Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 05/03/2006
← Terug naar "Koninklijk besluit houdende benoeming van een plaatsvervangend lid van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 "
Koninklijk besluit houdende benoeming van een plaatsvervangend lid van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 Arrêté royal portant nomination d'un membre suppléant de la Commission pour le dédommagement des membres de la Communauté juive de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont délaissés pendant la guerre 1940-1945
FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE
5 MAART 2006. - Koninklijk besluit houdende benoeming van een 5 MARS 2006. - Arrêté royal portant nomination d'un membre suppléant
plaatsvervangend lid van de Commissie voor de schadeloosstelling van de la Commission pour le dédommagement des membres de la Communauté
de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die juive de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils
werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 ont délaissés pendant la guerre 1940-1945
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling Vu la loi du 20 décembre 2001 relative au dédommagement des membres de
van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen la Communauté juive de Belgique pour les biens dont ils ont été
die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, spoliés ou qu'ils ont délaissés pendant la guerre 1940-1945, notamment
inzonderheid op artikel 3, §§ 1 tot 3; l'article 3, §§ 1er à 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot aanduiding van Vu l'arrêté royal du 2 août 2002 portant désignation des membres de la
de leden van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van Commission pour le dédommagement des membres de la Communauté juive de
de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont
geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945; délaissés pendant la guerre 1940-1945;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Sur la proposition de Notre Premier Ministre, de Notre Ministre de la
Justitie, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Justice, de Notre Ministre des Finances, de Notre Ministre des
Buitenlandse Zaken en van Onze Minister van Landsverdediging, Affaires étrangères et de Notre Ministre de la Défense,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.Op voorstel van de Minister bevoegd voor de

Article 1er.Sur la proposition du Ministre qui a les victimes de

oorlogsslachtoffers, wordt Mevr. Martine Thomas, Attaché bij het guerre dans ses attributions, Mme Martine Thomas, Attachée au
Ministerie van de Franse Gemeenschap, benoemd tot plaatsvervangend lid Ministère de la Communauté française, est nommée membre suppléant de
van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse la Commission pour le dédommagement des membres de la Communauté juive
Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont
achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, ter vervanging van Mevr. délaissés pendant la guerre 1940-1945, en remplacement de Mme Brigitte
Brigitte Feys, van wie zij het mandaat voltooit. Feys, dont elle achève le mandat.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. au Moniteur belge.

Art. 3.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Justitie, Onze

Art. 3.Notre Premier Ministre, Notre Ministre de la Justice, Notre

Minister van Financiën, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Ministre des Finances, Notre Ministre des Affaires étrangères et Notre
Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met Ministre de la Défense sont chargés, chacun en qui le concerne, de
de uitvoering van dit besluit. l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2006. Donné à Bruxelles, le 5 mars 2006.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Eerste Minister, Le Premier Ministre,
G. VERHOFSTADT G. VERHOFSTADT
De Minister van Justitie, La Ministre de la Justice,
Mevr. L. ONKELINX Mme L. ONKELINX
De Minister van Financiën, Le Ministre des Finances,
D. REYNDERS D. REYNDERS
De Minister van Buitenlandse Zaken, Le Ministre des Affaires étrangères,
K. DE GUCHT K. DE GUCHT
De Minister van Landsverdediging, Le Ministre de la Défense,
A. FLAHAUT A. FLAHAUT
^