| Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financien met betrekking tot de opmaak van innings- en invorderingsregisters | Arrêté royal portant exécution de l'article 13 de la loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF Finances en ce qui concerne la formation des registres de perception et recouvrement |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 1 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financien met betrekking tot de opmaak van innings- en invorderingsregisters FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de Grondwet, artikel 108; | SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES 1er OCTOBRE 2019. - Arrêté royal portant exécution de l'article 13 de la loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF Finances en ce qui concerne la formation des registres de perception et recouvrement PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la Constitution, l'article 108 ; |
| Gelet op de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, artikel 13, § 1, vervangen bij de wet van 11 februari 2019; Gelet op het advies nr. 152/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 4 september 2019; Gelet op het advies nr. 66.440/1/V van de Raad van State, gegeven op 1 augustus 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat, gelet op de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de alimentatievorderingen vanaf 1 december 2019, het, bij het overlijden van een belastingplichtige, toegelaten moet worden de verschuldigde bedragen in te schrijven in het innings- en invorderingsregister op naam van de overledene, voorafgegaan door de vermelding "Nalatenschap". Immers, bij afwezigheid van dit besluit, wanneer de administratie kennis heeft van het overlijden van een belastingschuldige, is de juridische zekerheid van het mechanisme dat erin bestaat om de verschuldigde bedragen te hernemen in een innings- en invorderingsregister op naam van de de cujus niet gegarandeerd en de invordering die zou zijn gestart ten laste van de rechtverkrijgende op basis van dit innings- en invorderingsregister zou in twijfel kunnen worden getrokken. Overwegende dat het louter gaat om een uitvoeringsbesluit van bestaande wetgeving en dit besluit op zich geen enkele nieuwe budgettaire weerslag heeft, moet noch een advies van de inspecteur van Financiën noch een akkoord van de Minister van Begroting worden gevraagd; Op de voordracht van de Vice-Eersteminister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1.De verschuldigde bedragen, alsook deze die periodiek zouden vervallen, worden op naam van de betrokken onderhoudsplichtige opgenomen in een innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 13 van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën. Indien de onderhoudsplichtige overleden is, worden deze verschuldigde bedragen opgenomen in een innings- en invorderingsregister op zijn naam, voorafgegaan van het woord "Nalatenschap". Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2019. Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 1 oktober 2019. FILIP Van Koningswege : De Vice-Eersteminister en Minister van Financiën, |
Vu la loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF Finances, l'article 13, § 1er, remplacé par la loi du 11 février 2019 ; Vu l'avis n° 152/2019 de l'Autorité de protection des données, donné le 4 septembre 2019 ; Vu l'avis n° 66.440/1/V du Conseil d'Etat, donné le 1er août 2019, en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Considérant que, vu l'automatisation du titre exécutoire en matière des créances alimentaires à partir du 1er décembre 2019, il y a lieu de permettre, au décès du contribuable, l'inscription des montants dus au registre de perception et recouvrement au nom du défunt, précédée de la mention "Succession". En effet, à défaut de cet arrêté royal d'exécution, lorsque l'administration a connaissance du décès d'un redevable, la sécurité juridique du mécanisme qui consiste à reprendre les montants dus à un registre de perception et recouvrement au nom du de cujus n'est pas garantie, et le recouvrement qui serait opéré à charge des ayants droits sur la base de ce registre de perception et recouvrement pourrait être remis en cause. Considérant qu'il s'agit uniquement d'un arrêté d'exécution d'une législation existante et que cet arrêté n'a aucun impact budgétaire, ni l'avis de l'Inspecteur des Finances, ni l'accord de la Ministre du Budget ne doivent être demandés ; Sur la proposition du Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er.Les montants dus, ainsi que ceux qui viendraient à échoir périodiquement, sont repris au registre de perception et recouvrement visé à l'article 13 de la loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF Finances au nom du débiteur d'aliments concerné. Lorsque le débiteur d'aliments est décédé, ces montants sont repris au registre de perception et recouvrement au nom de celui-ci, précédé du mot "Succession". Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er décembre 2019. Art. 3.Le ministre qui a les Finances dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 1er octobre 2019. PHILIPPE Par le Roi : Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, |
| A. DE CROO | A. DE CROO |