Artikel 1.De Directieraad wordt voorgezeten door de administrateur-generaal of, bij diens afwezigheid, door de adjunct-administrateur-generaal.

Art. 2.De Raad vergadert op verzoek van de voorzitter en ten minste twee keer per jaar.

Art. 3.De voorzitter wijst een secretaris aan.

Art. 4.De Raad beraadslaagt slechts op geldige wijze indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.

Art. 5.De Directieraad beslist bij volstrekte meerderheid van de uitgesproken stemmen. De onthoudingen worden niet als stem beschouwd. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Elke individuele beslissing betreffende de ambtenaren wordt na een geheime stemming genomen.

Art. 6.Op voorstel van de voorzitter kan de Raad, tijdens de bespreking van de agendapunten, de aanwezigheid aanvaarden van personen van wie de getuigenis, de bevoegdheden of de kennis nuttig kunnen zijn.

Art. 7.De personen die een vergadering van de Raad bijwonen en die persoonlijk betrokken zijn bij één van de agendapunten, moeten de zitting verlaten tijdens de bespreking van dat punt.

Art. 8.De notulen worden door de secretaris opgemaakt en door de voorzitter aan elk lid gezonden. Bij gebrek aan opmerkingen binnen acht werkdagen na de verzending, worden de verschillende punten van de

Article 1er.Le Conseil de direction est présidé par l'administrateur général ou à défaut par l'administrateur général adjoint.

Art. 2.Le Conseil se réunit chaque fois que le président le décide et au moins deux fois par an.

Art. 3.Le président désigne un secrétaire.

Art. 4.Le Conseil ne délibère valablement que si la moitié au moins des membres sont présents.

Art. 5.Le Conseil de direction statue à la majorité absolue des suffrages exprimés. Les abstentions sont réputées ne pas exprimer de suffrage. En cas de parité des voix, celle du président est prépondérante. Toute décision individuelle concernant les fonctionnaires est prise après un vote secret.

Art. 6.Sur proposition du président, le Conseil peut autoriser, lors de l'examen de points à l'ordre du jour, la présence de toute personne, dont le témoignage, les compétences ou les connaissances sont de nature à éclairer ses travaux.

Art. 7.Les personnes assistant à une séance du Conseil et qui sont personnellement concernées par l'un des points de l'ordre du jour quittent la séance durant l'examen du point.

Art. 8.Le procès-verbal est établi par le secrétaire et adressé à l'ensemble des membres par le président. En l'absence de remarque des membres dans les huit jours ouvrables de l'envoi, les différents