← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel "
| Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel | Arrêté royal portant exécution de l'article 19, alinéa 2, de l'arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités |
|---|---|
| MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERE DE LA FONCTION PUBLIQUE |
| 10 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, | 10 JUIN 2001. - Arrêté royal portant exécution de l'article 19, alinéa |
| tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot | 2, de l'arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi |
| uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de | du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités |
| betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel | publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen | Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les |
| tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op | autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces |
| artikel 5, vervangen bij de wet van 15 december 1998; | autorités, notamment l'article 5, remplacé par la loi du 15 décembre |
| Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering | 1998; Vu l'arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du |
| van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen | 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités |
| tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op | publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, |
| artikel 19, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001; | notamment l'article 19, remplacé par l'arrêté royal du 8 mai 2001; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 30 | Vu l'avis de l'Inspecteur des finances, donné le 30 mars 2001; |
| maart 2001; Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van | Sur la proposition de Notre Premier Ministre et de Notre Ministre de |
| Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het | la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration et de |
| advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | l'avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Het voorzitterschap en in voorkomend geval het |
Article 1er.La présidence et, le cas échéant, la vice-présidence des |
| ondervoorzitterschap van de sectorcomités waartoe de federale | comités de secteur dont relèvent les services publics fédéraux sont |
| overheidsdiensten behoren worden als volgt vastgesteld : | fixées comme suit : |
| Sector I Algemeen bestuur | Secteur I Administration générale |
| Voorzitter : de Eerste Minister; | Président : le Premier Ministre; |
| Ondervoorzitters : | Vice-présidents : |
| 1. de Minister van Buitenlandse Zaken; | 1. le Ministre des Affaires étrangères; |
| 2. de Minister van Binnenlandse Zaken; | 2. le Ministre de l'Intérieur; |
| 3. de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare | 3. le Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de |
| besturen; | l'administration; |
| 4. de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en | 4. le Ministre des Télécommunications et des Entreprises et |
| Participaties; | Participations publiques; |
| 5. de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek; | 5. le Ministre de la Recherche scientifique; |
| 6. de Ministers onder wie wetenschappelijke instellingen ressorteren; | 6. les Ministres dont relèvent des établissements scientifiques; |
| 7. de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken; | 7. la Secrétaire d'Etat adjointe au Ministre des Affaires étrangères; |
| 8. de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. | 8. le Secrétaire d'Etat à la Coopération au Développement. |
| Sector II - Financiën | Secteur II Finances |
| Voorzitter : de Minister van Financiën; | Président : le Ministre des Finances; |
| Ondervoorzitter : de Minister van Begroting. | Vice-président : le Ministre du Budget. |
| Sector III Justitie | Secteur III Justice |
| Voorzitter : de Minister van Justitie. | Président : le Ministre de la Justice. |
| Sector IV Economische Zaken | Secteur IV Affaires économiques |
| Voorzitter : de Minister van Economie; | Président : le Ministre de l'Economie; |
| Ondervoorzitters : | Vice-présidents : |
| 1. de Minister van Mobiliteit en Vervoer; | 1. la Ministre de la Mobilité et des Transports; |
| 2. de Staatssecretaris voor Energie. | 2. le Secrétaire d'Etat à l'Energie. |
| Sector V Landbouw en Middenstand | Secteur V Agriculture et Classes moyennes |
| Voorzitter : de Minister van Landbouw en Middenstand. | Président : le Ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes. |
| Sector VI Verkeer en Infrastructuur | Secteur VI Communications et Infrastructure |
| Voorzitter : de Minister van Mobiliteit en Vervoer. | Président : la Ministre de la Mobilité et des Transports. |
| Sector VIII Postdiensten en Telecommunicatie | Secteur VIII Services postaux et Télécommunications |
| Voorzitter : de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en | Président : le Ministre des Télécommunications et des Entreprises et |
| Participaties. | Participations publiques. |
| Sector XI Tewerkstelling en Arbeid | Secteur XI Emploi et Travail |
| Voorzitter : de Minister van Werkgelegenheid. | Président : la Ministre de l'Emploi. |
| Sector XII Sociale Zaken | Secteur XII Affaires sociales |
| Voorzitter : de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en | Président : la Ministre de la Protection de la consommation, de la |
| Leefmilieu; | Santé publique et de l'Environnement; |
| Ondervoorzitters : | Vice-présidents : |
| 1. de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen; | 1. le Ministre des Affaires sociales et des Pensions; |
| 2. de Minister van Landsverdediging. | 2. le Ministre de la Défense. |
| Sector XIII Nationale Loterij | Secteur XIII Loterie nationale |
| Voorzitter : de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en | Président : le Ministre des Télécommunications et des Entreprises et |
| Participaties. | Participations publiques. |
| Sector XIV Landsverdediging | Secteur XIV Défense nationale |
| Voorzitter : de Minister van Landsverdediging. | Président : le Ministre de la Défense. |
| Sector XX Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid | Secteur XX Institutions Publiques de Sécurité Sociale |
| Voorzitter : de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen; | Président : le Ministre des Affaires sociales et des Pensions; |
| Ondervoorzitters : | Vice-présidents : |
| 1. de Minister van Werkgelegenheid; | 1. la Ministre de l'Emploi; |
| 2. de Minister van Binnenlandse zaken; | 2. le Ministre de l'Intérieur; |
| 3. de Minister van Landbouw en Middenstand. | 3. le Ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes. |
Art. 2.De Staatssecretarissen kunnen slechts het ondervoorzitterschap |
Art. 2.Les Secrétaires d'Etat ne peuvent exercer la vice-présidence |
| van het sectorcomité uitoefenen voor de punten die op de dagorde | du comité de secteur que pour les points inscrits à l'ordre du jour |
| ingeschreven zijn en die betrekking hebben op het personeel waarvoor | relatifs au personnel pour lequel ils exercent des compétences. |
| ze bevoegdheden uitoefenen. | |
Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en |
Art. 3.Notre Premier Ministre et Notre Ministre de la Fonction |
| Modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, | publique et de la Modernisation de l'administration sont chargés, |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | chacun en ce qui le concerne, de l' exécution du présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, 10 juni 2001. | Donné à Bruxelles, le 10 juin 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
| De Minister van Ambtenarenzaken | Le Ministre de la Fonction publique |
| en Modernisering van de openbare besturen, | et de la Modernisation de l'administration, |
| L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |