Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 13/03/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van wettelijke bepalingen van 1998 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van wettelijke bepalingen van 1998 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet Arrêté royal établissant la traduction officielle en langue allemande de dispositions légales de 1998 modifiant la nouvelle loi communale
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN MINISTERE DE L'INTERIEUR
13 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële 13 MARS 2000. - Arrêté royal établissant la traduction officielle en
Duitse vertaling van wettelijke bepalingen van 1998 tot wijziging van langue allemande de dispositions légales de 1998 modifiant la nouvelle
de nieuwe gemeentewet loi communale
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Vu la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la
voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° Communauté germanophone, notamment l'article 76, § 1er, 1° et § 3,
en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990; remplacé par la loi du 18 juillet 1990;
Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling Vu les projets de traduction officielle en langue allemande
- van de artikelen 157, 159, 160, 161 en 164 van de wet van 22 - des articles 157, 159, 160, 161 et 164 de la loi du 22 février 1998
februari 1998 houdende sociale bepalingen, portant des dispositions sociales,
- van de artikelen 1 en 2 van de wet van 20 september 1998 tot - des articles 1 et 2 de la loi du 20 septembre 1998 modifiant
wijziging van artikel 120bis van de nieuwe gemeentewet en tot l'article 120bis de la nouvelle loi communale et insérant un article
invoeging van een artikel 50bis in de provinciewet van 30 april 1836, 50bis dans la loi provinciale du 30 avril 1836, en vue de promouvoir
strekkende tot een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen in la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les conseils
de gemeentelijke en provinciale adviesraden, consultatifs communaux et provinciaux,
opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het établis par le Service central de traduction allemande du Commissariat
Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy; d'arrondissement adjoint à Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 en 2

Article 1er.Les textes figurant respectivement aux annexes 1 et 2 du
gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : présent arrêté constituent la traduction officielle en langue allemande :
- van de artikelen 157, 159, 160, 161 en 164 van de wet van 22 - des articles 157, 159, 160, 161 et 164 de la loi du 22 février 1998
februari 1998 houdende sociale bepalingen; portant des dispositions sociales;
- van de artikelen 1 en 2 van de wet van 20 september 1998 tot - des articles 1 et 2 de la loi du 20 septembre 1998 modifiant
wijziging van artikel 120bis van de nieuwe gemeentewet en tot l'article 120bis de la nouvelle loi communale et insérant un article
invoeging van een artikel 50bis in de provinciewet van 30 april 1836, 50bis dans la loi provinciale du 30 avril 1836, en vue de promouvoir
strekkende tot een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen in la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les conseils
de gemeentelijke en provinciale adviesraden. consultatifs communaux et provinciaux.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de

Art. 2.Notre Ministre de l'Intérieur est chargé de l'exécution du
uitvoering van dit besluit. présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2000. Donné à Bruxelles, le 13 mars 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
Bijlage 1 - Annexe 1 Bijlage 1 - Annexe 1
DIENSTSTELLEN DES PREMIERMINISTERS DIENSTSTELLEN DES PREMIERMINISTERS
22. FEBRUAR 1998 - Gesetz zur Festlegung sozialer Bestimmungen 22. FEBRUAR 1998 - Gesetz zur Festlegung sozialer Bestimmungen
ALBERT II., König der Belgier, ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es: Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es:
(...) (...)
TITEL 2 - Soziale Angelegenheiten TITEL 2 - Soziale Angelegenheiten
(...) (...)
KAPITEL VII - Soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen KAPITEL VII - Soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen
Verwaltungen Verwaltungen
(...) (...)
Art. 157 - In Artikel 161 des neuen Gemeindegesetzes werden die Art. 157 - In Artikel 161 des neuen Gemeindegesetzes werden die
Absätze 5 und 6 durch folgende Absätze ersetzt: Absätze 5 und 6 durch folgende Absätze ersetzt:
« Das Landesamt für soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen « Das Landesamt für soziale Sicherheit der provinzialen und lokalen
Verwaltungen legt alljährlich für das darauffolgende Jahr den Verwaltungen legt alljährlich für das darauffolgende Jahr den
Beitragssatz fest, der für die Finanzierung der Pensionen der Beitragssatz fest, der für die Finanzierung der Pensionen der
ehemaligen Personalmitglieder der lokalen Behörden, die dem Landesamt ehemaligen Personalmitglieder der lokalen Behörden, die dem Landesamt
in Anwendung der Absätze 1 und 2 angeschlossen sind, sowie der in Anwendung der Absätze 1 und 2 angeschlossen sind, sowie der
Pensionen ihrer Anspruchsberechtigten notwendig ist. Der Beitragssatz Pensionen ihrer Anspruchsberechtigten notwendig ist. Der Beitragssatz
wird auf die Gehälter angewandt, die jede lokale Verwaltung den wird auf die Gehälter angewandt, die jede lokale Verwaltung den
ernannten Personalmitgliedern, die während des laufenden Jahres dem ernannten Personalmitgliedern, die während des laufenden Jahres dem
Landesamt angeschlossen sind, zahlt. Dieser Beitragssatz wird Landesamt angeschlossen sind, zahlt. Dieser Beitragssatz wird
festgelegt auf der Grundlage des Verhältnisses zwischen den festgelegt auf der Grundlage des Verhältnisses zwischen den
voraussichtlichen Ausgaben für die Pensionen dieser Personen voraussichtlichen Ausgaben für die Pensionen dieser Personen
einerseits und der voraussichtlichen Lohnsumme des Personals, das einerseits und der voraussichtlichen Lohnsumme des Personals, das
unter diese Regelung fällt, andererseits. Er wird unter unter diese Regelung fällt, andererseits. Er wird unter
Berücksichtigung der voraussehbaren Entwicklung des obenerwähnten Berücksichtigung der voraussehbaren Entwicklung des obenerwähnten
Verhältnisses für einen Zeitraum, der nicht kürzer als drei Jahre sein Verhältnisses für einen Zeitraum, der nicht kürzer als drei Jahre sein
darf, festgelegt. Liegt der Ertrag der Beiträge für ein bestimmtes darf, festgelegt. Liegt der Ertrag der Beiträge für ein bestimmtes
Jahr höher als die tatsächlich getätigten Pensionsausgaben für Jahr höher als die tatsächlich getätigten Pensionsausgaben für
dasselbe Jahr, wird der Überschuss dem Pensionsrücklagenfonds des dasselbe Jahr, wird der Überschuss dem Pensionsrücklagenfonds des
Landesamtes zugeführt. Sowohl dieser Überschuss als auch die daraus Landesamtes zugeführt. Sowohl dieser Überschuss als auch die daraus
hervorgehenden finanziellen Einkünfte dürfen nur für die Finanzierung hervorgehenden finanziellen Einkünfte dürfen nur für die Finanzierung
der in den Absätzen 1 und 2 erwähnten gemeinsamen Pensionsregelung der der in den Absätzen 1 und 2 erwähnten gemeinsamen Pensionsregelung der
lokalen Behörden verwendet werden. lokalen Behörden verwendet werden.
Die lokalen Verwaltungen, deren Personal dem Landesamt in Anwendung Die lokalen Verwaltungen, deren Personal dem Landesamt in Anwendung
der Absätze 1 und 2 angeschlossen ist, sind verpflichtet, dem Amt die der Absätze 1 und 2 angeschlossen ist, sind verpflichtet, dem Amt die
in Anwendung von Absatz 5 zu entrichtenden Beiträge gemäss den in Anwendung von Absatz 5 zu entrichtenden Beiträge gemäss den
Modalitäten, die in Kapitel II des Königlichen Erlasses vom 25. Modalitäten, die in Kapitel II des Königlichen Erlasses vom 25.
Oktober 1985 zur Ausführung von Kapitel I Abschnitt 1 des Gesetzes vom Oktober 1985 zur Ausführung von Kapitel I Abschnitt 1 des Gesetzes vom
1. August 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen vorgesehen sind, 1. August 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen vorgesehen sind,
zu zahlen. zu zahlen.
Das Landesamt zahlt an die Staatskasse monatlich die Beträge voraus, Das Landesamt zahlt an die Staatskasse monatlich die Beträge voraus,
die für die Zahlung der monatlichen Pensionsbeträge zu Lasten der in die für die Zahlung der monatlichen Pensionsbeträge zu Lasten der in
den Absätzen 1 und 2 erwähnten gemeinsamen Pensionsregelung der den Absätzen 1 und 2 erwähnten gemeinsamen Pensionsregelung der
lokalen Behörden notwendig sind. » lokalen Behörden notwendig sind. »
(...) (...)
Art. 159 - Artikel 156 wird wirksam mit 1. Januar 1997. Art. 159 - Artikel 156 wird wirksam mit 1. Januar 1997.
Artikel 157 tritt am 1. Januar 1998 in Kraft. Artikel 157 tritt am 1. Januar 1998 in Kraft.
Art. 160 - Im neuen Gemeindegesetz wird ein Artikel 263decies mit Art. 160 - Im neuen Gemeindegesetz wird ein Artikel 263decies mit
folgendem Wortlaut hinzugefügt: folgendem Wortlaut hinzugefügt:
« Art. 263decies - Die Bestimmungen von Titel III Kapitel VI des « Art. 263decies - Die Bestimmungen von Titel III Kapitel VI des
Gesetzes sind auf die autonomen Gemeinderegien anwendbar. » Gesetzes sind auf die autonomen Gemeinderegien anwendbar. »
Art. 161 - Artikel 160 wird wirksam mit 18. April 1995. Art. 161 - Artikel 160 wird wirksam mit 18. April 1995.
(...) (...)
Art. 164 - In Artikel 161ter § 4 des neuen Gemeindegesetzes werden die Art. 164 - In Artikel 161ter § 4 des neuen Gemeindegesetzes werden die
Wörter « in drei Jahren » durch die Wörter « in fünf Jahren » ersetzt. Wörter « in drei Jahren » durch die Wörter « in fünf Jahren » ersetzt.
(...) (...)
Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem
Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt
veröffentlicht wird. veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 22. Februar 1998 Gegeben zu Brüssel, den 22. Februar 1998
ALBERT ALBERT
Von Königs wegen: Von Königs wegen:
Der Premierminister Der Premierminister
J.-L. DEHAENE J.-L. DEHAENE
Für den Minister des Innern, abwesend: Für den Minister des Innern, abwesend:
Der Minister des Öffentlichen Dienstes Der Minister des Öffentlichen Dienstes
A. FLAHAUT A. FLAHAUT
Der Minister der Finanzen Der Minister der Finanzen
Ph. MAYSTADT Ph. MAYSTADT
Der Minister des Haushalts Der Minister des Haushalts
H. VAN ROMPUY H. VAN ROMPUY
Der Minister der Volksgesundheit und der Pensionen Der Minister der Volksgesundheit und der Pensionen
M. COLLA M. COLLA
Für die Ministerin der Beschäftigung und der Arbeit, abwesend: Für die Ministerin der Beschäftigung und der Arbeit, abwesend:
Der Vizepremierminister und Minister des Haushalts Der Vizepremierminister und Minister des Haushalts
H. VAN ROMPUY H. VAN ROMPUY
Für die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten, abwesend: Für die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten, abwesend:
Der Vizepremierminister und Minister der Wirtschaft und des Der Vizepremierminister und Minister der Wirtschaft und des
Fernmeldewesens Fernmeldewesens
E. DI RUPO E. DI RUPO
Der Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe Der Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe
K. PINXTEN K. PINXTEN
Der Minister der Justiz Der Minister der Justiz
S. DE CLERCK S. DE CLERCK
Der Minister des Öffentlichen Dienstes Der Minister des Öffentlichen Dienstes
A. FLAHAUT A. FLAHAUT
Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung Der Staatssekretär für Soziale Eingliederung
J. PEETERS J. PEETERS
Mit dem Staatssiegel versehen: Mit dem Staatssiegel versehen:
Für den Minister der Justiz, abwesend: Für den Minister der Justiz, abwesend:
Der Minister der Landesverteidigung Der Minister der Landesverteidigung
J.-P. PONCELET J.-P. PONCELET
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 maart 2000. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 13 mars 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
Bijlage 2 - Annexe 2 Bijlage 2 - Annexe 2
MINISTERIUM DES INNERN MINISTERIUM DES INNERN
20. SEPTEMBER 1998 - Gesetz zur Abänderung von Artikel 120bis des 20. SEPTEMBER 1998 - Gesetz zur Abänderung von Artikel 120bis des
neuen Gemeindegesetzes und zur Einfügung eines Artikels 50bis in das neuen Gemeindegesetzes und zur Einfügung eines Artikels 50bis in das
Provinzialgesetz vom 30. April 1836 im Hinblick auf die Förderung Provinzialgesetz vom 30. April 1836 im Hinblick auf die Förderung
einer ausgeglichenen Vertretung von Männern und Frauen in den einer ausgeglichenen Vertretung von Männern und Frauen in den
kommunalen und provinzialen Beiräten kommunalen und provinzialen Beiräten
ALBERT II., König der Belgier, ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es: Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es:
Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der
Verfassung erwähnte Angelegenheit. Verfassung erwähnte Angelegenheit.
Art. 2 - In Artikel 120bis des neuen Gemeindegesetzes werden zwischen Art. 2 - In Artikel 120bis des neuen Gemeindegesetzes werden zwischen
Absatz 1 und Absatz 2 folgende Absätze eingefügt: Absatz 1 und Absatz 2 folgende Absätze eingefügt:
« Höchstens zwei Drittel der Mitglieder eines Beirates dürfen « Höchstens zwei Drittel der Mitglieder eines Beirates dürfen
desselben Geschlechts sein. desselben Geschlechts sein.
Wird die im vorangehenden Absatz vorgesehene Bedingung nicht erfüllt, Wird die im vorangehenden Absatz vorgesehene Bedingung nicht erfüllt,
kann der betreffende Beirat keine rechtsgültige Stellungnahme abgeben. kann der betreffende Beirat keine rechtsgültige Stellungnahme abgeben.
Der Gemeinderat kann auf einen mit Gründen versehenen Antrag des Der Gemeinderat kann auf einen mit Gründen versehenen Antrag des
Beirates Abweichungen gewähren, entweder aus funktionellen Gründen Beirates Abweichungen gewähren, entweder aus funktionellen Gründen
oder aus Gründen, die mit der spezifischen Art des Beirates zu tun oder aus Gründen, die mit der spezifischen Art des Beirates zu tun
haben, oder wenn es unmöglich ist, die in Absatz 2 erwähnte Bedingung haben, oder wenn es unmöglich ist, die in Absatz 2 erwähnte Bedingung
zu erfüllen. Der Gemeinderat bestimmt die Bedingungen, die dieser zu erfüllen. Der Gemeinderat bestimmt die Bedingungen, die dieser
Antrag erfüllen muss, und legt das Verfahren fest. Antrag erfüllen muss, und legt das Verfahren fest.
Wird auf der Grundlage des vorangehenden Absatzes keine Abweichung Wird auf der Grundlage des vorangehenden Absatzes keine Abweichung
gewährt, verfügt der Beirat ab dem Datum der Verweigerung der gewährt, verfügt der Beirat ab dem Datum der Verweigerung der
Abweichung über eine Frist von drei Monaten, um die in Absatz 2 Abweichung über eine Frist von drei Monaten, um die in Absatz 2
gestellte Bedingung zu erfüllen. Erfüllt der Beirat nach Ablauf dieser gestellte Bedingung zu erfüllen. Erfüllt der Beirat nach Ablauf dieser
Frist die in Absatz 2 gestellte Bedingung nicht, kann er ab diesem Frist die in Absatz 2 gestellte Bedingung nicht, kann er ab diesem
Datum keine rechtsgültige Stellungnahme mehr abgeben. Datum keine rechtsgültige Stellungnahme mehr abgeben.
Das Bürgermeister- und Schöffenkollegium ist verpflichtet, dem Das Bürgermeister- und Schöffenkollegium ist verpflichtet, dem
Gemeinderat im Laufe des Jahres nach der Erneuerung des Gemeinderates Gemeinderat im Laufe des Jahres nach der Erneuerung des Gemeinderates
einen Evaluationsbericht vorzulegen. einen Evaluationsbericht vorzulegen.
Was die Beiräte betrifft, die vor dem Inkrafttreten des vorliegenden Was die Beiräte betrifft, die vor dem Inkrafttreten des vorliegenden
Gesetzes eingesetzt worden sind, passt der Gemeinderat deren Gesetzes eingesetzt worden sind, passt der Gemeinderat deren
Zusammensetzung bei der erstfolgenden Erneuerung der Mandate gemäss Zusammensetzung bei der erstfolgenden Erneuerung der Mandate gemäss
der Bestimmung von Absatz 3 an. Alle Beiräte sind verpflichtet, die der Bestimmung von Absatz 3 an. Alle Beiräte sind verpflichtet, die
vorliegende Bestimmung spätestens zum 31. Dezember 2001 anzuwenden. » vorliegende Bestimmung spätestens zum 31. Dezember 2001 anzuwenden. »
(...) (...)
Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem
Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt
veröffentlicht wird. veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 20. September 1998 Gegeben zu Brüssel, den 20. September 1998
ALBERT ALBERT
Von Königs wegen: Von Königs wegen:
Der Minister des Innern Der Minister des Innern
L. TOBBACK L. TOBBACK
Mit dem Staatssiegel versehen: Mit dem Staatssiegel versehen:
Der Minister der Justiz Der Minister der Justiz
T. VAN PARYS T. VAN PARYS
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 maart 2000. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 13 mars 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken, Le Ministre de l'Intérieur,
A. DUQUESNE A. DUQUESNE
^