← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering "
| Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering | Arrêté royal modifiant l'article 46 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE |
| 2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van | 2 DECEMBRE 2021. - Arrêté royal modifiant l'article 46 de l'arrêté |
| het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage |
| werkloosheidsreglementering | |
| FILIP, Koning der Belgen, | PHILIPPE, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Vu l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, | travailleurs, article 7, § 1er, alinéa 3, i, remplacé par la loi du 14 |
| i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961 en § 1septies, derde lid, | février 1961 et § 1septies, alinéa 3, inséré par la loi du 25 avril |
| ingevoegd bij de wet van 25 april 2014; | 2014; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de | Vu l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du |
| werkloosheidsreglementering; | chômage; |
| Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor | Vu l'avis du Comité de gestion de l'Office national de l'Emploi, donné |
| Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 mei 2021; | le 20 mai 2021; |
| Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 7 octobre 2021; |
| oktober 2021; Gelet op de akkoordbevinding van de staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 27 oktober 2021; | Vu l'accord de la Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 27 octobre 2021; |
| Gelet op het advies 7.411/1 van de Raad van State, gegeven op 30 | Vu l'avis 7.411/1 du Conseil d'Etat, donné le 30 novembre 2021, en |
| november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
| de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Aangezien de deelname van de culturele sector aan de werken van de adviserende instanties essentieel is voor de uitwerking van een cultuurbeleid en om de adviezen over de toekenning van subsidies te ondersteunen; Aangezien die deelname, als ze de toekenning van presentiegeld impliceert, momenteel onverenigbaar is met de werkloosheidsreglementering waarbinnen de sociale bescherming van de werknemers in de culturele sector is georganiseerd in het kader van de bepalingen van het zogenoemde "kunstenaarsstatuut"; Aangezien dit specifieke statuut voor deze werknemers de sociale bescherming vormt die nodig is voor de uitoefening van hun beroep en voor de activiteiten die daaruit voortvloeien, zoals deelname aan culturele adviesorganen; Aangezien de kunstenaarsberoepen gekenmerkt worden door onzekerheid, met name wegens de afwisselende periodes van betaald en onbetaald werk, korte contracten of werk op basis van taakloon, en een veelheid van werkgevers; Aangezien die situatie een belemmering is voor de deelname van bepaalde leden en de goede werking verhindert van de adviserende instanties van de culturele sector; Dat gezien deze specifieke context absoluut moet worden bepaald dat de | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Vu que la participation du secteur culturel aux travaux des instances consultatives est essentielle pour l'élaboration des politiques culturelles et pour étayer les avis sur l'attribution des subventions; Vu que cette participation si elle implique l'attribution de jetons de présence est actuellement incompatible avec la réglementation chômage au sein de laquelle est pourtant organisée la protection sociale des travailleurs du secteur culturel dans le cadre des dispositions dites du « statut d'artiste »; Vu que ce statut spécifique constitue pour ces travailleurs la protection sociale nécessaire à la pratique de leur métier et aux activités qui en découlent, telles que la participation aux organes consultatifs culturels; Vu que la précarité caractérise les métiers des arts, notamment en raison d'une intermittence entre des périodes rémunérées et non-rémunérées, des contrats de courtes durées ou à la tâche, d'une multiplicité d'employeurs; Vu que cette situation constitue un frein à la participation de certains membres et empêche le bon fonctionnement des instances consultatives du secteur culturel; Que dans ce contexte spécifique, il est impératif de prévoir que la |
| deelname aan de werkzaamheden van de adviesorganen geen arbeid vormt | participation aux travaux des organes consultatifs ne constitue pas un |
| in de zin van de werkloosheidsreglementering en dat de in dit kader | travail au sens de la réglementation du chômage et que les jetons de |
| ontvangen presentiegelden beneden een bepaald plafond niet als | présence perçus dans ce cadre ne peuvent être considérés, en deçà d'un |
| bezoldiging in de zin van de werkloosheidsreglementering kunnen worden | plafond donné, comme de la rémunération au sens de la réglementation |
| beschouwd. | du chômage. |
| Op de voordracht van de minister van Werk, | Sur la proposition du Ministre du Travail, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.- In artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november |
Article 1er.- Dans l'article 46 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 |
| 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij het | portant réglementation du chômage, modifié en dernier lieu par |
| koninklijk besluit van 10 september 2019, wordt paragraaf 3 aangevuld | l'arrêté royal du 10 septembre 2019, le paragraphe 3 est complété par |
| met een bepaling onder 7°, luidende : | un 7°, rédigé comme suit : |
| "7° een mandaat als lid van een adviesorgaan in de culturele sectoren | « 7° d'un mandat de membre d'un organe consultatif dans les secteurs |
| aangewezen door de gemeenschappen krachtens de decreten die die | culturels désigné par les Communautés en vertu des décrets qui |
| sectoren regelen, of een mandaat als lid van de Commissie Kunstenaars | régissent ces secteurs ou d'un mandat de membre de la Commission |
| ingesteld bij de programmawet (I) van 24 december 2002, tot een | artiste instituée par la loi-programme (I) du 24 décembre 2002 dans la |
| totaalbedrag van 1225,32 euro per jaar toegekend voor één of meerdere | limite d'un montant total de 1225,32 euros alloué par année pour un ou |
| mandaten. | plusieurs mandats. |
| Het mandaat wordt aangegeven volgens de regels bepaald door de | Le mandat est déclaré selon les règles fixées par l'Office, au moment |
| Rijksdienst op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag of later, | de la demande d'allocations ou ultérieurement au plus tard le dernier |
| uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand die volgt op deze van | jour du mois calendrier qui suit celui du premier exercice du mandat |
| de eerste uitoefening van het mandaat in de loop van een maand | au cours d'un mois pour lequel une allocation de chômage est demandée. |
| waarvoor een werkloosheidsuitkering wordt gevraagd. | |
| Het bedrag van 1225,32 euro wordt gekoppeld aan de spilindex 103,14, | Le montant de 1225,32 euros est lié à l'indice pivot 103,14 valable au |
| geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald | 1er juin 1999 (base 1996 = 100), selon les règles fixées à l'article |
| in artikel 113.". | 113. ". |
Art. 2.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 2.- Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | au Moniteur belge. |
Art. 3.- De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering |
Art. 3.- Le ministre qui a le Travail dans ses attributions est |
| van dit besluit. | chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Gegeven te Brussel, op 2 december 2021. | Donné à Bruxelles, le 2 décembre 2021. |
| FILIP | PHILIPPE |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Minister van Werk, | Le Ministre du Travail |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |