Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende de samenstelling en de werking van de federale ministeriële kabinetten en betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken | Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 4 mai 1999 relatif à la composition et au fonctionnement des cabinets ministériels fédéraux et au personnel des ministères appelé à faire partie du cabinet d'un membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une Région |
---|---|
DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 1 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende de samenstelling en de werking van de federale ministeriële kabinetten en betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | SERVICES DU PREMIER MINISTRE 1er FEVRIER 2001. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 4 mai 1999 relatif à la composition et au fonctionnement des cabinets ministériels fédéraux et au personnel des ministères appelé à faire partie du cabinet d'un membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une Région ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. |
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Vu les articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution; |
Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende de | Vu l'arrêté royal du 4 mai 1999 relatif à la composition et au |
samenstelling en de werking van de federale ministeriële kabinetten en | fonctionnement des cabinets ministériels fédéraux et au personnel des |
betreffende het personeel van de ministeries aangewezen om van het | |
kabinet van een lid van een Regering of van een College van een | ministères appelé à faire partie du cabinet d'un membre d'un |
Gemeenschap of een Gewest deel uit te maken, inzonderheid op artikel | Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une Région, |
18; | notamment l'article 18; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juni 2000; | Vu l'avis de l'inspecteur des Finances, donné le 29 juin 2000; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 | Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 18 octobre 2000; |
oktober 2000; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 september 2000; | Vu l'accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 29 septembre 2000; |
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek om advies | Vu la délibération du Conseil des Ministres sur la demande d'avis à |
door de Raad van State binnen een termijn van een maand; | donner par le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas un mois; |
Gelet op advies 31.046/1 van de Raad van State, gegeven op 11 januari | Vu l'avis 31.046/1 du Conseil d'Etat, donné le 11 janvier 2001, en |
2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | le Conseil d'Etat; |
Overwegende dat het aangewezen is duidelijkheid te brengen in de | Considérant qu'il est nécessaire de clarifier les dispositions |
bepalingen betreffende de forfaitaire toelage wegens ontslag, zowel | relatives à l'allocation forfaitaire de départ, tant en matière de |
omtrent de mogelijke cumulatie met andere uitkeringen als omtrent de | cumul possible avec d'autres allocations ou indemnités qu'au niveau de |
basis voor de berekening van deze toelage; | la base de calcul de celle-ci; |
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in | Sur la proposition de Notre Premier Ministre et de l'avis de Nos |
Raad vergaderde Ministers, | Ministres qui en ont délibéré en Conseil, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Nous avons arrêté et arrêtons : |
Artikel 1.Artikel 18 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 |
Article 1er.L'article 18 de l'arrêté royal du 4 mai 1999 relatif à la |
betreffende de samenstelling en de werking van de federale | composition et au fonctionnement des cabinets ministériels fédéraux et |
ministeriële kabinetten en betreffende het personeel van de | au personnel des ministères appelé à faire partie du cabinet d'un |
ministeries aangewezen om van het kabinet van een lid van een Regering | membre d'un Gouvernement ou d'un Collège d'une Communauté ou d'une |
of van een College van een Gemeenschap of een Gewest deel uit te | |
maken, wordt gewijzigd als volgt : | Région, est modifié comme suit : |
1° in § 4 wordt het woord « werkloosheidsuitkering » vervangen door de | 1° au § 4 les mots « ou d'indemnité de maladie ou de maternité » sont |
woorden « hetzij werkloosheidsuitkering, hetzij uitkering wegens | |
ziekte, hetzij moederschapsuitkering » en worden de woorden « of | |
werkloosheidsuitkering » vervangen door de woorden « , hetzij als | |
werkloosheidsuitkering, hetzij als uitkering wegens ziekte, hetzij als moederschapsuitkering »; | chaque fois insérés après les mots « d'allocations de chômage »; |
2° § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5. Voor de vaststelling van de toelage wegens ontslag komt enkel de in artikel 12 bedoelde als wedde geldende kabinetstoelage in aanmerking. De aanvullende toelage, bedoeld in het tweede lid, en de eventuele verhoging, bedoeld in het derde lid van hetzelfde artikel, worden niet meegerekend. Geen toelage wegens ontslag is verschuldigd aan hen die uit eigen beweging hun ambt neerleggen. » Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 1 februari 2001. ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, |
2° le § 5 est remplacé par la disposition suivante : « § 5. Pour la fixation de l'allocation de départ, seule l'allocation de cabinet tenant lieu de traitement, visée à l'article 12, est prise en considération. Le supplément d'allocation visé à l'alinéa 2, et l'augmentation éventuelle visée à l'alinéa 3 du même article ne sont pas pris en compte. Il n'est dû aucune allocation de départ aux personnes qui cessent leurs fonctions de leur propre gré. » Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 3.Notre Premier Ministre et Nos Ministres sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 1er février 2001. ALBERT Par le Roi : Le Premier Ministre, |
G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |