Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 05/12/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk "
Koninklijk besluit betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk Arrêté royal relatif aux spécialisations des conseillers en prévention des services externes pour la prévention et la protection au travail
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
5 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende de deskundigheden 5 DECEMBRE 2003. - Arrêté royal relatif aux spécialisations des
van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en conseillers en prévention des services externes pour la prévention et
bescherming op het werk (1) la protection au travail (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Roi des Belges,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors
werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 40, de l'exécution de leur travail, notamment l'article 40, § 3, alinéa 2;
§ 3, tweede lid; Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Vu l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux services externes pour
externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, inzonderheid op artikel 22; la prévention et la protection au travail, notamment l'article 22;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op Vu l'avis du Conseil supérieur pour la Prévention et la Protection au
het werk, gegeven op 8 februari 2002; travail, donné le 8 février 2002;
Gelet op het advies nr. 34.539/1 van de Raad van State, gegeven op 6 Vu l'avis n° 34.539/1 du Conseil d'Etat, donné le 6 mars 2003;
maart 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi et de Notre
voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, Secrétaire d'Etat à l'organisation du travail et au Bien-être au
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : travail, Nous avons arrêté et arrêtons :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder vorming

Article 1er.Pour l'application du présent arrêté on entend par
verstaan : het verwerven van de kennis en de bekwaamheden om als formation : l'acquisition des connaissances et des compétences pour
deskundige te kunnen worden beschouwd op één van de gebieden bedoeld pouvoir être considéré comme spécialiste dans un des domaines visés à
in artikel 21, 3°, 4° en 5° van het koninlijk besluit van 27 maart l'article 21, 3°, 4° et 5° de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif
1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op aux services externes pour la prévention et la protection au travail.
het werk.

Art. 2.De personen die de functie van preventieadviseur deskundig op

Art. 2.Les personnes qui souhaitent exercer la fonction de conseiller
het vlak van ergonomie, bedrijfshygiëne en psycho-sociale aspecten en prévention compétent en matière d'ergonomie, d'hygiène industrielle
veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst et des aspects psycho-sociaux du travail, dont la violence et le
seksueel gedrag op het werk, als bedoeld in artikel 22, eerste lid, harcèlement moral ou sexuel au travail, tels que visés à l'article 22,
3°,4° en 5° van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende alinéa 1er, 3°, 4° et 5° de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux
de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wensen services externes pour la prévention et la protection au travail
uit te oefenen, moeten de volgende vormingen met vrucht hebben doivent avoir terminé avec fruit les formations suivantes :
beëindigd : 1° wat de ergonomie betreft, de multidisciplinaire basisvorming 1° en ce qui concerne l'ergonomie, la formation multidisciplinaire de
aangevuld met de specialisatiemodule ergonomie; base complétée par le module de spécialisation en ergonomie;
2° wat de arbeidshygiëne betreft, de multidisciplinaire basisvorming 2° en ce qui concerne l'hygiène industrielle, la formation
aangevuld met de specialisatiemodule arbeidshygiëne; multidisciplinaire de base complétée par le module de spécialisation
3° wat de psycho-sociale aspecten veroorzaakt door het werk, waaronder en hygiène du travail; 3° en ce qui concerne les aspects psycho-sociaux du travail dont la
geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk betreft, violence et le harcèlement moral ou sexuel au travail, la formation
de multidisciplinaire basisvorming aangevuld met de multidisciplinaire de base complétée par le module de spécialisation
specialisatiemodule psycho-sociale aspecten veroorzaakt door het werk, en aspects psycho-sociaux du travail dont la violence et le
waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. harcèlement moral ou sexuel au travail.
De inhoud van de multidisciplinaire basisvorming, is vastgesteld in Le contenu de la formation multidisciplinaire de base est fixé à
bijlage I van dit besluit. l'annexe I du présent arrêté.
De inhoud van de specialisatiemodules, is vastgesteld in bijlage II Le contenu des modules de spécialisation est fixé à l'annexe II du
van dit besluit. présent arrêté.

Art. 3.De multidisciplinaire basisvorming, waarvan de duur niet

Art. 3.La formation multidisciplinaire de base, dont la durée ne peut
minder dan 120 uur mag bedragen, gespreid over één jaar, wordt gevolgd pas être inférieure à 120 heures, réparties sur un an, est suivie
bij de inrichters van cursussen van aanvullende vorming voor auprès des organisateurs des cours de formation complémentaire pour
preventieadviseurs, bedoeld bij het koninklijk besluit van 10 augustus les conseillers en prévention, visés par l'arrêté royal du 10 août
1978 tot vaststelling van de aanvullende vorming, opgelegd aan de 1978 déterminant la formation complémentaire imposée aux chefs des
diensthoofden voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de services de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de
werkplaatsen en hun adjuncten. travail et à leurs adjoints.
De specialisatiemodules ergonomie, arbeidshygiëne en psychosociale Les modules de spécialisation en ergonomie, en hygiène industrielle et
dans les aspects psychosociaux du travail dont la violence et le
aspecten van de arbeid waaronder geweld, pesterijen en ongewenst harcèlement moral ou sexuel au travail, dont la durée ne peut pas être
seksueel gedrag op het werk, waarvan de duur niet minder dan 280 uur inférieure à 280 heures, réparties sur une ou deux années, sont suivis
mag bedragen, gespreid over één of twee jaren wordt gevolgd bij de auprès des universités ou des écoles supérieures.
universiteiten of de hogescholen.

Art. 4.Artikel 22 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998

Art. 4.L'article 22 de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif aux
betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het services externes pour la prévention et la protection au travail, est
werk, wordt vervangen als volgt : remplacé par la disposition suivante :
«

Art. 22.Een preventieadviseur is deskundig op één van de in artikel

 «

Art. 22.Un conseiller en prévention est spécialisé dans l'un des
21 bedoelde gebieden, indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet : domaines visés à l'article 21, s'il répond aux conditions suivantes :
1° wat de arbeidsveiligheid betreft, academisch gevormd ingenieur of 1° en ce qui concerne la sécurité au travail, l'ingénieur qui a suivi
industrieel ingenieur zijn, en het bewijs leveren dat hij met vrucht une formation académique ou l'ingénieur industriel, qui fournit la
preuve qu'il a terminé avec fruit un cours agréé de formation
een erkende aanvullende vorming van het eerste niveau heeft beëindigd, complémentaire du premier niveau incluant les connaissances enseignées
waarin de kennis vereist in de multidisciplinaire basisvorming bedoeld par la formation multidisciplinaire de base visée par l'arrêté royal
in het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de du 5 decembre 2003 relatif aux spécialisations des conseillers en
deskundigheden van de preventie-adviseurs van de externe diensten voor prévention des services extermes pour la présentations et la
preventie en bescherming op het werk begrepen is; protection au travail;
2° wat de arbeidsgeneeskunde betreft, de houder van een diploma van 2° en ce qui concerne la médecine du travail, le docteur en médecine
arts die bovendien : qui :
a) ofwel houder is van een diploma dat toelaat de arbeidsgeneeskunde a) soit est porteur d'un diplôme qui autorise l'exercice de la
te beoefenen; médecine du travail;
b) ofwel houder is van een titel van specialist in de b) soit est porteur du titre de médecin spécialiste en médecine du
arbeidsgeneeskunde; travail;
c) ofwel, geslaagd is in de theoretische vorming voor het behalen van c) soit a réussi la formation théorique pour obtenir le titre de
de titel van specialist in de arbeidsgeneeskunde, waarin de kennis médecin spécialiste en médecine du travail, incluant les connaissances
vereist in de multidisciplinaire basisvorming is begrepen, en die enseignées par la formation multidisciplinaire de base et obtient ce
titel behaalt ten laatste binnen de drie jaar die er op volgen; titre au plus tard dans les trois ans qui suivent;
3° wat betreft de ergonomie, de houder van een einddiploma van een 3° en ce qui concerne l'ergonomie, le porteur d'un diplôme de fin
universiteit of van een einddiploma van hoger onderwijs op d'études universitaires ou d'un diplôme de fin d'études de
universitair niveau waarvan het curriculum een belangrijk aandeel l'enseignement supérieur de niveau universitaire dont le curriculum
hetzij antropometrie, biomechanica en bewegingsleer, hetzij anatomie comprend une partie importante soit d'anthropométrie, de biomécanique
et de cinématique, soit d'anatomie et de physiologie de l'effort, soit
en inspanningsfysiologie, hetzij psychologie in de domeinen van arbeid de psychologie dans les domaines du travail et de l'organisation, et
en organisatie bevat, en die het bewijs levert met vrucht een qui fournit la preuve d'avoir terminé avec fruit une formation
multidisciplinaire basisvorming en een module specialisatie ergonomie multidisciplinaire de base et un module de spécialisation en
te hebben beëindigd bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december ergonomie, visés par l'arrêté royal du 5 décembre 2003 relatif aux
2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de spécialisations des conseillers en prévention des services externes
externe diensten voor preventie en bescherming op het werk en die pour la prévention et la protection au travail et fait preuve en outre
bovendien vijf jaar ervaring bewijst op het vlak van ergonomie; d'une expérience de cinq ans dans le domaine de l'ergonomie;
4° wat betreft de arbeidshygiëne, de houder van een einddiploma van 4° en ce qui concerne l'hygiène industrielle, le porteur d'un diplôme
een universiteit of van een einddiploma van hoger onderwijs op de fin d'études universitaires ou d'un diplôme de fin d'études de
universitair niveau waarvan het curriculum een belangrijk aandeel van l'enseignement supérieur de niveau universitaire dont le curriculum
de wetenschappen scheikunde, fysica en biologie bevat en die het comprend une partie importante des sciences chimique, physique et
bewijs levert met vrucht een multidisciplinaire basisvorming en een biologique et qui fournit la preuve d'avoir terminé avec fruit une
module specialisatie arbeidshygiëne te hebben beëindigd, bedoeld bij formation multidisciplinaire de base et un module de spécialisation en
het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de hygiène du travail, visés par l'arrêté royal du 5 décembre 2003
deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor relatif aux spécialisations des conseillers en prévention des services
externes pour la prévention et la protection au travail, et fait
preventie en bescherming op het werk, en die bovendien vijf jaar preuve en outre d'une expérience de cinq ans dans le domaine de
l'hygiène du travail.
ervaring bewijst op het vlak van arbeidshygiëne. 5° en ce qui concerne les aspects psycho-sociaux du travail, le
5° wat betreft de psycho-sociale aspecten van de arbeid, de houder van porteur d'un diplôme de fin d'études universitaires ou d'un diplôme de
een einddiploma van een universiteit of van een einddiploma van hoger fin d'études de l'enseignement supérieur de niveau universitaire dont
onderwijs op universitair niveau waarvan het curriculum een belangrijk le curriculum comprend une partie importante de psychologie et de
aandeel psychologie en sociologie omvat en met daarenboven reeds een sociologie et de plus déjà une première spécialisation dans les
eerste specialisatie in de domeinen van arbeid en organisatie en die domaines du travail et de l'organisation et qui fournit la preuve
het bewijs levert met vrucht een multidisciplinaire basisvorming en d'avoir terminé avec fruit une formation multidisciplinaire de base et
een module specialisatie psycho-sociale aspecten van het werk un module de spécialisation en aspects psychosociaux du travail dont
waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk la violence et le harcèlement moral ou sexuel au travail, visés par
te hebben beëindigd, bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, en die bovendien vijf jaar ervaring bewijst op het vlak van de psycho-sociale aspecten van de arbeid. De in het eerste lid, 3°, 4° en 5° bedoelde personen die met vrucht de specialisatiemodules hebben beëindigd, kunnen hun activiteiten uitoefenen onder de verantwoordelijkheid van een preventieadviseur van de desbetreffende discipline, teneinde de vereiste beroepservaring te verwerven. De personen die in toepassing van de bepalingen van kracht voor de l'arrêté royal du 5 décembre 2003 relatif aux spécialisations des conseillers en prévention des services externes pour la prévention et la protection au travail et fait preuve en outre d'une expérience de cinq ans dans le domaine des aspects psycho-sociaux du travail. Les personnes visées à l'alinéa 1er, 3°, 4° et 5° qui ont terminé avec fruit les modules de spécialisation peuvent exercer leurs activités sous la responsabilité d'un conseiller en prévention de la discipline correspondante afin d'acquérir l'expérience professionnelle exigée. Les personnes qui, en application des dispositions en vigueur avant
inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 5 december 2003 l'entrée en vigueur de l'arrêté royal du 5 décembre 2003 relatif aux
betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe spécialisations des conseillers en prévention des services externes
diensten voor preventie en bescherming op het werk de functie van pour la prévention et la protection au travail, exerçaient la fonction
preventieadviseur deskundig op gebied van ergonomie, arbeidshygiëne en de conseiller en prévention, spécialisé dans le domaine de
psycho-sociale aspecten van de arbeid uitoefenden in een erkende l'ergonomie, l'hygiène industrielle et les aspects psycho-sociaux du
externe dienst, mogen deze functie blijven vervullen op voorwaarde dat travail, dans un service externe agréé peuvent continuer cette
zij zich er toe verbinden om de specialisatiemodules, bedoeld in het fonction à condition qu'elles s'engagent à terminer avec fruit les
eerste lid, 3°, 4° en 5° met vrucht te beëindigen binnen de vier jaar modules de spécialisation visés au premier alinéa, 3°, 4° et 5° dans
na de inwerkingtreding van dit besluit. un délai de quatre ans après l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Evenwel, mogen de in het derde lid bedoelde personen die beschikken Néanmoins, les personnes visées à l'alinéa 3 qui détiennent un des
over één van de einddiploma's bedoeld in het eerste lid, 3°, 4° en 5°, diplômes finaux visés à l'alinéa 1er, 3°, 4° et 5°, pourront continuer
de functie blijven vervullen, zonder de voormelde specialisatiemodules à exercer la fonction, sans devoir suivre les modules de
spécialisation précités, si elles ont terminé avec fruit ou si elles
te volgen, indien zij op de datum van inwerkingtreding van het ont entamé la formation complémentaire du premier niveau avant
koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden l'entrée en vigueur de l'arrêté royal du 5 décembre 2003 relatif aux
van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en spécialisations des conseillers en prévention des services externes
bescherming op het werk met vrucht een aanvullende vorming van het pour la prévention et la protection au travail et à condition qu'elles
eerste niveau hebben beëindigd of deze vorming hebben aangevat en op fournissent la preuve qu'elles exercent la fonction concernée au moins
voorwaarde dat zij het bewijs leveren dat zij gedurende ten minste
duizend uren per jaar de desbetreffende discipline beoefenen. » mille heures par an. »

Art. 5.Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor

Art. 5.Notre Ministre de l'Emploi et Notre Secrétaire d'Etat à
Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, zijn, ieder wat hem l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, sont chargés,
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. chacun en ce qui le concerne de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 5 december 2003. Donné à Bruxelles, le 5 décembre 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie La secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail
en Welijn op het Werk, et au Bien-être au travail,
Mevr. K. VAN BREMPT Mme K. VAN BREMPT
_______ _______
Nota Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Références au Moniteur belge :
Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996. Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 18 septembre 1996.
Koninklijk besluit van 27 maart 1998, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1998. Arrêté royal du 27 mars 1998, Moniteur belge du 31 mars 1998.
BIJLAGE I ANNEXE I
MULTIDISCIPLINAIRE BASISVORMING FORMATION MULTIDISCIPLINAIRE DE BASE
A. VEREISTE BEKWAAMHEDEN 1. Bekwaam zijn om in teamverband mee te werken aan een gezamenlijke interdisciplinaire en coherente benadering van het beheersen van de risico's voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn. 2. Bekwaam zijn om leiding te geven, te communiceren, coachen, onderhandelen en overtuigen. 3. Bekwaam zijn om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze informatie te verzamelen en te verwerken. 4. Bekwaam zijn om anderen, wat ook hun niveau is, te kunnen vormen om hun eigen welzijn te integreren. 5. Bekwaam zijn om de opgedane kennis en vaardigheden in praktijksituaties toe te passen. B. VEREISTE KENNIS A. CRITERES DE COMPETENCES 1. Capacité à collaborer en équipe à une approche commune interdisciplinaire et cohérente de la gestion des risques de sécurité, santé et bien-être. 2. Capacité à diriger, communiquer, entraîner, négocier et persuader. 3. Capacité à réunir et assimiler scientifiquement des informations. 4. Capacité à former d'autres personnes, indépendamment de leur niveau, à intégrer leur propre bien-être. 5. Capacité à appliquer les connaissances et compétences acquises dans des situations pratiques. B. CONNAISSANCES REQUISES
1 - INLEIDING 1 - INTRODUCTION
1. Kennis van primaire, secundaire en tertiaire preventie. 1. Connaissance des préventions primaire, secondaire et tertiaire.
2. Kennis van eerste, tweede en derde lijnsinterventie. 2. Connaissance des interventions de première, deuxième et troisième ligne.
3. Kennis van methodes voor opsporing, analyse, diagnose, ... 3. Connaissance des méthodes de dépistage, analyse, diagnostic,...
4. Kennis i.v.m. multidisciplinariteit - interdisciplinariteit. 4. Connaissance relative à la multidisciplinarité - interdisciplinarité.
5. Kennis van het algemene wettelijk kader m.b.t. welzijn op het werk. 5. Connaissance de la localisation générale du cadre juridique.
2 - BASISPRINCIPES 1. Basiskennis van humane en sociale aspecten, organisatie van het werk, employability, organisatie en communicatieculturen. 2. Basiskennis van menselijke anatomie, fysiologie en psychologie. 3. Basiskennis van de juridische aspecten i.v.m. welzijn op het werk. 4. Basiskennis van de economische aspecten i.v.m. welzijn op het werk. 5. Kennis van de taken, verantwoordelijkheden, statuut, beroepsethiek, en deontologie van de verschillende actoren in het preventiebeleid : werkgever, hiërarchische lijn, werknemers, preventieadviseurs. 6. Basiskennis van andere aspecten die een invloed hebben op het 2 - PRINCIPES DE BASE 1. Connaissance de base de la sociologie du travail, des relations industrielles, de l'organisation du travail, de l'employability, des cultures organisationnelles et de communication. 2. Connaissance de base de l'anatomie, de la physiologie et de la psychologie humaine. 3. Connaissance de base des aspects juridiques dans le cadre du bien-être au travail. 4. Connaissance de base des aspects économiques dans le cadre du bien-être au travail. 5. Connaissance de base des missions, des responsabilités, du statut, de la déontologie des différents acteurs dans le domaine de la prévention : employeur, ligne hiérarchique, travailleurs, conseillers en prévention. 6. Connaissance de base des autres aspects qui ont une influence sur
welzijn van de werknemers : milieu,... le bien-être des travailleurs : environnement,...
3 - OPSPOREN VAN DE RISICO'S 3 - DEPISTAGE DES RISQUES
1. Kennis van de globale en participatieve benadering van het 1. Connaissance de l'approche globale et participative du système de
werksysteem. travail.
2. Kennis van risicoanalysetechnieken en basiskennis i.v.m. 2. Connaissance des techniques d'analyse des risques et
epidemiologie. d'épidémiologie.
3. Kennis van arbeidsanalyse en studie van de werkomstandigheden. 3. Connaissance de l'analyse du travail, des études des conditions de travail ...
4. Kennis van arbeidsongevallen en beroepsziekten. 4. Connaissance des accidents du travail et des maladies
professionnelles.
5. Kennis van gegevensverzameling (klachten, afwezigheid, stress, 5. Connaissance du recueil de données (plaintes, absentéisme, stress,
geweld...) en gegevensverwerking (statistiek, epidemiologie). violence...) et du traitement de données (statistiques, épidémiologie).
4 - INLEIDING TOT DE ANALYSE EN PREVENTIEPRINCIPES VAN DE SPECIFIEKE 4 - INTRODUCTION AUX PRINCIPES D'ANALYSE ET DE PREVENTION DES
PREVENTIEDISCIPLINES DISCIPLINES SPECIFIQUES
1. Basiskennis van arbeidshygiëne. 1. Connaissance de base de l'hygiène du travail.
2. Basiskennis van arbeidsgeneeskunde. 2. Connaissance de base de la médecine du travail.
3. Basiskennis van omgevingsrisico's. 3. Connaissance de base des risques de l'environnement.
4. Basiskennis van chemische, biologische en fysische agentia : belasting, comfort, PBM,... 5. Basiskennis van fysieke en mentale belasting. 6. Basiskennis van werkplekinrichting, antropometrie, ergonomie, ... 7. Basiskennis van psychosociale belasting en beroepsstress. 8. Basiskennis van arbeidsmiddelen. 9. Basiskennis van brandpreventie en elektrische risico's. 4. Connaissance de base des agents chimiques, biologiques et physiques : contrainte, confort, EPI. 5. Connaissance de base de la charge physique et des activités mentales. 6. Connaissance de base de l'aménagement des postes de travail, de l'anthropométrie et de l'ergonomie. 7. Connaissance de base de la charge psychosociale et du stress professionnel. 8. Connaissance de base des équipements de travail. 9. Connaissance de base de la prévention des incendies et des risques électriques.
5 - PREVENTIE EN WELZIJNSBELEID 5 - GESTION DE LA POLITIQUE DE PREVENTION
1. Kennis van de structuren in het preventiebeleid : interne en 1. Connaissance des structures dans la politique du bien-être :
externe preventiedienst, comité PBW, externe dienst voor technische service de prévention interne et externe, comité PPT, services
controle op de werkplaats. externes pour les contrôles techniques sur le lieu de travail.
2. Kennis van het dynamisch risicobeheersingsysteem, globaal 2. Connaissance du système dynamique de gestion des risques, du plan
preventieplan, jaarlijks actieplan, ... global de prévention, du plan d'action annuel .
3. Kennis van vorming van en informatie aan werknemers en 3. Connaissance de la formation et de l'information des travailleurs
hiërarchische lijn. et de la ligne hiérarchique.
4. Kennis van de organisatie van de eerste hulp en dringende 4. Connaissance de l'organisation des premiers secours et soins
verzorging van slachtoffers van een ongeval of een plotse ziekte. d'urgence aux victimes d'accident ou d'indisposition.
5. Kennis van de maatregelen te nemen in geval van een ernstig en 5. Connaissance des mesures à prendre en cas de danger grave et
onmiddellijk gevaar. immédiat.
6. Kennis van de coördinatie van de preventieactiviteiten. 6. Connaissance de la coordination des activités de prévention.
7. Basiskennis van communicatie-, consultatie-, overleg-, informatie-, 7. Connaissance de base des techniques de communication, de
motivatie- en animatietechnieken. consultation, de concertation, d'animation et de motivation.
8. Kennis van vergaderings- en rapporteringstechnieken. 8. Connaissance des techniques de réunions et de rapport.
9. Kennis van samenwerkingsmogelijkheden met en informatievoorziening 9. Connaissance des possibilités de collaboration avec les
door organisaties en instellingen : inspectiediensten, adviseurs, organisations et les institutions : services d'inspection,
arbeidsongevallenverzekeraars, wetenschappelijke instellingen, consultants, assurances accidents de travail, institutions
werknemers- en werkgeversorganisaties,... scientifiques, organisations des travailleurs et des employeurs.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2003. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 5 décembre 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, La Secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail,
Mevr. K. VAN BREMPT Mme K. VAN BREMPT
BIJLAGE II ANNEXE II
A) MODULE SPECIALISATIE ERGONOMIE A) MODULE SPECIALISATION EN ERGONOMIE
VEREISTE BEKWAAMHEDEN OP HET GEBIED VAN ERGONOMIE CRITERES DE COMPETENCE EN ERGONOMIE
1. Bekwaam zijn om een enquête te leiden over en een analyse te maken 1. Capacité à enquêter sur et à analyser les demandes d'assurer
van de verschillende aanvragen om de optimale aanpassing van het werk, de uitrusting en het milieu aan de menselijke capaciteiten te verzekeren. 2. Bekwaam zijn om een ergonomische studie van de arbeidsomstandigheden te initiëren en uit te voeren en de verzamelde gegevens te analyseren. 3. Bekwaam zijn om aanbevelingen te geven en te verantwoorden om ergonomische werkposten te realiseren (of te verbeteren), bruikbaar door de ontwerpers, ingenieurs, het technische kader, ... 4. Bekwaam zijn om een ergonomisch project te volgen en tot een goed einde te brengen. VEREISTE KENNIS 1. Kennis van de strategie voor de beoordeling en het beheer van de risico's. 2. Kennis van de wetgeving, reglementering, ergonomische normen. 3. Kennis van criteria voor ontwerp. 4. Kennis van de invloed op de gezondheid, het welzijn en de prestaties. 5. Kennis van de arbeidsanalyse en -onderzoeksmethodologie. 6. Kennis van het ontwerp van arbeidsstelsels en werkposten. SPECIFIEKE DOMEINEN Kennis van : l'adaptation optimale du travail, des équipements et de l'environnement aux capacités humaines. 2. Capacité à initier et à conduire une étude ergonomique des situations de travail et à analyser et interpréter les données recueillies. 3. Capacité à formuler et à justifier des recommandations pour la conception (ou la correction) des postes de travail ergonomique qui soient utilisables par les concepteurs, ingénieurs ou cadres techniques. 4. Capacité à suivre et à faire aboutir un projet ergonomique. CONNAISSANCES REQUISES 1. Connaissance de la stratégie d'évaluation et de gestion des risques. 2. Connaissance des règlements, législations, normes ergonomiques applicables. 3. Connaissance de critères pour la conception. 4. Connaissance des mécanismes des effets sur la santé, le bien-être, et la performance. 5. Connaissance des méthodologies d'analyse du travail et d'investigation. 6. Connaissance de la conception des systèmes et des postes de travail. DOMAINES SPECIFIQUES Connaissance de :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Pour la consultation du tableau, voir image
B) MODULE SPECIALISATIE ARBEIDSHYGIENE B) MODULE SPECIALISATION EN HYGIENE DU TRAVAIL
VEREISTE BEKWAAMHEDEN OP HET GEBIED VAN ARBEIDSHYGIENE CRITERES DE COMPETENCE EN HYGIENE DU TRAVAIL
1. Bekwaam zijn om chemische, fysische en biologische risicofactoren te herkennen en documenteren. 2. Bekwaam zijn een beoordeling te initiëren en uit te voeren. Indien nodig metingen uitvoeren van de omstandigheden van de blootstelling aan deze risicofactoren. 3. Bekwaam zijn om aanbevelingen te geven en te verantwoorden om arbeidsgebonden risico's te vermijden, te elimineren, te verminderen of te bewaken. 4. Bekwaam zijn om een bestek op te stellen voor externe laboratoria. VEREISTE KENNIS 1. Capacité à reconnaître et à documenter les facteurs de risques physiques, chimiques et biologiques. 2. Capacité à conduire une évaluation et si nécessaire, des mesurages des conditions d'exposition à ces facteurs de risques. 3. Capacité à formuler et à justifier des recommandations pour éviter, éliminer, réduire ou surveiller les risques encourus dans les situations de travail. 4. Capacité à rédiger un cahier de charge pour des laboratoires externes. CONNAISSANCES REQUISES
1. Kennis van de strategie voor de beoordeling en het beheer van de 1. Connaissance de la stratégie d'évaluation et de gestion des
risico's. risques.
2. Kennis van de toepasselijke wetgeving, reglementering, normen, 2. Connaissance des règlements, législations, normes et critères
criteria, codes van goede praktijk. applicables.
3. Kennis van de effecten op de gezondheid en het welzijn. 3. Connaissance des effets sur la santé et le bien-être.
4. Kennis van de methodologie voor onderzoek en preventie. 4. Connaissance de la méthodologie d'investigation et de prévention.
5. Kennis van de hiërarchie van preventieve maatregelen : vervanging, 5. Connaissance de la hiérarchisation des mesures préventives :
verwijdering, vermindering van de sterkte van de bron, ventilatie, substitution, élimination, réduction à la source, ventilation,
plaatselijke afzuiging, ... aspiration locale, ...
SPECIFIEKE DOMEINEN DOMAINES SPECIFIQUES
Kennis van : Connaissance de :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Pour la consultation du tableau, voir image
C) MODULE SPECIALISATIE PSYCHOSOCIALE ASPECTEN VAN HET WERK EN VAN GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK VEREISTE BEKWAAMHEDEN OP HET GEBIED VAN PSYCHOSOCIALE ASPECTEN 1. Bekwaam zijn om te detecteren, analyseren, evalueren, raad te geven en oplossingen voor te stellen op het vlak van de psychosociale aspecten. 2. Bekwaam zijn om niet alleen te kunnen werken in het perspectief van gedragsveranderingen maar evenzeer van organisatie- en cultuurverandering en structurele maatregelen. 3. Bekwaam zijn om alle betrokkenen te motiveren en te overtuigen om actief mee te werken aan structurele oplossingen. VEREISTE KENNIS C) MODULE SPECIALISATION EN ASPECTS PSYCHOSOCIAUX DU TRAVAIL ET DE LA VIOLENCE ET DU HARCELEMENT MORAL OU SEXUEL AU TRAVAIL CRITERES DE COMPETENCE EN ASPECTS PSYCHOSOCIAUX 1. Capacité de détecter, analyser, évaluer, conseiller et de proposer des solutions au niveau psychosocial. 2. Capacité d'intervenir dans la perspective non seulement de changements de comportements individuels mais également dans la perspective de changements aux niveaux organisationnels, culturels ainsi que par des mesures structurelles. 3. Capacité de motiver les individus concernés afin de participer activement à élaborer des solutions structurelles. CONNAISSANCES REQUISES
1. Kennis van de strategie voor de beoordeling en het beheer van de 1. Connaissance de la stratégie d'évaluation et de gestion des
risico's. risques.
2. Kennis van de toepasselijke wetgeving, reglementering, normen, en 2. Connaissance des règlements, législations, normes et critères
codes van goede praktijk. applicables.
3. Kennis van de psychologische en sociale determinanten van menselijk 3. Connaissance des déterminants psychologiques et sociaux des
gedrag en van veiligheid, gezondheid en welzijn. comportements humains et ceux de sécurité, santé et bien-être.
4. Kennis van de onderzoeksmethoden en technieken van enquêtering, 4. Connaissance des méthodes de recherche et techniques d'enquête,
organisatie- en cultuuronderzoek en de verwerking van de gegevens die d'étude au niveau organisationnel et culturel, et le traitement des
daaruit resulteren. données qui en résultent.
5. Kennis van de mogelijkheden om de kwaliteit van de arbeid te 5. Connaissance des perspectives nécessaires pour promouvoir la
bevorderen. qualité du travail.
6. Kennis van de organisatieontwikkeling en veranderingsstrategieën in 6. Connaissance du développement organisationnel et des stratégies de
verband met de psychosociale problematiek. changement adaptées à la problématique psychosociale.
7. Kennis van de methoden, vaardigheden en houdingen voor een 7. Connaissance des méthodes, aptitudes et attitudes pour une approche
procesmatige en participatieve benadering van de problematiek. par étapes et participative de la problématique.
8. Kennis van de beïnvloedingsstrategieën, vaardigheden en houdingen 8. Connaissance des stratégies, aptitudes et attitudes en vue
om veranderingen te kunnen implementeren. d'appliquer des changements.
SPECIFIEKE DOMEINEN DOMAINES SPECIFIQUES
Kennis van : Connaissance de :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Pour la consultation du tableau, voir image
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2003. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 5 décembre 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Par le Roi :
De Minister van Werk, Le Ministre de l'Emploi,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, La Secrétaire d'Etat à l'organisation du travail et au Bien-être au travail,
Mevr. K. VAN BREMPT Mme K. VAN BREMPT
^