Huishoudelijk reglement van de Interdepartementale Raad van beroep van de Federale Wetenschappelijke Instellingen | Règlement d'ordre intérieur du Conseil interdépartemental d'appel des Etablissements scientifiques fédéraux |
---|---|
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID 7 MAART 2016. - Huishoudelijk reglement van de Interdepartementale Raad van beroep van de Federale Wetenschappelijke Instellingen (FWI's) De Voorzitters van de Interdepartementale Raad van Beroep, | SERVICE PUBLIC FEDERAL DE PROGRAMMATION POLITIQUE SCIENTIFIQUE 7 MARS 2016. - Règlement d'ordre intérieur du Conseil interdépartemental d'appel des Etablissements scientifiques fédéraux (ESF) Les Présidents du Conseil interdépartemental d'appel, |
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, op artikel 53, Hebben de inhoud van dit reglement besloten : Artikel 1.Er wordt de voorkeur gegeven aan elektronisch communicatiekanaal voor alle communicatie betreffende de procedure voor de Interdepartementale Raad van beroep. Als dat niet mogelijk is, wordt er gebruik gemaakt van de andere gangbare communicatie vormen (gewone brief, aangetekend schrijven, persoonlijke afgifte). Art. 2.Wanneer een beroep wordt ingesteld, zendt de Algemeen Directeur van de betrokken federale wetenschappelijke instelling (afgekort "De Algemeen Directeur van de FWI") of zijn gemachtigde, het volledige geïnventariseerde dossier, dat alle stukken betreffende de ten laste gelegde feiten moet bevatten, met een dienststaat, aan de griffie van de Interdepartementale Raad van beroep (afgekort "de Raad"). De griffier-rapporteur vraagt, indien nodig, de bijkomende bescheiden die naar het oordeel van de voorzitter moeten worden overgelegd. Art. 3.De griffier-rapporteur maakt op basis van de in het dossier opgenomen stukken een verslag op dat onmiddellijk wordt meegedeeld aan de voorzitter, de assessoren die zullen zetelen, de appellant en diens verdediger, alsook aan de ambtenaar die werd aangewezen om het betwiste voorstel te verdedigen. Art. 4.De Raad vergadert op de datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk ter kennis van de Algemeen Directeur van de FWI of zijn gemachtigde wordt gebracht. De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de Raad werd gemaakt. Art. 5.De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen. Indien de assessoren een wettige reden van verhindering hebben, moeten zij aan de voorzitter, door bemiddeling van de griffie, schriftelijk de reden van hun afwezigheid meedelen binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping. Art. 6.De Raad kan niet beraadslagen of beslissen wanneer de meerderheid van de opgeroepen assessoren of plaatsvervangers niet aanwezig is : er moeten dus steeds ten minste twee assessoren, aangewezen door de Minister, en twee assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, in de Raad zetelen. Art. 7.De appellant verschijnt persoonlijk voor de Raad : hij mag worden bijgestaan door een verdediger naar zijn keuze, die evenwel hoe dan ook geen deel mag uitmaken van de Raad. De naam van de verdediger moet binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping aan de griffie worden meegedeeld. Art. 8.De assessoren, de appellant en zijn verdediger worden opgeroepen derwijze dat een minimumtermijn van tien werkdagen gelaten worden voor de confidentiële en voor de zaak noodzakelijke raadpleging van alle stukken uit het dossier. Deze raadpleging gebeurt ter griffie van de Raad. Art. 9.Opgeroepen assessoren die zouden meegewerkt hebben aan de totstandkoming van het voorstel of de maatregel waartegen beroep wordt ingesteld of die bij enige voorafgaande onderzoeksdaad zouden betrokken geweest zijn, hetzij als hiërarchische meerdere, hetzij als lid van de Directieraad of de Jury, hetzij in welke hoedanigheid dan ook, brengen hiervan de griffier-rapporteur onmiddellijk op de hoogte die een plaatsvervangend assessor voor het onderzoek van de zaak oproept. Art. 10.Assessoren of plaatsvervangers die de FWI definitief verlaten, verwittigen de griffie die het nodige doet om hen te vervangen. Wanneer zij tijdelijk uit de dienst verwijderd zijn, verwittigen zij eveneens de griffie en nemen tijdens deze periode niet deel aan de zittingen, met uitzondering van de assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, die bij hun vakorganisatie zijn gedetacheerd. Art. 11.De voorzitter van de Raad opent en sluit de vergaderingen en leidt de debatten, waarbij hij zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de zitting. Er worden geen notulen opgemaakt. Art. 12.De beslissing van de Raad vermeldt de uitslag der geheime stemmingen, waarbij wordt aangeduid met hoeveel stemmen, door bevestigend of ontkennend antwoord, deze uitslag werd bereikt. Een assessor mag de inlassing in het advies vragen van de uitslag van een votum betreffende een gegeven dat niet door de meerderheid in aanmerking werd genomen. De gemotiveerde beslissing, ondertekend door de voorzitter en de griffier-rapporteur, wordt uiterlijk één maand na de datum van de zitting aan de Algemeen Directeur van de FWI. Aan de appellant en zijn verdediger, alsook aan de assessoren, wordt een afschrift van de uitgebrachte beslissing meegedeeld. Art. 13.De minuten en archieven van de Raad worden ter griffie, gevestigd in de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO), bewaard waar de belanghebbende inzage ervan kunnen nemen. Dit huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Brussel, 7 maart 2016. Florent De Mond |
Vu l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, l'article 53, Ont arrêté le contenu du présent règlement : Article 1er.La voie de la communication électronique est privilégiée pour l'ensemble des communications relatives à la procédure devant le Conseil interdépartemental d'appel. Si celle-ci n'est pas possible, il est fait usage des autres modes courants de communication (courrier ordinaire, courrier recommandé, remise en mains propres). Art. 2.En cas d'introduction d'un recours, le Directeur général de l'établissement scientifique fédéral concerné (en abrégé "Directeur général de l'ESF") ou son délégué, transmet au greffe du Conseil interdépartemental d'appel (en abrégé "le Conseil"), l'ensemble inventorié du dossier qui doit comporter toutes les pièces relatives aux faits mis à charge, accompagné d'un état de service. Le greffier-rapporteur réclame, s'il y a lieu, les documents complémentaires qui, de l'avis du président, doivent être produits. Art. 3.Le greffier-rapporteur rédige, sur base des pièces du dossier, un rapport qui est communiqué immédiatement au président, aux assesseurs qui siègeront, à l'appelant et à son défenseur ainsi qu'au fonctionnaire désigné pour défendre la proposition contestée. Art. 4.Le Conseil se réunit à la date fixée par le président, qui est immédiatement portée à la connaissance du Directeur général de l'ESF ou de son délégué. L'audience doit avoir lieu au plus tard un mois après la saisine du Conseil. Art. 5.La présence des membres convoqués à l'audience est obligatoire. Si les assesseurs ont une cause d'empêchement légitime, ils sont tenus d'aviser par écrit le président, par l'intermédiaire du greffe, des motifs de leur absence, dans les trois jours qui suivent la date de la convocation. Art. 6.Le Conseil ne peut délibérer que si la majorité des assesseurs effectifs ou suppléants convoqués est présente : au moins deux assesseurs, désignés par le Ministre, et deux assesseurs, désignés par les organisations syndicales représentatives, doivent donc toujours siéger au Conseil. Art. 7.L'appelant comparaît en personne devant le Conseil : il peut se faire assister par le défenseur de son choix, qui ne peut faire partie, à aucun titre, du Conseil. Le nom du défenseur doit être communiqué au greffe dans les trois jours qui suivent la date de la convocation à l'audience. Art. 8.Les convocations sont adressées aux assesseurs, à l'appelant et à son défenseur; de manière à leur laisser un délai minimum de dix jours ouvrables pour la consultation, à titre confidentiel et pour les besoins de la cause, de toutes les pièces du dossier. Cette consultation a lieu au greffe du Conseil. Art. 9.Les assesseurs convoqués à l'audience qui auraient participé à l'élaboration de la proposition ou de la mesure frappée de recours ou qui auraient été concernés par tout acte d'enquête préalable, soit en qualité de chef hiérarchique, soit en qualité de membre du Conseil de direction ou du Jury, soit en tout autre qualité, signalent immédiatement cette situation au greffier-rapporteur qui convoque un assessseur suppléant pour l'examen de l'affaire. Art. 10.Les assesseurs ou suppléants qui quittent définitivement l'ESF, avertissent le greffe qui pourvoit à leur remplacement. Ils avertissent également le greffe et ne participent pas aux audiences au cours de la période pendant laquelle ils sont éloignés temporairement du service, à l'exception des assesseurs, désignés par les organisations syndicales représentatives, qui sont détachés auprès de leur organisation syndicale. Art. 11.Le président du Conseil ouvre et clôt les séances et dirige les débats, tout en assurant l'ordre de l'assemblée. Il n'est pas établi de procès-verbal. Art. 12.La décision du Conseil reprend le résultat du scrutin secret, en indiquant le nombre de voix positives et négatives. Un assesseur peut demander l'insertion dans l'avis, du résultat d'un vote sur un élément qui n'a pas été retenu par la majorité. La décision motivée, signée par le président et le greffier-rapporteur, est portée à la connaissance du Directeur général de l'ESF au plus tard un mois après la date de l'audience. L'appelant et son défenseur ainsi que les assesseurs, reçoivent une copie de la décision prise. Art. 13.Les minutes et archives du Conseil sont conservées au greffe, situé au Service public fédéral de Programmation Politique scientifique (BELSPO), où les intéressés les peuvent consulter. Le présent règlement entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 7 mars 2016. Florent De Mond Karin Gérard |
Karin Gérard |