Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 11/06/2019
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip " gemiddeld dagloon " wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht "
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip " gemiddeld dagloon " wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht Arrêté royal modifiant l'article 2 de l'arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de " rémunération journalière moyenne " en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions légales
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
11 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2 van het 11 JUIN 2019. - Arrêté royal modifiant l'article 2 de l'arrêté royal
koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip " gemiddeld dagloon " wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de " rémunération journalière moyenne " en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions légales PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een Vu la loi du 17 mars 2019 concernant l'instauration d'un budget
mobiliteitsbudget, artikel 23, tweede lid; mobilité, l'article 23, alinéa 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met Vu l'arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de "
toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de rémunération journalière moyenne " en application de l'article 39 de
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip " la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale
gemiddeld dagloon " wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et
in overeenstemming worden gebracht, artikel 2, laatstelijk gewijzigd harmonisant certaines dispositions légales, l'article 2, modifié en
bij het koninklijk besluit van 21 maart 2019; dernier lieu par l'arrêté royal du 21 mars 2019;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 7 mai 2019;
2019; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 22 Vu l'accord de la Ministre du Budget, donné le 22 mai 2019;
mei 2019; Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd Vu l'analyse d'impact de la réglementation réalisée conformément aux
overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 articles 6 et 7 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; diverses en matière de simplification administrative;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de Vu l'urgence, motivée par le fait que l'article 23, alinéa 1er, de la
omstandigheid dat artikel 23, eerste lid, van de wet van 17 maart 2019 loi du 17 mars 2019 concernant l'instauration d'un budget mobilité
betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget bepaalt dat: "Het prévoit que « La partie du solde du budget de mobilité qui,
gedeelte van het saldo van het mobiliteitsbudget dat, overeenkomstig
artikel 8, § 3, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering conformément à l'article 8, § 3, de la loi du 17 mars 2019 concernant
van een mobiliteitsbudget, aan de werknemer in geld wordt uitbetaald, l'instauration d'un budget mobilité, est versée au travailleur en
wordt geacht deel uit te maken van het loon dat als berekeningsbasis espèces, est considérée comme faisant partie de la rémunération
geldt voor de prestaties, verschuldigd in de takken van de sociale servant de base au calcul des prestations dues dans les branches de la
zekerheid bedoeld in artikel 21, § 1, 1° tot 6°, van de wet van 29 sécurité sociale visées à l'article 21, § 1er, 1° à 6°, de la loi du
juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid der 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale
werknemers."; des travailleurs salariés »;
Dat de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en Que l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités fait partie
uitkeringen tot de takken van de sociale zekerheid, bedoeld in dit des branches de la sécurité sociale visées par cet article;
artikel, behoort;
Dat dit artikel op 29 maart 2019 in werking is getreden; Que cet article est entré en vigueur le 29 mars 2019;
Dat het dus noodzakelijk is om het voormeld koninklijk besluit van 10 Qu'il importe dès lors d'adapter au plus vite l'arrêté royal du 10
juni 2001 zo snel mogelijk aan te passen om het in overeenstemming te juin 2001 susvisé pour le mettre en concordance avec la loi du 17 mars
brengen met de voormelde wet van 17 maart 2019; 2019 susvisée;
Gelet op advies 66.298/1 van de Raad van State, gegeven op 5 juni Vu l'avis 66.298/1 du Conseil d'Etat, donné le 5 juin 2019, en
2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 3°, des lois sur le
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Sociale Sur la proposition du Ministre de l'Emploi, de la Ministre des
Zaken, de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad Affaires Sociales, du Ministre des Pensions et de l'avis des Ministres
vergaderde Ministers, qui en ont délibéré en Conseil,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.In artikel 2, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 10

Article 1er.Dans l'article 2, alinéa 5, de l'arrêté royal du 10 juin

juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 2001 établissant la notion uniforme de "rémunération journalière
1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van moyenne" en application de l'article 39 de la loi du 26 juillet 1996
de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité
"gemiddeld dagloon" wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions
in overeenstemming worden gebracht, laatstelijk gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 21 maart 2019, worden de woorden "en de sector légales, modifié en dernier lieu par l'arrête royal du 21 mars 2019,
van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en les mots « et le secteur de l'assurance obligatoire soins de santé et
uitkeringen" ingevoegd tussen de woorden "werkloosheid" en "betreft". indemnités » sont insérés entre les mots "du chômage » et les mots "le solde ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 29 maart 2019.

Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 29 mars 2019.

Art. 3.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor

Art. 3.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions, le ministre

qui a les Affaires Sociales dans ses attributions et le ministre qui a
Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat les Pensions dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le
hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2019. Donné à Bruxelles, le 11 juin 2019.
FILIP PHILIPPE
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
K. PEETERS K. PEETERS
De Minister van Sociale Zaken, La Ministre des Affaires Sociales,
M. DE BLOCK M. DE BLOCK
De Minister van Pensioenen, Le Ministre des Pensions,
D. BACQUELAINE D. BACQUELAINE
^