← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de flexibiliteit "
| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de flexibiliteit | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 4 juillet 2001, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la flexibilité |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL |
| 15 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 15 OCTOBRE 2002. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, | collective de travail du 4 juillet 2001, conclue au sein de la |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la |
| flexibiliteit (1) | flexibilité (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; | Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten | travail du 4 juillet 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la |
| in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | Sous-commission paritaire pour la carrosserie, relative à la |
| flexibiliteit. | flexibilité. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
| van dit besluit. | présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 15 oktober 2002. | Donné à Bruxelles, le 15 octobre 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Note |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Référence au Moniteur belge : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
| Bijlage | Annexe |
| Paritair Subcomité voor het koetswerk | Sous-commission paritaire pour la carrosserie |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 | Convention collective de travail du 4 juillet 2001 |
| Flexibiliteit (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder | Flexibilité (Convention enregistrée le 19 décembre 2001 sous le numéro |
| het nummer 60371/CO/149.02) | 60371/CO/149.02) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | CHAPITRE Ier. - Champ d'application |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
| de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die | aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la |
| ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk. | Sous-commission paritaire pour la carrosserie. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt | Pour l'application de la présente convention collective de travail, on |
| onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. | entend par "ouvriers" : les ouvriers et les ouvrières. |
| HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en toepassingssfeer van de overeenkomst | CHAPITRE II. - Portée et sphère d'application de la convention |
Art. 2.Het huidig akkoord wordt afgesloten in toepassing van artikel |
Art. 2.Le présent accord est conclu en application de l'article 20bis |
| 20bis , § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad | § 1er, de la loi sur le travail du 16 mars 1971 (Moniteur belge du 30 |
| van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van | mars 1971), modifié par l'article 37 du chapitre V du titre III de la |
| titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | loi du 26 juillet 1996 (Moniteur belge du 1er août 1996) sur la |
| werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het | promotion de l'emploi et la sauvegarde préventive de la compétitivité. |
| concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996). Dit | |
| impliceert dat het huidig akkoord de afwijkingen inzake arbeidstijd | Cela implique que le présent accord régit les dérogations en matière |
| regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair | de temps de travail pour les entreprises relevant de la compétence de |
| Subcomité voor het koetswerk ressorteren. | la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten | CHAPITRE III. - Modalités d'application |
| Afdeling 1. - Voorwaarden inzake arbeidsregime | Section 1re. - Conditions de régime de travail |
Art. 3.§ 1. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn |
Art. 3.§ 1er. Les dérogations en matière de durée du travail |
| enkel van toepassing in het normale dagstelsel. | mentionnées ci-après ne s'appliquent qu'au régime de jour normal. |
| § 2. De hierna volgende afwijkingen inzake arbeidsduur zijn niet van | § 2. Les dérogations en matière de durée du travail mentionnées |
| toepassing in geval van ploegenarbeid. | ci-après ne s'appliquent pas en cas de travail en équipes. |
| Afdeling 2. - Grenzen inzake arbeidsduur | Section 2. - Limites de durée du travail |
Art. 4.§ 1. Ondernemingen kunnen een glijdende werkweek instellen |
Art. 4.§ 1er. Les entreprises peuvent instaurer une semaine de |
| travail flottante, comme prévu à l'article 20bis de la loi sur le | |
| zoals voorzien in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, | travail du 16 mars 1971, d'après les modalités mentionnées ci-après, à |
| volgens de hierna vermelde modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over | |
| een periode van één jaar, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, | condition qu'elle ne dépasse pas la moyenne de la durée de travail |
| vastgelegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 1985, | hebdomadaire, fixée par la convention collective de travail du 7 mars |
| zijnde 38 uren 30 niet overschrijdt. | 1985, soit 38 heures 30 sur une période d'un an. |
| § 2. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt vanaf 1 januari | § 2. A partir du 1er janvier 2003, la durée de travail moyenne |
| 2003 38 uur/week, zoals vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst | hebdomadaire est de 38 heures/semaine comme fixé par la convention |
| van 4 juli 2001 inzake arbeidsduur, gesloten in het Paritair Subcomité | collective de travail du 4 juillet 2001 relative à la durée de travail |
| voor het koetswerk. | conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour la carrosserie. |
Art. 5.§ 1. Over een periode van één jaar welke overeenstemt met het |
Art. 5.§ 1er. Sur une période d'un an correspondant à l'année |
| kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren, 52 maal de | calendrier, le nombre d'heures de travail à prester s'élève à 52 fois |
| wekelijkse arbeidsduur voorzien in het arbeidsreglement van de | la durée de travail hebdomadaire prévue dans le règlement de travail |
| onderneming. | de l'entreprise. |
| De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de | Les jours de repos définis par la loi du 4 janvier 1974 relative aux |
| feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974) en de periodes | jours fériés (Moniteur belge du 31 janvier 1974) et aux périodes de |
| van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgelegd | |
| bij de wet van 3 juli 1978, betreffende de arbeidsovereenkomsten | suspension de l'exécution du contrat de travail fixés par la loi du 3 |
| (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) gelden als arbeidstijd voor | juillet 1978 sur les contrats de travail (Moniteur belge du 22 août |
| de berekening van de arbeidsduur die over een jaar moet nageleefd | 1978) valent comme temps de travail pour le calcul de la durée de |
| worden. | travail qui doit être respectée sur l'année. |
| § 2. Het aantal uren dat gepresteerd mag worden beneden of boven het | § 2. Le nombre d'heures qui peuvent être prestées en-dessous ou |
| normaal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt | au-dessus de l'horaire journalier normal prévu dans le règlement de |
| maximum 2 uur per dag. Het maximum aantal te presteren uren mag | travail s'élève à 2 heures maximum par jour. Le nombre maximum |
| evenwel nooit meer bedragen dan 9 uren per dag. | d'heures à prester ne peut toutefois jamais dépasser 9 heures par |
| § 3. Het aantal uur dat gepresteerd mag worden beneden of boven de | jour. § 3. Le nombre d'heures qui peuvent être prestées en-dessous ou |
| conventioneel bepaalde weekgrens, bedraagt maximum 5 uur per week. | au-dessus de la limite hebdomadaire conventionnelle s'élève à 5 heures |
| maximum par semaine. | |
| Afdeling 3. - Urenkrediet | Section 3. - Crédit d'heures |
Art. 6.§ 1. In uitvoering van de artikelen 25 en 26 van de arbeidswet |
Art. 6.§ 1er. En exécution des articles 25 et 26 de la loi sur le |
| van 16 maart 1971 genereren volgens artikel 4 gepresteerde uren een | travail du 16 mars 1971 les heures prestées en vertu de l'article 4 |
| urenkrediet van maximum 48 uren per kalenderjaar. | génèrent un crédit de 48 heures maximum par année calendrier. |
| § 2. Elk uur dat het urenkrediet van 48 uren overschrijdt, wordt | § 2. Chaque heure dépassant le crédit de 48 heures est indemnisée avec |
| vergoed met de overurentoeslag. | le supplément lié aux heures supplémentaires. |
| Afdeling 4. - Bijkomende bepaling | Section 4. - Disposition complémentaire |
Art. 7.Inzake afwijkende uurroosters kan op bedrijfsvlak een |
Art. 7.En ce qui concerne les horaires dérogatoires, une convention |
| overeenkomst worden gemaakt hetzij in de ondernemingsraad, hetzij met | peut être conclue au niveau de l'entreprise, soit au conseil |
| de vakbondsafvaardiging. Bij ontstentenis van een | d'entreprise soit avec la délégation syndicale. En l'absence d'une |
| vakbondsafvaardiging, dient het voorstel van het uurrooster binnen de | délégation syndicale, la proposition de grille d'horaire doit être |
| zeven kalenderdagen bij aangetekend schrijven te worden overgemaakt | envoyée par lettre recommandée dans les sept jours calendrier au |
| aan de voorzitter van het paritair subcomité. De voorzitter maakt dit | président de la sous-commission paritaire. Le président la transmet |
| over aan de betrokken sociale partners die op dit voorstel kunnen | aux partenaires sociaux concernés, qui peuvent réagir à cette |
| reageren binnen de vijftien kalenderdagen. | proposition dans les quinze jours calendrier. |
| HOOFDSTUK IV. - Uitzondering | CHAPITRE IV. - Exception |
Art. 8.Deze overeenkomst is niet van toepassing in ondernemingen waar |
Art. 8.La présente convention ne s'applique pas aux entreprises dans |
| er bij collectieve arbeidsovereenkomst reeds afwijkingen inzake de | lesquelles des dérogations au temps de travail ont déjà été fixées par |
| arbeidstijd werden vastgelegd. | convention collective de travail. |
| HOOFDSTUK V. - Geldigheid | CHAPITRE V. - Validité |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 9.La présente convention collective de travail produit ses |
| ingang van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2003. | effets du 1er juillet 2001 au 30 juin 2003 inclus. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2002. | Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 15 octobre 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | La Ministre de l'Emploi, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |