Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/12/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 1er février 2001, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant les conditions de travail des apprentis industriels
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 17 DECEMBRE 2003. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari collective de travail du 1er février 2001, conclue au sein de la
2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, Commission paritaire de la construction, concernant les conditions de
betreffende de arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen (1) travail des apprentis industriels (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2001, travail du 1er février 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la
gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de Commission paritaire de la construction, concernant les conditions de
arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen. travail des apprentis industriels.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit

Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du

besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 17 december 2003. Donné à Bruxelles, le 17 décembre 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
_______ _______
Nota Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Référence au Moniteur belge :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage Annexe
Paritair Comité voor het bouwbedrijf Commission paritaire de la construction
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2001 Convention collective de travail du 1er février 2001
Arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen (Overeenkomst Conditions de travail des apprentis industriels (Convention
geregistreerd op 31 juli 2001 onder het nummer 58212/CO/124) enregistrée le 31 juillet 2001 sous le numéro 58212/CO/124)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de

Article 1er.La présente convention collective de travail définit les

arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen conditions de travail des apprentis industriels (régime
(jongerenleerlingwezen en bouwleerlingwezen) in de ondernemingen d'apprentissage des jeunes et régime d'apprentissage construction) en
ressorterend onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, conform formation dans les entreprises ressortissant à la Commission paritaire
de bepalingen van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor de la construction, conformément aux dispositions de la loi du 19
beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst (Belgisch juillet 1983 sur l'apprentissage de professions exercées par des
Staatsblad van 31 augustus 1983). travailleurs salariés (Moniteur belge du 31 août 1983).
Onder « leerlingen » verstaat men : zowel mannelijke als vrouwelijke Par « apprentis » on entend : les apprentis et les apprenties.
leerlingen.

Art. 2.De verplaatsingskosten van de industriële leerlingen wordt

Art. 2.Les frais de déplacement des apprentis industriels sont remboursés par le patron selon les mêmes règles que celles qui

door de werkgever terugbetaald volgens de bepalingen van artikel 31, § s'appliquent, conformément à l'article 31, § 2, de la convention
2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999 betreffende collective de travail du 27 mai 1999 concernant les conditions de
de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk travail, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 28 janvier 2002
besluit van 28 januari 2002 (Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002), met (Moniteur belge du 28 mai 2002), à l'exclusion des dispositions
uitzondering van de bepalingen betreffende de mobiliteitspremie. relatives à la prime de mobilité.

Art. 3.De arbeidsduurvermindering die van toepassing is op de

Art. 3.La réduction du temps de travail applicable aux ouvriers de la

arbeiders van de bouwsector volgens het koninklijk besluit nr. 213 van construction en vertu de l'arrêté royal no 213 du 26 septembre 1983
26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die relatif à la durée de travail dans les entreprises ressortissant à la
ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, gewijzigd Commission paritaire de la construction, modifié par la loi du 29
bij de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen (Belgisch décembre 1990 portant des dispositions sociales (Moniteur belge du 9
Staatsblad van 9 januari 1991) en de collectieve arbeidsovereenkomst janvier 1991) et la convention collective de travail du 24 septembre
van 24 september 1998 betreffende de arbeidsduurvermindering, algemeen 1998 concernant la réduction de la durée du travail, rendue
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 september 2000 obligatoire par l'arrêté royal du 25 septembre 2000 (Moniteur belge du
(Belgisch Staatsblad van 29 november 2000) is eveneens van toepassing 29 novembre 2000) aux apprentis industriels occupés dans les
op de industriële leerlingen in de bouwbedrijven. entreprises de construction.
De werkgever vergoedt de rustdagen op de volgende wijze : L'indemnisation des jours de repos est à charge du patron selon les modalités suivantes :
- het aantal rustdagen dat door de werkgever wordt vergoed hangt af - le nombre de jours de repos indemnisés par le patron est fonction du
van het aantal maanden dat de industriële leerovereenkomst loopt sinds nombre de mois couverts par le contrat d'apprentissage depuis le 1er
1 januari (1 dag per maand); janvier de l'année (1 jour par mois);
- de dagvergoeding is inbegrepen in de maandelijkse leervergoeding die - l'indemnité journalière est comprise dans l'indemnité mensuelle
in het leerreglement is vastgesteld. d'apprentissage fixée dans le règlement d'apprentissage.
Het « Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid » vergoedt de Le « Fonds de formation professionnelle de la construction » indemnise
l'apprenti à concurrence du nombre de jours, qui, en application des
leerling voor het aantal dagen dat krachtens van alinea 2, niet door règles fixées à l'alinéa 2, n'ont pas été pris en charge par le
de werkgever werd betaald. De raad van bestuur van het « Fonds voor patron. Le conseil d'administration du « Fonds de formation
vakopleiding in de bouwnijverheid » stelt de wijze vast waarop deze professionnelle de la construction » fixe les modalités de paiement de
dagvergoeding wordt betaald. cette indemnité journalière.

Art. 4.Bij de effectieve tewerkstelling als arbeider, na het

Art. 4.Les années de formation dans le cadre d'un contrat

succesvol beëindigen van het industrieel leerlingwezen, zal rekening d'apprentissage industriel réussies avec fruit, seront prises en
worden gehouden met de jaren leertijd die werd doorlopen, voor het compte pour l'octroi d'une carte de légitimation, lors de l'entrée
toekennen van de legitimatiekaart. comme travailleur effectif dans l'entreprise.

Art. 5.De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1989 betreffende de arbeidsvoorwaarden van de industriële leerlingen wordt opgeheven op 1 september 1999, zij blijft echter gelden voor de leerovereenkomsten die gesloten zijn vóór 1 september 1999 tijdens de duur van deze overeenkomsten.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 1999. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat zij steeds kan worden aangepast aan de bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten. Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2003. De Minister van Werk,

Art. 5.La convention collective de travail du 11 mai 1989 fixant les conditions de travail des apprentis industriels est abrogée à la date du 1er septembre 1999, elle maintient toutefois ses effets pour les contrats d'apprentissage conclus avant le 1er septembre 1999 pendant la durée de validité de ces contrats.

Art. 6.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er septembre 1999. Elle est conclue pour une durée indéterminée, étant entendu qu'elle peut, en tout temps, être mise en concordance avec les dispositions d'autres conventions collectives de travail conclues au sein de la Commission paritaire de la construction. Elle peut être dénoncée par une des parties, moyennant un préavis de six mois. La dénonciation est signifié par lettre recommandée, adressée au président de la Commission paritaire de la construction. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 17 décembre 2003. Le Ministre de l'Emploi,

F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
^