Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.La Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargée

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique

Art. 2.Artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1990, gesloten in de Paritaire Subcomités voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen en voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van Waals-Brabant, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 augustus 1990, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 september 1990, wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 14.De bijdrage van de werkgevers wordt vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de artikel 7 genoemde paritaire subcomités, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. Vanaf 1 januari 2007, wordt de trimestriële bijdrage van de werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld op 0,20 pct. van de loonsom, voor de betaling van de brugpensioenen (solidariteitsbijdrage). Vanaf 1 januari 2008, wordt de trimestriële bijdrage van de werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld op 0,25 pct. van de loonsom, voor de betaling van de brugpensioenen (solidariteitsbijdrage). Vanaf 1 januari 2009, wordt de trimestriële bijdrage van de werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld op 0,60 pct. van de loonsom, voor de betaling van de brugpensioenen (solidariteitsbijdrage).".

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 21 november 2008 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van de Paritaire Subcomités voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen en voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant. Gezien om te worden gevoegd aan het koninklijk besluit van 19 juni 2009. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen,

Art. 2.L'article 14 de la convention collective de travail du 12 mars 1990, conclue au sein des Sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur et de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite du Brabant wallon, instituant un fonds de sécurité d'existence et fixant ses statuts, rendue obligatoire par arrêté royal du 13 août 1990, publié au Moniteur belge du 7 septembre 1990, est remplacé par la disposition suivante : "

Art. 14.La cotisation des employeurs est fixée par une convention collective de travail conclue au sein des sous-commissions paritaires mentionnées à l'article 7, rendue obligatoire par arrêté royal. A partir du 1er janvier 2007, la cotisation des employeurs au fonds de sécurité d'existence est fixée trimestriellement à 0,20 p.c. de la masse salariale, en vue du paiement des prépensions (cotisation de solidarité). A partir du 1er janvier 2008, la cotisation des employeurs au fonds de sécurité d'existence est fixée trimestriellement à 0,25 p.c. de la masse salariale, en vue du paiement des prépensions (cotisation de solidarité). A partir du 1er janvier 2009, la cotisation des employeurs au fonds de sécurité d'existence est fixée trimestriellement à 0,60 p.c. de la masse salariale, en vue du paiement des prépensions (cotisation de solihpdarité).".

Art. 3.La présente convention collective de travail produit ses effets le 21 novembre 2008 et a la même durée de validité que la convention collective de travail qu'elle modifie. Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de trois mois au moins, notifié par lettre recommandée à la poste, adressée au président des Sous-commissions de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur et de l'industrie des carrières de grès et de quartzite de tout le territoire du Royaume, à l'exception des carrières de quartzite de la province du Brabant wallon. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 19 juin 2009. La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des Chances,