Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 59 jaar met 40 jaar beroepsverleden (1) | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 octobre 2020, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur, relative à l'instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à 59 ans avec 40 années de carrière professionnelle (1) |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 AVRIL 2021. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, | collective de travail du 13 octobre 2020, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit |
hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de | et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur, relative |
provincies Luik en Namen, betreffende de invoering van een stelsel van | à l'instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à |
werkloosheid met bedrijfstoeslag op 59 jaar met 40 jaar beroepsverleden (2021-2022) (1) | 59 ans avec 40 années de carrière professionnelle (2021-2022) (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | PHILIPPE, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Vu la demande de la Sous-commission paritaire de l'industrie des |
hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de | carrières de petit granit et de calcaire à tailler des provinces de |
provincies Luik en Namen; | Liège et de Namur; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Sur la proposition du Ministre du Travail, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, | travail du 13 octobre 2020, reprise en annexe, conclue au sein de la |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der | Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit |
hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de | et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur, relative |
provincies Luik en Namen, betreffende de invoering van een stelsel van | à l'instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à |
werkloosheid met bedrijfstoeslag op 59 jaar met 40 jaar beroepsverleden (2021-2022). | 59 ans avec 40 années de carrière professionnelle (2021-2022). |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.Le ministre qui a le Travail dans ses attributions est chargé |
dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 18 april 2021. | Donné à Bruxelles, le 18 avril 2021. |
FILIP | PHILIPPE |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werk, | Le Ministre du Travail, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Référence au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der | Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit |
groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen | et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020 | Convention collective de travail du 13 octobre 2020 |
Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 59 | Instauration d'un régime de chômage avec complément d'entreprise à 59 |
jaar met 40 jaar beroepsverleden (2021-2022) (Overeenkomst | ans avec 40 années de carrière professionnelle (2021-2022) (Convention |
geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer 162271/CO/102.02) | enregistrée le 10 décembre 2020 sous le numéro 162271/CO/102.02) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | CHAPITRE Ier. - Champ d'application |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder het | aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant à la |
Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der | Sous-commission paritaire de l'industrie des carrières de petit granit |
groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen | et de calcaire à tailler des provinces de Liège et de Namur. |
ressorteren. | |
Met "werknemers" wordt bedoeld : de werklieden en de werksters. | Par « travailleurs » on entend : les ouvriers et les ouvrières. |
HOOFDSTUK II. - Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag | CHAPITRE II. - Régime de chômage avec complément d'entreprise |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering |
Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue en |
van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de door de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019 gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 141, tot invoering voor de periode van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021, van een stelsel van bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen, en nr. 142, tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2021-2022, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen. Zij heeft tot doel, onder de volgende voorwaarden, een regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag in te stellen voor werknemers die werden ontslagen tijdens de periode van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021. - Tijdens de periode van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 en op het einde van de arbeidsovereenkomst moet de werknemer ten minste de leeftijd van 59 jaar hebben bereikt; - De werknemer moet op het einde van de arbeidsovereenkomst 40 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende kunnen bewijzen; | exécution de l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise et des conventions collectives de travail n° 141 instituant, pour la période allant du 1er janvier 2021 au 30 juin 2021, un régime de complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés, ayant une carrière longue, et n° 142, fixant à titre interprofessionnel, pour 2021-2022, l'âge à partir duquel un régime de chômage avec complément d'entreprise peut être octroyé à certains travailleurs âgés licenciés, ayant une carrière longue, conclues le 23 avril 2019 par le Conseil national du travail. Elle a pour but d'instituer, aux conditions suivantes, un régime de chômage avec complément d'entreprise en faveur des travailleurs licenciés pendant la pendant la période du 1er janvier 2021 au 30 juin 2021. - Pendant la période du 1er janvier 2021 au 30 juin 2021 et à la fin du contrat de travail,le travailleur doit avoir atteint l'âge de 59 ansau moins; - Le travailleur doit pouvoir à la fin du contrat de travail justifier de 40 ans de carrière professionnelle en tant que salarié; |
- De werknemer mag niet ontslagen zijn geweest om dringende reden. | - Le travailleur ne peut avoir été licencié pourmotif grave. |
De werknemer die voldoet aan de voorwaarden van dit | Le travailleur qui satisfait aux conditions du présent régime de |
werkloosheidsstelsel met bedrijfstoeslag en wiens opzeggingstermijn | chômage avec complément d'entreprise et dont le préavis se termine |
ten einde loopt na 30 juni 2021 behoudt het recht op dit stelsel. | après le 30 juin 2021 maintient le droit audit régime. |
Met toepassing van artikel 22, § 3 van het koninklijk besluit van 3 | En application de l'article 22, § 3 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 |
mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met | |
bedrijfstoeslag, kunnen de arbeiders bij hun inschrijving als | fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise, lors de leur |
werkzoekende en tot 31 december 2022 op hun verzoek worden vrijgesteld | inscription comme demandeur d'emploi et jusqu'au 31 décembre 2022, les |
van de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid. | ouvriers peuvent être dispensés à leur demande de l'obligation de |
disponibilité adaptée. | |
Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 |
Art. 3.Les dispositions de la convention collective de travail n° 17 |
van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zijn van toepassing. Art. 4.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. Het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de bedrijfstoeslag zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of van de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel). De persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het brutoreferentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de bedrijfstoeslag worden in plaats van op 108 pct. op basis van 100 pct. van het loon berekend. HOOFDSTUK III. - Geldigheid Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 31 december 2022. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2021. De Minister van Werk, |
du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, s'appliquent. Art. 4.En application des articles 4bis, 4ter et 4quater de la convention collective de travail n° 17, telle que modifiée par la convention collective de travail n° 17tricies du 19 décembre 2006, le droit au complément d'entreprise accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces travailleurs reprennent le travail comme salarié auprès d'un employeur autre que celui qui les a licenciés et n'appartenant pas à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés. Le droit au complément d'entreprise accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de la présente convention collective de travail est également maintenu à charge du dernier employeur en cas d'exercice d'une activité indépendante à titre principal, à condition que cette activité ne soit pas exercée pour le compte de l'employeur qui les a licenciés ou pour le compte d'un employeur appartenant à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés. Les travailleurs visés dans le présent article conservent le droit au complément d'entreprise une fois qu'il a été mis fin à leur occupation dans les liens d'un contrat de travail ou à l'exercice d'une activité indépendante à titre principal. Ils fournissent dans ce cas à leur dernier employeur (au sens du premier paragraphe du présent article) la preuve de leur droit aux allocations de chômage. Dans le cas visé au paragraphe précédent, les travailleurs ne peuvent cumuler le bénéfice de deux ou plusieurs régimes de chômage avec complément d'entreprise. Quand ils se trouvent dans les conditions pour bénéficier de plusieurs régimes de chômage avec complément d'entreprise, ils conservent le bénéfice de celui accordé par l'employeur qui les a licenciés (au sens du premier paragraphe du présent article). Pour les régimes de chômage avec complément d'entreprise, les cotisations sociales personnelles à déduire du salaire brut de référence servant à déterminer le montant du complément d'entreprise seront calculées sur le salaire à 100 p.c. au lieu 108 p.c.. CHAPITRE III. - Validité Art. 5.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2021 et cessera d'être en vigueur le 31 décembre 2022. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 18 avril 2021. Le Ministre du Travail, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |