Article 1er.Le règlement d'ordre intérieur du conseil

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van het

Art. 2.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit

Art. 2.Notre Premier Ministre est chargé de l'exécution du présent

Artikel 1.De raad van bestuur, hierna genoemd « de raad », van het

Article 1er.Le conseil d'administration, ci-après dénommé « le

Art. 2.§ 1. De raad vergadert ten minste acht maal per jaar op bijeenroeping van de voorzitter of de voorzitster. Hij komt tevens samen op verzoek van ten minste vier leden van de raad. Indien het initiatief uitgaat van ten minste vier leden, dan richten deze daartoe een schriftelijke vraag tot de voorzitter of de voorzitster met omschrijving en verantwoording van de voorgestelde agendapunt(en). De voorzitter of de voorzitster roept de raad binnen de vijftien kalenderdagen bijeen. § 2. De uitnodigingen worden ten minste tien kalenderdagen voor de vergadering, dag van de verzending en dag van de vergadering niet inbegrepen, door het secretariaat van het Centrum verzonden. De voorzitter of de voorzitster mag in spoedeisende gevallen de raad

Art. 2.§ 1er. Le conseil se réunit au moins huit fois par an sur convocation de son président ou sa présidente. Il se réunit également à la demande d'au moins quatre membres du conseil. Si l'initiative émane de quatre membres au moins, ceux-ci font une demande écrite au président ou la présidente, en décrivant et justifiant le(s) thème(s) proposé(s). Le président ou la présidente convoque le conseil dans les quinze jours ouvrables. § 2. Les convocations sont envoyées par le secrétariat du Centre au moins dix jours avant la réunion, le jour de l'envoi et le jour de la réunion non compris. Le président ou la présidente peut convoquer le conseil en urgence.

Art. 3.§ 1. De agenda van de raad wordt door de voorzitter of de voorzitster op voorstel van de directeur of de directrice en de adjunct-directeur of de adjunct-directrice, na overleg in het college, vastgesteld. § 2. De agenda omvat : 1° de goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering; 2° elk punt dat door ten minste één lid wordt voorgesteld en dat ten minste tien kalenderdagen vóór de vergadering waarop hij (zij) het wenst(en) behandeld te zien, werd ingediend; 3° ambtshalve, elk punt dat door de Minister die het Centrum onder zijn bevoegdheden heeft of de Regeringscommissaris wordt voorgesteld. § 3. Daarenboven kan de raad op vraag van twee derden van de aanwezigen beslissen een punt, dat er niet op voorkomt, aan de agenda toe te voegen. § 4. De raad stelt vóór 1 juni vast : 1° de rekeningen van het voorbije jaar; 2° de begroting voor het volgend jaar. § 5. De raad keurt de jaarverslagen van het voorbije jaar goed. § 6. De raad beraadslaagt jaarlijks over het algemene beleid van het Centrum waarvan hij de opvolging verzekert.

Art. 4.De raad kan voor bepaalde punten bevoegde personen wier aanwezigheid of advies gewenst is, uitnodigen. Deze wonen de vergadering bij met raadgevende stem.

Art. 5.§ 1. Het secretariaat van de raad wordt door het Centrum verzekerd. § 2. Het Centrum stelt de notulen op, die worden ondertekend door de voorzitter of de voorzitster, de directeur of de directrice en de adjunct-directeur of de adjunct-directrice. De notulen bevatten een samenvatting van de besprekingen en de weergave van de beslissingen. Het ontwerp van de notulen wordt aan de leden en aan de regeringscommissaris meegedeeld. Het wordt tijdens de eerstvolgende vergadering van de raad ter goedkeuring voorgelegd. Een afschrift van de notulen wordt verzonden aan de Minister die het Centrum onder zijn bevoegdheden heeft.

Art. 6.De leden van de raad, binnen het kader van hun mandaat, en alle personen die deelnemen aan de vergaderingen van de raad zijn gehouden tot discretie inzake alle informatie waarover ze naar aanleiding van de vergaderingen kennis hebben gekregen. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juli 2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister,

Art. 3.§ 1er. L'ordre du jour du conseil est fixé par le président ou la présidente sur proposition du directeur ou de la directrice et du directeur adjoint ou la directrice adjointe après concertation avec le collège. § 2. L'ordre du jour comprend : 1° l'approbation du procès-verbal de la réunion précédente; 2° tout point proposé par un membre au moins et introduit au moins dix jours calendriers avant la réunion au cours de laquelle ce(s) membre(s) souhaite(nt) le voir traité; 3° d'office, tout point proposé par le Ministre ayant le Centre dans ses compétences ou le commissaire du gouvernement. § 3. Le conseil peut, en outre, décider sur demande de deux tiers des présents d'ajouter à l'ordre du jour un point qui n'y figure pas. § 4. Le conseil établit avant le 1er juin : 1° les comptes de l'exercice précédent; 2° le budget pour l'exercice à venir. § 5. Le conseil approuve les rapports annuels de l'année écoulée. § 6. Le conseil débat annuellement de la politique générale du Centre dont il évalue le suivi.

Art. 4.Le conseil peut, pour des points déterminés, inviter des personnes compétentes dont la présence ou l'avis sont souhaités. Elles assistent à la réunion avec voix consultative.

Art. 5.§ 1er. Le secrétariat du conseil est assuré par le Centre. § 2. Le Centre établit le procès-verbal qui est signé conjointement par le président ou la présidente, le directeur ou la directrice et le directeur adjoint ou la directrice adjointe. Le procès-verbal contient une synthèse des discussions et la formulation des décisions. Le projet de procès-verbal est envoyé aux membres et au commissaire du gouvernement. Il est soumis au conseil pour approbation au cours de la plus prochaine réunion. Une copie du procès-verbal est envoyée au Ministre ayant le Centre dans ses compétences.

Art. 6.Les membres du conseil, dans le cadre de leur mandat, et tous ceux qui participent aux séances du conseil sont tenus à la discrétion concernant toute information dont ils ont eu connaissance au cours de ces séances. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 13 juillet 2007 portant approbation du règlement d'ordre intérieur du Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme. ALBERT Par le Roi : Le Premier Ministre,