Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Huishoudelijk Règlement van --
← Terug naar "Huishoudelijk reglement van de directieraad van het Ministerie van Justitie Afdeling 1. - Algemene bepalingen Artikel 1. De directieraad wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal. Wanneer hij afwezig of verhinderd is, wijst de voorzitter Art. 2. De directieraad vergadert telkens de Minister, de voorzitter of ten minste twee stemgerecht(...)"
Huishoudelijk reglement van de directieraad van het Ministerie van Justitie Afdeling 1. - Algemene bepalingen Artikel 1. De directieraad wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal. Wanneer hij afwezig of verhinderd is, wijst de voorzitter Art. 2. De directieraad vergadert telkens de Minister, de voorzitter of ten minste twee stemgerecht(...) Règlement d'ordre intérieur du conseil de direction du Ministère de la Justice Section 1re. - Dispositions générales Article 1 er . .Le conseil de direction est présidé par le Secrétaire général. En cas d'absence ou d'empêchement, le Art. 2. Le conseil de direction se réunit chaque fois que le Ministre, le président ou au moins deu(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE Huishoudelijk reglement van de directieraad van het Ministerie van JustitieAfdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De directieraad wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal. Wanneer hij afwezig of verhinderd is, wijst de voorzitter het lid van de directieraad aan dat hem vervangt.

Art. 2.De directieraad vergadert telkens de Minister, de voorzitter of ten minste twee stemgerechtigde leden erom vragen en in elk geval zesmaal per jaar.

Art. 3.De voorzitter stelt de agenda van de vergadering op. De oproepingsbrief wordt, samen met de agenda en de bescheiden betreffende de te bespreken punten, ten minste acht kalenderdagen voor de datum van de vergadering aan de leden toegezonden. In de gevallen die met reden spoedeisend worden beschouwd, kan de oproepingstermijn worden teruggebracht tot twee kalenderdagen voor de vergadering.

Art. 4.Het lid dat om dringende reden verhinderd is zich naar de vergadering te begeven, brengt er onmiddellijk de voorzitter van op de hoogte. Dit lid kan zijn opmerkingen of adviezen ten laatste twee kalenderdagen voor de directieraad mededelen aan de voorzitter die ze ter kennis van de andere leden brengt vooraleer de discussie van de bedoelde aangelegenheid aan te vatten.

Art. 5.Nieuwe punten kunnen slechts aan de agenda worden toegevoegd met eenparigheid van de aanwezige leden, behalve als het gaat om een vraag van de Minister. In geen geval kunnen nieuwe punten aan de agenda worden toegevoegd als ze specifiek betrekking hebben op de diensten die ressorteren onder een lid dat verhinderd is. De agenda kan, in voorkomend geval, van bij het begin van de vergadering worden aangevuld.

Art. 6.De voorzitter van de directieraad wijst de secretaris en diens plaatsvervanger aan. Indien de secretaris persoonlijk belang heeft bij één of meer agendapunten, dient hij de vergadering te verlaten tijdens de behandeling van deze punten en wordt hij vervangen door de plaatsvervangend secretaris. Indien ook deze een persoonlijk belang heeft, neemt een lid van de directieraad het secretariaat waar.

Art. 7.De notulen van de vergadering worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en aan alle leden wordt een afschrift overgezonden. Ze worden geacht te zijn goedgekeurd indien er geen schriftelijke opmerkingen binnen de vijf werkdagen volgend op de datum van de verzending van de documenten bij de secretaris toekomen. Ingeval van opmerkingen worden de notulen na verbetering opnieuw voorgelegd aan de leden binnen de twee werkdagen volgend op het verstrijken van de hogergenoemde termijn. Indien er bij de secretaris geen schriftelijke opmerkingen toekomen binnen de twee werkdagen volgend op het versturen van de verbeterde versie, worden de notulen geacht definitief te zijn goedgekeurd. Afdeling 2. - Beraadslaging en stemming Algemene bepalingen

Art. 8.Onverminderd het bepaalde in de artikelen 15 en 16 beraadslaagt de raad geldig wanneer ten minste de helft van de leden aanwezig is. Indien het quorum niet is bereikt, kan de raad na een nieuwe oproeping geldig beraadslagen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 9.Indien de meerderheid van de aanwezige leden de aanwezigheid van een verhinderd lid onontbeerlijk acht voor de behandeling van één of meer agendapunten, kan de voorzitter beslissen de behandeling van die punten te verdagen.

Art. 10.Indien een lid van de directieraad persoonlijk belang heeft bij één of meer agendapunten, dient het de vergadering te verlaten tijdens de behandeling van deze punten.

Art. 11.Uitsluitend de leden die hebben deelgenomen aan het geheel van de beraadslagingen betreffende een bepaald agendapunt houdende een individuele beslissing betreffende een persoon, en dit zowel tijdens de aan gang zijnde vergadering als tijdens de voorgaande besprekingen van de directieraad, kunnen aan de daarmee verband houdende stemming deelnemen.

Art. 12.De directieraad beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Behalve wanneer gestemd wordt over een individuele beslissing betreffende een persoon, worden de blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

Art. 13.Elke individuele beslissing ten aanzien van een persoon wordt, na algemene bespreking, genomen bij geheime stemming. Tuchtzaken

Art. 14.In tuchtzaken mag een lid van de directieraad, dat het voorlopig voorstel van tuchtmaatregel heeft gedaan, na het sluiten van de debatten, niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming omtrent het definitieve voorstel van tuchtstraf en dient het de vergadering te verlaten.

Art. 15.De beraadslaging en de stemming inzake voorstellen van tuchtsanctie voor ambtenaren van rang 15 wordt gevoerd enkel in aanwezigheid van ambtenaren bekleed met een ambt van ten minste rang 16. Benoemingen en bevorderingen

Art. 16.De beraadslaging en de stemming over benoemingen en bevorderingen tot een ambt van rang 16 worden gevoerd enkel in aanwezigheid van ambtenaren bekleed met een ambt van ten minste rang 16.

Art. 17.Het profiel waaraan de kandidaat moet beantwoorden, wordt geschetst door de directeur-generaal bij wiens dienst de betrekking vakant is. Indien de dienst waar de betrekking vakant is niet vertegenwoordigd wordt op de directieraad, dan leest de voorzitter het profiel zoals het werd opgesteld door de persoon die de dienst in kwestie leidt, voor.

Art. 18.De directieraad bepaalt de criteria aan de hand waarvan de kandidaten zullen beoordeeld worden, definieert ze inhoudelijk en weegt hun belang, alvorens over te gaan tot een vergelijking van de titels en de verdiensten van de kandidaten.

Art. 19.Na vergelijking van de titels en de verdiensten van alle kandidaten ten opzichte van de te begeven betrekking stelt de voorzitter of de directeur-generaal bij wiens diensten de betrekking vakant is, in alfabetische volgorde uiteindelijk ten hoogste vijf kandidaten voor die volgens hem het best beantwoorden aan het vooropgestelde profiel. De leden van de directieraad gaan vervolgens bij geheime stemming over tot aanwijzing van ten hoogste vijf kandidaten die zullen worden voorgedragen. Bij gelijk aantal stemmen tussen de laatst gerangschikte kandidaten wordt tussen deze kandidaten een tweede stemronde gehouden.

Art. 20.De overige kandidaten worden aan de lijst toegevoegd, ter informatie van de minister, en volgens alfabetische volgorde.

Art. 21.De directieraad rangschikt de in aanmerking genomen kandidaten bij geheime stemming. Er wordt tot zoveel geheime stemmingen overgegaan als er te rangschikken kandidaten zijn. Alvorens voor elke plaats op de rangschikking tot de stemming over te gaan, draagt de voorzitter of de directeur-generaal bij wiens dienst de betrekking vakant is, in volgorde van zijn voorkeur de geselecteerde kandidaten voor. Vervolgens gaat de directieraad over tot de individuele stemming in volgorde van de voormelde voorkeur. De kandidaten worden in de notulen vermeld volgens dalende volgorde van het aantal gunstige stemmen dat ze hebben verkregen. De kandidaten die een gelijk aantal stemmen hebben worden ex aequo gerangschikt.

Art. 22.Indien geen enkele kandidaat de vereiste meerderheid haalt, wordt overgegaan tot een tweede stemronde. Onverminderd de toepassing van deze artikelen beslist de voorzitter bij staking van stemmen.

Art. 23.De voorzitter telt de uitgebrachte stemmen en deelt het resultaat mee in de vergadering. De secretaris vermeldt het resultaat van de beraadslagingen in de notulen.

Art. 24.Een stemming die niet is verlopen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement is nietig en moet worden overgedaan. Het resultaat ervan wordt niet opgenomen in de notulen. De stemming en de reden van nietigheid wordt daarentegen wel vermeld.

Art. 25.Indien het bezwaar van een kandidaat tegen een voordracht van de raad voor een bevordering of benoeming in aanmerking wordt genomen, zal de directieraad de procedure heroverwegen overeenkomstig de

MINISTERE DE LA JUSTICE Règlement d'ordre intérieur du conseil de direction du Ministère de la JusticeSection 1re. - Dispositions générales

Article 1er..Le conseil de direction est présidé par le Secrétaire général. En cas d'absence ou d'empêchement, le président désigne le membre du conseil de direction qui le remplace.

Art. 2.Le conseil de direction se réunit chaque fois que le Ministre, le président ou au moins deux membres ayant voix délibérative le demandent. Il se réunit en tout cas six fois par an.

Art. 3.Le président rédige l'ordre du jour de la réunion. La convocation, l'ordre du jour et les documents concernant les points à discuter sont envoyés aux membres, au moins huit jours calendriers avant la réunion. En cas d'urgence motivée, le délai de convocation peut être réduit à deux jours calendriers précédant la date de la réunion.

Art. 4.Le membre empêché pour un motif impérieux de se rendre à la réunion en informe immédiatement le président. Ce membre peut communiquer ses remarques ou avis au plus tard deux jours calendriers avant la réunion du conseil de direction au président, qui les portera à la connaissance des autres membres avant le début de la discussion sur les points concernés.

Art. 5.De nouveaux points ne peuvent être ajoutés à l'ordre du jour que moyennant l'unanimité des membres présents, sauf s'il s'agit d'une demande du Ministre. En tout état de cause, de nouveaux points ne peuvent être ajoutés à l'ordre du jour s'ils concernent spécifiquement les services qui relèvent d'un membre empêché. L'ordre du jour est, le cas échéant, complété dès le début de la réunion.

Art. 6.Le président désigne le secrétaire et son remplaçant. Si le secrétaire a un intérêt personnel à un ou plusieurs points de l'ordre du jour, il doit quitter la séance durant l'examen de ces points et est remplacé par le secrétaire suppléant. Lorsque ce dernier doit, pour les mêmes motifs, également quitter la réunion, un membre du conseil de direction assure le secrétariat.

Art. 7.Les procès-verbaux des réunions sont signés par le président et le secrétaire et le texte en est communiqué à chaque membre du conseil. Les procès-verbaux sont considérés comme approuvés lorsqu'aucune remarque écrite ne parvient au secrétaire dans les cinq jours ouvrables suivant la date d'envoi des documents. En cas de remarque, les procès-verbaux sont à nouveau soumis, après modification, aux membres dans les deux jours ouvrables suivant l'expiration du délai précité. Si aucune remarque ne parvient au secrétaire dans les 2 jours ouvrables suivant l'envoi de la version modifiée, les procès-verbaux sont considérés comme définitivement approuvés. Section 2. - Délibération et vote Dispositions générales

Art. 8.Sans préjudice des dispositions des articles 15 et 16, le conseil délibère valablement si au moins la moitié de ses membres est présente. A défaut, le conseil peut, après une nouvelle convocation, délibérer valablement quel que soit le nombre des membres présents.

Art. 9.Si la majorité des membres en séance estime que la présence d'un membre empêché est indispensable pour l'examen d'un ou de plusieurs points de l'ordre du jour, le président peut décider de reporter l'examen de ces points.

Art. 10.Si un membre du conseil de direction a un intérêt personnel à un ou plusieurs points de l'ordre du jour, il doit quitter la séance durant l'examen de ces points.

Art. 11.Seuls les membres ayant assisté à l'entièreté des débats relatifs à un point déterminé de l'ordre du jour concernant une décision individuelle à l'égard d'une personne, tant pendant la réunion en cours que pendant les réunions précédentes du conseil de direction, peuvent participer au scrutin consécutif à ces débats.

Art. 12.Le conseil de direction statue à la majorité simple des suffrages exprimés. Sauf lorsque le vote concerne une décision individuelle à l'égard d'une personne, les bulletins blancs ou nuls ne sont pas considérés comme votes. En cas de parité des voix, le président décide.

Art. 13.Toute décision individuelle à l'égard d'une personne est prise au scrutin secret après délibération générale. Discipline

Art. 14.En matière disciplinaire, le membre du conseil de direction qui a fait une proposition provisoire de mesure disciplinaire, ne peut participer ni à la délibération ni au vote relatif à la proposition définitive de peine disciplinaire; il doit quitter la séance après la clôture des débats.

Art. 15.Seuls les fonctionnaires titulaires d'au moins un grade de rang 16 assistent et participent aux délibérations et aux votes concernant les propositions de sanction disciplinaire à charge de fonctionnaires de rang 15. Nominations et promotions

Art. 16.Seuls les fonctionnaires titulaires d'au moins un grade de rang 16 assistent et participent aux délibérations et aux votes relatifs aux nominations et aux promotions à une fonction de rang 16.

Art. 17.Le profil auquel doit correspondre le candidat est dressé par le directeur général dans les services duquel l'emploi est vacant. Si le service où l'emploi est à conférer n'est pas représenté au conseil de direction, le président donne lecture du profil dressé par la personne qui a la direction du service en question.

Art. 18.Le conseil de direction fixe les critères d'évaluation des candidats, en définit le contenu et détermine leur importance avant de procéder à la comparaison des titres et des mérites des candidats.

Art. 19.Après avoir comparé les titres et les mérites de tous les candidats en rapport avec l'emploi à conférer, le président ou le directeur général dans les services duquel l'emploi est vacant présente en conclusion, par ordre alphabétique, au maximum cinq candidats qui selon lui correspondent le mieux au profil préétabli. Les membres du conseil de direction procèdent ensuite, par scrutin secret, à la désignation de cinq candidats maximum qui seront présentés. Si les derniers candidats classés obtiennent le même nombre de voix, il est procédé à un second tour de scrutin entre ces candidats.

Art. 20.Aux fins d'informer le Ministre, les autres candidats, classés par ordre alphabétique, sont ajoutés à la liste.

Art. 21.Le conseil de direction classe au scrutin secret les candidats sélectionnés. Il est procédé à autant de votes secrets qu'il y a de candidats à classer. Avant de procéder au vote pour chaque place au classement, le président ou le directeur général dans les services duquel l'emploi est vacant propose les candidats sélectionnés dans l'ordre qui a sa préférence. Ensuite, le conseil de direction procède à un vote pour chaque candidat suivant l'ordre de préférence précité. Les candidats sont mentionnés dans le procès-verbal suivant l'ordre décroissant du nombre de voix favorables obtenues. Les candidats qui ont obtenu un nombre égal de voix favorables sont classés ex aequo.

Art. 22.Il est procédé à un second scrutin lorsqu'aucun candidat ne recueille la majorité requise. Sans préjudice de l'application de ces articles, le président décide en cas de parité des voix.

Art. 23.Le président procède au dépouillement du scrutin et en communique le résultat à l'assemblée. Le secrétaire acte le résultat des délibérations au procès-verbal.

Art. 24.Tout scrutin dont le déroulement ne serait pas conforme aux règles du présent règlement est nul et doit être recommencé. Le résultat n'est pas consigné dans le procès-verbal. Il y est, par contre, fait mention du scrutin et du motif de sa nullité.

Art. 25.En cas de prise en considération du recours d'un candidat contre une proposition du conseil de direction dans une procédure de nomination ou de promotion, celui-ci procédera à un réexamen du

artikelen 8 tot 13 en 16 tot 23 van dit reglement, rekening houdende dossier conformément aux articles 8 à 13 et 16 à 23 du présent
met de motieven die in het bezwaarschrift worden aangehaald. règlement en tenant compte des motifs invoqués dans le recours.
^