Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Document van 24/03/2022
← Terug naar "Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus "
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté du Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à prévenir la propagation du coronavirus
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE
24 MAART 2022. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit 24 MARS 2022. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté du
van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à prévenir
ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) la propagation du coronavirus (COVID-19)
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Le Gouvernement de la Communauté germanophone,
Gelet op het decreet van 1 juni 2004 betreffende de Vu le décret du 1er juin 2004 relatif à la promotion de la santé et à
gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.6.3, § 1, la prévention médicale, l'article 10.6.3, § 1er, 4°, inséré par le
4°, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021; décret du 29 octobre 2021;
Gelet op het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot Vu l'arrêté du Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures
vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19); visant à prévenir la propagation du coronavirus (COVID-19);
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
1973, artikel 3, § 1; l'article 3, § 1er;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Vu l'urgence;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid ingegeven is door het Considérant que l'urgence est motivée par le fait que l'obligation du
feit dat de verplichting om een mondmasker te dragen op 27 maart 2022
vervalt overeenkomstig artikel 3.8, lid 3, van het besluit van de port du masque en application de l'article 3.8, alinéa 3, de l'arrêté
Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter du Gouvernement du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à
voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19); dat de prévenir la propagation du coronavirus (COVID-19) cesse d'être en
vigueur le 27 mars 2022; que la situation épidémiologique préoccupante
zorgwekkende epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied de en région de langue allemande justifie de maintenir cette mesure de
handhaving van deze preventieve maatregel rechtvaardigt; dat prévention; que la nécessité d'envisager des mesures qui soient
maatregelen moeten worden getroffen die zo goed mogelijk aansluiten op adaptées de la manière la plus adéquate possible à la situation
de snelle ontwikkeling van de epidemiologische uitgangssituatie en dat daarom beslissingen op basis van actuele gegevens moeten worden genomen; dat op basis van de indicatoren vermeld in artikel 10.6.3, § 1, tweede lid, van het decreet van 1 juni 2004 wordt beoordeeld of de epidemiologische situatie zorgwekkend is en dat die indicatoren op basis van zo actueel mogelijke gegevens moeten worden getoetst; dat de handhaving van maatregelen, vooral ter bescherming van personen die een bijzonder risico lopen, bijgevolg dringend is; Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen; Overwegende dat de COVID-19-pandemie in het Duitse taalgebied nog niet volledig is bedwongen en nog steeds een verhoogd risico voor de volksgezondheid inhoudt, vooral omdat de bijzonder besmettelijke omikronvariant en de subvarianten daarvan nog steeds in het Duitse taalgebied circuleren; épidémiologique évoluant rapidement exige de prendre des décisions sur la base des données actuelles; que les indicateurs énumérés à l'article 10.6.3, § 1er, alinéa 2, du décret du 1er juin 2004 et destinés à l'évaluation d'une situation épidémiologique préoccupante sont examinés sur la base des données les plus actuelles possibles; qu'il est donc urgent de maintenir des mesures, en particulier en vue de protéger les personnes particulièrement vulnérables; Considérant que, pour toutes ces raisons, l'adoption du présent arrêté ne souffre aucun délai; Considérant que la pandémie de COVID-19 en région de langue allemande n'est pas encore totalement terminée et qu'elle continue de représenter un danger élevé pour la santé de la population, notamment au vu du fait que le variant Omicron, particulièrement contagieux, et ses sous-variants circulent toujours en région de langue allemande;
Overwegende dat de zevendagenincidentie van nieuwe besmettingen met Considérant que le taux d'incidence des nouvelles infections par le
het coronavirus (COVID-19) in het gehele Duitse taalgebied 682 per coronavirus (COVID-19) sur sept jours est de 682 nouvelles infections
100.000 inwoners bedraagt; dat de veertiendagenincidentie van nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) in het gehele Duitse taalgebied 1.079 per 100.000 inwoners bedraagt; Overwegende dat de veertiendagenincidentie in België 1.103 nieuwe infecties per 100.000 inwoners bedraagt; dat de incidentiewaarde zowel in het Duitse taalgebied als in België sinds enkele weken licht stijgt; dat de besmettingscijfers zich bijgevolg op een beheersbaar niveau stabiliseren; Overwegende dat het percentage positieve testresultaten in het Duitse taalgebied sinds eind januari sterk is gedaald; dat het percentage positieve testresultaten met 43,6% echter op een hoog niveau ligt, hoger dan het nationale gemiddelde van 28,6%; dat het percentage positieve testresultaten dus steeds tot voorzichtigheid maant; Overwegende dat momenteel 13 personen stationair zijn opgenomen in de ziekenhuizen op het Duitse taalgebied en dat geen van hen op de afdeling intensieve zorg wordt behandeld; Overwegende dat de risicogroepen nog altijd moeten worden beschermd; dat deze risicogroepen onder meer bestaan uit ziekenhuispatiënten, bewoners van psychiatrische verzorgingstehuizen, woonzorgcentra voor ouderen en dagverblijven, gebruikers van thuiszorg en vervoersdiensten, alsook uit alle personen die gebruik maken van medische en paramedische diensten; dat nog altijd een minimum aan voorzorgsmaatregelen moet worden genomen om hun gezondheid te beschermen en besmetting te voorkomen; Overwegende dat er een verhoogd infectierisico bestaat bij het gebruik van het openbaar vervoer, vanwege het grote aantal gebruikers en de veelvuldig gebruikte contactoppervlakken; dat dit risico aanzienlijk kan worden verminderd door het dragen van een mondmasker; Overwegende dat de verplichting om een mondmasker te dragen principieel als een zeer geringe vrijheidsbeperking moet worden beschouwd en, gelet op de doorslaggevende doelstelling van bescherming tegen besmetting, als evenredig moet worden beschouwd en dus aanvaardbaar is; Overwegende dat het op dit moment buiten proportie lijkt deze risicogroepen en hun bezoekers restrictievere maatregelen op te leggen; Overwegende dat het bedekken van mond en neus door middel van een mondmasker een geschikte maatregel is om risicogroepen in ruime mate tegen besmetting te beschermen; Overwegende dat er om deze redenen voor wordt gezorgd dat preventieve maatregelen alleen worden genomen voor zover dit strikt noodzakelijk is voor de bescherming van de gezondheid en om overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen; Op de voordracht van de Minister van Gezondheid; Na beraadslaging, par 100 000 habitants pour l'ensemble de la région de langue allemande; que le taux d'incidence des nouvelles infections par le coronavirus (COVID-19) sur quatorze jours est de 1 079 nouvelles infections par 100 000 habitants pour l'ensemble de la région de langue allemande; Considérant que le taux d'incidence sur quatorze jours est de 1 103 nouvelles infections par 100 000 habitants pour toute la Belgique; que le taux d'incidence augmente légèrement depuis plusieurs semaines aussi bien en région de langue allemande que dans l'ensemble de la Belgique; que le nombre d'infections se stabilise dès lors à un niveau contrôlable; Considérant que la proportion de tests positifs en région de langue allemande a fortement baissé depuis fin janvier; que le taux de positivité se situe cependant à un niveau élevé, à savoir 43,6 %, valeur supérieure à la moyenne de 28,6 % au niveau national; qu'au vu de la proportion de tests positifs, la prudence reste donc de mise; Considérant que treize personnes sont actuellement hospitalisées en région de langue allemande, aucune d'entre elles n'étant traitée en soins intensifs; Considérant qu'il est indispensable de continuer à protéger les groupes à risques; qu'au nombre de ces groupes à risques figurent les patients des hôpitaux, les résidents des maisons de soins psychiatriques, des centres de repos et de soins pour personnes âgées et des institutions d'accueil de jour, les utilisateurs d'offres de soutien à domicile et de services de transport, ainsi que toutes les personnes qui ont recours à des services médicaux et paramédicaux; qu'un minimum de mesures de précaution doivent continuer d'être appliquées, afin de protéger leur santé et de prévenir toute infection; Considérant qu'un risque d'infection élevé existe dans le cadre de l'utilisation des transports en commun, du fait du grand nombre d'usagers et des surfaces de contact fréquemment utilisées; que ce risque peut être fortement réduit grâce au port du masque; Considérant que l'obligation du port du masque n'a fondamentalement que très peu d'effets sur la liberté d'action des personnes concernées et qu'il convient de juger cette mesure proportionnée et de l'accepter, en particulier au regard de l'objectif éminemment important de protection contre les infections; Considérant que l'imposition de mesures plus restrictives pour ces groupes à risques et les personnes qui viennent leur rendre visite semble inappropriée à l'heure actuelle; Considérant que le fait de se couvrir la bouche et le nez avec un masque constitue une mesure appropriée pour protéger dans une large mesure les groupes à risques d'une infection; Considérant que, pour ces raisons, il est garanti que les mesures de prévention ne sont prises que dans la mesure où cela est strictement nécessaire pour protéger la santé publique et pour éviter une surcharge du secteur de la santé; Sur la proposition du Ministre de la Santé; Après délibération,
Besluit : Arrête :

Artikel 1.In artikel 3.8, derde lid, van het besluit van de Regering

Article 1er.Dans l'article 3.8, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement

van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming du 21 janvier 2021 fixant des mesures visant à prévenir la propagation
van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19), ingevoegd bij het du coronavirus (COVID-19), inséré par l'arrêté du Gouvernement du 29
besluit van 29 oktober 2021 en gewijzigd bij de besluiten van 31 octobre 2021 et modifié par les arrêtés du 31 janvier 2022 et du 10
januari 2022 en 10 maart 2022, worden de woorden "27 maart 2022" mars 2022, les mots « 27 mars 2022 » sont remplacés par les mots « 26
vervangen door de woorden "26 juni 2022". juin 2022 ».

Art. 2.Overeenkomstig artikel 10.6.3, vierde lid, 3°, van het decreet

Art. 2.Conformément à l'article 10.6.3, alinéa 4, 3°, du décret du 1er

van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische juin 2004 relatif à la promotion de la santé et à la prévention
preventie wordt dit besluit, onmiddellijk na de aanneming ervan, médicale, le présent arrêté est, dès l'adoption de celui-ci, transmis
overgezonden aan de voorzitter van het Parlement van de Duitstalige sans délai au Président du Parlement de la Communauté germanophone.
Gemeenschap.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 27 maart 2022.

Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 27 mars 2022.

Art. 4.De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de

Art. 4.Le Ministre compétent en matière de Santé est chargé de

uitvoering van dit besluit. l'exécution du présent arrêté.
Eupen, 24 maart 2022. Eupen, le 24 mars 2022.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, Le Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux et des Finances,
O. PAASCH O. PAASCH
De Viceminister-President, Minister van Gezondheid Le Vice-Ministre-Président, Ministre de la Santé
en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, et des Affaires sociales, de l'Aménagement du territoire et du Logement,
A. ANTONIADIS A. ANTONIADIS
^