Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de anciënniteitspremie | Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 2 juin 2005, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la prime d'ancienneté |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
12 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 12 JUILLET 2006. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten | collective de travail du 2 juin 2005, conclue au sein de la Commission |
in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de anciënniteitspremie (1) | paritaire de la construction, concernant la prime d'ancienneté (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; | travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; | Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005, gesloten | travail du 2 juin 2005, reprise en annexe, conclue au sein de la |
in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de | Commission paritaire de la construction, concernant la prime |
anciënniteitspremie. | d'ancienneté. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
besluit. | présent arrêté. |
Gegeven te Brussel, 12 juli 2006. | Donné à Bruxelles, le 12 juillet 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Werk, | Le Ministre de l'Emploi, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Nota | Note |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Référence au Moniteur belge : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. |
Bijlage | Annexe |
Paritair Comité voor het bouwbedrijf | Commission paritaire de la construction |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2005 | Convention collective de travail du 2 juin 2005 |
Anciënniteitspremie (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder | Prime d'ancienneté (Convention enregistrée le 26 juillet 2005 sous le |
het nummer 75641/CO/124) | numéro 75641/CO/124) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | CHAPITRE Ier. - Champ d'application |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder de | aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la |
bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren. | Commission paritaire de la construction. |
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. | L'on entend par "ouvriers" : les ouvriers et les ouvrières. |
HOOFDSTUK II. - Toekenning van een anciënniteitspremie | CHAPITRE II. - Octroi d'une prime d'ancienneté |
Art. 2.Een arbeider, die vanaf 1 juli 2005, 25 jaar ononderbroken anciënniteit heeft binnen dezelfde onderneming, heeft recht op een éénmalige brutopremie van 250 EUR. Hiertoe is vereist dat de arbeider minstens één dag gewerkt heeft in een periode van één jaar die voorafgaan aan de dag waarop hij betreffende anciënniteit bereikt. De werkgever is gehouden de bedoelde premie te betalen op de dag dat de werknemer zijn anciënniteit verwerft, of ten laatste, op de eerstvolgende betaaldag. HOOFDSTUK III. - Suppletieve regeling Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is suppletief. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 juli 2005. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten. Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2006. De Minister van Werk, |
Art. 2.L'ouvrier qui dispose, à partir du 1er juillet 2005, d'une ancienneté ininterrompue de 25 ans dans la même entreprise, a droit à une prime unique brute de 250 EUR. L'ouvrier doit à cet effet avoir travaillé au moins un jour dans la période d'un an qui précède le jour où il atteint cette ancienneté. L'employeur est tenu de payer la prime visée le jour où le travailleur acquiert son ancienneté, ou au plus tard, lors du prochain jour de paie. CHAPITRE III. - Régime supplétif Art. 3.La présente convention collective de travail a un caractère supplétif. CHAPITRE IV.- Durée de validité Art. 4.La présente convention collective de travail est conclue pour une durée indéterminée. Elle entre en vigueur le 1er juillet 2005. Elle est conclue pour une durée indéterminée, étant entendu qu'elle peut, en tout temps, être mise en concordance avec les dispositions d'autres conventions collectives de travail conclues au sein de la Commission paritaire de la construction. Elle peut être dénoncée par l'une des parties, moyennant un préavis de six mois, signifié par lettre recommandée au président de la Commission paritaire de la construction. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 12 juillet 2006. Le Ministre de l'Emploi, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |