← Terug naar "Besluit van de Regering houdende vastlegging van het statuut van gezins- en bejaardenhelpster "
Besluit van de Regering houdende vastlegging van het statuut van gezins- en bejaardenhelpster | Arrêté du Gouvernement fixant le statut d'aide familiale et d'aide senior |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE |
15 JUNI 2001. - Besluit van de Regering houdende vastlegging van het | 15 JUIN 2001. - Arrêté du Gouvernement fixant le statut d'aide |
statuut van gezins- en bejaardenhelpster | familiale et d'aide senior |
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Le Gouvernement de la Communauté germanophone, |
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen | Vu la loi de réformes institutionnelles pour la Communauté |
voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli | germanophone du 31 décembre 1983, modifiée par les lois des 6 juillet |
1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 | 1990, 18 juillet 1990, 5 mai 1993, 16 juillet 1993, 30 décembre 1993, |
december 1996, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999 en 22 december | 16 décembre 1996, 4 mai 1999, 6 mai 1999, 25 mai 1999 et 22 décembre |
2000; | 2000; |
Gelet op het decreet van 26 juni 1986 tot regeling van de erkenning | Vu le décret du 26 juin 1986 réglant l'agréation des services d'aide |
van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, van de toekenning van | aux familles et aux personnes âgées, l'octroi de subventions à ces |
subsidies aan deze diensten en van de bijdragen van de beneficiant van | services et la contribution du bénéficiaire de l'aide, notamment |
de hulp, inzonderheid op artikel 3, 3°, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 1988; | l'article 3, 3°, modifié par le décret du 1er mars 1988; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat het statuut van gezins- en bejaardenhelpster dringend aan de nieuwe gegevens moet worden aangepast, dat de filosofie van de dienst sinds lang met dit nieuw statuut overeenstemt, dat de onderhandelingen voor het uitwerken van het nieuw statuut zodanig gevoerd werden dat de voorliggende reglementaire tekst kon opgesteld worden, en overwegende dat de inwerkingtreding van dit besluit geen uitstel lijdt om een terugwerkende kracht te vermijden die zich tot een grotere termijn zou uitstrekken; Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Gezin en Sociale Aangelegenheden; Na beraadslaging, | notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; Considérant que le statut d'aide familiale ou d'aide senior doit être adapté d'urgence aux nouvelles données, que la philosophie du service correspond depuis longtemps déjà à ce nouveau statut, que les négociations menées en vue de l'élaboration du nouveau statut ont été telles que le présent texte réglementaire a pu être rédigé, et que l'entrée en vigueur du présent arrêté ne souffre aucun délai pour éviter un effet rétroactif portant sur une période encore plus longue; Sur la proposition du Ministre compétent en matière de Famille et d'Affaires sociales; Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
Vastlegging van het statuut | Fixation du statut |
Artikel 1.Het statuut van gezins- en bejaardenhelpster wordt in de |
Article 1er.Le statut d'aide familiale et d'aide senior est fixé à |
bijlage van dit besluit vastgelegd. | l'annexe du présent arrêté. |
Opheffing | Abrogation |
Art. 2.Het besluit van de Executieve van 23 augustus 1988 tot |
Art. 2.L'arrêté de l'Exécutif du 23 août 1988 fixant le statut d'aide |
vastlegging van het statuut van gezins- en bejaardenhelpster wordt opgeheven. | familiale ou senior est abrogé. |
Inwerkingtreding | Entrée en vigueur |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 1 juni 2001. |
Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 1er juin 2001. |
Uitvoering | Exécution |
Art. 4.De Minister bevoegd inzake Gezin en Sociale Aangelegenheden is |
Art. 4.Le Ministre compétent en matière de Famille et d'Affaires |
belast met de uitvoering van dit besluit. | sociales est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Eupen, 15 juni 2001. | Eupen, le 15 juin 2001. |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, | Ministre de l'Emploi, de la Politique des Handicapés, des Médias et des Sports, |
K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
De Minister van Jeugd en Gezin, | Le Ministre de la Jeunesse et de la Famille, |
Monumenten, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, | de la Protection des Monuments, de la Santé et des Affaires sociales, |
H. NIESSEN | H. NIESSEN |
Bijlage bij het besluit van 15 juni 2001 | Annexe à l'arrêté du 15 juin 2001 |
Beschrijving van het beroep van gezins- en bejaardenhelpster : | Description de la profession d'aide familiale et d'aide senior |
Dit document beschrijft het beroep van gezins- en bejaardenhelpster en | Ce document décrit la profession d'aide familiale et d'aide senior et |
bevat de richtlijnen voor de omgang met hulpbehoevende personen, een | contient des directives quant à l'approche de personnes nécessitant |
overzicht van de in de uitoefening van het beroep te vervullen | une aide, un aperçu des missions à remplir dans l'exercice de la |
opdrachten, alsmede de principes op het vlak van de | fonction et aussi les principes relatifs à la responsabilité envers le |
verantwoordelijkheid t.o.v. de dienst. | service. |
A. Toegang tot het beroep van gezins- en bejaardenhelpster. | A. Accès à la profession d'aide familiale ou d'aide senior. |
1. Opleiding. | 1. Formation : |
Om het beroep van gezins- en bejaardenhelpster in de door de | L'exercice de la profession d'aide familiale ou d'aide senior dans les |
Duitstalige Gemeenschap erkende diensten te kunnen beoefenen, dient | services agréés par la Communauté germanophone est subordonné à la |
men het bekwaamheidsattest en het door het Ministerie afgegeven | détention de l'attestation de capacité et du certificat |
inschrijvingsbewijs te bezitten. | d'immatriculation délivrés par le Ministère. |
Naast de opleiding breiden de gezins- en bejaardenhelpsters hun kennis | En plus de la formation, l'aide familiale et l'aide senior actualisent |
regelmatig uit dankzij een voortgezette opleiding en | régulièrement leurs connaissances grâce à la formation continuée et |
arbeidsbesprekingen. | aux réunions de travail. |
2. Vereisten. | 2. Conditions : |
De beroepshouding van de gezins- en bejaardenhelpster wordt gekenmerkt | Le comportement professionnel de l'aide familiale et de l'aide senior |
door : | est caractérisé par : |
aanpassingsbekwaamheid aan de fysische, psychische en sociale situatie | l'adaptabilité à la situation physique, psychique et sociale du |
van de begunstigde ; | bénéficiaire; |
actieve en gevoelige gehoorgeving, belangstelling voor medemensen; | l'écoute active et sensible, l'intérêt du prochain; |
eerbiediging van de ethische regels; | le respect des règles éthiques; |
collegialiteit. | la collégialité. |
B. Beschrijving van de opdrachten van de gezins- en bejaardenhelpster. De gezins- en bejaardenhelpsters worden door een erkende dienst aangeworven, die voor hun werkzaamheid verantwoordelijk tekent. Ze verrichten hun prestaties bij : personen die om gezondheidsredenen of om sociale redenen niet in staat zijn de dagelijkse handelingen i.v.m. het onderhoud en de basisverzorging te verrichten; gezinnen in geval van ziekte of in geval van overspanning; personen die behoefte aan bijstand hebben bij de zorg en begeleiding van gehandicapten, oude of zieke mensen. De hulpverlening kan een profylactisch, herstellend, curatief of palliatief karakter hebben. Ze kan als steun, bijstand en/of vervanging verstrekt worden. De hulp kan tijdelijk of op lange termijn verleend worden. De beroepsbeschrijving en de arbeidsregeling van de dienst bakenen het kader af waarin de gezins- en bejaardenhelpsters hun prestaties verrichten. Bij het verrichten van die prestaties neemt de gezins- of bejaardenhelpster een empathische houding aan, gekenmerkt door begrip en belangstelling voor de begunstigde, zijn levensmilieu, zijn geschiedenis, zijn bezorgdheden en zijn behoeften. De doelstelling van de arbeid is de autonomie van de begunstigde te bevorderen. 1. Hulpverlening in het kader van de dagelijkse handelingen : | B. Description des missions de l'aide familiale et de l'aide senior. L'aide familiale et l'aide senior sont engagées par un service agréé, responsable de leur occupation. Elles effectuent leur travail : auprès de personnes qui, pour des raisons de santé ou des raisons sociales, ne peuvent assumer elles-mêmes les tâches ménagères quotidiennes et les soins courants; auprès des familles en cas de maladie ou de surmenage; auprès de personnes nécessitant une aide dans les soins et l'accompagnement de personnes handicapées, de personnes âgées et malades. L'aide peut revêtir un caractère prophylactique, réparateur, curatif ou palliatif. Elle peut être soutien, assistance et/ou remplacement. Elle peut être passagère ou de longue durée. La description de la profession et le règlement de travail du service spécifient le cadre dans lequel l'aide familiale et l'aide senior remplissent leur fonction. Ces missions requièrent toujours un comportement empathique, caractérisé par la compréhension et l'intérêt porté au bénéficiaire, à son milieu de vie, son histoire, ses soucis et besoins. Le but du travail consiste à promouvoir l'autonomie du bénéficiaire. 1. Aide aux activités de la vie quotidienne : |
a) de personenzorg; | a) soins aux personnes; |
b) de huishoudelijke verzorging; | b) travaux ménagers; |
c) de algemene psycho-sociale hulp; | c) aide psycho-sociale générale. |
a) de personenzorg : | a) soins aux personnes : |
basisverzorging (gedeeltelijk of geheel wassen, douche, bad); mond- en tandzorg; haarzorg, scheren; vingernagels knippen; zuigelingenzorg; eten en drank toereiken; zorg bij incontinentie, medehulp bij de toilette; hulp bij het aan- en uitkleden, m.i.v. prothesen en steunkousen; naar de WC begeleiden; wisselen van urine- und stomazakken (bij genezen stomata); gebruik van urinaal en bedpan; controle van het innemen van medicamenten op aanwijzing van de geneesheer; temperatuur en pols meten; controle van de uitscheiding, hygiëne en maatregelen bij braking, onpasselijkheid en buikloop; controle van de ademhaling gedurende de slaap; controle van de slaap en hulp bij het inslapen. | soins de base (toilette partielle ou totale, douche, bain); soins bucco-dentaires; soins des cheveux, rasage; couper les ongles; soins à donner aux nouveaux-nés; servir la nourriture et les boissons; soins en cas d'incontinence, aide dans la toilette; aide pour l'habillage et le déshabillage, y compris les prothèses et bas de soutien; conduire les personnes à la toilette; remplacement des poches urinaires et pour anus artificiel (en cas de stomie cicatrisée); utilisation des urinaux et des bassins hygiéniques; surveillance de la prise des médicaments selon prescription médicale; prise de la température et du pouls; surveillance des selles, hygiène et mesures en cas de vomissements, de nausées et de diarrhée; surveillance de la respiration pendant le sommeil; surveillance du sommeil et aide à l'endormissement. |
b) de huishoudelijke verzorging : voorbereiding van de maaltijden : koken en voorkoken (in bijzondere noodgevallen); bewaring van de eetwaren; spoelen; opruimen en reiniging van de woning, m.i.v. ramen poetsen; onderhoud van het linnen : wassen, strijken, opruimen van het linnen, naaien, lappen; bedden opmaken; de boodschappen doen; hulp bij schriftelijke aangelegenheden; voor planten en huisdieren zorgen; voorlichting omtrent het huishoudelijk onderhoud, de gezonde voeding, de voldoende consumptie van dranken; | b) travaux ménagers : préparation des repas : cuisson et pré-cuisson (en cas de besoins particuliers); conservation des denrées alimentaires; vaisselle; rangement et nettoyage de l'habitation, y compris le lavage des fenêtres; entretien du linge : lessive, repassage, rangement, couture, raccommodage; faire/refaire et changer les lits; faire les courses; aide à la rédaction d'écrits; soins des plantes et animaux domestiques; informations quant à la tenue du ménage, l'alimentation saine, la prise suffisante de boissons; |
hulp bij het beheren van het budget; | aide dans la gestion du budget; |
voorlichting omtrent en mededeling van de hulpmiddelen om de woning | information sur et communication des moyens permettant d'adapter |
aan de situatie van de begunstigde aan te passen; | l'habitation à la situation du bénéficiaire; |
c) de algemene psycho-sociale hulp; gesprek, onderhoud, wandeling, gehoorgeving; ziekenbegeleiding; kindbegeleiding; kinderen naar de school of naar de kleuterschool brengen en ophalen; begeleiding van krankzinnigen; steun aan de gezinnen in hun educatieve rol; begeleiding naar de geneesheren, overheden, diensten...; voorlichting omtrent en verwijzing naar andere diensten; zorg van de sociale contacten. Meestal kunnen die opdrachten niet van elkaar gescheden worden beschouwd; zij zijn goed en wel met elkaar verbonden. De begunstigde en eventueel de naaste familieleden en de maatschappelijk assistent van de dienst leggen de verscheidene taken schriftelijk vast die naargelang de behoeften van de begunstigde moeten worden uitgevoerd. De dienstverlening wordt regelmatig geëvalueerd, herzien en eventueel aan de zich veranderende behoeften van de begunstigde aangepast, en dit in verband met de vastgelegde doelstellingen. Belangrijke mededelingen worden door de gezins- en bejaardenhelpsters vastgelegd (mededelingenschrift) en eventueel aan andere interveniënten of aan de geneesheer overgemaakt. De gezins- en bejaardenhelpsters kunnen geen opdracht buiten hun beroepskader aanvatten. | c) aide psycho-sociale générale : conversation, entretien, promenade, écoute; encadrement des malades; encadrement des enfants; accompagner les enfants à l'école ou à la crèche, les y reprendre; encadrement des malades mentaux; soutien des familles dans leur rôle éducatif; accompagnement chez le médecin, auprès des autorités, des services,....; informations sur et orientation vers d'autres services; entretien des contacts sociaux. Le plus souvent, ces missions ne peuvent pas être dissociées; elles sont bel et bien liées l'une à l'autre. Le bénéficiaire et le cas échéant, les proches et l'assistante sociale du service établissent par écrit une liste des différentes tâches à exécuter selon les besoins du bénéficiaire. Régulièrement, le travail des aides familiales, des aides senior et de l'assistante sociale est évalué, revu et le cas échéant, adapté aux besoins du bénéficiaire, et ce en fonction du but fixé. Les informations importantes sont consignées par les aides familiales et senior (cahier d'avis) et transmises le cas échéant à d'autres intervenants ou au médecin. Les aides familiales et senior ne peuvent entreprendre aucune mission en dehors de leur cadre professionnel. |
2. Specifieke organisatorische opdrachten : | 2. Missions spécifiques à l'organisation : |
a) deelneming aan voortgezette opleidingen. | a) participation aux formations continuées : |
De gezins- en bejaardenhelpsters nemen deel aan de door de dienst | Les aides familiales et senior participent à la formation continuée |
georganiseerde voortgezette opleiding. Deze voortgezette opleiding | organisée par le service. Cette formation continuée comprend la |
omvat het nadenken over de werkwijze, de voorlichting omtrent | réflexion sur le mode de travail, l'information relative à des thèmes |
beroepsspecifieke thema's, het onderstrepen van de ontwikkelingen in | spécifiques à la profession, la mise en évidence de l'évolution dans |
de huiszorg. | l'entretien domestique. |
Deze voortgezette opleiding wordt als essentieel beschouwd met het oog | Il est essentiel, pour le bon fonctionnement qualitatif de l'ensemble |
op een kwalitatief goede werking van de hele dienst. | du service, d'offrir cette formation continuée. |
b) deelneming aan coördinatievergaderingen : | b) participation aux réunions de coordination : |
De gezins- en bejaardenhelpsters nemen regelmatig deel aan | Les aides familiales et senior participent régulièrement aux réunions |
besprekingen met collega's en met de verantwoordelijken van de sector. | de travail avec des collègues et les responsables du secteur. Ces |
Deze vergaderingen beogen de optimalisering van de hulpverlening en | rencontres visent à optimaliser l'efficacité de l'aide et un bon |
een goede werking. | fonctionnement. |
c) administratieve taken : | c) missions administratives : |
Op de laatste werkdag van de maand dienen de gezins- en | Le dernier jour ouvrable du mois, les aides familiales et senior |
bejaardenhelpsters de staat met de dagelijkse prestaties (F54), | envoient au service l'état des prestations journalières (F54) |
zorgvuldig en correct uitgevuld, bij de dienst in. Dit document dient | soigneusement et correctement complété. Ce document sert de base pour |
als basis om de rekening van de begunstigde op te maken en het loon te | établir le compte du bénéficiaire et le calcul du salaire. |
berekenen. d) samenwerking met andere interveniënten : | d) collaboration avec d'autres intervenants : |
De gezins- en bejaardenhelpsters ontmoeten dikwijls, in het geval van ingewikkelde situaties, andere interveniënten. Zo spelen ze door hun globaal engagement een bijzondere rol. De maatschappelijk assistent van de dienst treedt als bemiddelaar op zowel bij de naaste familieleden als ook bij de andere diensten. De gezins- en bejaardenhelpsters werken samen aan de verwezenlijking van het gezamenlijke doel. Samenwerking en overleg zijn nodig om voor een goede werking van de hulpverlening te zorgen. C. Principes op het vlak van de arbeid als gezins- en bejaardenhelpster. | Les aides familiales et senior rencontrent souvent, en cas de situation complexe, d'autres intervenants. Ainsi jouent-elles, par leur implication globale, un rôle particulier. L'assistant(e) social(e) du service agit comme intermédiaire aussi bien avec les proches qu'avec les autres services. Les aides familiales et senior collaborent à la réalisation de l'objectif commun. Collaboration et concertation sont nécessaires pour garantir un déroulement sans encombre de l'aide. C. Principes relatifs au travail des aides familiales et senior. |
1° De gezins- en bejaardenhelpsters oefenen hun werk uit ten huize van | 1° Les aides familiales et senior effectuent leur travail au domicile |
de begunstigden. | de la personne bénéficiaire. |
2° De begunstigde heeft medebeslissingsrecht in het | 2° Le bénéficiaire a le droit codécision au niveau de l'aide offerte, |
hulpverleningsaanbod, naargelang zijn persoonlijkheid, zijn | compte tenu de sa personnalité, de son mode de vie, de ses convictions |
levensstijl, zijn filosofische en religieuze opvattingen. | philosophiques et religieuses. |
3° De zelfredzaamheid en het eigen initiatief van de begunstigde en | 3° L'indépendance et l'initiative personnelle du bénéficiaire et de |
van zijn omgeving worden gesteund, bevorderd en gegarandeerd. | son entourage sont soutenues, encouragées et assurées. |
4° De gezins- en bejaardenhelpsters hebben een beroepsrelatie met de | 4° Les aides familiales et senior entretiennent une relation |
begunstigde en zijn omgeving. | professionnelle avec le bénéficiaire et son entourage. |
5° De gezins- en bejaardenhelpsters zijn tot geheimhouding verplicht. Ze tonen respect voor het privé-leven van de begunstigde. De informaties aan collega's, aan de maatschappelijke assistent of aan andere interveniënten beperken zich tot belangrijke en nuttige elementen en kunnen nooit respectloos zijn. Een afspraak over de doelstelling van de informatie is zinvol. In situaties die een gevaar voor de begunstigde of zijn omgeving opleveren, moeten de gezins- en bejaardenhelpsters de maatschappelijk assistent er op de hoogte van stellen, die dan de nodige stappen kan ondernemen. 6° De gezins- en bejaardenhelpsters zijn tot het geheimhouding | 5° Les aides familiales et senior sont tenues au secret professionnel. Elles respectent la vie privée du bénéficiaire. Les informations aux collègues, à l'assistante sociale ou à tout autre intervenant se limitent à des éléments essentiels et utiles et ne peuvent jamais manquer de respect. Une bonne entente sur le but de la transmission de l'information est nécessaire. Dans des situations qui représentent un danger pour le bénéficiaire ou son entourage, les aides familiales et senior sont dans l'obligation d'en informer l'assistante sociale, qui peut alors entreprendre les démarches nécessaires. 6° Les aides familiales et senior sont tenues également au secret professionnel en ce qui concerne les informations relatives à leur vie |
verplicht wat hun privé-leven, hun collega's, hun werk en de interne | privée, leurs collègues, leur travail et l'organisation interne du |
organisatie van de dienst betreft. Zelfs na afloop van de | service. Cette obligation persiste également après la fin de |
dienstbetrekking blijft deze plicht bestaan. Schending ervan kan een | l'engagement. Les infractions contre cette obligation peuvent |
tuchtstraf tot gevolg hebben. | entraîner des peines disciplinaires. |
7° De betrekkingen tussen de gezins- en bejaardenhelpster en de | 7° La relation des aides familiales et senior avec le bénéficiaire et |
begunstigde en zijn omgeving zijn gekenmerkt door : | son entourage est caractérisée par : |
een beperkte duur; een beperkte aanvraag daar de autonomie van de begunstigde in aanmerking wordt genomen; een sfeer van wederzijds respect en vertrouwen. 8° Het is verboden, geld of geschenken aan te nemen. 9° De gezins- en bejaardenhelpsters moeten een gunstig voorkomen hebben en dragen een schort, daar ze enerzijds een erkende dienst vertegenwoordigen en anderzijds hun werk efficiënt moeten uitoefenen. 10° De gezins- en bejaardenhelpsters worden niet beschouwd als : leden van hun eigen gezin; personen van hun omgeving. | une durée limitée; une limite dans la demande, vu que l'autonomie du bénéficiaire est prise en considération; un climat de respect et de confiance mutuels. 8° Il est interdit d'accepter de l'argent ou des cadeaux. 9° Les aides familiales et senior veillent à leur présentation et portent un tablier, vu que, d'une part, elles représentent un service agréé et que, d'autre part, leur travail doit être exécuté de manière efficace. 10° Les aides familiales et senior ne doivent pas être considérées comme : des membres de la propre famille; des personnes de leur entourage. |
11° De dienst is verplicht : | 11° Le service s'engage : |
de werkneemster en het beroep te eerbiedigen; | à respecter les employées et la profession; |
de dienstregeling en de arbeidsovereenkomst te eerbiedigen; | à respecter la réglementation et le contrat de travail; |
een verzekering inzake de burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten | à souscrire une assurance obligatoire de la responsabilité civile pour |
voor alle dienstprestaties; | toutes les prestations de service; |
voor de bescherming van het personeel te zorgen en preventief te | à assurer la protection du personnel et à agir de façon préventive |
handelen m.b.t. hygiëne en gezondheid. | dans le domaine de l'hygiène et de la santé. |
12° Met toepassing van het decreet, van de uitvoeringsbesluiten et van | 12° En application du décret, des arrêtés d'exécution et de la |
de omzendbrief over de diensten voor gezins- en bejaardenhulp is de | circulaire relatifs aux services d'aides aux familles et aux personnes |
dienst verplicht : voor de optimale begeleiding van de gezins- en bejaardenhelpsters te zorgen, hen de nodige inlichtingen over de uitoefening van het beroep te verstrekken, de uurroosters op te maken en te beheren en daarbij voor een evenwicht te zorgen; bij moeilijke, complexe gevallen voor een hulp en een begeleiding te zorgen, desgevallend door een rechtshulp o.a. in geval van lichamelijke gewelddaden, seksueel wangedrag, aantijging van diefstal...; regelmatig werkbesprekingen te organiseren en voor een uitwisseling van de informatie te zorgen; een voortgezette opleiding te organiseren. 13° De gezins- en bejaardenhelpsters hebben recht op : | âgées, le service est tenu : de veiller à l'encadrement optimal des aides familiales et senior, de leur donner toutes les informations nécessaires concernant l'exercice de la profession, d'établir et de gérer les horaires, et de veiller à cette occasion à un équilibre; d'assurer une aide et un encadrement dans les cas difficiles, complexes, éventuellement par une aide juridique en cas de violences corporelles, de harcèlement sexuel, d'imputation de vol, entre autres; d'organiser régulièrement des réunions de travail et de prévoir un échange d'informations; d'organiser une formation permanente. 13° Les aides familiales et senior ont le droit : |
respect en aandacht; | au respect et à l'attention; |
redelijke werkomstandigheden; | à des conditions de travail convenables; |
aangepast arbeidsgereedschap. | à un matériel de travail approprié. |
Gezien om bij het besluit van 15 juni 2001 gevoegd te worden. | Vu pour être annexé à l'arrêté du 15 juin 2001 |
Eupen, 15 juni 2001. | Eupen, le 15 juin 2001. |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, | Ministre de l'Emploi, de la Politique des Handicapés, des Médias et des Sports, |
K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, | Le Ministre de la Jeunesse et de la Famille, |
Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, | de la Protection des Monuments, de la Santé et des Affaires sociales, |
H. NIESSEN | H. NIESSEN |