Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen | Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 février 2016 fixant le règlement de répartition des affaires du tribunal de première instance de Flandre orientale et modifiant l'arrêté royal du 14 mars 2014 relatif à la répartition en divisions des cours du travail, des tribunaux de première instance, des tribunaux du travail, des tribunaux de commerce et des tribunaux de police |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 7 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 186, § 1, tweede, derde, en zevende lid, ingevoegd bij de wet van 1 december 2013 en gewijzigd bij de wet van 26 december 2022; Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de | SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 7 FEVRIER 2024. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 février 2016 fixant le règlement de répartition des affaires du tribunal de première instance de Flandre orientale et modifiant l'arrêté royal du 14 mars 2014 relatif à la répartition en divisions des cours du travail, des tribunaux de première instance, des tribunaux du travail, des tribunaux de commerce et des tribunaux de police PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le Code judiciaire, l'article 186, § 1er, alinéas 2, 3, et 7, inséré par la loi du 1er décembre 2013 et modifié par la loi du 26 décembre 2022 ; Vu l'arrêté royal du 16 février 2016 fixant le règlement de répartition des affaires du tribunal de première instance de Flandre orientale et modifiant l'arrêté royal du 14 mars 2014 relatif à la répartition en divisions des cours du travail, des tribunaux de |
rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbank van | première instance, des tribunaux du travail, des tribunaux de commerce |
koophandel en de politierechtbank in afdelingen; | et des tribunaux de police ; |
Gelet op het voorstel van de voorzitter van de rechtbank van eerste | Vu la proposition du président du tribunal de première instance de |
aanleg te Oost-Vlaanderen; | Flandre orientale ; |
Gelet op de adviezen van de procureur des Konings bij het parket | Vu les avis du procureur du Roi près le parquet de Flandre orientale, |
Oost-Vlaanderen, van de arbeidsauditeur bij het arbeidsauditoraat te | de l'auditeur du travail près de l'auditorat du travail de Gand, du |
Gent, van de hoofdgriffier bij de rechtbank van eerste aanleg te | greffier en chef du tribunal de première instance de Flandre orientale |
Oost-Vlaanderen en van de stafhouders van de ordes van advocaten van | et des bâtonniers des ordres des avocats de l'arrondissement |
het gerechtelijk arrondissement Oost-Vlaanderen; | judiciaire de Flandre orientale ; |
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd | Vu l'analyse d'impact de la règlementation réalisée conformément aux |
overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 | articles 6 et 7 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions |
houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 | diverses en matière de simplification administrative ; |
oktober 2023; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 23 octobre 2023 ; |
gegeven op 22 november 2023; | Vu l'accord de la Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 22 novembre |
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn | 2023 ; |
van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | Vu la demande d'avis au Conseil d'Etat dans un délai de 30 jours, en |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 21 december 2023 | Considérant que la demande d'avis a été inscrite le 21 décembre 2023 |
op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het | au rôle de la section de législation du Conseil d'Etat sous le numéro |
nummer 75.193/16; | 75.193/16 ; |
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 27 december 2023 | Vu la décision de la section de législation du 27 décembre 2023 de ne |
om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing | |
van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | pas donner d'avis dans le délai demandé, en application de l'article |
op 12 januari 1973; Overwegende dat het zaakverdelingsreglement de territoriale bevoegdheid van een afdeling kan uitbreiden tot een deel of het geheel van het grondgebied van het arrondissement; Overwegende dat de Koning één of meerdere afdeling(en) exclusief bevoegd kan maken voor bepaalde categorieën van zaken of van procedures of bepaalde procedurefases, en erover dient te waken dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven; Overwegende dat de vorderingen of misdrijven die samenhangen met vorderingen of misdrijven die op grond van artikel 186, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek uitsluitend tot de bevoegdheid van een bepaalde afdeling behoren, uitsluitend worden behandeld door deze afdeling; Overwegende dat ingevolge het zaakverdelingsreglement de afdeling Gent sinds 1 maart 2016 reeds exclusief bevoegd is, in burgerlijke zaken, voor de geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet overeenkomstig artikel 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek en in strafzaken, voor de correctionele kamers ten gronde, voor de fiscale zaken en douane en accijnzen; Overwegende dat het, met het oog op een nog verdere specialisatie, aangewezen voorkomt de afdeling Gent in strafzaken, voor de correctionele kamers ten gronde, exclusief bevoegd te maken voor de nieuwe zaken, doch niet voor de reeds hangende zaken betreffende het milieu, de stedenbouw en het dierenwelzijn; Overwegende dat in bovenstaande materies vaak gespecialiseerde advocatenkantoren optreden met vestiging in Gent of Brussel; Overwegende dat de centralisatie van de behandeling van deze materies in de afdeling Gent nauwelijks een negatieve impact zal hebben op de verplaatsingen die de rechtsonderhorigen dienen te maken, gezien de korte afstand en de vlotte verbinding tussen Gent en Dendermonde of Oudenaarde; Overwegende dat deze centralisatie zal zorgen voor een verdere specialisatie bij de rechters, wat de kwaliteit van de dienstverlening enkel kan verhogen; Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 16 februari |
84, § 5, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Considérant que le règlement de répartition des affaires peut étendre la compétence territoriale d'une division à une partie ou à l'ensemble du territoire de l'arrondissement ; Considérant que le Roi peut rendre une ou plusieurs divisions exclusivement compétentes pour certaines catégories d'affaires, catégories ou phases de procédures, et qu'Il doit veiller à ce que l'accès à la justice et la qualité du service restent garantis ; Considérant que les demandes ou les délits qui sont connexes à des demandes ou des délits qui, en vertu de l'article 186, § 1er, alinéa 3, du Code judiciaire sont de la compétence exclusive d'une division déterminée sont traités exclusivement par cette division ; Considérant qu'à la suite du règlement de répartition des affaires, la division de Gand est, depuis le 1er mars 2016, exclusivement compétente pour, en matière civile, les contestations relatives à l'application d'une loi d'impôt conformément à l'article 569, 32°, du Code judiciaire et, en matière pénale, devant les chambres correctionnelles statuant sur le fond, les matières fiscales et les douanes et accises ; Considérant qu'il est recommandé, en vue d'une spécialisation encore plus grande, de rendre la division de Gand exclusivement compétente, en matière pénale, devant les chambres correctionnelles statuant sur le fond, pour les nouvelles affaires, mais non pour les affaires pendantes concernant l'environnement, l'urbanisme et le bien-être animal ; Considérant que dans les matières précitées, ce sont souvent des cabinets d'avocats spécialisés établis à Gand ou à Bruxelles qui interviennent ; Considérant que la centralisation du traitement de ces matières dans la division de Gand n'aura pratiquement pas d'impact négatif sur les déplacements que les justiciables doivent effectuer, vu la courte distance et la liaison aisée entre Gand et Termonde ou Audenarde ; Considérant que cette centralisation permettra une plus grande spécialisation des juges, ce qui ne peut qu'augmenter la qualité du service ; Sur la proposition du Ministre de la Justice et de l'avis des ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er.Dans l'intitulé de l'arrêté royal du 16 février 2016 |
2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank | fixant le règlement de répartition des affaires du tribunal de |
van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk | première instance de Flandre orientale et modifiant l'arrêté royal du |
besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de | 14 mars 2014 relatif à la répartition en divisions des cours du |
arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, | travail, des tribunaux de première instance, des tribunaux du travail, |
de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen | des tribunaux de commerce et des tribunaux de police, les |
worden de volgende wijzigingen aangebracht: | modifications suivantes sont apportées : |
1° de woorden "rechtbank van koophandel" worden vervangen door het | 1° les mots,, tribunaux de commerce " sont remplacés par les mots,, |
woord "ondernemingsrechtbanken"; | tribunaux de l'entreprise " ; |
2° het woord "politierechtbank" wordt vervangen door het woord | 2° dans le texte néerlandais, le mot,, politierechtbank " est remplacé |
"politierechtbanken". | par le mot,, politierechtbanken ". |
Art. 2.Artikel 2, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als |
Art. 2.L'article 2, 2°, du même arrêté est remplacé par ce qui suit : |
volgt: "2° in strafzaken, voor de correctionele kamers ten gronde: | ,, 2° en matière pénale, devant les chambres correctionnelles statuant sur le fond : |
- fiscale zaken en douane en accijnzen; | - les matières fiscales et les douanes et accises ; |
- milieu; | - l'environnement ; |
- stedenbouw; | - l'urbanisme ; |
- dierenwelzijn.". | - le bien-être animal. ". |
Art. 3.Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van |
Art. 3.Toutes les affaires déjà pendantes à la date de l'entrée en |
inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de | vigueur du présent arrêté continueront à être traitées par la division |
afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt. | initialement saisie. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2024. |
Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mars 2024. |
Art. 5.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering |
Art. 5.Le ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé |
van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
Brussel, 7 februari 2024. | Bruxelles, le 7 février 2024. |
FILIP | PHILIPPE |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
P. VAN TIGCHELT | P. VAN TIGCHELT . |