. De voorlichting over de voeding van zuigelingen voor gezinnen | 5.2.5.1. L'information concernant l'alimentation des nourrissons, qui |
est fournie aux familles et aux personnes s'occupant des problèmes | |
en voor personen, die beroepshalve met nutritionele problemen van | nutritionnels des nourrissons, doit être objective et cohérente en |
zuigelingen te maken hebben, moet voor wat betreft de planning, de | matière de planification, de fourniture, de conception et de diffusion |
verstrekking, de vorm en de verspreiding objectief en consistent zijn. | de l'information. |
5.2.5.2. In schriftelijk of op geluids- of beeldband vastgelegd | 5.2.5.2. Les documentations à but d'information et d'éducation, tant |
voorlichtings- en educatief materiaal over de voeding van zuigelingen | écrites qu'audiovisuelles, établies à l'intention des femmes enceintes |
en zwangere vrouwen en moeders van zuigelingen moeten de volgende | et des mères de nourrissons, et portant sur l'alimentation de ceux-ci |
punten duidelijk worden belicht : | doivent comporter des renseignements clairs sur : |
1. de voordelen en verkieslijkheid van borstvoeding; | 1. les avantages et la supériorité de l'allaitement au sein; |
2. de voeding van de moeder, de voorbereiding op en de voortzetting | 2. la nutrition de la mère et la façon de se préparer à l'allaitement |
van borstvoeding; | au sein et de le poursuivre; |
3. de eventuele negatieve invloed van de toepassing van gedeeltelijke | 3. l'éventuel effet négatif sur l'allaitement au sein d'une |
flesvoeding op borstvoeding; | alimentation partielle au biberon; |
4. de moeilijkheid om op de beslissing, geen borstvoeding te geven, | 4. la difficulté de revenir sur la décision de ne pas nourrir son |
terug te komen. | enfant au sein. |
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 november 2007 tot | Vu pour être annexé à Notre arrêté du 19 novembre 2007 modifiant |
wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende | l'arrêté royal du 18 février 1991 relatif aux denrées alimentaires |
voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding. | destinées à une alimentation particulière. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese | Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé des |
Zaken, | Affaires européennes, |
D. DONFUT | D. DONFUT |