← Terug naar "Koninklijk besluit houdende verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven verbonden aan de uitvoering van het plan inzake startbanen op het vlak van de federale overheid "
Koninklijk besluit houdende verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven verbonden aan de uitvoering van het plan inzake startbanen op het vlak van de federale overheid | Arrêté royal portant répartition du crédit provisionnel inscrit au programme 18-60-1 du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2001 et destiné à couvrir des dépenses de toute nature liées à l'exécution du plan « premier emploi jeunes » au niveau de l'autorité fédérale |
---|---|
MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERE DES FINANCES |
18 MEI 2001. - Koninklijk besluit houdende verdeling van het | 18 MAI 2001. - Arrêté royal portant répartition du crédit provisionnel |
provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de | inscrit au programme 18-60-1 du Budget général des dépenses pour |
Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot | l'année budgétaire 2001 et destiné à couvrir des dépenses de toute |
het dekken van allerhande uitgaven verbonden aan de uitvoering van het | nature liées à l'exécution du plan « premier emploi jeunes » au niveau |
plan inzake startbanen op het vlak van de federale overheid | de l'autorité fédérale |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 22 december 2000 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op artikel 2.18.11; Overwegende dat op het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 een niet-gesplitst provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 500,0 miljoen frank, bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven verbonden aan de uitvoering van het plan inzake startbanen op het vlak van de federale overheid; Op de voordracht van Onze minister van Begroting en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 500,0 miljoen frank wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het |
Vu la loi du 22 décembre 2000 contenant le Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2001, notamment l'article 2.18.11 : Considérant qu'un crédit non dissocié provisionnel de 500,0 millions de francs destiné à couvrir des dépenses de toute nature liées à l'exécution du plan « premier emploi jeunes » au niveau de l'autorité fédérale, est inscrit au programme 18-60-1 du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2001; Sur la proposition de Notre Ministre du Budget et de Notre Ministre des Finances, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er.Un crédit non dissocié d'un montant de 500,0 millions de francs est prélevé du crédit provisionnel inscrit au programme 18.60.1 |
programma 18.60.1 (basisallocatie 10.01.27.52) van de Algemene | (allocation de base 10.01.27.52) du Budget général des dépenses pour |
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en wordt verdeeld | l'année budgétaire 2001 et est réparti conformément au tableau |
overeenkomstig de bijgevoegde tabel. | ci-annexé. |
De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke | Les montants figurant dans ce tableau sont rattachés aux crédits |
onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken | prévus pour l'année budgétaire 2001 aux programmes et allocations de |
voor het begrotingsjaar 2001. | base concernés. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | au Moniteur belge. |
Art. 3.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën |
Art. 3.Notre Ministre du Budget et Notre Ministre des Finances sont |
zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 18 mei 2001. | Donné à Bruxelles, le 18 mai 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Begroting, | Le Ministre du Budget, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Financiën, | Le Ministre des Finances, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
BIJLAGE | ANNEXE |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 mei 2001. | Vu pour être annexé à Notre arrêté du 18 mai 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Begroting, | Le Ministre du Budget, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Financiën, | Le Ministre des Finances, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |