← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de evaluatiecriteria van de directeur, de adjunct-directeur en de verbindingsmagistraten van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en van de weging van deze criteria "
| Koninklijk besluit tot vaststelling van de evaluatiecriteria van de directeur, de adjunct-directeur en de verbindingsmagistraten van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en van de weging van deze criteria | Arrêté royal déterminant les critères d'évaluation du directeur, du directeur adjoint et des magistrats de liaison de l'Organe central pour la Saisie et la Confiscation et la pondération de ces critères |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 1 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de evaluatiecriteria van de directeur, de adjunct-directeur en de verbindingsmagistraten van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en van de weging van deze criteria FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259undecies/1, § 2, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 4 februari 2018; Gelet op het voorstel van het College van procureurs-generaal van 25 juni 2018; Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juni 2019; Gelet op advies 66.518/1/V van de Raad van State, gegeven op 12 september 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 1er OCTOBRE 2019. - Arrêté royal déterminant les critères d'évaluation du directeur, du directeur adjoint et des magistrats de liaison de l'Organe central pour la Saisie et la Confiscation et la pondération de ces critères PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le Code judiciaire, l'article 259undecies/1, § 2, alinéa 5, inséré par la loi du 4 février 2018 ; Vu la proposition du Collège des procureurs géneraux du 25 juin 2018 ; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 12 juin 2019 ; Vu l'avis 66.518/1/V du Conseil d'Etat, donné le 12 septembre 2019, en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
| Op de voordracht van de Minister van Justitie, | Sur la proposition du Ministre de la Justice, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
| HOOFDSTUK 1. - Evaluatiecriteria van de directeur en de | CHAPITRE 1er. - Critères d'évaluation du directeur et du directeur |
| adjunct-directeur van het COIV en hun weging | adjoint de l'OCSC et leur pondération |
Artikel 1.De directeur en de adjunct-directeur worden geëvalueerd op |
Article 1er.Le directeur et le directeur adjoint sont évalués sur |
| grond van de volgende criteria: | base des critères suivants : |
| 1° Juridische kennis; | 1° Connaissances juridiques; |
| 2° Integriteit - Beroepsethiek; | 2° Intégrité - Ethique professionnelle; |
| 3° Visie; | 3° Vision; |
| 4° Omgevingsbewustzijn; | 4° Maîtrise du contexte extérieur; |
| 5° Groepsgericht leiderschap; | 5° Aptitude à diriger un groupe; |
| 6° Plannen en organiseren; | 6° Planification et organisation; |
| 7° Voortgangscontrole; | 7° Contrôle d'avancement; |
| 8° Besluitvaardigheid; | 8° Esprit de décision; |
| 9° Zin voor openbare dienstverlening; | 9° Sens du service public; |
| 10° Samenwerken; | 10° Collaboration; |
| 11° Aanpassingsvermogen; | 11° Faculté d'adaptation; |
| 12° Stressbestendigheid. | 12° Résistance au stress. |
Art. 2.Elk evaluatiecriterium is gelinkt aan een aantal |
Art. 2.Chaque critère d'évaluation est associé à un certain nombre |
| gedragsindicatoren die de mogelijkheid bieden af te leiden of, en in | d'indicateurs de comportement, qui permettent de déduire si le |
| welke mate, de directeur en de adjunct-directeur aan het criterium | directeur et le directeur adjoint remplissent le critère et dans |
| beantwoorden. | quelle mesure ils le font. |
| Aan de volgorde van de indicatoren per evaluatiecriterium wordt geen | Aucune signification spécifique n'est attribuée à l'ordre |
| specifieke betekenis toegekend. | d'énumération des indicateurs par critère. |
Art. 3.De gedragsindicatoren zijn: |
Art. 3.Les indicateurs de comportement sont: |
| 1° Juridische kennis | 1° Connaissances juridiques |
| De juridische materies beheersen die nuttig zijn voor het uitoefenen | Maîtriser les matières juridiques utiles à l'exercice de sa fonction. |
| van zijn functie. Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement: |
| a) Heeft concrete kennis van de wettelijke en regelgevende bepalingen | a) A une connaissance concrète des dispositions légales et |
| die van toepassing zijn op het Centraal Orgaan en op alle organen die | réglementaires qui s'appliquent à l'Organe central ainsi qu'à tous |
| nuttig zijn voor het uitvoeren van de opdrachten van het Centraal | organes utiles à l'exécution des missions de l'Organe central; |
| Orgaan; b) Heeft grondige kennis van het statuut, de deontologie en de | b) A une connaissance approfondie du statut, de la déontologie et de |
| tuchtregeling van de magistraten en het personeel van het Centraal | la discipline des magistrats et des membres du personnel de l'Organe |
| Orgaan; | central; |
| c) Kent de regels voor de procedures en de organisatie die relevant | c) Connaît les règles de procédure et d'organisation qui sont |
| zijn voor de goede werking van het Centraal Orgaan. | pertinentes pour le bon fonctionnement de l'Organe central. |
| 2° Integriteit - Beroepsethiek Blijk geven van onkreukbaarheid en rechtschapenheid, en aangegane verbintenissen of verplichtingen verbonden aan de functie naleven. Gedragsindicatoren: a) Legt zichzelf ten minste dezelfde gedragsnormen op als die welke aan zijn medewerkers zijn opgelegd; b) Is loyaal en duidelijk over zijn bedoelingen en handelt op coherente wijze; c) Waakt erover alle leden van het Centraal Orgaan op gelijke wijze te behandelen; d) Neemt in elke situatie, en in het bijzonder in een kritieke situatie, zijn verantwoordelijkheid op ten aanzien van het Centraal | 2° Intégrité - Ethique professionnelle Faire preuve de probité, de droiture et respecter les engagements et les obligations liés à la fonction. Indicateurs de comportement : a) S'impose au minimum les mêmes normes de conduite qu' à ses collaborateurs; b) Est loyal et clair dans ses intentions et agit de manière cohérente; c) Veille à assurer l'égalité de traitement vis-à-vis des membres de l'Organe central; d) Assume ses responsabilités vis-à-vis de l'Organe central ainsi qu'à l'égard de ses collaborateurs, en toute circonstance et, en |
| Orgaan en zijn medewerkers; | particulier, en situation critique; |
| e) Vermijdt elk initiatief dat zijn integriteit en/of zijn indruk van | e) Evite toute initiative de nature à porter atteinte à son intégrité |
| integriteit zou kunnen aantasten; | et/ou à son apparence d'intégrité; |
| f) Oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt | f) Exerce ses fonctions en toute indépendance, à l'abri de toute |
| hierbij geen enkele invloed of druk. | influence ou pression. |
| 3° Visie | 3° Vision |
| Een visie ontwikkelen omtrent de hoofdlijnen en de | Développer une vision sur les lignes maîtresses et la stratégie à long |
| langetermijnstrategie van zijn beleid. | terme de sa gestion. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Heeft duidelijke langetermijn-doelstellingen en een plan om zulks | a) Conçoit des objectifs précis à long terme et un plan pour y |
| te bereiken; | parvenir; |
| b) Plaatst kortetermijnplannen in het langeretermijnperspectief; | b) Situe les plans à court terme dans une perspective à long terme; |
| c) Denkt een aantal stappen vooruit; | c) Est capable d'anticipation; |
| d) Onderkent snel de oorzaken van problemen; | d) Discerne rapidement les causes des problèmes; |
| e) Reageert onmiddellijk op nieuwe en onvoorziene omstandigheden; | e) Réagit immédiatement aux circonstances nouvelles et imprévues; |
| f) Geeft blijk van zin voor synthese. | f) Fait preuve de capacité de synthèse. |
| 4° Omgevingsbewustzijn Goed geïnformeerd zijn over de politieke en sociale ontwikkelingen, of over andere maatschappelijke fenomenen. Die kennis doeltreffend benutten voor de uitoefening van zijn functie of voor het Centraal Orgaan. Gedragsindicatoren: a) Is op de hoogte van de belangrijke ontwikkelingen die te maken hebben met zijn functie; b) Blijft goed geïnformeerd over hetgeen een weerslag kan hebben op het Centraal Orgaan of op de eigen taak/functie; c) Is zich bewust van de impact die de aan het Centraal Orgaan toevertrouwde opdrachten kunnen hebben. | 4° Maîtrise du contexte extérieur Avoir une bonne connaissance des évolutions sociales et politiques, ou d'autres faits de société. Utiliser efficacement cette connaissance dans le cadre de sa fonction ou au profit de l'Organe central. Indicateurs de comportement : a) Est au courant des développements importants propres à sa fonction; b) Se tient bien informé de ce qui est susceptible d'avoir un impact sur l'Organe central ou sur sa tâche/fonction; c) Est conscient de l'impact de l'ensemble des missions confiées à l'Organe central. |
| 5° Groepsgericht leiderschap | 5° Aptitude à diriger un groupe |
| In staat zijn leiding te geven aan een groep en samenwerkingsverbanden | Etre en mesure de diriger un groupe, de créer et de maintenir des |
| tot stand te brengen en te handhaven om een vooropgesteld doel te | relations de travail permettant d'atteindre un objectif déterminé. |
| bereiken. Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Heeft concrete kennis van het korps dat hij leidt; | a) A une connaissance concrète du corps qu'il dirige; |
| b) Delegeert verantwoordelijkheden aan medewerkers en creëert | b) Délègue des responsabilités à ses collaborateurs et crée des |
| synergie; | synergies; |
| c) Organiseert effectieve samenwerking binnen de groep van | c) Organise une coopération effective au sein du groupe des |
| medewerkers; | collaborateurs; |
| d) Organiseert de besluitvorming zo dat elke medewerker achter zijn actie staat en zijn bijdrage ertoe levert; e) Omschrijft en verdeelt de verantwoordelijkheden tussen de medewerkers; f) Lost onenigheden binnen de groep op doeltreffende wijze op; g) Is vaardig in mondelinge en schriftelijke communicatie, geeft blijk van overtuigingskracht, en waakt erover dat de informatie wordt rondgestuurd; h) Kan zijn medewerkers motiveren en inspireren tot teamspirit. 6° Plannen en organiseren Op doeltreffende wijze de doelstellingen en de prioriteiten vastleggen. Bepalen welke acties moeten worden ondernomen, binnen welke termijnen en met welke middelen, om die doelstellingen te verwezenlijken. Gedragsindicatoren: a) Legt met betrekking tot zijn eigen taak en die van zijn medewerkers duidelijke doelstellingen vast en geeft ondubbelzinnig aan welk resultaat hij wenst te bereiken; b) Evalueert op regelmatige basis zijn acties en die van zijn | d) Organise la prise de décision de manière à inciter ses collaborateurs à soutenir son action et à y apporter sa contribution; e) Définit et répartit les responsabilités entre les collaborateurs; f) Résout efficacement les différends au sein du groupe; g) Maîtrise la communication orale et écrite, fait preuve de persuasion et veille à organiser la circulation de l'information; h) Est capable de créer un esprit de groupe et de motiver ses collaborateurs. 6° Planification et organisation Définir efficacement les objectifs et les priorités. Déterminer les actions à entreprendre, les délais et les moyens afin d'atteindre ces objectifs. Indicateurs de comportement : a) Tant en ce qui concerne son travail personnel que celui confié à ses collaborateurs, fixe des objectifs clairs et indique sans ambiguïté le résultat à atteindre; b) Evalue régulièrement ses actions et celles de ses collaborateurs et |
| medewerkers en past ze aan volgens de vastgelegde doelen; | les adapte en fonction des objectifs fixés; |
| c) Evalueert voor de relevante gegevens op correcte wijze de betekenis | c) Evalue correctement le sens et l'importance à long terme des |
| en het belang ervan op lange termijn, niet alleen voor zijn eigen | informations pertinentes, non seulement pour sa propre fonction mais |
| functie maar ook voor de andere medespelers van het Centraal Orgaan: | aussi pour les autres rouages de l'Organe central: prend sur cette |
| neemt op basis daarvan alle nodige maatregelen. | base toutes les mesures qui s'imposent. |
| 7° Voortgangscontrole | 7° Contrôle d'avancement |
| In staat zijn boordtabellen aan te leggen om de voortgang van de | Etre capable de créer des tableaux de bord permettant d'effectuer le |
| werkzaamheden te controleren. | contrôle d'avancement des travaux. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Reageert tijdig op problemen; | a) Réagit à temps aux problèmes; |
| b) Volgt van nabij de evolutie van het Centraal Orgaan in het licht | b) Suit de près l'évolution de l'Organe central en fonction des |
| van de vastgelegde doelstellingen; | objectifs fixés; |
| c) Houdt zich op de hoogte van de vordering van werkzaamheden, zowel | c) Se tient informé de l'avancement des travaux, tant de manière |
| op formele als op informele wijze; | formelle qu'informelle; |
| d) Staat open voor de invoering en de aanwending van nieuwe | d) Est ouvert à l'implantation et à l'utilisation des nouvelles |
| technologieën als hulp bij het beheer; | technologies comme aide à la gestion; |
| e) Reageert tijdig door het nemen van gepaste maatregelen bij | e) Réagit à temps en prenant les mesures qui s'imposent en cas |
| afwijking van de planning, van de wettelijke verplichtingen, en van de | d'écarts par rapport à la planification, aux impératifs légaux et aux |
| good practices. | bonnes pratiques. |
| 8° Besluitvaardigheid | 8° Esprit de décision |
| De noodzakelijke beslissingen nemen, ze onmiddellijk uitvoeren en | Prendre les décisions qui s'imposent, les mettre aussitôt en oeuvre et |
| duidelijke standpunten innemen. | exprimer clairement sa position. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; | a) Prend des décisions dans un délai raisonnable; |
| b) Licht zijn beslissingen en de redenen ervan toe; | b) Explique ses décisions et en communique les motifs; |
| c) Is in staat om in alle omstandigheden beslissingen te nemen; | c) Se montre capable de décider en toutes circonstances; |
| d) Is in staat goede en evenwichtige beslissingen te nemen, rekening | d) Est capable de prendre les décisions équilibrées et |
| houdend met de ingezamelde informatie. | proportionnelles en tenant compte des informations recueillies. |
| 9° Zin voor openbare dienstverlening | 9° Sens du service public |
| In zijn beleid rekening houden met het standpunt van de actoren van | Tenir compte dans sa gestion du point de vue des acteurs de la |
| het gerecht, de gebruikers en de actoren van de burgermaatschappij. | justice, des usagers et des acteurs de la société civile. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Vraagt geregeld naar het standpunt van de actoren van het gerecht, | a) S'informe régulièrement du point de vue des acteurs de la justice, |
| de gebruikers en de actoren van de burgermaatschappij; | des usagers et des acteurs de la société civile; |
| b) Ontwikkelt een gepaste communicatie voor de actoren van het | b) Développe une communication adaptée avec les acteurs de la justice, |
| gerecht, de gebruikers en de actoren van de burgermaatschappij; | les usagers et les acteurs de la société civile; |
| c) Ontwikkelt een beleid voor de behandeling van klachten die hem | c) Développe une politique du traitement des plaintes qui lui sont |
| worden meegedeeld; | communiquées; |
| d) Organiseert onthaal en informatieverstrekking voor de | d) Organise l'accueil et l'information du justiciable; |
| rechtzoekende; | |
| e) Engageert zich binnen de overheidsinstellingen die te maken hebben | e) S'implique au sein des institutions publiques concernées par la |
| met justitie. | Justice. |
| 10° Samenwerken | 10° Collaboration |
| De samenwerking en het overleg stimuleren en structureren, zowel op | Stimuler et structurer la collaboration et la concertation tant |
| intern als extern vlak. | interne qu'externe. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Ontwikkelt een doorzichtig model voor samenwerking en overleg; | a) Développe un modèle de collaboration et de concertation transparent; |
| b) Geeft blijk van diplomatie; | b) Fait preuve de diplomatie; |
| c) Doet op het juiste ogenblik een beroep op personen die een | c) Fait appel, en temps opportun, aux personnes susceptibles de jouer |
| belangrijke rol kunnen spelen bij het zoeken naar de beste oplossing; | un rôle important dans la recherche de la meilleure solution; |
| d) Overbrugt de tegenstellingen en de verschillende zienswijzen binnen | d) Surmonte les oppositions, les différentes approches au sein de |
| het Centraal Orgaan en brengt de medewerkers op constructieve wijze bijeen; | l'Organe central et réunit les collaborateurs de manière constructive; |
| e) Brengt bij de medewerkers een gemeenschappelijke werkwijze tot | e) Met en place une méthode de travail commune et veille à ce que |
| stand en zorgt ervoor dat iedere medewerker zijn bijdrage tijdig levert; | chaque collaborateur fournisse sa contribution en temps opportun; |
| f) Waakt over een doeltreffende samenwerking met de externe actoren; | f) Veille à collaborer efficacement avec les acteurs extérieurs; |
| g) Legt vlot contact met anderen, kan hen op hun gemak stellen en is | g) Crée facilement des contacts avec autrui, met ses interlocuteurs à |
| in staat om andermans belangstelling te wekken. | l'aise et se montre capable de susciter leur intérêt. |
| 11° Aanpassingsvermogen | 11° Faculté d'adaptation |
| Efficiënt functioneren door zich aan te passen aan wijzigingen in de | Fonctionner de manière efficace en s'adaptant à l'évolution de |
| omgeving, de taken, de verantwoordelijkheden en de personele en | l'environnement, des tâches, des responsabilités et des moyens humains |
| materiële middelen. | et matériels. |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Past zijn oorspronkelijke doelstellingen aan om doeltreffend en op | a) Adapte ses objectifs initiaux de manière à fonctionner de manière |
| duurzame wijze te kunnen functioneren; | efficace et durable; |
| b) Is in staat zichzelf in vraag te stellen; | b) Est capable de se remettre en question; |
| c) Staat open voor de argumenten van anderen; | c) Est ouvert aux arguments des autres; |
| d) Kan erkennen dat anderen goede ideeën hebben en houdt er rekening mee; | d) Reconnaît les bonnes idées des autres et en tient compte; |
| e) Speelt adequaat in op onverwachte en spoedeisende situaties; | e) Réagit adéquatement aux situations inattendues et urgentes; |
| f) Vindt vernieuwende oplossingen die de situatie kunnen verbeteren; | f) Trouve des solutions novatrices capables d'améliorer la situation; |
| g) Gebruikt de kansen die zich aanbieden om zijn doelstellingen te | g) Met à profit les opportunités qui se présentent pour atteindre les |
| bereiken. | objectifs. |
| 12° Stressbestendigheid | 12° Résistance au stress |
| Ongeacht de omstandigheden, of deze nu positief of negatief zijn, hoogstaand werk afleveren. Gedragsindicatoren: a) Zoekt naar de beste oplossing, ook bij grote problemen, tijdsdruk en in emotionele geladen omstandigheden; b) Is in staat zich te beheersen, zelfs bij provocatie; c) Vermijdt teveel taalgebruik in alle omstandigheden, drukt zich sereen en bedachtzaam uit; d) Is in staat de prioriteiten te herdefiniëren afhankelijk van de onverwachte wendingen. | Fournir un travail de qualité quelles que soient les circonstances, positives ou négatives. Indicateurs de comportement : a) Recherche la meilleure solution possible, même confronté à des problèmes de grande ampleur, au manque de temps ou à une situation émotionnelle; b) Est capable de se maîtriser, même en cas de provocation; c) Evite les excès de langage en toutes circonstances, s'exprime avec sérénité et circonspection; d) Sait redéfinir les priorités en fonction des aléas. |
Art. 4.Per evaluatiecriterium wordt een beoordeling "goed" of |
Art. 4.Il est attribué, par critère d'évaluation, une des mentions |
| "onvoldoende" toegekend. Die beoordeling wordt met redenen omkleed. | suivantes: "bon" ou "insuffisant". Cette mention sera motivée. |
| De criteria worden gewogen als volgt: | Les critères sont pondérés comme suit : |
| 1° Indien aan de geëvalueerde voor één van de criteria 1 tot 9 de | 1° Si l'évalué obtient la mention "insuffisant" pour un des critères 1 |
| beoordeling "onvoldoende" wordt toegekend, wordt de eindbeoordeling | à 9, la mention finale de l'évaluation sera "insuffisant"; |
| van de evaluatie als "onvoldoende" beschouwd; | 2° Si l'évalué obtient la mention "insuffisant" pour au moins deux des |
| 2° Indien aan de geëvalueerde voor ten minste twee van de criteria 10 | critères 10 à 12, la mention finale de l'évaluation sera |
| tot 12 de beoordeling "onvoldoende" wordt toegekend, wordt de | "insuffisant". |
| eindbeoordeling van de evaluatie als " onvoldoende " beschouwd. | |
| De eindbeoordeling wordt met redenen omkleed. | L'évaluation finale sera motivée. |
| HOOFDSTUK 2. - Evaluatiecriteria van de verbindingsmagistraten van het | CHAPITRE 2. - Critères d'évaluation des magistrats de liaison de |
| COIV en hun weging | l'OCSC et leur pondération |
Art. 5.De evaluatiecriteria van de verbindingsmagistraten worden |
Art. 5.Les critères d'évaluation des magistrats de liaison sont |
| volgens hun relatief belang ondergebracht in drie groepen A, B en C | répartis, selon leur importance relative, en trois groupes, à savoir |
| waarbij het belang afneemt van A naar C toe. | les groupes A, B et C dont l'importance est dégressive de A vers C. |
| Aan de volgorde van de criteria binnen elke groep komt geen specifieke | Aucune signification spécifique n'est attribuée à l'ordre des critères |
| betekenis toe. | au sein de chaque groupe. |
Art. 6.De evaluatiecriteria zijn: |
Art. 6.Les critères d'évaluation sont : |
| Groep A: | Groupe A: |
| 1° Juridische kennis; | 1° Connaissances juridiques; |
| 2° Doeltreffendheid en doelmatigheid; | 2° Efficience et efficacité; |
| 3° Communicatie- en uitdrukkingsvaardigheid; | 3° Aptitude à la communication et qualité de l'expression; |
| 4° Besluitvaardigheid; | 4° Esprit de décision; |
| 5° Geschiktheid voor het leiden van strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken; | 5° Aptitude à la direction des enquêtes pénales d'exécution; |
| 6° Specifieke kennis; | 6° Connaissance spécifique; |
| 7° Strafrechterlijk beleid; | 7° Politique criminelle; |
| 8° Integriteit - Beroepsethiek. | 8° Intégrité - Ethique professionnelle. |
| Groep B: | Groupe B: |
| 1° Collegialiteit; | 1° Collégialité; |
| 2° Zelfbeheersing; | 2° Maîtrise de soi; |
| 3° Samenwerkingsvermogen in hiërarchisch verband. | 3° Aptitude à travailler dans une structure hiérarchique. |
| Groep C: | Groupe C: |
| 1° Permanente vormingsbereidheid; | 1° Intérêt pour une formation continue; |
| 2° Aanpassingsvermogen; | 2° Faculté d'adaptation; |
| 3° Openheid van geest en engagement. | 3° Ouverture d'esprit et engagement. |
Art. 7.Voor elk evaluatiecriterium bestaan er een aantal |
Art. 7.Chaque critère d'évaluation est associé à un certain nombre |
| gedragsindicatoren die toelaten af te leiden of, en in welke mate, de | d'indicateurs de comportement, qui permettent de déduire si le |
| verbindingsmagistraat aan het criterium beantwoordt. | magistrat de liaison remplit le critère et dans quelle mesure il le |
| Aan de volgorde van de indicatoren per evaluatiecriterium komt geen | fait. Aucune signification spécifique n'est attribuée à l'ordre |
| specifieke betekenis toe. | d'énumération des indicateurs par critère. |
Art. 8.De gedragsindicatoren zijn: |
Art. 8.Les indicateurs de comportement sont : |
| Groep A: | Groupe A : |
| 1° Juridische kennis | 1° Connaissances juridiques |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Beheerst de juridische materies die behandeld worden rekening | a) Avoir la maîtrise des matières juridiques traitées par référence |
| houdend met de gegevens, feiten en situaties die de magistraat worden voorgelegd; | aux données, faits et situations soumis au magistrat; |
| b) Beschikt over een parate juridische kennis van het strafrecht en | b) Avoir une maîtrise suffisante du droit pénal et de la procédure |
| het strafprocesrecht, en, inzake inbeslagneming en verbeurdverklaring, | |
| van de overeenkomsten inzake wederzijdse rechtshulp en van het | pénale, et, en matière de saisie et confiscation, des conventions |
| vergelijkend strafrecht; | d'entraide et du droit pénal comparé; |
| c) Toont belangstelling voor deze materies. | c) Manifester de l'intérêt pour ces matières. |
| 2° Doeltreffendheid en doelmatigheid | 2° Efficience et efficacité |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Geeft blijk van analytisch vermogen; | a) Faire preuve de capacité d'analyse; |
| b) Is bekwaam een bijzondere vraag te situeren in een nationale en/of | b) Etre apte à situer une demande particulière dans un contexte |
| internationale context; | national et/ou international; |
| c) Kan de hoofdzaken onderscheiden en de prioriteiten bepalen in het licht van de wettelijke opdracht van het COIV; d) Geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van het werk van een team en in de leiding van een opdracht of een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek; e) Motiveert collegae en medewerkers; f) Werkt doeltreffend: is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en om een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich voordoen; g) Heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand en praktisch inzicht; | c) Etre en mesure de détecter l'essentiel et de déterminer les priorités par référence à la mission légale dévolue à l'OCSC; d) Démontrer une capacité de gestion dans l'organisation du travail d'une équipe et dans la direction d'une mission ou d'une enquête pénale d'exécution; e) Motiver les collègues et collaborateurs; f) Etre efficace: gérer son travail et offrir des solutions efficaces aux problèmes rencontrés; g) Témoigner d'esprit d'initiative, de bon sens et d'esprit pratique; |
| h) Behoudt een evenwicht tussen: | h) Maintenir l'équilibre entre: |
| i. de kwaliteit van het werk: | i. la qualité du travail: |
| - professionele nauwgezetheid; | - la conscience professionnelle; |
| - creativiteit; | - la créativité; |
| en | et |
| ii. de kwantiteit van het werk: | ii. la quantité du travail: |
| - werkmethode; | - la méthode de travail; |
| - opvolging van dossiers. | - le suivi des dossiers. |
| i) Is stipt: respecteert vastgestelde uren (zittingen, vergaderingen, | i) Etre ponctuel: respect des heures fixées (audiences, réunions, |
| afspraken,...) en termijnen; | rendez-vous,...) et des délais; |
| j) Is bekwaam om bij het leiden van een vergadering het | j) Etre capable de diriger une réunion aux fins de favoriser un |
| beslissingsproces te bevorderen en concrete waarborgen te bieden voor de opvolging van de beslissingen; | processus décisionnel et d'en assurer le suivi de manière concrète; |
| k) Heeft aandacht voor de mogelijkheden geboden door de procedures. | k) Etre attentif aux possibilités offertes par les procédures. |
| 3° Communicatie - en uitdrukkingsvaardigheid | 3° Aptitude à la communication et qualité de l'expression |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Luisterbereidheid: | a) La disposition à l'écoute : |
| i. is luisterbereid naar elkeen en heeft bijzondere aandacht voor de | i. être à l'écoute de chacun et être particulièrement attentif aux |
| verwachtingen en de rechten van de slachtoffers; | attentes et aux droits des victimes; |
| ii. achterhaalt (uitdrukkelijke en impliciete) motieven bij de | ii. rechercher les motivations (explicites et implicites) des |
| gesprekspartners; | interlocuteurs; |
| iii. is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te | iii. être capable d'identifier les informations importantes dans les |
| achterhalen, vragen te stellen en gepast te reageren op de | communications orales, de poser des questions et de réagir |
| tussenkomsten; | adéquatement aux interventions; |
| iv. kan de meest geschikte communicatievorm kiezen; | iv. être apte à choisir le mode d'échange le plus adéquat; |
| v. is hoffelijk en beleefd. | v. être poli et courtois. |
| b) Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: | b) L'expression orale et écrite : |
| i. drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; | i. s'exprimer de manière pondérée, réfléchie et correcte; |
| ii. schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: de geschreven documenten | ii. expression écrite: les écrits sont structurés, argumentés avec |
| zijn gestructureerd, duidelijk geargumenteerd, grammaticaal correct, | clarté, grammaticalement corrects, rédigés avec logique et précision |
| logisch en precies opgesteld in een begrijpelijke taal; | dans une langue compréhensible; |
| iii. mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: vlot, helder, bondig en precies; | iii. expression orale: aisée, claire, concise et précise; |
| iv. synthetisch vermogen. | iv. esprit de synthèse. |
| c) Professionele relationele vaardigheid: | c) La qualité des relations professionnelles : |
| i. heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met de Belgische | i. être attentif à préserver une relation de qualité avec les acteurs |
| en buitenlandse actoren van het gerecht, (magistraten, onderzoekers, | de la justice belges et étrangers (magistrats, enquêteurs, secrétaires |
| parketsecretarissen, griffiers, juristen, stagiairs, advocaten, | de parquet, greffiers, juristes, stagiaires, avocats, |
| rechtsonderhorigen,...) alsook met de administraties belast met de | justiciables,...) ainsi qu'avec les administrations chargées des |
| financiële belangen van de Staat, het publiek en de pers; | intérêts financiers de l'Etat, le public et la presse; |
| ii. is bekwaam om op diplomatische wijze om te gaan met de Belgische | ii. être apte à agir avec diplomatie à l'égard des acteurs de la |
| of buitenlandse actoren van het gerecht en, eventueel, met de andere | justice belges ou étrangers et, le cas échéant, avec les autres |
| grondwetgevende machten; | pouvoirs constituants; |
| iii. kan vlot communiceren met de Belgische en buitenlandse actoren | iii. être en mesure de communiquer de manière aisée avec les acteurs |
| van het gerecht alsook met de administraties belast met de financiële | de la justice belges et étrangers ainsi qu'avec les administrations |
| belangen van de Staat. | chargées des intérêts financiers de l'Etat. |
| 4° Besluitvaardigheid | 4° Esprit de décision |
| Gedragsindicatoren: | |
| a) Neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de | Indicateurs de comportement : |
| moeilijkheidsgraad van de zaken en situaties waarin beslissingen | a) Prendre ses responsabilités nonobstant la difficulté des matières |
| moeten worden genomen; b) Neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; c) Vermijdt nutteloze opdrachten tijdens strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken; d) Baseert zich in het beslissingsproces op objectieve criteria. 5° Geschiktheid voor het leiden van strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken Gedragsindicator: a) Is bekwaam om een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek te leiden, te ondersteunen en op te volgen, alsook om een toekomstgerichte visie te inspireren. 6° Specifieke kennis. Gedragsindicator: | et situations soumises à décisions; b) Prendre des décisions dans un délai raisonnable; c) Eviter les devoirs inutiles lors d'enquêtes pénales d'exécution; d) Mener le processus décisionnel sur la base de critères objectifs. 5° Aptitude à la direction des enquêtes pénales d'exécution Indicateur de comportement : a) Etre apte à soutenir une enquête pénale d'exécution en terme de direction, appui et suivi, et à stimuler une vision prospective. 6° Connaissance spécifique Indicateur de comportement : |
| a) Is bekwaam om alle aspecten van de internationale samenwerking | a) Etre apte à discerner tous les aspects liés à la coopération |
| inzake inbeslagnemingen en verbeurdverklaringen te onderkennen | internationale en matière de saisies et confiscations (demandes |
| (verzoeken tot rechtshulp, samenwerking met de Europese en | d'entraide judiciaire, coopération avec les juridictions et |
| internationale rechtscolleges en instellingen). | institutions européennes et internationales). |
| 7° Strafrechtelijk beleid. | 7° Politique criminelle |
| Gedragsindicator: | Indicateur de comportement : |
| a) Stemt de operationele aanpak af op de prioriteiten van het | a) Développer une approche opérationnelle conforme aux priorités |
| strafrechtelijk beleid (College van procureurs-generaal, nationale | déterminées par la politique criminelle (collège des procureurs |
| plannen inzake de uitvoering van internationale verplichtingen van | généraux, plans nationaux relatifs à l'exécution d'obligations |
| België (FATF, UNCAC,...),...). | internationales de la Belgique (GAFI, UNCAC, ...),...). |
| 8° Integriteit - Beroepsethiek | 8° Intégrité - Ethique professionnelle |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is onpartijdig; | a) Etre impartial; |
| b) Gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek | b) Respecter l'éthique professionnelle et la déontologie généralement |
| en deontologie; | acceptées; |
| c) Is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het | c) Avoir le sens du service public en favorisant notamment la |
| bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de | confiance du justiciable en la justice; |
| rechtsbedeling; | |
| d) Oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt | d) Exercer les fonctions en toute indépendance, à l'abri de toute |
| hierbij geen enkele invloed; | influence; |
| e) Is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; | e) Etre apte à résister à toute pression, provocation ou contrainte; |
| f) Heeft aandacht voor de rechten van de mens en het rechtvaardig | f) Etre attentif aux droits de l'homme et au déroulement équitable des |
| verloop van de debatten (sensu lato); | débats (sensu lato); |
| g) Neemt een zekere gereserveerdheid in acht. | g) Faire preuve de réserve. |
| GROEP B: | GROUPE B : |
| 1° Collegialiteit | 1° Collégialité |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is collegiaal ingesteld: zet zich in om de gemeenschappelijke | a) Avoir le sens de la collégialité: participation à la réalisation |
| doelstellingen van de groep te realiseren; | des objectifs communs poursuivis; |
| b) Wisselt professionele knowhow en informatie uit; | b) Transmettre le savoir-faire et de l'information; |
| c) Heeft zin voor groepswerk: zoekt en neemt verantwoordelijkheid op | c) Avoir le sens du travail d'équipe: recherche et exercer des |
| zich; | responsabilités; |
| d) Is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen. | d) Etre loyal envers les autres et les décisions prises. |
| 2° Zelfbeheersing | 2° Maîtrise de soi |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Evenwichtig gedrag: | a) Comportement équilibré: |
| i. gedraagt zich naar de genomen beslissingen; | i. assumer les décisions prises; |
| ii. overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in het | ii. surmonter les difficultés rencontrées dans la gestion de ses |
| beheer van zijn opdrachten, op de zitting of in alle andere | missions, à l'audience ou en toutes autres circonstances. |
| omstandigheden. b) Stressbestendigheid: | b) Capacité à supporter le stress: |
| i. kan de werkdruk aan; | i. supporter la charge de travail; |
| ii. behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt. | ii. être capable de se maîtriser même en cas de provocation. |
| 3° Samenwerkingsvermogen in hiërarchisch verband | 3° Aptitude à travailler dans une structure hiérarchique |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is in staat om de door de directeur van het COIV uitgezette koers | a) Etre apte à mettre en oeuvre les orientations et directives |
| en de richtlijnen om te zetten in de praktijk; | déterminées par le directeur de l'OCSC ; |
| b) Kan autonoom werken onder een gesteld gezag. | b) Pouvoir travailler de manière autonome sous autorité. |
| GROEP C: | GROUPE C : |
| 1° Permanente vormingsbereidheid | 1° Intérêt pour une formation continue |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren; | a) Avoir le souci de se perfectionner et d'améliorer ses compétences; |
| b) Neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; | b) Prendre des initiatives pour améliorer sa formation; |
| c) Behoudt evenwicht tussen werk en vorming. | c) Maintenir un équilibre entre travail et formation. |
| 2° Aanpassingsvermogen | 2° Faculté d'adaptation |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin | a) Se porter volontaire pour des activités nouvelles et s'y montrer |
| doeltreffend; | efficace; |
| b) Bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een | b) Envisager de manière positive tout changement ou remplacement |
| positieve ingesteldheid. | demandé. |
| 3° Openheid van geest en engagement | 3° Ouverture d'esprit et engagement |
| Gedragsindicatoren: | Indicateurs de comportement : |
| a) Is beschikbaar om, zowel binnen het Centraal Orgaan als erbuiten, | a) Etre disponible pour prendre des initiatives constructives tant au |
| opbouwende initiatieven te nemen maar blijft in staat een goed | |
| evenwicht te bewaren tussen de hoofd- en nevenactiviteiten; | sein de l'Organe central qu'en dehors, tout en préservant un juste |
| b) Neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in | équilibre entre les activités principales et subsidiaires; |
| de maatschappelijke werkelijkheid. | b) Participer à des activités susceptibles de contribuer à une |
| meilleure perception des réalités sociales. | |
Art. 9.Per evaluatiecriterium wordt een beoordeling "goed" of |
Art. 9.Il est attribué, par critère d'évaluation, une des mentions |
| "onvoldoende" toegekend. Die beoordeling wordt met redenen omkleed. | suivantes : "bon" ou "insuffisant". Cette mention sera motivée. |
| Met het oog op de weging van de evaluatiecriteria stemmen de in het | En vue de la pondération des critères d'évaluation, les mentions |
| eerste lid bedoelde vermeldingen overeen met een waarde die verschilt | figurant à l'alinéa 1er correspondent à une valeur variant selon le |
| per groep van criteria: | groupe de critères: |
| 1° Groep A: | 1° Groupe A: |
| a. goed = + 3; | a. bon = + 3; |
| b. onvoldoende = - 3; | b. insuffisant = - 3; |
| 2° Groep B: | 2° Groupe B: |
| a. goed = + 2; | a. bon = + 2; |
| b. onvoldoende = - 2; | b. insuffisant = - 2; |
| 3° Groep C: | 3° Groupe C: |
| a. goed = + 1; b. onvoldoende = - 1. Na de beoordeling per evaluatiecriterium worden de waarden opgeteld. De beoordeling draagt de vermelding: 1° "goed" indien het totaal groter of gelijk is aan nul; 2° "onvoldoende" indien het totaal kleiner is dan nul. De eindbeoordeling wordt met redenen omkleed. HOOFDSTUK
3. - Inwerking-en slotbepaling Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Art. 11.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 1 oktober 2019. FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie |
a. bon = + 1; b. insuffisant = - 1. Après l'évaluation critère par critère, toutes les valeurs sont additionnées. L'évaluation finale porte la mention: 1° "bon", si le total obtenu est supérieur ou égal à zéro; 2° "insuffisant", si le total obtenu est inférieur à zéro. L'évaluation finale sera motivée. CHAPITRE
3. - Dispositions d'entrée en vigueur et finale Art. 10.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 11.Le ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 1er octobre 2019. PHILIPPE Par le Roi : Le Ministre de la Justice |
| K. GEENS | K. GEENS |