← Terug naar "Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden Deelneming
aan een "Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling",
programma "Duurzaam beheer van de No I. Inleiding. De Ministerraad heeft op
7 maart 1996 de uitvoering goedgekeurd van een "Plan(...)"
Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden Deelneming aan een "Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling", programma "Duurzaam beheer van de No I. Inleiding. De Ministerraad heeft op 7 maart 1996 de uitvoering goedgekeurd van een "Plan(...) | Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et culturelles Participation à un "Plan d'appui scientifique à une politique de développement durable", programme "Gestion durable de la mer du Nord" I. Introduction Le 7 mars 1996, le Conseil des Ministres a approuvé la mise en oeuvre du "Plan d'appui scienti(...) |
---|---|
DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden Deelneming aan een "Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling", programma "Duurzaam beheer van de Noordzee" I. Inleiding. De Ministerraad heeft op 7 maart 1996 de uitvoering goedgekeurd van een "Plan voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling" waarvan de programmadirectie en het beheer aan de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (DWTC) werden toevertrouwd. Het programma "Duurzaam beheer van de Noordzee" is een onderdeel van het Plan en wordt gerealiseerd door middel van twee verschillende soorten acties : strategisch wetenschappelijk onderzoek en gerichte wetenschappelijke acties. Het strategisch wetenschappelijk onderzoek vormde reeds het voorwerp van twee oproepen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op respectievelijk 24 juli 1996 en 2 juli 1997. De huidige oproep betreft uitsluitend een eerste reeks gerichte wetenschappelijke acties. Deze oproep staat open voor universitaire instellingen, openbare wetenschappelijke instellingen, onderzoekcentra zonder winstoogmerk en gespecialiseerde studiebureaus. II. Beschrijving van het luik waarop deze oproep betrekking heeft. Motieven van het onderzoek. Om zich van een hoge levensstandaard te verzekeren, maken de oeverbewoners van de Noordzee voor verschillende functies gebruik van de Noordzee. Opdat dit gebruik duurzaam zou zijn, moeten aan een aantal schadelijke gebruiksfuncties beperkingen opgelegd worden. De laatste jaren werden reeds een hele reeks nationale en internationale wettelijke maatregelen genomen ter bescherming van het ecosysteem van de Noordzee. In de nieuwe OSPAR Conventie van 1992 aanvaardden alle Noordzeestaten en de Europese Commissie om bij de bescherming van het mariene milieu het voorzorgsprincipe en het principe "de vervuiler betaalt" te hanteren. Het doen naleven van deze maatregelen en principes stelt echter vaak praktische problemen. Een eerste moeilijkheid bestaat uit het identificeren en kwantificeren van de verschillende factoren die bijdragen tot de beschadiging van het mariene milieu en welk hun relatief aandeel hierbij is. Een tweede moeilijkheid is de evaluatie van de rechtstreekse en onrechtstreeks economische en sociale kosten die voortvloeien uit de schade die het mariene milieu accidenteel heeft ondergaan of systematisch blijft ondergaan. Een derde en zeer grote moeilijkheid is het objectief en cijfermatig bepalen van de schade die de natuurwaarde van het ecosysteem zelf ondervindt. Ter bescherming van het mariene milieu dient men in de eerste plaats te komen tot een objectieve omschrijving van de begrippen "schade aan het ecosysteem van de Noordzee" en "duurzaam bruikbare Noordzee". De beoordelingscriteria hiervoor ontbreken in vele gevallen nog. Bovendien is de kennis over de natuurlijke aanwezigheid van bepaalde als schadelijk aanziene elementen vaak gebrekkig. Zodra deze begrippen duidelijk omschreven zijn, kan een verscheidenheid aan maatregelen voorgesteld worden ter benadering van de gestelde objectieven. Alvorens toegepast te worden dienen zij echter eerst onderworpen te worden aan een vergelijkende evaluatie in termen van doeltreffendheid, kostprijs, gemak van toepassing en impact op het welzijn van de verschillende betrokken economische en sociale groepen. Onderzoekacties. De uitvoering van de gerichte wetenschappelijke acties heeft tot doel de overheid een wetenschappelijke steun te bieden opdat zij voortdurend en voldoende snel een antwoord zou kunnen formuleren op dringende beleidsvraagstukken. Er zijn drie opeenvolgende oproepen van telkens vier gerichte acties voorzien (januari 1998, 1999 en 2001). De onderwerpen die door de overheid voorgesteld werden voor de eerste reeks gerichte wetenschappelijke acties zijn de volgende : 1. Haalbaarheid van routinematige analyse (monitoring) van vluchtige organische verbindingen in zeevisserijprodukten. 2. Haalbaarheid van "restocking" van bedreigde visbestanden in de Noordzee door middel van aquacultuur. 3. Haalbaarheid van een ecotoxicologisch bewakingssysteem voor het duurzaam beheer van de Belgische kustwateren. | SERVICES DU PREMIER MINISTRE Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et culturelles Participation à un "Plan d'appui scientifique à une politique de développement durable", programme "Gestion durable de la mer du Nord" I. Introduction. Le 7 mars 1996, le Conseil des Ministres a approuvé la mise en oeuvre du "Plan d'appui scientifique à une politique de développement durable", dont la direction opérationnelle et la gestion sont confiées aux Services fédéraux des Affaires scientifiques, techniques et culturelles (SSTC). Le programme "Gestion durable de la mer du Nord" est une des composantes du Plan et est mis en oeuvre à l'aide de deux types d'actions différentes : la recherche scientifique stratégique et les actions scientifiques ponctuelles. La recherche scientifique stratégique a déjà fait l'objet de deux appels, paru respectivement au Moniteur belge les 24 juillet 1996 et 2 juillet 1997. Le présent appel concerne exclusivement une première série d'actions scientifiques ponctuelles. Cet appel est ouvert aux institutions universitaires, aux établissements scientifiques publics, aux centres de recherche sans but lucratif et aux bureaux d'études spécialisés. II. Description succincte du volet faisant l'objet du présent appel. Motifs de la recherche. Afin de s'assurer d'un niveau de vie élevé, les riverains de la mer du Nord font usage de la mer du Nord dans le cadre de diverses activités. Pour que cette exploitation ait un caractère durable, certaines activités d'exploitation de nature nuisible doivent être limitées. Au cours des dernières années, une série de mesures légales ont déjà été prises aux niveaux national et international en vue de protéger l'écosystème de la mer du Nord. Par la nouvelle Convention OSPAR de 1992, tous les Etats riverains de la mer du Nord et la Commission européenne s'engagent à respecter le principe de précaution et celui "du pollueur-payeur", en vue de protéger l'environnement marin. Le respect de ces mesures et principes entraîne néanmoins souvent des problèmes d'ordre pratique. Le premier obstacle à franchir est l'identification et la quantification des différents facteurs contribuant à la dégradation de l'environnement marin et leur influence respective en la matière. Le deuxième obstacle est l'évaluation des coûts économiques et sociaux directs et indirects découlant des dégâts occasionnels causés à l'environnement marin ou les dégâts systématiques qu'il continue de subir. Le troisième et très sérieux obstacle à surmonter est d'estimer de manière objective et de chiffrer la dégradation qu'a subie la valeur naturelle de l'écosystème même. En vue de protéger l'environnement marin, il faut donc en premier lieu aboutir à une description objective des concepts "dégâts occasionnés à l'écosystème mer du Nord" et "mer du Nord exploitable de manière durable". A cet égard, les critères d'évaluation continuent à faire défaut dans beaucoup de cas. Par ailleurs, les connaissances portant sur la présence naturelle de certains éléments considérés comme nocifs sont souvent lacunaires. Lorsque ces concepts sont clairement définis, diverses propositions peuvent être avancées afin de poursuivre les objectifs fixés. Avant même de les appliquer, ils doivent d'abord être soumis à une évaluation comparative en termes d'efficacité, de coût, d'application et d'impact sur le bien-être des différents groupes économiques et sociaux concernés. Actions de recherche. La mise en oeuvre des actions scientifiques ponctuelles vise à apporter un soutien scientifique aux pouvoirs publics afin qu'ils puissent formuler d'une manière constante et dans des délais assez brefs une réponse aux questions politiques urgentes. Il est prévu trois appels successifs de chacun quatre actions ponctuelles (janvier 1998, 1999 et 2001). Les thèmes qui ont été proposés par les pouvoirs publics pour la première série d'actions scientifiques ponctuelles sont les suivants: 1. Faisabilité d'analyse de routine (surveillance) de composés organiques volatils dans les produits issus de la pêche maritime. 2. Faisabilité de "restocking" de ressources de pêche menacées dans la mer du Nord à l'aide de l'aquiculture. 3. Faisabilité d'un système de surveillance écotoxicologique en vue de la gestion durable des eaux côtières belges. |
4. Evaluatie van de mogelijke impact van hormonaal verstorende stoffen | 4. Evaluation de l'incidence éventuelle sur les écosystèmes de la mer |
op de ecosystemen van de Noordzee. | du Nord de substances pouvant perturber l'équilibre hormonal. |
5. Evaluatie van nieuwe gestandaardiseerde en gevalideerde methodes | 5. Evaluation de nouvelles méthodes standardisées et validées pour la |
voor het bepalen en het volgen van de evolutie van koolwater-stoffen | détermination et le suivi de l'évolution des hydrocarbures et |
en micropolluenten in het mariene milieu. | micropolluants dans le milieu marin. |
6. Evaluatie van de chemische verontreiniging van de Noordzee. | 6. Evaluation de la contamination chimique de la mer du Nord. |
7. Afbakening van door eutrofiëring aangetaste zeegebieden. | 7. Délimitation des zones marines affectées par l'eutrophisation. |
8. Raming van de vervuiling van het mariene milieu vanop het land. | 8. Estimation de la contamination marine d'origine tellurique. |
III. Beknopte beschrijving van de uitvoering van het onderzoek in het | III. Description succincte de la mise en oeuvre de la recherche dans |
kader van deze oproep. | le cadre du présent appel. |
Voor deze eerste reeks van vier gerichte wetenschappelijke acties is een budget van 24 miljoen BEF voorzien. | Un budget de 24 millions de FB est prévu pour cette première série de quatre actions scientifiques ponctuelles. |
De onderzoekovereenkomsten zullen een duur hebben van maximum twee | Les contrats de recherche seront d'une durée maximum de deux ans à |
jaar vanaf 1 januari 1998. | partir du 1er janvier 1998. |
De voorstellen die worden ingediend in het kader van deze oproep | Les propositions soumises dans le cadre de cet appel feront l'objet |
zullen geëvalueerd worden door buitenlandse wetenschappelijke experts. | d'une évaluation par des experts scientifiques étrangers. |
IV. Hoe antwoorden op deze oproep? | IV. Comment répondre à cet appel? |
Wie geïnteresseerd is om deze oproep te beantwoorden, wordt verzocht | Ceux qui sont intéressés à répondre à cet appel sont invités à |
te schrijven of te faxen naar : | contacter par lettre ou par téléfax : |
Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele | Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et |
aangelegenheden | culturelles |
Programma "Duurzaam beheer van de Noordzee" | Programme "Gestion durable de la mer du Nord" |
Wetenschapsstraat 8, 1000 Brussel, telefax : (02) 230 59 12. | Rue de la Science 8, 1000 Bruxelles, téléfax : (02) 230 59 12 |
Zij zullen een dossier ontvangen met alle nuttige informatie over het | Ils recevront un dossier contenant toutes les informations utiles sur |
programma en de vormvereisten waaraan het voorstel dient te voldoen. | le programme et les instructions sur la manière de présenter leur proposition. |
Deze informatie kan ook via INTERNET geraadpleegd worden op de WWW-server : | On peut aussi consulter ces informations via INTERNET sur le serveur : |
http ://www.belspo.be/announc/mnzn1.htm | http ://www.belspo.be/announc/mnzf1.htm |
Het indienen van een voorstel gebeurt enkel door middel van het | Introduire une proposition se fait exclusivement par moyen du dossier |
daartoe opgestelde indieningsdossier. | de soumission préparé à cette usage. |
V. Sluitingsdatum. | V. Date de clôture. |
Alle voorstellen moeten bij de DWTC toekomen uiterlijk op 7 november | Les propositions doivent parvenir aux SSTC au plus tard le 7 novembre |
1997 om 17 uur. | 1997 à 17 heures. |
Het is aan de indieners ervoor te zorgen dat hun voorstel op tijd | Il appartient aux proposants de veiller à ce que leur proposition |
ontvangen wordt. De DWTC zullen geen rekening houden met voorstellen | parvienne dans les délais. Passées la date et l'heure de clôture, les |
die na sluitingsdatum en -uur worden ingediend. | SSTC ne pourront plus prendre en compte les réponses à l'appel à |
propositions. |