Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 08/01/2015
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 25 mars 2014, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma, relative à l'octroi d'une prime de fin d'année
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 8 JANVIER 2015. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2014, collective de travail du 25 mars 2014, conclue au sein de la
gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma,
bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (1) relative à l'octroi d'une prime de fin d'année (1)
FILIP, Koning der Belgen, PHILIPPE, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28;
28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour l'exploitation de
van bioscoopzalen; salles de cinéma;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Sur la proposition du Ministre de l'Emploi,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2014, travail du 25 mars 2014, reprise en annexe, conclue au sein de la
gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma,
bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie. relative à l'octroi d'une prime de fin d'année.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de

dit besluit. l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015. Donné à Bruxelles, le 8 janvier 2015.
FILIP PHILIPPE
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Référence au Moniteur belge :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage Annexe
Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 2014 Convention collective de travail du 25 mars 2014
Toekenning van een eindejaarspremie Octroi d'une prime de fin d'année
(Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer (Convention enregistrée le 7 juillet 2014 sous le numéro
122069/CO/303.03) 122069/CO/303.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Article 1er.La présente convention collective de travail est

de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Paritair applicable aux employeurs et aux travailleurs qui ressortissent à la
Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen. Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma.
Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en het vrouwelijk Par "travailleurs" on entend : le personnel ouvrier et employé,
werklieden- en bediendenpersoneel. masculin et féminin.

Art. 2.Een eindejaarspremie wordt toegekend aan de werknemers die

Art. 2.Une prime de fin d'année est octroyée aux travailleurs qui

ofwel minstens vijf opeenvolgende maanden anciënniteit in de peuvent prouver une ancienneté d'au moins cinq mois consécutifs dans
onderneming hebben, ofwel in het kalenderjaar 120 niet opeenvolgende werkdagen anciënniteit in de onderneming hebben. De toekenning van de eindejaarspremie geldt voor alle arbeidsovereenkomsten, ongeacht de duurtijd. De werknemers die aan de anciënniteitsvoorwaarden voldoen, en van wie de arbeidsovereenkomst een einde neemt, hebben recht op de eindejaarspremie naar rato van hun arbeidsprestaties. Hebben geen recht op een eindejaarspremie : de werknemers ontslagen om dringende reden.

Art. 3.Het bedrag van de eindejaarspremie, uitbetaalbaar sinds 2004, is vastgesteld op 8,33 pct. van het brutoloon van het dienstjaar. Onder "brutoloon" wordt verstaan : - het brutoloon met inbegrip van de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemers verrichte prestaties waarop inhoudingen door de sociale zekerheid worden verricht en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt; - vermeerderd met het gewoon vakantiegeld. Het brutoloon omvat ook de voordelen in natura die aan de inhoudingen voor sociale zekerheid onderworpen zijn. Daarentegen worden premies of vergoedingen die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. Onder "dienstjaar" wordt verstaan : de periode van 12 maanden ingaand op 1 december van het vorig kalenderjaar tot 30 november van het lopend kalenderjaar.

Art. 4.De werknemers die geen volledige arbeidsprestaties hebben geleverd gedurende het dienstjaar, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun arbeidsprestaties.

Art. 5.In geval van aanwerving vóór de 16e van de maand, wordt deze maand gelijkgesteld met een volledige maand arbeidsprestaties. De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, wordt gelijkgesteld met een volledige maand arbeidsprestaties, voor zover de overeenkomst eindigt na de 15e van de maand.

Art. 6.De eindejaarspremie moet ten laatste worden betaald tussen 15 en 31 december van elk jaar of bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Art. 7.De wettelijke regeling inzake jaarlijkse vakantie van toepassing op het einde van het dienstjaar is integraal van toepassing voor wat de gelijkgestelde dagen betreft.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (registratienummer 84174). Zij heeft uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2014 en is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden; deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende organisaties. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015. De Minister van Werk,

l'entreprise ou de 120 jours de travail non consécutifs dans l'entreprise au cours de l'année civile. L'octroi de la prime de fin d'année est valable pour tous les contrats de travail, quelle que soit la durée. Les travailleurs qui répondent aux conditions d'ancienneté et dont le contrat de travail prend fin, ont droit à la prime de fin d'année au prorata de leurs prestations de travail. N'ont pas droit à une prime de fin d'année : les travailleurs licenciés pour motif grave.

Art. 3.Le montant de la prime de fin d'année payable depuis 2004 est fixé à 8,33 p.c. du salaire brut de l'exercice. Par "salaire brut", on entend : - le salaire brut y compris les primes contractuelles qui sont directement liées aux prestations fournies par le travailleur, faisant l'objet de retenues de sécurité sociale et dont la périodicité de paiement n'est pas supérieure à un mois; - augmenté du pécule simple de vacances. Le salaire brut comprend aussi les avantages en nature qui sont soumis aux retenues de sécurité sociale. Par contre, les primes ou indemnités qui sont accordées en contrepartie de frais réels ne sont pas prises en considération. Par "exercice" on entend : la période s'étendant sur 12 mois débutant le 1er décembre de l'année civile précédente au 30 novembre de l'année civile en cours.

Art. 4.Les travailleurs n'ayant pas fourni de prestations complètes pendant l'exercice ont droit à une prime de fin d'année au prorata de leurs prestations.

Art. 5.En cas d'embauche avant le 16e jour du mois, ce mois est assimilé à un mois complet de prestations. Le mois au cours duquel le contrat de travail prend fin est assimilé à un mois complet de prestations, pour autant que la cessation du contrat ait lieu après le 15e jour du mois.

Art. 6.La prime de fin d'année doit être payée entre le 15 et 31 décembre au plus tard de chaque année ou lors de la cessation du contrat de travail.

Art. 7.Le régime légal des vacances annuelles en vigueur à la fin de l'exercice s'applique intégralement en ce qui concerne les journées assimilées.

Art. 8.La présente convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 27 juin 2007 relative à l'octroi d'une prime de fin d'année, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma (numéro d'enregistrement 84174). Elle produit ses effets à partir du 1er janvier 2014 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par la partie la plus diligente moyennant un préavis de trois mois; cette dénonciation doit être adressée par lettre recommandée au président de la Sous-commission paritaire pour l'exploitation de salles de cinéma et aux parties signataires. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 8 janvier 2015. Le Ministre de l'Emploi,

K. PEETERS K. PEETERS
^